Notulen OCMW-raad van DONDERDAG 31 MAART 2022

 

aanwezig

Pieter Smits, voorzitter

Rob Mennes, burgemeester

Vera Goris, Axel Boen, schepenen

Leo Haucourt, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Katrien Herremans, Myriam Baeyens, Chantal Jacobs, Philip Lemal, Marjan Nauwelaert, Elke Bogaerts, Danny Schoonderwoert, raadsleden

Betty Van Cauteren, algemeen directeur

verontschuldigd

Geert Rottiers, schepen

Nicole Haerenout, raadslid

 

Overzicht punten

Organisatiebeheersing: Goedkeuring kader. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op het raadsbesluit d.d. 20.03.2014 houdende "Charter organisatiebeheersing Gemeente Schelle: goedkeuring.";

Gezien de noodzaak om de huidige werkwijze rond organisatiebeheersing aan te passen aan de hedendaagse noden;

 

Beslist:

Met 10 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Leo Haucourt, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Katrien Herremans, Myriam Baeyens en Philip Lemal), 7 onthoudingen (Stan Scholiers, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Chantal Jacobs, Marjan Nauwelaert, Elke Bogaerts en Danny Schoonderwoert)

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het kader organisatiebeheersing Gemeente Schelle goed:

 

1. Het regelgevend kader (Decreet Lokaal Bestuur)

 

Art. 171 § 1: De algemeen directeur staat in voor het organisatiebeheersingssysteem  overeenkomstig artikel 217 tot en met 220.

 

Art. 217: Organisatiebeheersing is het geheel van maatregelen en procedures die

ontworpen zijn om een redelijke zekerheid te verschaffen dat men:

- de vastgelegde doelstellingen bereikt en de risico’s om deze te bereiken kent en

beheerst;

- wetgeving en procedures naleeft;

- over betrouwbare financiële en beheersrapportering beschikt;

- op een effectieve en efficiënte wijze werkt en de beschikbare middelen

economisch inzet;

- de activa beschermt en fraude voorkomt.

 

Art. 218 Het organisatiebeheersingssysteem bepaalt op welke wijze de organisatiebeheersing van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt georganiseerd, met inbegrip van de te nemen controlemaatregelen, procedures en de aanwijzing van de personeelsleden en organen die ervoor verantwoordelijk zijn, en de rapporteringsverplichtingen van de personeelsleden die bij het organisatiebeheersingssysteem betrokken zijn.

Het organisatiebeheersingssysteem beantwoordt minstens aan het principe van

functiescheiding waar mogelijk en is verenigbaar met de continuïteit van de werking

van de gemeentelijke diensten.

 

Art. 219. Het organisatiebeheersingssysteem wordt vastgesteld door de algemeen directeur, na overleg met het managementteam. Het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan het college

van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk

welzijn en het vast bureau over de organisatiebeheersing. Die rapportering

gebeurt jaarlijks uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgende jaar.

 

2. De projectstructuur

 

Het uiteindelijke doel van interne controle en organisatiebeheersing is het beheersen van risico’s in de organisatie om zo te komen tot een kwaliteitsvolle werking van het geheel, en van alle onderdelen.

 

Daarom wordt de organisatiebeheersing aangestuurd op twee sporen. Tegelijk wordt hiermee een breed draagvlak gecreëerd binnen de hele organisatie.

 

Spoor 1

Beheersen van de organisatie als geheel.

Het management (MAT) staat in voor het beheersen van de organisatie-brede risico's.

 

Spoor 2

Beheersen van de specifieke diensten.

Elk diensthoofd staat in voor het beheersen van de (dienst)specifieke risico's verbonden aan de eigen dienst.

 

In Spoor 1 werden de diensten/medewerkers van gemeente, OCMW en AGB geconsulteerd en gegroepeerd in 4 clusters. In elke cluster werd de specifieke werkomgeving getoetst binnen 8 risicotypes. Tegelijk werden (beheers)maatregelen voorgesteld die bijdragen tot het indekken van deze risico’s.

 

De risico’s uit de risico-analyse (Spoor 2) werden gekaderd binnen de thema’s uit de ‘leidraad organisatiebeheersing’ die Audit Vlaanderen creëerde als leidraad voor organisatiebeheersing voor lokale besturen. Met de stuurgroep ‘Organisatiebeheersing’ werden binnen elk thema de organisatiedoelstellingen geëvalueerd. Bij elk thema werden maatregelen en acties geformuleerd die bijdragen tot het realiseren van de organisatiedoelstellingen. In deze aanpak werden de 10 thema’s vertaald naar 6 thema’s (zonder afbreuk te doen aan de inhoud van de 10 thema’s van de leidraad):

 

3. Monitoring en periodieke opvolging

 

Vier keer per jaar zal de stuurgroep ‘organisatiebeheersing’ de stand van uitvoering van de geplande maatregelen evalueren en desgevallend bijsturen.

Eén keer per jaar (uiterlijk 30/06) wordt aan de Raad gerapporteerd over de

organisatiebeheersing. Deze rapportering refereert aan de uitgevoerde risico-analyse

en de zelfevaluatie van de organisatiedoelstellingen. In de rapportering wordt

aangegeven welke maatregelen binnen dit kader zijn uitgevoerd in het afgelopen jaar.

Per thema wordt gerapporteerd over de ondernomen acties en verwezenlijkingen in de

organisatiebeheersing. Daarnaast is er een vooruitblik naar het komende jaar.

De beheersmaatregelen worden daarnaast ook opgenomen en bijgewerkt in een

GANTT-chart.

Met de opmaak van het meerjarenplan wordt de risico-analyse (Spoor 2) en de

zelfevaluatie van de organisatiedoelstellingen (Spoor 1) geactualiseerd.

Artikel 2:

De OCMW-teraad neemt kennis van de rapportering 2021.

 

Rapportering organisatiebeheersing 2021

Omwille van de impact van Covid-19 op onze organisatie werd in 2021 de aanpak van de organisatiebeheersing minder van kortbij opgevolgd. Onze medewerkers hebben zich volledig ingezet om de dienstverlening zo optimaal mogelijk te kunnen blijven organiseren. Dit gebeurde in steeds wijzigende omstandigheden en met nieuwe prioriteiten en taken die opgenomen moesten worden door een lokaal bestuur.

Er vonden geen stuurgroepen met de diensthoofden plaats in 2021 rond de opvolging van de risico’s. De diensten zelf volgden hun prioriteiten en eventuele risico’s verder op in overleg met de algemeen directeur.

 

Het college besliste op 6 september 2021 om Q&A volgens de offerte een nieuwe werkwijze voor de opvolging van de organisatiebeheersing te laten uitwerken.

Op 15 september 2021 werden de medewerkers van de diensten per cluster samengezet om een nieuwe risico-analyse te maken onder begeleiding van Q&A.

Deze input gebruikte het MAT als basis om een nieuw kader op te maken waarin de aanpak vanaf 2022 wordt beschreven. Dit kader wordt voorgelegd op de gemeenteraad van 31 maart 2022. Hierin staat de aanpak beschreven waarmee de organisatie aan de slag gaat vanaf kalenderjaar 2022 met onder andere de opmaak van een nieuw overzicht met de organisatiedoelstellingen opgedeeld in 6 thema’s.

 

Op de stuurgroep van 1 februari 2022 werd het document van 2021 overlopen om te kijken welke risico’s afgesloten kunnen worden. Eventuele openstaande risico’s werden overgedragen naar het nieuwe document vanaf 2022. Daarnaast werden de aanbevelingen van de thema-audit ‘werken in eigen beheer bij de uitvoerende technische diensten’ toegevoegd.

 

Overzicht overdracht en afsluiting risico’s

       Evacuatie: afgesloten op 31.12.2021 en opgenomen vanaf 01.01.2022

Idem voor sleutelprocessen, toegang diensthoofden, opmaak bestelbons, gebouwenbeheer

       Werken met 1 boekhoudsysteem gemeente/OCMW: is in orde

       Opmaak omgevingsanalyse: werd uitgevoerd

       I-school: werd uitgevoerd

       Organogram en organisatiecultuur: werd aangepast aan de noden van het moment en de toekomst

       Opleiding poetsdames: werd uitgevoerd

       Openbaarheid van bestuur: zal regelmatig blijvend onder de aandacht gebracht worden

       Legionelladossier wordt opgenomen door gebouwenbeheerder

 

Vanaf kalenderjaar 2022 wordt gestart met een nieuw overzicht van de op te volgen risico’s.

 

Planning 2022

De nieuwe werkwijze rond organisatiebeheersing wordt opgevolgd door het MAT en de stuurgroep.

 

De volgende grote projecten rond organisatiebeheersing staan op de planning:

- Opvolging aanbevelingen thema-audit ‘werken in eigen beheer bij de uitvoerende technische diensten’

- Inventaris van sleutelprocessen

- Nieuwe werkvormen als ‘werken op afspraak’ en thuiswerk moeten in een formeel kader worden uitgewerkt.

- We nemen het aankoopproces kritisch onder de loep en bewaken de toepassing van de wet overheidsopdrachten.

- Er wordt een introductietraject uitgewerkt waarbij nieuwe medewerkers worden begeleid in hun startperiode.

 

Er werden 4 data vastgelegd voor de stuurgroep in 2022.

De algemeen directeur zal ten laatste in juni 2023 rapporteren over de opvolging van de organisatiebeheersing van het kalenderjaar 2022.

 

Publicatiedatum: 02/05/2022
Overzicht punten

Aanstelling waarnemend algemeen directeur en plaatsvervanger in geval van gewettigde afwezigheid algemeen directeur/waarnemend algemeen directeur. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op art. 166 van het Decreet Lokaal Bestuur waaruit blijkt dat de OCMW-raad een waarnemend algemeen directeur kan aanstellen om de algemeen directeur bij zijn/haar afwezigheid of verhindering te vervangen;

 

Beslist:

Met 12 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Leo Haucourt, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Katrien Herremans, Myriam Baeyens, Philip Lemal en Marjan Nauwelaert), 5 onthoudingen (Rita Jacobs, Koen Vaerten, Chantal Jacobs, Elke Bogaerts en Danny Schoonderwoert)

Artikel 1:

Op basis van artikel 166 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt het diensthoofd burgergerichte diensten aangesteld als waarnemend algemeen directeur om de algemeen directeur bij zijn/haar afwezigheid of verhindering te vervangen.

Artikel 2:

Bij afwezigheid of verhindering van de waarnemend algemeen directeur delegeert de OCMW-raad de bevoegdheid om een vervanger aan te duiden aan het vast bureau.

 

Publicatiedatum: 02/05/2022
Overzicht punten

Aanstelling waarnemend financieel directeur in geval van gewettigde afwezigheid financieel directeur. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op art. 166 van het Decreet Lokaal Bestuur waaruit blijkt dat de gemeenteraad een waarnemend financieel directeur kan aanstellen om de financieel directeur bij zijn/haar afwezigheid of verhindering te vervangen;

 

Beslist:

Met 12 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Leo Haucourt, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Katrien Herremans, Myriam Baeyens, Philip Lemal en Marjan Nauwelaert), 5 onthoudingen (Rita Jacobs, Koen Vaerten, Chantal Jacobs, Elke Bogaerts en Danny Schoonderwoert)

Artikel 1:

De OCMW-raad delegeert de bevoegdheid om een vervanger aan te duiden voor de financieel directeur bij diens afwezigheid of verhindering aan het vast bureau.

 

Publicatiedatum: 02/05/2022
Overzicht punten

Toetreding tot OFP Prolocus. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Overwegende dat het bestuur de pensioenkloof tussen haar statutair personeel en contractueel personeel wil verkleinen; dat het bijgevolg voorziet in een tweede pensioenpijler voor de totaliteit van haar contractueel personeel;

Overwegende dat tot op heden het bestuur was aangesloten bij de groepsverzekering die na bemiddeling van de VVSG, aangeboden werd door Ethias en Belfius Insurance; dat deze verzekeraars in juni 2021 de lopende groepsverzekeringsovereenkomst per 1 januari 2022 hebben opgezegd;

Overwegende dat het bestuur voor het voorzien in een tweede pensioenpijler de keuze heeft tussen enerzijds een overheidsopdracht voor een groepsverzekering bij een verzekeraar en anderzijds het aansluiten bij een instelling voor bedrijfspensioen-voorziening (pensioenfonds);

Overwegende dat, na onderhandelingen met de VVSG, OFP PROVANT werd omgevormd tot OFP PROLOCUS (een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening  met ondernemingsnummer 0809.537 155), een pensioenfonds waarbij alle lokale besturen van het Vlaamse Gewest kunnen toetreden;

Overwegende dat men door de toetreding bij een IBP meer betrokken is bij het beheer van zijn pensioenfinanciering; dat in tegenstelling tot een groepsverzekering het bestuur een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS afvaardigt en naast controlebevoegdheid ook de mogelijkheid heeft om – indien nodig -  punten op de agenda van de algemene vergadering te zetten. Overwegende dat in tegenstelling tot een groepsverzekering een IBP geen winsten ten voordele van de organisatie zelf nastreeft;

Overwegende dat een IBP ruime beleggingsmogelijkheden heeft, zodat een ruimer rendement mogelijk is dan in een tak 21 verzekering, zonder dat dit enige garantie inhoudt;

Overwegende dat het bestuur kan toetreden tot OFP PROLOCUS zonder overheidsopdracht vermits aan de  voorwaarden van een in house opdracht voldaan zijn; dat het bestuur immers ten eerste via de algemene vergadering waar ze lid van wordt,  toezicht uitoefent op OFP PROLOCUS zoals op haar eigen diensten; dat ten tweede meer dan 80% van de activiteiten van de OFP PROLOCUS de uitvoering van taken behelst die hem zijn toegewezen door de controlerende  overheden, nl. het voorzien in aanvullende pensioenen voor lokale en provinciale besturen; dat er ten derde geen directe participatie van privékapitaal is in de OFP PROLOCUS en dat ten vierde OFP PROLOCUS zelf onderworpen is aan de wetgeving op de overheidsopdrachten.

Overwegende dat OFP PROLOCUS, in het verlengde van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, zwaar zal inzetten op het duurzaam karakter van zijn beleggingen;

Overwegende dat het aanbod van OFP PROLOCUS, net zoals de groepsverzekering die tot eind 2021 werd aangehouden bij Ethias en Belfius Insurance geen werknemersbijdragen vereist, voorziet in een overlijdensdekking en een kapitaalsuitkering;

Overwegende dat de mogelijkheid bestaat van een zogeheten “steprate” bijdrage; dat het dus mogelijk is om op het gedeelte van het loon dat boven het maximumplafond voor de berekening van het wettelijke pensioen uitkomt, een hogere toezegging te doen om zo het verschil tussen een statutair pensioen en een wettelijk pensioen verder te verkleinen.

Overwegende dat er drie soorten pensioenplannen bestaan (defined benefit of vaste prestaties, cash balance en defined contribution of vaste bijdragen); dat de voorgestelde formule een vastebijdragenplan is; dat in dit plan de werkgever belooft een bepaalde bijdrage  (een bijdrage uitgedrukt als een percentage van het aan de RSZ onderworpen brutoloon) te betalen zonder vastgesteld rendement; dat de behaalde rendementen worden toegekend conform het kaderreglement.

Overwegende dat het bestuur de vastgestelde bijdrage minimum moet betalen; dat wanneer het wettelijk minimumrendement niet behaald wordt, het bestuur bijkomende bijdragen zal moeten betalen; dat in elk geval voor de aangeslotenen het wettelijk minimum rendement (momenteel 1,75% voor actieve aangeslotenen, 0% voor passieve aangeslotenen) moet behaald worden.

Overwegende dat het bestuur als bijkomende veiligheid de eerste vijf jaar, bovenop de middelen nodig voor de pensioentoezegging, voorziet in een extra prefinanciering van 5 % om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen; deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen;

Overwegende dat het bestuur met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (AGB’s, OCMW) een MIPS-Groep kan vormen; dat binnen een MIPS-groep interne mobiliteit is voor het personeel zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid; dat er binnen een MIPS-groep een onderlinge solidariteit speelt;

Overwegende dat de kosten voor de werking van OFP PROLOCUS voor 2022 forfaitair worden vastgelegd op 1000 euro per jaar per werkgever en 10 euro per jaar per aangeslotene en dat deze bedragen jaarlijks worden geïndexeerd tot en met 2024; overwegende dat nadien een meer stabiel systeem van kostenvergoeding zal worden uitgebouwd, gebaseerd op de werkelijke kosten enerzijds en het werkelijke aantal aangesloten besturen en medewerkers anderzijds;

Gelet op de statuten, de beheersovereenkomst, het financieringsplan (algemeen luik en specifiek luik VVSG), de Verklaring inzake Beleggingsbeginselen (algemeen luik en specifiek luik VVSG), het Kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement, de toetredingsakte;

Gelet op het protocol van het onderhandelingscomité C1;

Overwegende dat in de nodige kredieten voorzien wordt in de meerjarenplanning;

Overwegende dat de op basis van het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen ingehouden worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan OFP PROLOCUS;

Overwegende dat voormelde documenten in het bijzonder onderhandelingscomité besproken werden; ondertekend (door ACV en ACOD) protocol ontvangen op 24.03.2022; dat deze bespreking leidde tot volgend niet bindend advies; GUNSTIG;

Overwegende dat er een vertegenwoordiger moet aangeduid worden om het bestuur te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS;

Overwegende dat na de beslissing tot toetreding, dit aan OFP PROLOCUS moet meegedeeld worden en dat de algemene vergadering van OFP PROLOCUS de kandidatuur moet goedkeuren;

 

Beslist:

Met 17 stemmen voor (Rob Mennes, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Leo Haucourt, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Katrien Herremans, Myriam Baeyens, Chantal Jacobs, Philip Lemal, Marjan Nauwelaert, Elke Bogaerts en Danny Schoonderwoert)

Artikel 1:

Kennis genomen wordt van en ingestemd wordt met

       de beheersovereenkomst en het financieringsplan ( algemeen luik en luik VVSG) via de toetredingsakte van OFP PROLOCUS;

       Het kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement

Kennis wordt genomen van de verklaring inzake beleggingsbeginselen (SIP) (algemeen luik en luik VVSG) en de statuten.

Artikel 2:

Beslist wordt om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS (Afzonderlijk vermogen VVSG), en hiertoe onverwijld een verzoek tot aanvaarding als lid van de Algemene Vergadering te richten tot OFP PROCOLUS.

Artikel 3:

Ingestemd wordt met het feit dat de door het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen worden geïnd door de RSZ in naam en voor rekening van OFP PROLOCUS.

Artikel 4:

De pensioentoezegging bedraagt 3% van het pensioengevend loon.

Artikel 5:

Het bestuur ondertekent geen overeenkomst met een andere werkgever en voert een UNI-pensioenplan in.

Artikel 6:

Mevrouw Nicole Rypens  wordt afgevaardigd als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus.

Artikel 7:

De voorzitter van het vast bureau en de algemene directeur worden gemachtigd om de noodzakelijke vervolgstappen te nemen voor de uitvoering van voormelde beslissingen.

 

TOETREDINGSAKTE

bij de beheersovereenkomst en het financieringsplan

van het OFP PROLOCUS

 

 

Het OCMW Schelle, Peperstraat 38, met ondernemingsnummer 0212.167.209, vertegenwoordigd door Rob Mennes, voorzitter van het vast bureau, en Betty Van Cauteren, algemeen directeur.

 

hierna genoemd “de Bijdragende Entiteit”

 

 

NA HET VOLGENDE TE HEBBEN UITEENGEZET  

 

1.

De Bijdragende Entiteit wenst in uitvoering van het Kaderreglement Tweede Pensioenpijler Contractanten, gehecht aan het protocol nr. XXXX van XXXX(datum) van het onderhandelingscomité C1 (hierna “het Kaderreglement”) een pensioentoezegging te doen ten voordele van haar contractuele personeelsleden en hun begunstigden, ter aanvulling van het wettelijke pensioenstelsel.  Deze pensioentoezegging wordt beschreven in het Bijzonder Pensioenreglement van de Bijdragende Entiteit.

 

2.

De Bijdragende Entiteit wenst het beheer van haar Bijzonder Pensioenreglement toe te vertrouwen aan het OFP PROLOCUS, een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP) met ondernemingsnummer 0809.537.155(hierna “het OFP PROLOCUS” genoemd). Om die reden heeft  de Bijdragende Entiteit zich kandidaat gesteld om lid te worden van het OFP PROLOCUS.

 

3.

De Bijdragende Entiteitheeft kennis genomen van de geldende statuten van het OFP PROLOCUS,  van de toepasselijke andere sleuteldocumenten (financieringsplan, beheersovereenkomst, Verklaring inzake Beleggingsbeginselen : algemeen luik en specifiek luik VVSG), en van het Kaderreglement.    

 

4.

De Bijdragende Entiteit erkent en aanvaardt dat het OFP PROLOCUS het Bijzonder Pensioenreglement zal uitvoeren onder de volgende voorwaarden  :

       het Bijzonder Pensioenreglement is een correcte uitvoering van het Kaderreglement, waarvan de Bijdragende Entiteit erkent een kopie te hebben ontvangen ;

       de Bijdragende Entiteit aanvaardt de bepalingen en modaliteiten van de statuten, de toepasselijke beheersovereenkomst en het financieringsplan (algemeen luik en specifiek luik VVSG) van het OFP PROLOCUS. 

 

 

VERKLAART DE BIJDRAGENDE ENTITEIT DAT :

 

 

       Zij kennis heeft genomen van de beheersovereenkomst en het financieringsplan (algemeen luik en specifiek luik VVSG) zoals zij van toepassing zijn op het ogenblik van haar toetreding tot het OFP PROLOCUS, en dat zij door ondertekening van deze Toetredingsakte de inhoud van deze documenten aanvaardt.

 

       Zij, onder voorbehoud van aanvaarding van haar lidmaatschap door het OFP PROLOCUS, zich ertoe verbindt alle verplichtingen die voortvloeien uit deze documenten ten aanzien van het OFP PROLOCUS nauwgezet na te leven.

 

       Zij aanvaardt dat elke latere  wijziging aan de beheersovereenkomst en/of aan het financieringsplan (algemeen luik en/of specifiek luik VVSG)  in eerste instantie zal goedgekeurd worden door de raad van bestuur en bekrachtigd worden door de Algemene Vergadering van het OFP PROLOCUS (waarvan de Bijdragende Entiteit een lid is) en dat het gewijzigde document vervolgens voorgelegd zal worden aan de Bijdragende Entiteit.  De Bijdragende Entiteit zal het gewijzigde document, voor zover wettelijk vereist, ter informatie/consultatie voorleggen aan het bijzonder comité en laten goedkeuren door haar bevoegd orgaan.  Na goedkeuring, zal de Bijdragende Entiteit hetzij een bijlage ondertekenen bij deze Toetredingsakte, hetzij een nieuwe Toetredingsakte ondertekenen.  

 

 

Gedaan te ___________, op ___________

 

 

Voor het OCMW Schelle

 

 

 

 

_________________       ____________________

de voorzitter van het vast bureau     de algemeen directeur

 

Publicatiedatum: 02/05/2022