Notulen Gemeenteraad van DINSDAG 13 DECEMBER 2022

 

aanwezig

Philip Lemal, voorzitter

Rob Mennes, burgemeester

Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, schepenen

Leo Haucourt, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Nicole Haerenout, Myriam Baeyens, Chantal Jacobs, Marjan Nauwelaert, Elke Bogaerts, Danny Schoonderwoert, Gilbert Van de Vreken, raadsleden

Betty Van Cauteren, algemeen directeur

verontschuldigd

Geert Rottiers, schepen

 

Overzicht punten

Mededeling van ingekomen stukken.

 

Op verzoek van de voorzitter geeft de algemeen directeur lezing van volgende ingekomen stukken: geen.

 

Publicatiedatum: 15/12/2022
Overzicht punten

Aanvullende personenbelasting 2023. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;

Gelet op de artikelen 465 tot en met 470/2 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen;

Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen;

 

Beslist:

Met 13 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Leo Haucourt, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Nicole Haerenout, Myriam Baeyens, Philip Lemal, Marjan Nauwelaert en Gilbert Van de Vreken), 5 onthoudingen (Rita Jacobs, Koen Vaerten, Chantal Jacobs, Elke Bogaerts en Danny Schoonderwoert)

Artikel 1:

Voor het aanslagjaar 2023 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.

Artikel 2:

De belasting wordt vastgesteld op 6% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

Artikel 3:

De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.

Artikel 4:

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285, en van de besluiten, vermeld in artikel 286, gebeurt binnen 10 dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt.

 

Publicatiedatum: 15/12/2022
Overzicht punten

Gemeentelijke opcentiemen onroerende voorheffing 2023. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op artikel 170, §4 van de Grondwet;

Gelet op artikel 464/1, 1° van het Wetboek Inkomstenbelasting;

Gelet op het bestuursdecreet van 7 december 2018 betreffende de openbaarheid van bestuur;

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;

Gelet op de artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit;

Gelet op het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Beslist:

Met 13 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Leo Haucourt, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Nicole Haerenout, Myriam Baeyens, Philip Lemal, Marjan Nauwelaert en Gilbert Van de Vreken), 5 onthoudingen (Rita Jacobs, Koen Vaerten, Chantal Jacobs, Elke Bogaerts en Danny Schoonderwoert)

Artikel 1:

Voor het aanslagjaar 2023 worden ten bate van de gemeente Schelle, 897 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.

Artikel 2:

De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse belastingdienst.

Artikel 3:

De bekendmaking van de lijst van de besluiten vermeld in artikel 285, en van de besluiten vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt.

 

Publicatiedatum: 15/12/2022
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeentebelasting op vreemde begravingen en ontgravingen 2023-2025. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op artikel 170, §4 van de grondwet;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Beslist:

Met 11 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Nicole Haerenout, Philip Lemal, Marjan Nauwelaert en Gilbert Van de Vreken), 7 onthoudingen (Leo Haucourt, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Myriam Baeyens, Chantal Jacobs, Elke Bogaerts en Danny Schoonderwoert)

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025, worden geheven:

a) een belasting op de begraving, op de asverstrooiing en de bijzetting in een columbarium, van de personen, die buiten de gemeente overleden zijn en noch hun wettige woonplaats noch hun gewone verblijfplaats in de gemeente hebben, waarvan het bedrag als volgt wordt vastgesteld:

1) € 750,00 voor de lijkbezorging van een persoon die ouder is dan 12 jaar.

2) € 200,00 voor de lijkbezorging van een kind beneden en tot 12 jaar.

De belasting is niet verschuldigd voor:

1) lijkbezorging van oorlogsslachtoffers, die in dienst van het vaderland gestorven zijn.

2) personen die gedurende minstens 25 jaar op het grondgebied van de gemeente hebben gewoond, maar die wegens omstandigheden als hoge leeftijd, ziekte of minder geschiktheid tijdelijk bij hun kinderen of in een home, op het grondgebied van een andere gemeente, verblijven en in deze gemeente in het bevolkingsregister werden ingeschreven.

b) de belasting op de ontgraving van een lijk wordt vastgesteld op 2000 euro.

c) de belasting op de ontgraving van een asurne wordt vastgesteld op 1000 euro.

De belasting is echter niet verschuldigd voor:

1) de ontgravingen die op bevel van de gerechtelijke overheden uitgevoerd worden.

2) ontgravingen die geschieden op vraag van het gemeentebestuur.

3) de ontgravingen van voor het vaderland gestorven militairen.

Artikel 2:

De belasting is contant te betalen tegen afgifte van een ontvangstbewijs.

Een bedrag gelijk aan de belasting is evenwel in consignatie te geven op het ogenblik van de afgifte van de vergunning tot begraven, verstrooien, bijzetten of ontgraven.

Bij gebrek aan betaling wordt de belasting ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 3:

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9 bis van het Wetboek van toepassing voor zover zij niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

Artikel 4:

Deze belastingverordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden

Artikel 5:

Dit besluit vervangt het besluit van 20 december 2018.

 

Publicatiedatum: 15/12/2022
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeentebelasting op reclamedrukwerk. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;

Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet);

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA);

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en verdere wijzigingen;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Beslist:

Met 16 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Nicole Haerenout, Chantal Jacobs, Philip Lemal, Marjan Nauwelaert, Elke Bogaerts, Danny Schoonderwoert en Gilbert Van de Vreken), 2 stemmen tegen (Leo Haucourt en Myriam Baeyens)

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt een belasting geheven op het huis-aan-huis verspreiden van reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten op het grondgebied van de gemeente Schelle.

Artikel 2:

Onder reclamedrukwerk wordt verstaan elke publicatie die er toe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen en andere elementen, en die erop gericht is een potentieel cliënteel er toe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder.

Onder gelijkgestelde producten wordt verstaan de stalen of reclamedragers van gelijk welke aard tot gebruik van het aangeprezen product of de aangeboden dienst.

Onder huis-aan-huis verspreiding wordt verstaan het systematisch achterlaten van het drukwerk zonder adressering in de brievenbussen van woningen, zonder dat de bestemmeling hiervoor enig initiatief heeft betoond.

Artikel 3:

De belasting is verschuldigd telkenmale er een huis-aan-huis verspreiding van reclamedrukwerk of een daarmee gelijkgesteld product plaatsvindt.

Artikel 4:

De belasting wordt vastgesteld op € 60,00 per publicatie tot en met 25 bladzijden en

€ 120,00 vanaf 26 bladzijden.

Artikel 5:

Van de belasting zijn vrijgesteld:

- publicaties van publiekrechterlijke personen

- publicaties van socio-culturele en sportverenigingen

- publicaties kleiner of gelijk aan A4 met maximum 2 bladzijden.

Er wordt geen vrijstelling van de belasting verleend voor de belastingsplichtigen die in het Vlaams Gewest de reële kostprijs van de inzameling en recyclage van het oud papier afkomstig van hun drukwerken betalen via het Interventiefonds Oud Papier dat in het kader van de milieubeleidsovereenkomst afvalstoffen werd ingesteld.

Artikel 6:

De belasting is verschuldigd door de uitgever of de verspreider of, indien die niet gekend zijn, door diegenen onder wiens handelsnaam, logo of embleem, de reclame wordt gevoerd.

Artikel 7:

De belasting wordt  ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 8:

De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

Artikel 9:

Dit besluit vervangt het besluit van 20 december 2018.

 

Publicatiedatum: 15/12/2022
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Reglement contantbelasting op de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen 2023-2025 - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op artikel 170 §4 van de grondwet;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012 en verdere aanpassingen;

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;

Gelet op het besluit van 23 december 2011 betreffende de Vlaamse regering tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA);

Gelet op de gemeentelijke politieverordening betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen);

Overwegende het gebruik om een recyclage (afvalophaling) georganiseerd door de gemeente of intercommunale tot bij de burger de “haalmethode” te noemen;

Overwegende het gebruik om een recyclage (afvalinzameling) georganiseerd door de gemeente of intercommunale tot bij het recyclagepark de “brengmethode” te noemen;

Overwegende dat door de gemeente volgende fracties worden opgehaald: restafval via een aanneming, grof huisvuil, papier & karton en groenfracties op afroep ook genaamd “de haalmethode”;

Overwegende dat de intercommunale de ophaling aan huis verzorgt voor GFT+, PMD en papier en karton, ook genaamd “de haalmethode”;

Overwegende de fracties die op het recyclagepark worden ingezameld, met onder meer grof huisvuil, KGA, olie en vetten, diverse halogeenhoudende lampen, steenpuin, te storten fracties, EPS-schuim, vlak- en hol glas, papier en karton, ferro- en non-ferromaterialen, landbouwfolie, elektrische en elektronische apparaten (voorheen bruin- en witgoed), diverse groenfracties, kringloopmaterialen, PMD, hout, textiel, edm. (niet-limitatieve opsomming) ook genaamd de “brengmethode”;

Overwegende dat door of op vraag van de gemeente ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen in opdracht van de gemeente gerecycleerd, nuttig toegepast of verwijderd worden;

Overwegende dat de kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen) zwaar doorwegen op de gemeentelijke financiën;

Overwegende dat de gemeentelijke inkomsten en uitgaven in evenwicht dienen te zijn;

Overwegende dat de kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen) kunnen verhaald worden op de aanbieders via een gedifferentieerde contantbelasting;

Overwegende dat de invoering van een gedifferentieerde contantbelasting de gemeente toelaat het principe “de vervuiler betaalt” toe te passen, waarbij prioriteit verleend wordt aan afvalvoorkoming, slechts in tweede instantie aan hergebruik en tenslotte recyclage van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen) wordt gestimuleerd;

Overwegende dat ernaar gestreefd wordt om de contantbelasting op de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen) in de gemeenten zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen;

Gelet op de gemeentelijke duurzaamheidsacties, o.a. de burgemeestersconvenant;

 

Beslist:

Met 9 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Nicole Haerenout, Philip Lemal en Gilbert Van de Vreken), 9 onthoudingen (Leo Haucourt, Stan Scholiers, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Myriam Baeyens, Chantal Jacobs, Marjan Nauwelaert, Elke Bogaerts en Danny Schoonderwoert)

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt een contantbelasting gevestigd op de volgende ingezamelde fracties huisvuil van huishoudelijke en vergelijkbare bedrijfsmatige oorsprong:

Methode

Fractie

Contantbelasting

haal

verwijdering van huisvuil (en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval)

vastgesteld

haal

verwijdering van grofvuil

vastgesteld

haal

recyclage van GFT+-afval

vastgesteld

 

haal

recyclage van plasticverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons

vastgesteld

haal

recyclage van groenafval

vastgesteld

haal

recyclage van bouw- en sloopafval

vastgesteld

haal

recyclage van elektronische toestellen

vastgesteld

haal

recyclage van papier en karton

vastgesteld

breng

inzameling en verwijdering van grofvuil

 

breng

inzameling en recyclage van papier en karton

 

breng

inzameling en recyclage van plasticverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons

 

breng

inzameling en recyclage van bouw- en sloopafval

 

breng

inzameling en recyclage van roofing

 

breng

inzameling en recyclage van eternit (asbesthoudend,  gebonden)

 

breng

inzameling en recyclage van groenafvalfractie

 

breng

inzameling en recyclage van houtafval

 

breng

inzameling en recyclage van KGA

 

breng

inzameling en recyclage van EPS-schuim

 

breng

inzameling en recyclage van afvalbanden

 

breng

inzameling en recyclage van elektrische en elektronische toestellen

 

breng

inzameling en recyclage van harde plastic

 

Het bedrag van de contantbelasting wordt in functie van de georganiseerde methode en per fractie als volgt vastgesteld:

1.1

Huisvuil (restafval)

 

haal

per 60 liter zak

 

€ 3,00

 

wekelijkse inzameling

 

1.2

Huisvuil (restafval)

 

haal

per 30 liter zak

 

€ 1,50

 

wekelijkse inzameling

 

2.1

Grofvuil

 

haal

0,5m³

 

€ 40,00

 

op afroep en per fractie 1° woensdag

2° woensdag ijzer, hout

3° woensdag meubelen, tapijten, hout, elek. toestellen

4° woensdag, uitsluitend steenafval

 

2.2

Grofvuil

 

haal

0,5m³

 

€ 60,00

 

op afroep en ongesorteerd alle woensdagen

 

3.1

Papier en karton

 

haal

0,5m³

 

gratis

maandelijks

4.1

GFT+

 

haal

per 40 liter container

 

€ 0,60

 

14 daagse inzameling

 

4.2

GFT+

 

haal

per 120 liter container

 

€ 1,80

 

14 daagse inzameling

 

4.3

GFT+

 

haal

per 240 liter container

 

€ 3,60

 

14 daagse inzameling

 

5.1

Groenafval

 

haal

1m³

 

€ 25,00

 

op afroep 2de woensdag

 

6.1

PMD Plastic verpakkingen en drankkarton

 

haal

20 PMD zakken Fostplus project 60L

 

€ 2,50

 

14 daagse inzameling

 

6.2

PMD Plastic verpakkingen en drankkarton

 

haal

20 PMD zakken Fostplus project 30L

 

€ 1,25

 

14 daagse inzameling

 

 

Aankoop extra GFT+ container :

 

- 40 liter zonder wielen : € 21

- 40 liter met wielen : € 31

- 120 liter   : € 32

Artikel 2:

§1. De contantbelasting is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van hierboven vermelde dienstverlening.

§2. De personen, gezinnen, verenigingen en ondernemingen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven zakken zijn de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop ervan op de door het college van burgemeester en schepenen vastgestelde plaats(en). Een betalingsbewijs wordt afgeleverd.

§3. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers dienen de contantbelasting op GFT+-stickers te betalen op de door het college van burgemeester en schepenen vastgestelde plaats(en). De sticker dient op een eenvoudig te verwijderen wijze op de container aangebracht te worden. Een betalingsbewijs wordt afgeleverd.

§4. Personen die gebruik maken van de gemeentelijke dienstverlening inzake de huis-aan-huisinzameling van grofvuil en groenafval zijn de contantbelasting verschuldigd na de opmaak van een factuur.

Artikel 3:

Een korting van 5 procent wordt verleend aan de handelaars die de gemeentelijke  huisvuilrecipiënten en stickers aan het publiek doorverkopen.

Artikel 4:

Bij ontstentenis van contante betaling wordt de belasting ingekohierd.

Artikel 5:

De bekendmaking van de lijst van de besluiten, vermeld in artikel 285 en van de besluiten vermeld in artikel 286, gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt.

Artikel 6:

Dit reglement vervangt het besluit van 16 december 2021.

 

Publicatiedatum: 15/12/2022
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Belasting op de leegstand van woningen en gebouwen. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;

Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode;

Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, en latere wijzigingen, hierna decreet grond- en pandenbeleid genoemd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 juli 2016 houdende subsidiering van projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, waarmee de Vlaamse Regering gemeenten wil aanzetten werk te maken van een volwaardig woonbeleid, die gemeenten oplegt om leegstaande woningen en gebouwen te inventariseren conform artikel 2.9 van de Vlaamse Codex Wonen;

Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 19 juni 2019 waarin deze besliste om deel te nemen aan het project lokaal woonbeleid en om het projectvoorstel waarin de opmaak, opbouw beheer en actualisering van het leegstandsregister inbegrepen is door het IGS IVLW Rivierenland goed te keuren;

Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;

Overwegende dat de Vlaamse Wooncode de gemeente aanstelt als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid;

Overwegende dat het wenselijk is dat het op het grondgebied van de gemeente beschikbaar patrimonium voor wonen ook optimaal benut wordt;

Overwegende dat op basis van het decreet grond- en pandenbeleid gemeenten een register van leegstaande woningen en gebouwen kunnen bijhouden;

Overwegende dat de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden;

Overwegende dat een gemeentelijk reglement dient aangenomen te worden waarin de indicaties van leegstand en de procedure tot vaststelling van de leegstand worden vastgesteld;

Overwegende dat de strijd tegen de leegstaande woningen en/of gebouwen onder meer een effect zal hebben als de opname van dergelijke gebouwen en woningen in een inventarislijst ook daadwerkelijk belast worden;

Overwegende de vrijstellingen van inventarisatie en/of heffing die in dit reglement zijn opgenomen omdat die het best aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Beslist:

Met 11 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Nicole Haerenout, Philip Lemal, Marjan Nauwelaert en Gilbert Van de Vreken), 7 onthoudingen (Leo Haucourt, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Myriam Baeyens, Chantal Jacobs, Elke Bogaerts en Danny Schoonderwoert)

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit reglement gelden onder meer de begripsomschrijvingen van het artikel 1.3 van de Vlaamse Codex Wonen;

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt specifiek volgende definitie verstaan onder:

1° Administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid en/of intergemeentelijke administratieve eenheid die door de gemeenteraad wordt belast met het beheer van de gemeentelijke inventaris.

 

2° Beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen.

 

3° Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a. een aangetekend schrijven;

b. een afgifte tegen ontvangstbewijs.

 

4° Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

 

5° Inventarisatiedatum: de datum waarop het gebouw en/of woning voor de eerste maal in het leegstandsregister wordt ingeschreven.

 

6° Leegstaand gebouw: gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uit maken van het gebouw.

 

De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning of melding in de zin van artikel 94 van het decreet Ruimtelijke Ordening, met latere wijzigingen, of milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, met latere wijzigingen, of afgeleverde of gedane omgevingsvergunning of melding in de zin van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met latere wijzigingen. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

 

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2° van het decreet bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na slopen van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

7° Leegstaande woning: woning die gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie.

 

8° Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen als vermeld in art 2.9 van de Vlaamse Codex Wonen.

 

9° Leegstand bij nieuwbouw: een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie.

 

10° Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van eerste inschrijving, zolang het gebouw en/of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt.

 

11° Woning: een goed vermeld in artikel 2, §1, eerste lid, 31° van de Vlaamse Wooncode (elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande).

 

12° Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom;

b) het recht van opstal of van erfpacht;

c) het vruchtgebruik.

Artikel 2: Belasting op leegstaande woningen en gebouwen

§1. Er wordt voor de jaren 2023 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

§2. De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de heffing verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

Artikel 3: Belastingsplichtige

§1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op de verjaardag van de inventarisatiedatum.

 

§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

 

§3. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.

Tevens moet hij per beveiligd schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte.  Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

 naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;

 datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

 nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

 

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

Artikel 4: Tarief van de heffing

De belasting bedraagt:

 € 1.250,00 voor een gebouw

 € 1.250,00 voor een woning

 

Indien het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:

 € 2.500,00 voor een gebouw

 € 2.500,00 voor een woning

 

Indien het gebouw of de woning een derde opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:

 € 3.750,00 voor een gebouw

 € 3.750,00 voor een woning

 

Indien het gebouw of de woning een vierde of latere opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris staat bedraagt de belasting:

 € 5.000 voor een gebouw

 € 5.000 voor een woning

 

Het aantal termijnen van twaalf maanden dat een gebouw of woning op de inventaris staat wordt herberekend bij volledige overdracht van het zakelijk recht betreffende het gebouw of de woning.

Artikel 5: Vrijstellingen

§1. Een vrijstelling van de heffing kan aangevraagd worden bij de administratie via het daartoe bestemde aanvraagformulier. De aanvraag voor een vrijstelling van de heffing moet worden ingediend via beveiligde zending uiterlijk 30 dagen na kennisgeving van de opname op het kohier. Voor de volgende jaren dient de aanvraag telkens, per beveiligde zending te worden ingediend voor het verstrijken van de toepasselijke inventarisatiedatum, aangezien anders de eventuele vrijstelling pas kan ingaan na de inventarisatiedatum. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals beschreven in art. 5, §2, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.

 

§2. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:

 de belastingplichtige die in een erkende zorginstelling verblijft, voor een periode van maximum twee jaar;

 de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing, voor een periode van maximum twee jaar;

 de belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht;

 de woning of het gebouw, krachtens decreet, beschermd is als monument, stads- of dorpsgezicht, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument, stads- of dorpsgezicht en waarvoor een restauratiepremiedossier bij de bevoegde overheid is ingediend en ontvankelijk verklaard;

 de woning of het gebouw vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

 de woning of het gebouw onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure;

 de woning of het gebouw gerenoveerd wordt blijkens een niet-vervallen stedenbouwkundige vergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden of een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden of een niet-vervallen omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden of een aanvraag tot omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of de omgevingsvergunning;

 de woning of het gebouw gerenoveerd wordt voor niet-vergunningsplichtige handelingen zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning, mits de betrokkene door middel van een gedetailleerd dossier (timing, aard werken, kostprijs) aantoont dat het een totale verbouwing betreft en waarbij de woning wordt aangepast aan de huidige woningkwaliteitsnormen. De werken worden jaarlijks aangetoond aan de hand van foto’s en bijgevoegde facturen. De vrijstelling wordt jaarlijks opnieuw aangevraagd en is verlengbaar tot maximum drie jaar;

 de woning of het gebouw eigendom is van: een erkende sociale huisvestingsmaatschappij, een erkend sociaal verhuurkantoor, de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, IGEAN, AGB of OCMW.

Artikel 6: Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 7: Betalingstermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 8: Bezwaar

De heffingsplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen (en latere wijzigingen).

Artikel 9

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

Artikel 10

Dit reglement vervangt het reglement van 20 december 2018.

 

Publicatiedatum: 15/12/2022
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Retributie voor het opzoeken van administratieve inlichtingen. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;

Overwegende dat de gemeente extra belast wordt met het opzoeken en controleren, het samenstellen en afleveren van administratieve inlichtingen en het bijhouden van registers;

Overwegende dat het billijk is dat hiervoor een vergoeding wordt betaald door de aanvrager;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Beslist:

Met 11 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Nicole Haerenout, Philip Lemal, Marjan Nauwelaert en Gilbert Van de Vreken), 7 onthoudingen (Leo Haucourt, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Myriam Baeyens, Chantal Jacobs, Elke Bogaerts en Danny Schoonderwoert)

Artikel 1:

Met ingang vanaf 01.01.2023 en voor een periode eindigend op 31.12.2025, wordt een retributie gevestigd voor het opzoeken en bezorgen, door het gemeentebestuur, van een aantal administratieve inlichtingen.

Artikel 2:

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de inlichting vraagt. De particulieren en privé-instellingen die wensen dat de gevraagde administratieve bescheiden hun per post zouden toegezonden worden, dienen het bedrag van de retributie en de verzendingskosten vooraf aan de betrokken dienst over te maken.

Artikel 3:

Deze retributie is niet toepasselijk voor inlichtingen en statistieken die in uitvoering van wetten, decreten en koninklijke besluiten of overheidsverordeningen moeten worden verstrekt aan de gerechtelijke overheden, openbare besturen of daarmee gelijkgestelde inrichtingen, of aan instellingen van openbaar nut, wier activiteiten niet op winst gericht zijn.

Deze retributie is evenmin van toepassing voor de inlichtingen die in het kader van het behoorlijk bestuur en de normale dienstverlening aan de burgers worden meegedeeld.

Artikel 4:

a) De retributie is vastgesteld op€ 5,00 per inlichting. Zo de vraag voor de gemeenteambtenaar meer dan een uur werk vergt, is de retributie vastgesteld op€ 25,00 per uur en wordt ieder onderdeel van een uur als een volledig uur aangerekend.

b) De retributie voor de afgifte van een fotokopie of het inscannen van bestuurlijke stukken bedraagt:

 

 

zwart-wit

kleur

A4-formaat of kleiner

0,05 eur0

0,50 euro

A3-formaat

0,10 euro

1,00 euro

A2-formaat

1,00 euro

2,00 euro

A1-formaat

2,00 euro

4,00 euro

A0-formaat

4,00 euro

8,00 euro

 

 

 

 

c) De retributie voor het invullen van een modelformulier voor het aanvragen van vastgoedinformatie, binnen een termijn van 30 kalenderdagen, bedraagt € 110,00 per modelformulier.

d) De retributie voor het invullen van een modelformulier voor het aanvragen van vastgoedinformatie, binnen een termijn van 7 kalenderdagen, bedraagt € 300,00 per modelformulier.

e) De retributie voor het afleveren van een uittreksel uit het vergunningenregister binnen een termijn van 30 kalenderdagen, bedraagt € 30,00  per uittreksel.

f) De retributie voor het afleveren van een uittreksel uit het plannenregister binnen een termijn van 30 kalenderdagen, bedraagt € 30,00 per uittreksel.

g) De retributie voor het afleveren van een stedenbouwkundig uittreksel (d.i. een gecombineerd uittreksel uit het plannen- en vergunningenregister) binnen een termijn van 30 kalenderdagen, bedraagt € 60,00 per uittreksel.

Artikel 5:

De retributie is eisbaar op het ogenblik dat de informatie wordt verstrekt en is verschuldigd door diegene die om de informatie verzoekt. Ingeval van niet-minnelijke regeling zal zij worden geïnd ingevolge het DLB.

Artikel 6:

Deze wijziging vervangt het reglement van 20 december 2018.

 

Publicatiedatum: 15/12/2022
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Retributiereglement voor de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering tot codificatie van de decreten betreffende het Vlaams Woonbeleid van 17 juli 2020;

Gelet op de Vlaamse Codex wonen van 2021 (inzonderheid boek 3, artikel 3.1-7, 3.2 en 3.9 en deel 2 van boek 2 en art. 3.4-10);

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende  de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en verdere wijzigingen;

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende gemeentefiscaliteit.

 

Beslist:

Met 16 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Nicole Haerenout, Chantal Jacobs, Philip Lemal, Marjan Nauwelaert, Elke Bogaerts, Danny Schoonderwoert en Gilbert Van de Vreken), 2 onthoudingen (Leo Haucourt en Myriam Baeyens)

Artikel 1:

Er wordt met ingang van 01.01.2023 tot en met 31.12.2025 een retributie geheven voor de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest.

Artikel 2:

Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld:

· voor een conformiteitsattest voor een kamerwoning: met een basisbedrag van € 90,00 verhoogd met € 15,00 per kamer en een maximum van € 1.775,00.

· voor een conformiteitsattest voor een zelfstandige woning: € 90,00.

Artikel 3:

De retributie is verschuldigd door de aanvrager van het conformiteitsattest.

Artikel 4:

De retributie moet betaald worden bij de aanvraag van het conformiteitsattest.

Artikel 5:

Van deze retributie zijn vrijgesteld:

· woningen ingehuurd door een sociaal verhuurkantoor;

· de afgifte van een conformiteitsattest voor een kamerwoning afgeleverd volgens het besluit van de Vlaamse Regering van 24.05.2019.

Artikel 6:

Bij gebrek aan betaling zal worden overgegaan tot inkohiering.

De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen gebeurt volgens het decreet van 30.05.2008 en haar wijzigingen.

Artikel 7:

De huisvestingsdienst van de gemeente en de technisch ambtenaar van het intergemeentelijk project lokaal woonbeleid Rivierenland zijn gemachtigd tot de opmaak van technische verslagen en adviezen in het kader van de conformiteit. De conformiteitsattesten dienen ondertekend te worden door de burgemeester.

Artikel 8:

Dit besluit vervangt het besluit donderdag 21 januari 2021.

 

Publicatiedatum: 15/12/2022
Overzicht punten

Verordening conformiteitsattest - invoeren GAS-boete. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Motivering

1. Relevante voorgeschiedenis, feiten en context

Algemeen

Het lokaal bestuur heeft het project “intergemeentelijke werking lokaal woonbeleid” in het kader van de zelfstandige groepering onderschreven en maakt deel uit van de Intergemeentelijke Vereniging Lokaal Woonbeleid, IVLW naam.

Tijdens de zitting van 19.06.2019 heeft de gemeenteraad het subsidiedossier goedgekeurd, waardoor de gemeente akkoord is gegaan met het verderzetten van de werking van de IVLW en het uitvoeren van de verplichte en aanvullende activiteiten, zoals vermeld in het BVR lokaal woonbeleid van 16 november 2018. Door het onderschrijven van het subsidiedossier engageert de gemeente zich ervoor minstens volgende activiteiten uit te voeren:

     Verplichte activiteit 2_3: een strategie uitwerken over de toepassing van de gemeentelijke instrumenten voor de bewaking van de kwaliteit van het woningpatrimonium

     Aanvullende activiteit 2_2: Een verordening vaststellen en toepassen waarbij het conformiteitsattest verplicht wordt gesteld in bepaalde situaties

     Aanvullende activiteit 2_3: Een verordening vaststellen en toepassen waarbij de geldigheidsduur van het conformiteitsattest beperkt wordt, en woningen met dergelijk conformiteitsattesten opvolgen

     Eigen voorstel: Een handhavend en sanctionerend woningkwaliteitsbeleid.

 

Het lokaal bestuur stelt het belang van een goede woningkwaliteit in private huurwoningen voorop. De huurwoningen op het grondgebied moeten voldoen aan de minimale veiligheids- en kwaliteitsnormen van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. Het lokaal bestuur wenst de lopende acties hierrond verder te zetten. De gemeente koos tijdens de gemeenteraad van 26.03.2015 ervoor een verplichting op het conformiteitsattest in te voeren voor private huurwoningen. De gemeenteraad heeft hiertoe een verordening goedgekeurd.

Intussen is het wetgevend kader aangepast op basis waarvan er voorgesteld wordt de verordening aan te passen.

 

GAS voorzien

De mogelijkheid voor gemeenten om een conformiteitsattest te verplichten, is een belangrijk instrument voor het lokale woningkwaliteitsbeleid. De kwaliteit van het huurwoningpatrimonium in de gemeente kan op die manier in kaart gebracht worden, bewaakt en opgevolgd worden. De verplichting legt de verantwoordelijkheid bij de eigenaars en vormt voor die eigenaars een aansporing en aanmoediging om bewust om te gaan met de minimale kwaliteit van de woning die ze verhuren.

Om de verplichting meer draagkracht te geven, wenst de gemeente de verplichting te handhaven via een gemeentelijke administratieve sanctie.

Door een recente wijziging aan de Vlaamse Codex Wonen kunnen gemeenten een jaarlijks terugkerende aanvraagverplichting voorzien. Zolang aan de verplichting om over een geldig conformiteitsattest te beschikken niet is voldaan, kan opgelegd worden dat er jaarlijks een conformiteitsattest moet worden aangevraagd. Het niet aanvragen van dit attest kan dan (jaarlijks) gesanctioneerd worden met een gemeentelijke administratieve sanctie GAS, zijnde een gemeentelijke administratieve geldboete van € 350,00.

De gemeente wenst gebruik te maken van deze mogelijkheid en stelt daarom voor de huidige verordening in die zin aan te passen.

 

2. Juridisch kader

     Besluit van de Vlaamse Regering tot codificatie van de decreten betreffende het Vlaams Woonbeleid van 17 juli 2020

     De Vlaamse Codex wonen van 2021 (inzonderheid boek 3, artikel 3.1-7, 3.2 en 3.9 en deel 2 van boek 2 en art. 3.4-10)

     Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021

     Ministerieel besluit van 17 februari 2020: Goedkeuring IVLW Rivierenland

     Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, artikel 2, §1 en artikel 3, 3°.

 

3. Financiële gevolgen

De aanpassing van de verordening conformiteitsattesten heeft op zich geen financiële gevolgen.

Als niet voldaan wordt aan de verplichting om jaarlijks een conformiteitsattest aan te vragen, dan moet dit vastgesteld worden door een bevoegde vaststellende ambtenaar, die deze vaststelling overmaakt aan de sanctionerend ambtenaar. De gemeente heeft IGEAN milieu & veiligheid aangesteld als sanctionerend ambtenaar. De kosten voor de verwerking van deze dossiers worden aangerekend in het kader van de intergemeentelijke GAS-werking.

De GAS-boete wordt rechtstreeks betaald op een rekening van de gemeente.

 

4. Voorafgaande documenten, bespreking en adviezen

     huisvestingsambtenarenoverleg IVLW naam van 16.06.2022

     stuurgroep IVLW naam op 31.03.2022

     lokaal woonoverleg op 11.10.2022

     college van burgemeester en schepenen op 21.11.2022

 

5. Bijkomende bespreking

Bespreking op de stuurgroep, het huisvestingsambtenarenoverleg en het lokaal woonoverleg.

 

Beslist:

Met 16 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Nicole Haerenout, Chantal Jacobs, Philip Lemal, Marjan Nauwelaert, Elke Bogaerts, Danny Schoonderwoert en Gilbert Van de Vreken), 2 onthoudingen (Leo Haucourt en Myriam Baeyens)

Enig artikel:

De gemeentelijke verordening conformiteitsattesten, goedgekeurd op de gemeenteraad van 21.01.2021, wordt opgeheven en door volgende gemeentelijke verordening conformiteitsattesten vervangen:

"

De gemeentelijke verordening conformiteitsattesten:

Artikel 1

Elke eigenaar en verhuurder die een woning verhuurt of ter beschikking stelt als hoofdverblijfplaats of met het oog op de huisvesting van een of meer studenten, moet voor elke woning een geldig conformiteitsattest kunnen voorleggen.

 

Deze verplichting wordt gefaseerd ingevoerd voor alle nieuwe verhuringen en op basis van de leeftijd van de huurwoning:

vanaf 1 januari 2021 t.e.m. 31.12.2025: woningen van 40 jaar en ouder

vanaf 1 januari 2026 t.e.m. 31.12.2028: woningen van 30 jaar en ouder

vanaf 1 januari 2029: woningen van 20 jaar en ouder

 

Zolang niet aan deze verplichting is voldaan, geldt een jaarlijks terugkerende verplichting om het conformiteitsattest aan te vragen. De aanvraag wordt ten laatste ingediend op de verjaardag van de dag waarop de eigenaar en verhuurder bij aangetekend schrijven in kennis is gesteld dat hij niet over het verplichte conformiteitsattest beschikt. Als ontvangstdatum van het aangetekend schrijven geldt de eerste werkdag na de verzending.

Artikel 2

De geldigheidsduur van het conformiteitsattest voor woningen en kamers is afhankelijk van het aantal gebreken in categorie 1 op het technisch verslag:

</= 4 gebreken is 10 jaar

>/= 5 gebreken is 5 jaar

Artikel 3

De kostprijs van het conformiteitsattest is vastgelegd in het gemeentelijk retributiereglement.

Artikel 4

Inbreuken op bepalingen van deze verordening worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete en wordt opgelegd door de daartoe aangestelde ambtenaar conform de procedure vervat in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking na de goedkeuring van de gemeenteraad en de goedkeuring van de Vlaamse minister van Wonen, en ten vroegste op 1 april 2023."

 

Publicatiedatum: 15/12/2022
Overzicht punten

Meerjarenplanaanpassing kerkfabriek H. Familie. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op het Keizerlijk Decreet van 30.12.1809 op de kerkbesturen en de wet van 04.03.1870 op het tijdelijke der erediensten, gewijzigd door de wet van 18.04.1974;

Gelet op het decreet van 07.05.2004;

Gezien de meerjarenplanaanpassing 2022 van de kerkfabriek H. Familie werd opgemaakt en goedgekeurd door de fabrieksraad op 08.11.2022;

Gelet op het gunstig advies van 06.12.2022 verleend door de Bisschop van Antwerpen, Monseigneur Johan Bonny, in zijn hoedanigheid van representatief orgaan;

Gelet op de ontvangst via religiosoft d.d. 19.11.2022;

 

Beslist:

Met 11 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Nicole Haerenout, Philip Lemal, Marjan Nauwelaert en Gilbert Van de Vreken), 7 onthoudingen (Leo Haucourt, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Myriam Baeyens, Chantal Jacobs, Elke Bogaerts en Danny Schoonderwoert)

Enig artikel:

De wijziging van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek H. Familie wordt goedgekeurd.

De exploitatiebijdrage vanwege het gemeentebestuur bedraagt voor het dienstjaar:

- 2020: 19.000,00 euro

- 2021: 45.739,55 euro

- 2022: 20.820,32 euro

- 2023: 21.442,42 euro

- 2024: 22.840,97 euro

- 2025: 24.274,47 euro

De investeringsbijdrage vanwege het gemeentebestuur bedraagt voor het dienstjaar:

- 2021 : 10.000,00 euro

- 2022 : 29.200,00 euro

 

Publicatiedatum: 15/12/2022
Overzicht punten

Meerjarenplanaanpassing kerkfabriek St. Petrus en Paulus. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op het Keizerlijk Decreet van 30.12.1809 op de kerkbesturen en de wet van 04.03.1870 op het tijdelijke der erediensten, gewijzigd door de wet van 18.04.1974;

Gelet op het decreet van 07.05.2004;

Gezien de meerjarenplanaanpassing 2022 van de kerkfabriek St. Petrus en Paulus werd opgemaakt en goedgekeurd door de fabrieksraad op 26.09.2022;

Gelet op het gunstig advies van 06.12.2022 verleend door de Bisschop van Antwerpen, Monseigneur Johan Bonny, in zijn hoedanigheid van representatief orgaan;

Gelet op de ontvangst via religiosoft d.d. 16.11.2022;

 

Beslist:

Met 11 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Nicole Haerenout, Philip Lemal, Marjan Nauwelaert en Gilbert Van de Vreken), 7 onthoudingen (Leo Haucourt, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Myriam Baeyens, Chantal Jacobs, Elke Bogaerts en Danny Schoonderwoert)

Enig artikel:

De wijziging van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek St. Petrus en Paulus wordt goedgekeurd.

De bijdrage vanwege het gemeentebestuur bedraagt voor het dienstjaar:

- 2020: 20.750,60 euro

- 2021: 29.326.50 euro

- 2022: 27.146,59 euro

- 2023: 24.215,55 euro

- 2024: 32.259,73 euro

- 2025: 33.126,52 euro

 

Publicatiedatum: 15/12/2022
Overzicht punten

Bekrachtiging besluit van de burgemeester betreffende de aanstelling van woningcontroleurs. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Overwegende dat de burgemeester gemachtigd is om dringende besluiten te nemen op basis van art. 133 van de Nieuwe Gemeentewet en art. 135, §2, 5° van de nieuwe Gemeentewet;

Overwegende dat deze besluiten dienen bekrachtigd te worden door de gemeenteraad;

 

Beslist:

Met 11 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Nicole Haerenout, Philip Lemal, Marjan Nauwelaert en Gilbert Van de Vreken), 7 onthoudingen (Leo Haucourt, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Myriam Baeyens, Chantal Jacobs, Elke Bogaerts en Danny Schoonderwoert)

Enig artikel:

Bekrachtigt de gemeenteraad het burgemeesterbesluit d.d. 15.11.2022 houdende: "Aanstelling woningcontroleurs."

 

Publicatiedatum: 15/12/2022
Overzicht punten

Sociaal woonbeleidsconvenant 2022: Goedkeuring. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op de realisatie van het bindend sociaal objectief zoals vooropgesteld door het decreet Grond- en Pandenbeleid van 27 maart 2009;

Overwegende dat uit de voortgangstoets 2020, uitgevoerd door het agentschap Wonen Vlaanderen, blijkt dat de gemeente beschikt over een sociaal huuraanbod van meer dan 9% en bijgevolg geen sociaal huurobjectief opgelegd kreeg;

Overwegende dat de gemeente een sociaal woonbeleidsconvenant kan aangaan met de Vlaamse overheid;

Overwegende dat het decreet voorziet in een nieuw sociaal objectief in 2025;

Overwegende dat de sociale woonbeleidsconvenanten de verhoudingen bewaken van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen voor de verdeling tussen het stedelijke gebied en het buitengebied;

Overwegende dat hierdoor voorrang wordt verleend aan stedelijke gebieden bij de toekenning van de woonbeleidsconvenanten;

Overwegende dat de gemeente een aantal kleinschalige projecten van de sociale bouwmaatschappij in de nabije toekomst zal verwezenlijken;

Overwegende dat de gemeente een sociaal woonbeleidsconvenant wil afsluiten voor de periode 2022-2024 met de minister van Wonen;

Gelet op het minimaal kader om een sociaal woonbeleidsconvenant aan te vragen, zal de gemeente van alle sociale huurprojecten die de komende drie jaar gepland zijn een lijst opmaken;

Gelet op het verslag van het lokaal woonoverleg gehouden op 28.09.2021, waaruit blijkt dat alle partners die meewerken aan de uitvoering van het convenant, akkoord gaan met de aanvraag van het convenant door de gemeente;

 

Beslist:

Met 18 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Leo Haucourt, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Nicole Haerenout, Myriam Baeyens, Chantal Jacobs, Philip Lemal, Marjan Nauwelaert, Elke Bogaerts, Danny Schoonderwoert en Gilbert Van de Vreken)

Artikel 1:

Het verzoek tot het afsluiten van een sociaal woonbeleidsconvenant voor de periode 2022-2024 met de minister van Wonen goed te keuren.

Artikel 2:

Een afschrift van dit besluit over te maken aan de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen nv.

 

Publicatiedatum: 15/12/2022
Overzicht punten

Samenwerkingsovereenkomst Lantis. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gezien Lantis de kosten voor de aanleg van het fietspad tussen de kerk en de grens met de gemeente Hemiksem, met inbegrip van de oversteek ter hoogte van Delhaize ten laste neemt;

Gelet op  de raming van de werken die Lantis ten laste neemt op basis van het ontvangen ontwerpplan (423969-5006_O_GP-2.4(WEG)_2022-11-21). Deze werken omvatten

       Aanleg van het fietspad in asfalt, incl. opsluiting,

       Aanleg van de onverharde berm tussen de rijbaan en het fietspad, incl. inzaaien met gras,

       Boordsteen tussen de berm en de rijweg.

       Fietsoversteek ter hoogte van Delhaize;

Overwegende dat het noodzakelijk is een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten;

 

Beslist:

Met 18 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Leo Haucourt, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Nicole Haerenout, Myriam Baeyens, Chantal Jacobs, Philip Lemal, Marjan Nauwelaert, Elke Bogaerts, Danny Schoonderwoert en Gilbert Van de Vreken)

Artikel 1:

onderstaande samenwerkingsovereenkomst goed te keuren:

"Samenwerkingsovereenkomst betreffende het verkeersveilig inrichten van de fietsas Niel-Schelle-Hemiksem (BFF langsheen de N148) vanaf het kruispunt Provinciale Steenweg – Fabiolalaan tot en met de nieuwe fietsoversteek ter hoogte van de Struisbeek

 

 

- tussen -

 

NV van publiek recht BEHEERSMAATSCHAPPIJ ANTWERPEN MOBIEL

 

- en –

 

Gemeente SCHELLE

 

 

TUSSEN:

 

De naamloze vennootschap van publiek recht Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM),met maatschappelijke zetel te 2000 Antwerpen, Sint-Pietersvliet 7, en ingeschreven in het rechtspersonenregister bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen onder het ondernemingsnummer 0860.139.085, handelend onder de naam Lantis;

 Hier rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Luc Hellemans, in zijn hoedanigheid van algemeen directeur en door de heer Bart Van Camp, directeur omgeving;

 Hierna “Lantis” genoemd;

EN:

De Gemeente Schelle, Fabiolalaan 55, 2627 Schelle, hier rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar gemeenteraad, waarvoor optreden de heer Philip  Lemal, voorzitter van de gemeenteraad en mevrouw Betty Van Cauteren, algemeen directeur ;

Hierna genoemd ‘de Gemeente’;

 

Hierna elk afzonderlijk een “Partij” en gezamenlijk de “Partijen” genoemd;

 

VOORAF:

  1. Lantis werd opgericht op basis van het decreet van 13 december 2002, zoals laatst gewijzigd bij decreet van 13 juli 2012. Lantis is belast met de financiering, de realisatie, het beheer en de exploitatie van verkeersinfrastructuur in de Antwerpse regio met het oog op het bevorderen van de mobiliteit, in het bijzonder van de Oosterweelverbinding.
  2. Met de Oosterweelverbinding zal de Ring (R1) om Antwerpen gesloten worden door de verbinding te maken tussen de R1 (Kennedytunnel) – E17 – E34/N49 op de Linkerscheldeoever en de R1 (Viaduct Merksem) – E19 – A12 noord op de Rechterscheldeoever.
  3. Deze samenwerkingsovereenkomst beoogt bindende afspraken te maken met betrekking tot de realisatie van flankerende maatregelen en minder hinder projecten in het kader van het project Oosterweelverbinding. Met flankerende maatregelen wordt een pakket aan maatregelen bedoeld ter bevordering van duurzame mobiliteit tussen de gemeente Schelle en de Antwerpse stads- en havenregio met tot doel een modal shift te realiseren ten voordele van o.a. het fietsverkeer.  Lantis beoogt hierbij het wegwerken van missing links op de fietssnelweg F13 en de hierop aansluitende parallelle as doorheen het centrum van de gemeenten Niel-Schelle-Hemiksem.  In het bijzonder heeft de onderhavige overeenkomst tot doel de rechten en plichten van Partijen vast te leggen m.b.t. de Werken die zullen worden uitgevoerd op het grondgebied van de Gemeente Schelle ter verbetering van de fietsverbindingen langsheen de N148 (bovenlokale functionele fietsroute parallel aan en aansluitend op de fietssnelweg F13) – Provinciale Steenweg – Fabiolalaan.

 

DE PARTIJEN KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN:

ARTIKEL 1 – DEFINITIES EN INTERPRETATIE

1.1     De termen die in deze projectgebonden uitvoeringsovereenkomst met een hoofdletter worden aangeduid, hebben de betekenis die hieronder wordt gegeven.

Opdrachtnemer(s): 

De aannemer(s) die door de respectievelijke besturen belast wordt met de realisatie van de flankerende maatregelen en minder hinder projecten.

Werken: 

De werken zoals omgeschreven in Artikel 2, die het voorwerp uitmaken van de contracten met de Opdrachtnemer(s) (tot en met de definitieve oplevering van de desbetreffende werken).

Project: 

 Infrastructuurwerken zoals omschreven in artikel 2 waarbij infrastructuur en/of onroerend goed op het grondgebied van de gemeente betrokken is, die een bijdrage leveren aan de remediëring van de verwachte hinder t.g.v. de Oosterweelwerken en aan de modal shift naar duurzame verplaatsingen.

 

1.2 Het gebruik van artikels, titels en hoofdingen in de projectgebonden uitvoeringsovereenkomst is slechts indicatief en heeft geen invloed op de interpretatie of de draagwijdte van de projectgebonden uitvoeringsovereenkomst.

 

ARTIKEL 2 – OMSCHRIJVING VAN DE WERKEN

De Gemeente zal weg- en rioleringswerken in de Provinciale Steenweg – Fabiolalaan te Schelle uitvoeren, zijnde het Project. 

Ter verbetering van de BFF fietsroute doorheen de gemeente (gelegen op de fietsas Hemiksem – Schelle – Niel) zal in het kader van deze werken ook de fietspaden vanaf de kerk kruispunt Provinciale Steenweg – Fabiolalaan tot aan de Struisbeek verkeersveiliger aangelegd worden en wordt er een fietsoversteek ingericht ter hoogte van Delhaize waarmee de nieuwe tagentiële fietsverbinding langsheen de Struisbeek op de fietspaden langs de N148 aansluit (hierna “de Werken”). De kosten van deze Werken zijn ten laste van Lantis overeenkomstig artikel 5. De overige kosten om het Project te realiseren zijn ten laste van de Gemeente.

Zie ontwerpplannen met aanduiding van de projectzone.

De projectzone bestaat uit de aanleg van het fietspad, incl. de opsluiting, de onverharde berm tussen het fietspad en de rijweg, de boordsteen en de fietsoversteek ter hoogte van de Struisbeek.

 

ARTIKEL 3 – STUDIE EN ONTWERP, VERGUNNINGEN, GUNNING EN VEILIGHEIDSCOÖRDINATIE, LEIDING EN TOEZICHT

De Gemeente zal de Werken op eigen verantwoordelijkheid voorbereiden en realiseren.

Dit betekent onder meer dat de Gemeente, waar nodig, instaat voor:

       de studie en de goedkeuring van het ontwerp;

       het opstellen van het bestek voor de voorbereiding en uitvoering van deze Werken en toe te voegen technische bepalingen;

       het verwerven van alle vergunningen of toelatingen die nodig zijn voor de uitvoering;

       de opmaak van een veiligheids- en gezondheidsplan-ontwerp;

       het aanstellen van een veiligheidscoördinator verwezenlijking, met inbegrip van de oplevering van een exemplaar van het V&G-plan, het aangepaste coördinatiedagboek en het postinterventiedossier;

       de overheidsopdrachtenprocedure tot aanstelling van een Opdrachtnemer;

       de leiding en het toezicht over de uitvoering door een hiertoe aangestelde leidend ambtenaar.

       na voorlopige oplevering het beheer en toezicht van de gerealiseerde Werken.

 

ARTIKEL 4 – TIMING

Partijen erkennen het belang van de Werken voor de verbetering van de duurzame mobiliteit (in casu het fietsverkeer) en de beheersing van de hinder ten gevolge van de werken aan de Oosterweelverbinding en derhalve ook van de tijdige realisatie ervan.

De Gemeente verbindt zich er bijgevolg toe om de in artikel 2 opgesomde Werken te realiseren en gebruiksklaar, vanaf 2023-2024. Indien de voormelde datum niet wordt gehaald, blijven de engagementen van Partijen behouden, voor zover de Gemeente geen gebrek aan initiatief kan worden verweten. De Gemeente motiveert in voorkomend geval uitdrukkelijk op basis van een omstandig dossier naar Lantis toe waarom de richtdatum voor het Project niet zou kunnen worden gehaald.

Partijen zullen elkaar op de hoogte houden van de voortgang van de voormelde Werken.

 

ARTIKEL 5 – VERBINTENISSEN VAN LANTIS

Lantis verbindt zich ertoe om een toelage te betalen aan de Gemeente voor de realisatie van de in artikel 2 vermelde Werken ten bedrage van 470.000 Euro, incl. btw.

Deze toelage is éénmalig en forfaitair.

De betaling hiervan zal gebeuren, na ontvangst van een betalingsaanvraag door de GEMEENTE, op voorlegging van de vorderingsstaten van het werk, waaruit blijkt dat de Werken zijn uitgevoerd,  op rekeningnummer    BE12 0910 0011 3092                              van de GEMEENTE, met de vermelding ["aandeel fietsas Niel-Schelle-Hemiksem"].

Om de afrekening vast te leggen, zal de Gemeente een dossier overmaken aan Lantis, met daarin minstens een kopie van de goedgekeurde betalingsaanvragen, de door de Gemeente goedgekeurde vorderingsstaten en facturen,  een bewijs van betaling en andere essentiële documenten zoals een kopie van de gunningsbrief en na uitvoering van de Werken een kopie van het PV van voorlopige oplevering.

Behoudens deze financiële tussenkomst rusten er geen andere verplichtingen op Lantis met betrekking tot de Werken.

 

ARTIKEL 6 – COMMUNICATIE

Partijen verbinden zich ertoe om inzake het bestaan van deze Overeenkomst en de inhoud ervan in principe slechts te communiceren na wederzijds overleg en akkoord inzake de inhoud van de communicatie, behoudens indien een wettelijke verplichting een Partij hiertoe verplicht.

De Gemeente zal instaan voor de communicatie inzake voormelde Werken naar de bevolking toe, met inbegrip van bedrijven die impact kunnen ondervinden van de betrokken Werken.

Op werfinfoborden zal de Gemeente het logo van Lantis vermelden als financierende partner.

 

ARTIKEL7- NIETIGHEID

Indien een bepaling van deze overeenkomst in enige mate als nietig, vernietigbaar, onwettig of anderszins niet-bindend moet worden beschouwd, zal deze bepaling, voor zover nodig, uit de overeenkomst worden verwijderd en in onderling overleg tussen de Partijen en op grond van wederzijdse toestemming worden vervangen door een bepaling die wel bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de betrokken bepaling zoveel als mogelijk benadert. De overige bepalingen van deze overeenkomst blijven onverminderd van kracht, behoudens indien ingevolge de wijziging van de eerste bepaling zich ook een wijziging van gerelateerde bepalingen opdringt.

ARTIKEL 8 - GESCHILLEN

De Overeenkomst wordt beheerst door het Belgische recht.

Bij geschillen voortvloeiende uit de Overeenkomst zetten de Partijen ten volle in op een onderhandelde oplossing.

Bij gebreke van een minnelijke regeling binnen een redelijke termijn zijn de rechtbanken van het arrondissement Antwerpen bevoegd.

 

ARTIKEL 9 - VERTROUWELIJKHEID

Partijen verbinden er zich toe om bij de uitvoering van deze overeenkomst steeds de passende discretie aan de dag te leggen en de vertrouwelijkheid van de gunningsprocedures en al wat de uitvoering van de overeenkomsten met de Opdrachtnemer(s) aanbelangt, strikt na te leven en te doen naleven.

 


ARTIKEL 10 – AANVANG EN DUUR VAN DE OVEREENKOMST

Deze overeenkomst gaat in vanaf ondertekening door alle partijen en wordt afgesloten voor onbepaalde duur. Deze Overeenkomst kan op ieder moment worden beëindigd middels een onderling, schriftelijk akkoord tussen de Partijen.

Elke Partij kan aanpassingen of aanvullingen aan de huidige Overeenkomst vragen. Eventuele wijzigingen aan de Overeenkomst treden pas in werking na goedkeuring en ondertekening door de Partijen.

 

Opgemaakt te Antwerpen op 05.12.2022. Aangezien deze overeenkomst digitaal wordt ondertekend, wordt in overeenstemming met artikel 8.20 NBW slechts één (digitaal) exemplaar van deze overeenkomst opgemaakt.

Voor LANTIS

 

 

 

 

 

Luc Hellemans

Algemeen directeur

 

 

 

 

 

 

 

Bart Van Camp

Directeur omgeving

Voor de Gemeente, 

Namens de gemeenteraad

 

 

 

 

Betty Van Cauteren

algemeen directeur

 

 

 

 

 

 

Philip Lemal

Voorzitter van de Gemeenteraad

 

Bijlagen:

  1. ontwerpplan met aanduiding van de projectzone: SWOLantis–Schelle_projectzoneLantis.pdf

 

Publicatiedatum: 15/12/2022
Overzicht punten

Aanpassing subsidiereglement klimaatmaatregelen. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22.12.2017, meer bepaald de artikels 40 en 41, met de bevoegdheden van de gemeenteraad;

Gelet op de Wet van 14.11.1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen, inzonderheid op de artikelen 3 en 7, eerste lid, 1° en artikel 9, eerste lid;

Gelet op het Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP) dat de Belgische energie- en klimaatdoelstellingen vastlegt voor de periode 2021-2030;

Gelet op het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030, zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 9.12.2019;

Gelet op de beslissing van de Vlaamse Regering van 5.11.2021 om extra maatregelen te nemen bovenop het reeds bestaande Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030 om de klimaatverandering tegen te gaan;

Gelet op het Lokaal Energie- en Klimaatpact dat de Vlaamse overheid afgesloten heeft met de lokale besturen om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken;

Overwegende dat het stimuleren van adaptieve klimaatmaatregelen een belangrijke strategie is om de inwoners en onze leefomgeving te wapenen tegen mogelijke klimaatwijzigingen;

Overwegende dat de gemeente deelneemt aan de intergemeentelijke samenwerking van het EnergieK huis, waarin aandacht wordt besteed aan energie en klimaat in de ruime zin van het woord;

Gelet op de besprekingen tijdens het adviescomité van het EnergieK huis;

Gelet op de ontwerpteksten zoals voorbereid door het EnergieK huis;

Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen;

 

Beslist:

Met 16 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Nicole Haerenout, Chantal Jacobs, Philip Lemal, Marjan Nauwelaert, Elke Bogaerts, Danny Schoonderwoert en Gilbert Van de Vreken), 2 onthoudingen (Leo Haucourt en Myriam Baeyens)

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt het subsidiereglement voor adaptieve klimaatmaatregelen goed als volgt:

"

Inhoud

Deel 1 - Algemene voorwaarden

Deel 2 – Premies voor adaptieve klimaatmaatregelen

  1. Het plaatsen van een regenwaterton
  2. Het aanleggen van een geveltuin
  3. Het aanleggen van een groendak
  4. Het planten van inheemse of streekeigen hoogstammige bomen

 

Deel 1 - Algemene voorwaarden

Artikel 1. inleiding

§ 1.1 De gemeente wil via allerhande maatregelende klimaatrobuustheid van de gemeente en de levenskwaliteit van haar bewoners en bezoekers vergroten. Door het betoelagen van maatregelen op perceelsniveau, worden hittestress, wateroverlast en verdroging tegengegaan en de biodiversiteit verhoogd.

§ 1.2 Dit premiereglement bevat een overzicht van verschillende adaptieve klimaatmaatregelen die onder specifieke voorwaarden in aanmerking komen voor een gemeentelijke premie.

Artikel 2. Definities

     Klimaatadaptatie: aanpassing van natuurlijke en menselijke systemen aan de huidige en de te verwachten gevolgen van klimaatverandering.

     Klimaatrobuuste ingrepen: ingrepen die ruimte creëren voor klimaatadaptatie: hemelwaterbeheer, hittebestrijding en biodiversiteit zoals onder andere het vervangen van verhard oppervlak door beplanting, de aanleg van een groendak, een geveltuin.

     Vergroenen: aanbrengen van beplanting waar men onthardt, op dakverhardingen of aan gevels. 

     Beplanting: gewas waarmee de grond of groeisubstraat is begroeid, waaronder bomen, heesters, klimplanten, dwergstruiken, een- en tweejarigen, vaste planten (zoals varens, kruiden, grassen) en bloembollen. 

     Soortenrijke beplanting: gevarieerde beplanting van verschillende plantensoorten met extra aandacht aan beplanting die voedsel (nectar, stuifmeel, vruchten), nest- of schuilplaatsen biedt aan dieren. 

     Streekeigen planten of bomen: planten of bomen die een lange traditie van kweken en kruisen kennen in onze regionen of die een cultuurvariëteit zijn van een inheemse soort (bv. langer bloeiende vorm) maar niet invasief (zie www.ecopedia.be/pagina/uitheemse-invasieve-planten voor de lijst van Natuur en Bos).

     Inheemse beplanting: een beplanting die inheems is in Vlaanderen en waarvan Vlaanderen dus in het natuurlijk verspreidingsgebied ligt.

Artikel 3. Algemene toekenningsvoorwaarden premie

§ 3.1 De premie wordt toegekend aan de aanvrager. Deze persoon dient gerechtigd te zijn tot het (laten) uitvoeren van de maatregelen waarvoor de aanvraag wordt ingediend. Als gerechtigd worden beschouwd:

     De eigenaar van het gebouw, de (vrijstaande) muur, constructie …

     De gebruiker, huurder of houder van een zakelijk recht van het gebouw of (vrijstaande) muur of constructie, mits akkoord van de eigenaar

     Een vereniging van mede-eigenaars zoals bepaald in het burgerlijk wetboek

     Een (gemeentelijke) vereniging met zetel en activiteiten op het grondgebied van de gemeente.

§ 3.2 De premie wordt enkel toegekend voor een woning, gebouw, muur, constructie… gelegen op het grondgebied van de gemeente.

§ 3.3 Voor de subsidiëring komen enkel particulieren in aanmerking. De BTW mag niet worden ingebracht voor de aftrek (voor BTW-plichtigen ).

§ 3.4 De premie kan alleen toegekend worden voor vergunde gebouwen of constructies. Er kan geen premie toegekend worden aan maatregelen of ingrepen die uitvoering geven aan de geldende of opgelegde bouwvoorschriften of andere wettelijke bepalingen.

§ 3.5 Per maatregel kan er slechts éénmaal een premie uitgekeerd worden per woning, gebouw, muur, constructie….

§ 3.6 De gemeente is in geen enkel opzicht verantwoordelijk voor de uitgevoerde werken, noch voor de eventuele schade of ongevallen die hieruit kunnen voortvloeien.

§ 3.7 Een afgevaardigde of aangestelde van de gemeente is te allen tijde gemachtigd om controles uit te voeren. In geval van het niet – conform zijn met het premiereglement of andere van toepassing zijnde reglementen of in geval van fraude, wordt het volledige premiebedrag teruggevorderd.

§ 3.8 De gemeente is in geen enkel opzicht verantwoordelijk voor de werken en hun uitvoering, noch voor de eventuele schade die eruit kan voortvloeien.

§ 3.9 Indien de aanvrager geen eigenaar is van het gebouw waarvoor de premie wordt aangevraagd, verklaart de eigenaar, via mede-ondertekening van de aanvraag, zijn akkoord.

Artikel 4. Procedure – aanvragen van de premie

§ 4.1 Een aanvraagformulier voor het verkrijgen van een premie kan enkel na uitvoering van de werken ingediend worden en dit ten laatste een jaar na de factuurdatum;

§ 4.2 De betrokken gemeentelijke dienst beoordeelt de aanvraag op basis van de binnengebrachte bewijsstukken en adviseert het college van burgemeester en schepenen. Indien nodig worden bijkomende (bewijs)stukken opgevraagd.

§ 4.3 Het college van de burgemeester en schepenen beslist over het al dan niet toekennen van de premie.

§ 4.4 Bij weigering van de premie kan de aanvrager aanpassingen uitvoeren, om toch aan de voorwaarden te voldoen en binnen 6 maanden na de weigering éénmalig een nieuwe aanvraag indienen per maatregel.

§ 4.5 De gemeente betaalt de premie uit op het bankrekeningnummer dat de aanvrager heeft meegedeeld. 

Artikel 5. Bedrag

§ 5.1 Binnen de perken van de jaarlijks in het budget voorziene en goedgekeurde kredieten, kan het college van burgemeester en schepenen een premie voor klimaatmaatregelen toekennen. Een aanvraag die omwille van uitputting van de kredieten niet meer in het lopende jaar kan worden betoelaagd, wordt automatisch overgedragen naar het volgende begrotingsjaar, (in chronologische volgorde), waarbij de door de aanvrager verstrekte gegevens gehanteerd blijven.

§ 5.2 De btw komt enkel voor betoelaging in aanmerking in de mate dat deze voor de indiener niet aftrekbaar is.

Artikel 6. Sancties

§ 6.1 In de volgende gevallen kan de gemeente beslissen om de reeds betaalde premie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen of de toegekende premie geheel of gedeeltelijk niet uit te betalen:

     indien de gehele premie of een deel van de premie niet gebruikt wordt voor het doel waarvoor ze is toegekend en/of waarvan het gebruik niet verantwoord wordt;

     als de gevraagde verantwoordingsstukken niet, niet tijdig, of niet volledig worden ingediend;

     indien één of meerdere voorwaarden van de betrokken reglementen niet worden nageleefd;

     als de aanvrager zich verzet tegen een controle ter plaatse of deze bemoeilijkt;

     in geval van fraude of valse verklaringen. In dit laatste geval kan de gemeente bijkomend beslissen om voor een periode van 3 jaar en in toepassing van dit reglement geen premies meer toe te staan aan de betrokken aanvrager.

Artikel 7. Inwerkingtreding 

Dit reglement gaat in vanaf 01/01/2023 en vervangt alle voorgaande reglementen met hetzelfde onderwerp.

 

Deel 2 – Premies voor adaptieve klimaatmaatregelen

  1. Het plaatsen van een regenwaterton

Artikel 1. Definities

Een regenwaterton is een ton die regenwater opvangt afkomstig van een regenpijp en bovengronds geïnstalleerd is.

Artikel 2. Bedrag

De premie bedraagt maximaal 50% van de reële kostprijs zoals blijkt uit het betalingsbewijs of de factuur en met een maximum van € 30,00.

Artikel 3. Specifieke voorwaarden

§ 3.1 Om voor de premie in aanmerking te komen moet de regenwaterton voldoen aan volgende eisen:

     aangesloten worden op een regenpijp afkomstig van een dakoppervlakte,

     minimum een inhoud van 200 liter hebben,

     voorzien zijn van een aftapkraantje,

     De regenwaterton dient zodanig geplaatst en toegepast te worden dat het vrij blijft van algengroei (lichtafscherming, beluchten, gebruik van waterplanten).

§ 3.2 Er is geen asbest aanwezig in het dakoppervlak waaraan de regenwaterton gekoppeld is.

§ 3.3 De aanvrager verbindt zich ertoe om minimum 5 jaar lang de regenwaterton in goede staat te behouden en te gebruiken.

Artikel 4. Aanvraag

Het aanvraagformulier moet minstens volgende documenten bevatten om ontvankelijk te zijn:

     factuur of betalingsbewijs van de aankoop van de regenwaterton met vermelding van de inhoudsmaat

     foto’s van de geïnstalleerde regenwaterton waarop de aansluiting op de regenpijp en de aanwezigheid van een aftapkraantje duidelijk zichtbaar zijn. 

 

  1. Het aanleggen van een geveltuin

Artikel 1. Definities

     Geveltuin: een beplant gedeelte tegen de gevel van een gebouw, vrijstaande muur,…) inclusief afboording, en rechtstreeks aansluitend aan het voetpad. Mogelijke vormen zijn klimplanten direct op de gevel of geleid langs een raster, klimhulp of groeirek, leibomen en andere planten aangeplant in een strook aansluitend aan de gevel. Ook plantenbakken die tegen de gevel geplaatst worden vallen hieronder.

     Vrije doorgang: ruimte waarbinnen de voetganger zich kan voortbewegen zonder dat een vaste hindernis (een paal, verkeersbord, parkeerzone, enzovoort) zijn voortgang belemmert. De afstand van deze doorgang wordt in dit reglement gemeten grenzend aan de rand van het straatgeveltuintje en gemeten loodrecht op de perceelsgrens.

Artikel 2. Bedrag

De premie bedraagt € 20,00 per plant, met een maximum van € 80,00.

Artikel 3. Specifieke voorwaarden

§ 3.1 Om voor de premie in aanmerking te komen moet de geveltuin voldoen aan de daarvoor geldende regelgeving van de gemeente.

§ 3.2 Mislukte aanplantingen of werken dienen hersteld te worden of opnieuw aangeplant te worden. De geveltuin dient minimum 5 jaar in goede staat in stand gehouden worden.

Artikel 4. Aanvraag

Het aanvraagformulier moet minstens volgende documenten bevatten om ontvankelijk te zijn:

     Foto’s voor en na het plaatsen van de geveltuin

     Afmetingen van de geveltuin (diepte, lengte)

     Lijst van gebruikte planten met beschrijving van de soort

     Facturen of betalingsbewijzen van planten, klimhulpen en/of installatie indien van toepassing

 

  1. Het aanleggen van een groendak

Artikel. 1. Definities

     Groendak: daksystemen waarbij minstens een wortelkerende laag, een drainagelaag, een substraatlaag en een vegetatielaag aanwezig zijn over de volledig aangelegde groendakoppervlakte.

     Sedumdak: een groendak met met lage begroeiing van vetplanten, droogteminnende kruiden, grassen en vaste planten. De minimale substraatdikte van een sedumdak is 60 mm.

     Natuurdak: een groendak met een soortenrijke beplanting die varieert in hoogte zoals bomen, struiken, kruiden, grassen en vaste planten, bij voorkeur inheems. De minimale substraatdikte van een natuurdak is 80 mm.

     FLL-gekeurd substraat: een substraat dat voldoet aan de richtlijnen “Dachbegrünung”, vastgesteld door Forschungsgesellschaft Landschaftsentwicklung Landschaftsbau (FLL) en hier een keuringslabel voor draagt.

Artikel. 2.Bedrag

§  2.1 De gemeente voorziet een premie van € 15,00 per m² voor sedumdaken, met een maximum van € 300,00.

§  2.2 De gemeente voorziet een premie van € 30,00 per m² voor natuurdaken, met een maximum van € 400,00.

§  2.3 Indien de reële kosten van het groendak lager zijn dan het bedrag van de premie dan wordt maximaal de reële kost vergoed.

§  2.4 Er kan per woning of per wooneenheid die direct onder het dak gelegen is als het om een appartementsgebouw gaat voor maximum 65 m² een premie verkregen worden.

Artikel. 3. Specifieke voorwaarden

§ 3.1 De minimale oppervlakte van het groendak is 10 m².

§ 3.2 Indien het boven een verwarmde ruimte ligt moet het dak geïsoleerd zijn: de warmteweerstandscoëfficiënt R-waarden van het isolatiemateriaal op het dak bedraagt minimum 4,5 m²K/W.

§ 3.3 Het groendak heeft minstens een wortelkerende laag, een drainagelaag, een substraatlaag en een vegetatielaag over de volledig aangelegde oppervlakte. Ook het gebruik van groendaktegels met deze verschillende lagen is toegelaten. Indien de dakafdichting is voorzien van een recente wortelvaste dakbedekkking uit EPDM-rubber bent u niet verplicht de wortelkerende laag te voorzien.

§ 3.4 De substraatlaag van een sedumdak is minstens 60 mm dik en heeft een waterbergend vermogen van minstens 25l/m².

§ 3.5 De substraatlaag van een natuurdak is minstens 80 mm dik en heeft een waterbergend vermogen van minstens 35l/m².

§ 3.6 De substraatlaag van het groendak is FLL gekeurd en bestaat uit niet-chemisch materiaal.

§ 3.7 Bij een natuurdak mogen geen uitheemse invasieve exoten aangebracht worden.

§ 3.8 De premie geldt enkel voor de aanleg van een sedumdak of een natuurdak, niet voor terrassen en paden.

§ 3.9 Het groendak dient minimum 10 jaar te bestaan en in goede staat te worden gehouden. Mislukte aanplantingen of werken dienen hersteld te worden.

§ 3.10 Om voor de premie in aanmerking te komen moet het groendak voldoen aan de daarvoor geldende regelgeving van de gemeente. Politiereglement en bijhorende artikels

Artikel. 4. Aanvraag

§  4.1 Het aanvraagformulier moet minstens volgende documenten bevatten om ontvankelijk te zijn:

     facturen of betalingswijzen van de aankoop en /of aanleg van het groendak

     plan met aanduiding groendak op het dak + vermelding van de afmetingen

     productinformatie van het groendak waaronder een beschrijving van de verschillende elementen die tot de installatie of voorziening behoren

     foto's van het groendak waaruit de verschillende lagen van een groendak blijken

     bewijs dakisolatie (Rd-waarde minstens 4,5 m²K/W) of een verklaring op eer indien het over een verwarmde ruimte gaat

§  4.2 Extra documenten bij een natuurdak:

     beplantingsplan met een plantenlijst van de aangebrachte planten

     verklaring van een bouwkundig gekwalificeerd persoon (architect, ingenieur, …) dat de constructie voldoende draagkracht heeft om het natuurdak te dragen

 

  1. Het aanplanten van inheemse of streekeigen hoogstammige bomen

Artikel 1: Definities

Hoogstambomen: een hoogstamboom heeft een takvrije stam van minstens 2,5 meter hoog.

Artikel 2: Bedrag

De gemeente voorziet een eenmalige premie van € 10,00 per boom voor de aanplanting van hoogstambomen met een maximum van €80,00 per woning, per school of vereniging.

Artikel 3: Specifieke voorwaarden

§  3.1 Beplantingen of herbeplantingen die deel uitmaken van de voorwaarden begrepen in een kap-, milieu en/of stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning komen niet in aanmerking voor een premie voor aanplanting.

§  3.2 De boom wordt op die wijze geplant dat hij voldoende ruimte heeft om te groeien en beschermd is tegen eventuele beschadiging door dieren of andere externe factoren zoals o.m. vorst. De boom wordt minstens voorzien van een steunpaal en boomband.

§  3.3 De boom is van een inheemse of streekeigen soort en wordt vermeld in de plantwijzer van provincie Antwerpen https://www.provincieantwerpen.be/aanbod/dlm/biodiversiteit/tips-voor-je-tuin0/plant-wijzer.html of in de  lijst in bijlage 1.

§  3.4 De boom is een bewortelde hoogstamboom en heeft bij aanplant een takvrije stam van minstens 2,5 meter hoog.

§  3.5 De aanplanting gebeurt binnen twee weken na aankoop van de boom.

§  3.6 Bij aanplanting op de scheiding van 2 percelen is de schriftelijke toestemming nodig van beide eigenaars.

§  3.7 De aanplanting dient minimaal gedurende 10 jaar behouden te worden. Gedurende deze periode mogen enkel normale onderhouds- en behoudswerken worden uitgevoerd. Het verplaatsen, vellen, rooien of definitief verwijderen van het gesubsidieerde plantsoen is niet toegestaan.

§  3.8 Met vellen of rooien van hoogstammige bomen wordt gelijkgesteld: schade of verminking toebrengen door ondermeer ringen, ontschorsen, verschroeien, gebruiken van scheikundige middelen, inkervingen en benagelen, dierenvraat (op een perceel waar dieren lopen, moeten de boomstammen afdoende beschermd zijn tegen dierenvraat).

Artikel 4: Aanvraag

Het aanvraagformulier moet minstens volgende documenten bevatten om ontvankelijk te zijn:

       Factuur of betalingsbewijs met de naam van de aangeplante boomsoorten, vermelding van het type boom en de lengte van de boom bij aankoop.

 

  1. Ontharden en vergroenen van (voor-)tuinen

Artikel 1 Definities

• Voortuin: private strook tussen de rooilijn en de voorgevel van de woning of zoals bepaald in de van toepassing zijnde verkavelingsvergunning.

• Oprit: het gedeelte van een privaat woonperceel bedoeld voor het parkeren of stallen van een voertuig, of voor het bereiken van de bij het huis behorende autobergplaats (garage, carport,…).

• Verharding:

• Gesloten verharding: een oppervlakte bestaand uit niet-waterdoorlatende materialen zoals nietwaterdoorlatende betonstraatstenen, tegels, asfalt, (gepolierd) beton, gefundeerd kunstgras, gebonden steenslagen,…

• Open verharding: een oppervlakte bestaand uit waterdoorlatende materialen zoals kiezel, keien,

grastegels, waterdoorlatende betonstraatstenen,…

• Beplanting: wintervaste planten, hagen, struiken, bomen.

Artikel 2 Subsidiebedrag

• Binnen de kredieten van het uitvoerbare budget wordt een subsidie verleend voor het ontharden en vergroenen van particuliere voortuinen en opritten.

• Gazon ter vervanging van een verharding: € 5,00/m².

• Beplanting ter vervanging van een verharding: € 15,00/m².

• De subsidie bedraagt maximum € 300,00.

Artikel 3 Algemene voorwaarden

• De subsidie kan enkel aangevraagd worden door particulieren en voor particuliere woningen.

• Per adres kan slechts één aanvraag ingediend worden.

• De opgebroken (open) verharding wordt vervangen door gazon, wintervaste planten, hagen, struiken en/of bomen. De aanplant van éénjarige beplantingen komt niet in aanmerking voor subsidie.

• De aanvrager dient de nieuwe aanplant minimaal gedurende 10 jaar in stand te houden. Afgestorven planten dienen vervangen te worden.

• Er wordt minimum 5 m² (open) verharding opgebroken.

• De opgebroken verharding mag niet gecompenseerd worden elders op het perceel. Binnen een periode van 10 jaar mag ook geen bijkomende verharding aangelegd worden op het perceel. Indien dit toch wordt vastgesteld dan dient de subsidie terugbetaald te worden, in verhouding tot het aantal m² bijkomende verharding die gerealiseerd werd.

• Het verwijderen van anti-worteldoek, boomschors, e.d. materialen komt niet in aanmerking voor subsidie.

Artikel 4 Aanvraagprocedure

§1. De aanvraag voor een premie wordt gedaan door het invullen van een aanvraagformulier

Het aanvraagdossier bevat volgende stukken

1. een volledig en correct ingevuld aanvraagformulier via de website

2. bewijsstukken:

a. een schematische voorstelling van de voortuin met opgave van de afmetingen zodat

de oppervlakte kan geverifieerd worden

b. foto’s van voor en na de werken."

 

Publicatiedatum: 15/12/2022
Overzicht punten

Afsprakennota tussen het college van burgemeester en schepenen en het managementteam: Goedkeuring. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gezien het Decreet Lokaal Bestuur (artikel 171§2) bepaalt dat de algemeen directeur een afsprakennota afsluit met het college van burgemeester en schepenen.

De algemeen directeur doet dit mede namens het managementteam;

Gezien deze afsprakennota minstens dient te omvatten

        de wijze van samenwerken tussen mandatarissen en het ambtelijk management om de beleidsdoelstellingen te realiseren

        de omgangsvormen tussen bestuur en administratie

        de wijze waarop de algemeen directeur gedelegeerde bevoegdheden uitoefent;

Gezien deze nota is opgelegd door de decreetgever, maar enkel werkbaar is indien deze gedragen wordt door haar ondertekenaars;

Gezien het voor zich spreekt dat iedere zichzelf respecterende organisatie in dit verband enkel gebaat kan zijn met goed uitgetekende verhoudingen (taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden) en omgangsvormen;

Gezien het uitgangspunt dan ook is dat mandatarissen en medewerkers moeten blijven streven naar een vertrouwensrelatie tussen de twee niveaus en naar (samen)werken met respect voor elkaars taakomschrijving;

 

Beslist:

Met 18 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Leo Haucourt, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Nicole Haerenout, Myriam Baeyens, Chantal Jacobs, Philip Lemal, Marjan Nauwelaert, Elke Bogaerts, Danny Schoonderwoert en Gilbert Van de Vreken)

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt volgende afsprakennota tussen het college van burgemeester en schepenen en het managementteam goed:

 

AFSPRAKEN OVER DE WIJZE VAN SAMENWERKEN

 

1. Algemene uitgangspunten

 

Het Decreet Lokaal Bestuur omschrijft de missie van de gemeente als volgt:

        dat de gemeente beoogt bij te dragen tot het welzijn van de burgers en tot de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk beleid (art. 2 DLB)

        dat de gemeente een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige uitoefening van de gemeentelijke bevoegdheden verzekert (art. 2 DLB)

        en dat ze de inwoners zo veel mogelijk betrekt bij het beleid en zorgt voor openbaarheid van bestuur (art. 2 DLB).

 

Om deze missie te doen slagen zullen het college van burgemeester en schepenen en de leden van het managementteam met elkaar als volwaardige partners, ieder met zijn specifieke decretale taak, samenwerken.

 

Beide partners zullen in hun samenwerking respect opbrengen:

        voor de prerogatieven van de gemeenteraad;

        voor de beslissingsbevoegdheid van de verkozen mandatarissen;

        voor de beleidsvoorbereidende en uitvoerende opdracht van alle medewerkers.

 

Het college van burgemeester en schepenen en alle medewerkers werken samen aan een hoogwaardig kwalitatief beleid en een open en behoorlijk bestuur ten bate van de bevolking.

Bij alle beleidsinitiatieven vormen volgende beginselen de leidraad:

        realistische planning;

        efficiënte en resultaatgerichte uitvoering;

        hoge kwaliteitsstandaarden voor de dienstverlening;

        administratieve vereenvoudiging;

        efficiënt personeelsmanagement;

        gezond financieel beleid.

 

2. Deontologie

 

De deontologische code van zowel mandatarissen als medewerkers wordt geregeld in een afzonderlijk document, goedgekeurd door de gemeenteraad, zoals het Decreet Lokaal Bestuur dit voorschrijft. Deontologie loopt als een rode draad doorheen de dagelijkse werking en moet samen gelezen worden met wat hier voorligt: de afspraken rond omgangsvormen tussen bestuur en administratie.

Afspraken omtrent omgangsvormen gaan verder dan deontologie want deze hebben betrekking op de dagelijkse samenwerking tussen mandatarissen en medewerkers en kunnen uitkomst bieden als er zich een spanningsveld manifesteert.

 

  1. In alle aangelegenheden van gemeentelijk belang ontvouwt zich een open en eerlijke communicatie vanuit beide zijden. Dossiers bevatten dus steeds alle documenten en gegevens opdat ieder zich een goed beeld kan vormen: beleidsstandpunten of relevante gegevens worden te gepasten tijde aan elkaar gecommuniceerd.
  2. Medewerkers denken mee, zowel over de eigen organisatie als over beleidsbepalende dossiers.
  3. Medewerkers aanvaarden het doorslaggevend beslissingsrecht van de mandatarissen.
  4. Het college vermijdt beslissingen te nemen zonder enige voorafgaandelijke toetsing door de diensten.
  5. Indien een beleidsbeslissing afwijkt van het ingediende voorstel motiveert het college de afwijkende beslissing. Dit wordt door de algemeen directeur of burgemeester/bevoegde schepen gecommuniceerd naar de dienst.
  6. Indien een beleidsbeslissing om de één of andere reden niet overeenkomstig de afspraken kan worden uitgevoerd, deelt men dit onverwijld mee aan het college met mededeling van de reden of de omstandigheden.
  7. Collegiaal genomen beslissingen of standpunten worden zo vertaald naar buitenuit.
  8. Behalve de wettelijk toegekende individuele bevoegdheden erkent men de diensten geen opdrachten te kunnen geven dan middels een collegiaal genomen beslissing. Alle opdrachten moeten gebeuren met medeweten van de algemeen directeur.
  9. Men aanvaardt, naast externe controle, interne controle als een noodzaak voor de goede werking van het bestuur.
  10. Mandatarissen en medewerkers laten in hun handelen steeds het algemeen belang boven het particulier belang primeren.
  11. Het is hun gezamenlijk doel een kwaliteitsvolle en klantgerichte organisatie te ontplooien wars van persoonlijk en individueel favoritisme.
  12. In de samenwerking tussen medewerkers en mandatarissen worden de wettelijke principes en de lokale organisatieregels gerespecteerd.
  13. Mandatarissen verwijzen de burgers met individuele dossiers door naar de bevoegde gemeentelijke diensten. De diensten behandelen alle informatie en dienstverleningsaanvragen op dezelfde objectieve wijze zonder een onderscheid te maken via welke weg de vraag ook binnenkomt in de organisatie.
  14. Mandatarissen onthouden zich van elke bemiddeling in de normale dienstverlening. Zij onthouden zich om bij de burger de indruk te wekken dat slechts door hun tussenkomst deze dienstverlening kon worden verkregen.
  15. Wanneer deze regels van goede omgangsvormen overtreden worden, start hierover zo snel mogelijk een communicatie zodat de optimale samenwerking tussen bestuur en administratie gegarandeerd blijft.

 

3. Beleidsvoering

 

3.1. Uitgangspunten

 

Het college van burgemeester en schepenen is de motor van het proces van beleidsvoering in de gemeente. Deze motorfunctie veronderstelt dat men de positie van de gemeenteraad respecteert en goede afspraken maakt met de medewerkers over de principes van beleidsvoorbereiding, beleidsbepaling, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie.

 

3.2. Basisprincipes

 

        Beleidsvoorbereiding: het beleid wordt voorbereid door de diensten en dit in samenspraak met de burgemeester/bevoegde schepen. De algemeen directeur staat in voor de coördinatie en de communicatie tussen de medewerkers en de beleidsorganen. Bij de voorbereiding van het beleid zijn de bevoegde diensten verantwoordelijk voor het aanbrengen van ideeën, het aanreiken van diverse mogelijkheden en alternatieven en het toetsen van de haalbaarheid op financieel en organisatorisch vlak.

        Beleidsbepaling: de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen en de burgemeester bepalen elk overeenkomstig hun wettelijke bevoegdheden het gemeentelijk beleid. De beslissingen worden door hen genomen.

        Beleidsuitvoering: de diensten zijn verantwoordelijk voor een loyale, tijdige en correcte uitvoering van het beleid. Anderzijds verbinden de mandatarissen zich ook tot een duidelijk, tijdige en volledige formulering van de vraag/opdracht.

        Beleidsevaluatie: jaarlijks zal een evaluatie gemaakt worden van de strategische nota en de daaruit voortvloeiende meerjarenplanning.

 

Medewerkers en mandatarissen onderschrijven samen het principe van de beleidscyclus. Concreet betekent dit dat in het kader van een strategische planning vooreerst de doelstellingen worden bepaald. Vervolgens worden de doelstellingen vertaald in operationele doelstellingen en actieplannen. Tot slot worden deze actieplannen opgevolgd en aan de hand van een evaluatie bijgestuurd in functie van de behaalde resultaten. Desgevallend worden de doelstellingen bijgesteld en de actieplannen aangepast.

 

3.3. Concrete afspraken

 

        Bij het begin van de legislatuur maken de beleidsverantwoordelijken een bestuursakkoord voor de volledige legislatuur op en wordt een strategisch meerjarenplan op basis van dat akkoord uitgewerkt. Dit meerjarenplan komt tot stand in nauwe samenwerking met het managementteam en de diensten. Het omvat de strategische en operationele doelstellingen en de actieplannen.

        De leden van het managementteam zorgen ervoor dat de inhoud van de strategische nota en het meerjarenplan, het jaarplan en de tussentijdse aanpassingen voldoende bekend zijn bij de medewerkers.

        De diensten zorgen voor de nodige objectieve (cijfer)gegevens en alternatieven om de voorgestelde beleidsoptie(s) te ondersteunen. Meer gegevens resulteren immers in een effectiever beleid.

        De algemeen directeur zorgt voor de doorstroming van de beleidsvoorstellen van de diensten naar het college en de doorstroming van de beleidskeuzes naar de diensten.

        Indien een beleidsbeslissing niet overeenkomstig de afspraken kan worden uitgevoerd, delen de diensthoofden dit onverwijld mee aan het college met mededeling van de reden of omstandigheden.

        Jaarlijks evalueert het managementteam de in de strategische nota en het meerjarenplan opgenomen doelstellingen. Deze evaluatie wordt besproken met het college. Op basis van de evaluatie wordt het meerjarenplan aangepast.

        De krediet- en wetmatigheidscontrole op de beslissingen met een financiële impact behoort tot het takenpakket van de financieel directeur. De financieel directeur onderzoekt de dossiers op hun conformiteit met de wettelijkheid.

 

4. Organisatie en werking.

 

4.1. Overleg en communicatie

 

Overleg en communicatie is onontbeerlijk in de organisatie.

 

Een structureel en gestructureerd overleg verzekert goede communicatie binnen de organisatie tussen mandatarissen en medewerkers.
In dat opzicht dient hier minstens melding gemaakt van volgende overlegmomenten:

 

A. OVERLEG EN COMMUNICATIE OP NIVEAU VAN DIENSTEN

 

        Indien de noodzaak zich voordoet zal er een bespreking zijn met de individuele diensten. 

        In het kader van de organisatiebeheersing zal een stuurgroep, bestaande uit de diensthoofden van elke dienst, minstens 1x/kwartaal samenkomen. Tijdens deze vergadering kunnen interne aangelegenheden van de diensten eveneens worden besproken.

        Na de vergaderingen wordt van de diensthoofden verwacht dat men de collega’s van de eigen dienst verder informeert.

 

B. OVERLEG EN COMMUNICATIE OP NIVEAU VAN HET MANAGEMENTTEAM

 

Het overleg binnen het managementteam:

        zorgt voor het voorbereidend werk inzake algemene organisatorische regelingen en algemene managementaanpak. Het managementteam fungeert dan als eerste klankbord voor de algemeen directeur en als overlegpartner van het beleid in strategische en/of algemeen organisatorische aangelegenheden.

        is een schakel tussen enerzijds de beleidsorganen en de organisatie én anderzijds de diverse gemeentelijke actoren onderling waarbij de focus ligt op samenwerken en inspireren.

        zorgt voor de uitwerking van de decretaal voorziene opdrachten (o.m. zie art 181DLB).

 

C. OVERLEG EN COMMUNICATIE TUSSEN COLLEGE EN MANAGEMENTTEAM

 

Wanneer noodzakelijk wordt een overleg tussen het college van burgemeester en schepenen en het managementteam voorzien.

 

Samenstelling van het MANAGEMENTTEAM:

        Burgemeester (met raadgevende stem)

        Algemeen directeur

        Financieel directeur

        Diensthoofd burgergerichte diensten

        Diensthoofd personeel en organisatie

        Deskundigen en/of medewerkers kunnen op ad hoc basis en gerelateerd aan belangrijke projecten/programma’s uitgenodigd worden op het managementteam

        Bijkomend kan een lid van het college van burgemeester en schepenen worden uitgenodigd.

D. PERMANENTE INFORMATIE-UITWISSELING BURGEMEESTER EN/OF BEVOEGDE SCHEPEN EN/OF ALGEMEEN DIRECTEUR MET DE DIENSTEN

 

Een andere vorm van overleg is de permanente informatie-uitwisseling tussen de burgemeester/de bevoegde schepen en het diensthoofd.

Het betrokken diensthoofd overlegt met de algemeen directeur op dondernamiddag of minstens voorafgaandelijk aan de collegezittingen of aan de agendering van agendapunten die tot zijn bevoegdheid behoren, of telkens wanneer het voor het dossier vereist is.

 

4.2. Concrete afspraken

 

College

        De burgemeester en de individuele schepenen werken samen met de leden van het managementteam en de diensthoofden aan de jaarplannen en het voortgangsrapport.

 

Algemeen directeur 

        De algemeen directeur organiseert de medewerking van het managementteam en de gemeentelijke diensten bij de beleidsvoorbereiding, de beleidsbepaling, de beleidsuitvoering en de beleidsevaluatie.

        De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van de gemeentelijke diensten. Hij/zij staat aan het hoofd van het gemeentepersoneel en is bevoegd voor het dagelijkse personeelsbeheer. De algemeen directeur rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen. Het college bepaalt wat onder het begrip “dagelijks personeelsbeheer” (individueel en collectief) wordt verstaan;

        De algemeen directeur zorgt voor het opzetten van de organisatiebeheersing.

 

Financieel directeur

        De financieel directeur is verantwoordelijk voor de financieel-economische sturing en het financieel beheer van de gemeentelijke organisatie, alsook voor het opzetten van interne controleprocedures aangaande de materies waarvoor hij/zij bevoegd is.

 

Gemeentelijke diensten

        De gemeentelijke diensten ondersteunen het managementteam en het college bij de beleidsvoorbereiding.

        De gemeentelijke diensten ondersteunen de gemeenteraad en het college bij het uitwerken van de strategische nota van het meerjarenplan en het meerjarenplan.

        De gemeentelijke diensten formuleren samen met de burgemeester/ bevoegde schepen de beleidsvoorbereiding en het voortgangsrapport.

 

5. Evaluatie en bijsturing

 

Indien noodzakelijk zal deze afsprakennota worden aangepast en ter goedkeuring aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

 

 

Afgesloten te Schelle op

 

Ondertekend door de burgemeester, de leden van het college van burgemeester en schepenen:

 

 

 

de burgemeester   de schepen    de schepen   

 

 

 

de schepen de schepen

 

 

 

 

en door de leden van het managementteam :

 

 

 

de algemeen directeur   de financieel directeur 

 

 

 

het diensthoofd burgergerichte diensten   het diensthoofd P&O

 

 

 

 

de burgemeester

 

Publicatiedatum: 15/12/2022
Overzicht punten

Mondelinge vragen.

 

De mondelinge vragen worden door de bevoegde personen beantwoord. De antwoorden kunnen beluisterd worden via het zittingsverslag (audio) dat na de zitting aan de fractieleiders wordt bezorgd.

 

Publicatiedatum: 15/12/2022