Notulen OCMW-raad van DONDERDAG 26 OKTOBER 2023

 

aanwezig

Philip Lemal, voorzitter

Rob Mennes, burgemeester

Geert Rottiers, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, schepenen

Leo Haucourt, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Koen Vaerten, Chantal Jacobs, Danny Schoonderwoert, Gilbert Van de Vreken, Walter Cuyckens, raadsleden

Betty Van Cauteren, algemeen directeur

verontschuldigd

Rita Jacobs, Myriam Baeyens, Marjan Nauwelaert, Elke Bogaerts, raadsleden

 

Overzicht punten

Ingekomen stukken.

 

Op verzoek van de voorzitter geeft de algemeen directeur lezing van volgende ingekomen stukken: geen.

 

Publicatiedatum: 27/11/2023
Overzicht punten

Aanvulling deontologische code naar aanleiding van oprichting deontologische commissie. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op het decreet van 3 februari 2023 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur wat betreft de oprichting van een deontologische commissie bij de gemeenteraad;

Gelet op de goedgekeurde ‘Deontologische code voor lokale mandatarissen’ op de OCMW-raad van 26 maart 2013;

Overwegende dat de deontologische code een weerspiegeling dient te zijn van de centrale waarden voor het bestuur;

 

Beslist:

Met 15 stemmen voor (Rob Mennes, Geert Rottiers, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Leo Haucourt, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Koen Vaerten, Chantal Jacobs, Danny Schoonderwoert, Gilbert Van de Vreken, Walter Cuyckens en Philip Lemal)

Artikel 1:

De OCMW-raad keurt een aanvulling van de ‘Deontologische code voor lokale mandatarissen’ in Deel X Naleving na artikel 26 goed:

 

Deontologische code voor lokale mandatarissen

Deel X Naleving

Artikel 27

De OCMW-raad richt een deontologische commissie op. Het aantal leden van de deontologische commissie bedraagt 1 per fractie en evenveel als het aantal fracties in de OCMW-raad aangevuld met de voorzitter van de OCMW-raad die toegevoegd wordt als voorzitter van de deontologische commissie. Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissie. De leden ontvangen geen presentiegeld.

 

Elke fractie wijst het mandaat in de deontologische commissie toe met een voordracht van een raadslid gericht aan de algemeen directeur. Indien de algemeen directeur voordrachten ontvangt voor meer dan één fractielid als lid van de commissie, dan beslist de raad. Bij deze voordracht kunnen ook één of meer plaatsvervangers aangeduid worden die in opgesomde volgorde het commissielid vervangen bij afwezigheid of wanneer die betrokken partij is. Een plaatsvervanger is een raadslid voorgedragen door dezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. In dat geval kan ook een raadslid van een andere fractie voorgesteld worden. Een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslissen een ander lid aan te duiden en/of één of meer plaatsvervangers te vervangen of toe te voegen.

Gaat het om een mogelijke schending van de code door de voorzitter van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover de voorzitter vervangen conform art. 7, §5, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur. Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een plaatsvervanger in volgorde van hoe ze door de fractie werden voorgedragen.

 

Artikel 28

De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt de agenda op. De commissie vergadert minstens één keer per jaar en wordt in ieder geval bijeengeroepen wanneer dat nodig is conform art. 34 van deze code. De voorzitter is daarenboven gehouden de commissie bijeen te roepen op aanvraag van minstens een derde van haar leden.

 

De oproepingen vermelden in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en worden ten minste 8 dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping ten minste 3 dagen voor de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft ter beschikking van de leden van de commissie gesteld vanaf de verzending van de agenda.

De bezorging van de oproeping, de agenda en de dossiers gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt in de raad, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangen. De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.

De leden van de commissie werken volgens volgende principes:

- De handhaving is onpartijdig.

- Men is terughoudend met publiciteit.

- Men gaat zorgvuldig om met de vermeende schender.

 

De algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen) is secretaris van de deontologische commissie.

 

Artikel 29

De commissie is bevoegd voor:

- Het formuleren van een gemotiveerd advies aan de OCMW-raad over het vermoeden van een schending van deze code door personen die door deze code gevat worden zoals voorzien in de procedure van art. 33 tot 35 van deze code.

- Het geven van adviezen en aanbevelingen aan de raad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de commissie of minstens één keer per bestuursperiode.

 

Artikel 30

De OCMW-raad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.

Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:

- het voorkomen van mogelijke schendingen;

- het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code;

- het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code;

- het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code.

 

Het voorkomen van mogelijke schendingen

Artikel 31

Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen).

 

Artikel 32

Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen).

 

Het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code (= start formele procedure binnen het lokaal bestuur)

Artikel 33

Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij dit aankaarten bij de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen).

 

Indien na het gesprek met de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen) het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de raad en aan de algemeen directeur die samen een vooronderzoek doen onder mandaat van de deontologische commissie. De algemeen directeur kan een personeelslid aanwijzen om dat in zijn/haar plaats te doen.

 

Het onderzoeken van vermoedens van schendingen

Artikel 34

Wanneer de raadsvoorzitter en de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen) besluiten dat de melding onontvankelijk is dan betekent dit meteen het einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De commissieleden worden hierover wel geïnformeerd.

Is de melding ontvankelijk dan onderzoekt de commissie de melding. De voorzitter van de deontologische commissie roept de commissie bijeen binnen de dertig dagen na de melding. De periode van dertig dagen wordt geschorst van 1 juli tot en met 31 augustus.

 

De commissie onderzoekt de melding en geeft zowel de melder als de vermeende schender de kans zich te laten horen. Ook mogelijke getuigen kunnen gehoord worden. Niemand kan daartoe verplicht worden.

Na het horen van betrokkenen bespreekt de commissie het vermoeden van schending en wordt een gemotiveerd advies overgemaakt aan de raad.

 

Het zich uitspreken over schendingen (= einde formele procedure binnen het lokaal bestuur)

Artikel 35

Enkel de raad kan zich uitspreken of een mandataris een schending heeft begaan. Dat kan op basis van het gemotiveerd advies van de deontologische commissie. Als de raad beslist om af te wijken van het advies dan moet de vermeende schender de kans krijgen om door de raad zelf gehoord te worden vooraleer de raad ten gronde besluit.

Wanneer de raad vaststelt dat deze code geschonden werd door een mandataris dan kan de raad:

- zich uitdrukkelijk distantiëren van het gedrag van een raadslid;

- vragen dat het raadslid zich verontschuldigt;

- beslissen een melding te doen bij het parket of Audit Vlaanderen;

- bij een kennelijk wangedrag of grove nalatigheid van of door een lid van het vast bureau, de voorzitter of een lid van het bijzonder comité of de raadsvoorzitter een dossier overmaken aan de Vlaamse regering zodat die een tuchtonderzoek kan instellen.

 

Artikel 36

Minimaal één keer per bestuursperiode evalueert de raad de deontologische code. De raad vraagt daarvoor eerst advies aan de deontologische commissie. Daarbij wordt o.a. bekeken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt.

 

Artikel 2:

Aan de fractieleiders wordt gevraagd om uiterlijk 13 november 2023 aan de algemeen directeur de naam mee te delen van het raadslid van hun fractie die deel zal uitmaken van de deontologische commissie alsmede de plaatsvervangers.

Artikel 3:

De deontologische commissie zal samengesteld worden in zitting van de volgende OCMW-raad.

Artikel 4:

Dit besluit van de OCMW-raad vervangt het besluit van 26 maart 2013 houdende de vaststelling van de deontologische code voor lokale mandatarissen.

 

Publicatiedatum: 27/11/2023
Overzicht punten

Mondelinge vragen.

 

De mondelinge vragen worden beantwoord door de daartoe bevoegde personen. De antwoorden kunnen beluisterd worden in het zittingsverslag (audio) dat aan de fractieleiders wordt overgemaakt na de zitting.

 

Publicatiedatum: 27/11/2023