Notulen Gemeenteraad van DONDERDAG 28 AUGUSTUS 2025

 

aanwezig

Philip Lemal, voorzitter

Rob Mennes, burgemeester

Axel Boen, Vera Goris, Stan Scholiers, Arne Vergauwen, schepenen

Rita Jacobs, Koen Vaerten, Chantal Jacobs, Kris Huyck, Lindger Boen, Stijn Van Hoofstat, Jef Gys, Inez Van den Berge, Wannes Van Havere, Karen De Pauw, Koen Van de Wouwer, Myriam Baeyens, raadsleden

Betty Van Cauteren, algemeen directeur

afwezig

Luna Boumans, raadslid

 

Overzicht punten

Mededeling van ingekomen stukken.

 

Op verzoek van de voorzitter geeft de algemeen directeur lezing van volgende ingekomen stukken:

- geen

 

Publicatiedatum: 02/10/2025
Overzicht punten

Kennisname ontslag gemeenteraadslid.

 

De gemeenteraad,

Gelet op de installatie van de gemeenteraadsleden en vaststelling van hun rangorde d.d. 05.12.2024;

Gelet op het schrijven van de heer Hans Mampaey d.d. 23.07.2025 houdende zijn ontslag als gemeenteraadslid;

 

Neemt akte:

Enig artikel:

De gemeenteraad neemt kennis van het ontslag van de heer Hans Mampaey als gemeenteraadslid.

 

Publicatiedatum: 02/10/2025
Overzicht punten

Aanstelling, eedaflegging gemeenteraadslid en vaststelling rangorde.

 

De gemeenteraad,

Gelet op de e-mail d.d. 23.07.2025 van de heer Hans Mampaey waarin hij zijn ontslag geeft als gemeenteraadslid;

Gezien mevrouw Myriam Baeyens als opvolgend raadslid werd verkozen op de lijst van Vlaams Belang;

Gezien mevrouw Myriam Baeyens, als opvolgend raadslid op de lijst van Vlaams Belang, d.d. 30.07.2025 te kennen heeft gegeven dat zij het mandaat van gemeenteraadslid wenst op te nemen;

Overwegende de afgeleverde documenten van genoemde opvolger, waaruit blijkt dat deze voldoet aan de gestelde vereisten van verkiesbaarheid en zich niet bevindt in een geval van onverenigbaarheid;

Mevrouw Myriam Baeyens wordt verzocht in de handen van de voorzitter de voorgeschreven eed af te leggen nl.:

'Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen';

Overwegende dat door de eedaflegging, mevrouw Myriam Baeyens als raadslid ambtsbevoegd wordt en dat betreffende het vervullen van deze formaliteit een afzonderlijk proces-verbaal werd opgesteld;

 

Neemt akte:

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt akte van de eedaflegging waardoor mevrouw Myriam Baeyens als gemeenteraadslid aangesteld is.

Artikel 2:

De rangorde van de raadsleden wordt als volgt vastgesteld:

Rang

Gemeenteraadslid

1

Rob Mennes

2

Vera Goris

3

Stan Scholiers

4

Rita Jacobs

5

Koen Vaerten

6

Axel Boen

7

Chantal Jacobs

8

Philip Lemal

9

Kris Huyck

10

Luna Boumans

11

Lindger Boen

12

Stijn Van Hoofstat

13

Arne Vergauwen

14

Jef Gys

15

Inez Van den Berge

16

Wannes Van Havere

17

Karen De Pauw

18

Koen Van de Wouwer

19

Myriam Baeyens

 

Publicatiedatum: 02/10/2025
Overzicht punten

Voordracht van een lid van de raad van bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op het raadsbesluit d.d. 15.01.2025 houdende "Autonoom Gemeentebedrijf Fluctus Schelle: Aanduiding van de leden van de raad van bestuur.";

Gelet op het feit dat de heer Hans Mampaey in deze raad werd aangesteld;

Gelet op het schrijven van de heer Hans Mampaey d.d. 23.07.2025 waarbij betrokkene om zijn ontslag verzoekt;

Gelet op de voordracht van de heer Koen Van de Wouwer.

 

Beslist:

Na geheime stemming: 17 stemmen voor; 0 stemmen tegen; 0 onthoudingen; 1 ongeldig; Artikel 1:

De heer Koen Van de Wouwer wonende te Schelle, Koekoekstraat 122, wordt aangeduid als lid van de raad van bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Fluctus Schelle.

Artikel 2:

Deze aanduiding geldt voor een periode die ingaat op 28.08.2025 en eindigt op 31.12.2030. Dit mandaat kan door de gemeenteraad worden herroepen op gemotiveerde wijze.

 

Publicatiedatum: 02/10/2025
Overzicht punten

Kennisname ontslag gemeenteraadslid.

 

De gemeenteraad,

Gelet op de installatie van de gemeenteraadsleden en vaststelling van hun rangorde d.d. 05.12.2024;

Gelet op het schrijven van mevrouw Luna Boumans d.d. 19.08.2025 houdende haar ontslag als gemeenteraadslid;

 

Neemt akte:

Enig artikel:

De gemeenteraad neemt kennis van het ontslag van mevrouw Luna Boumans als gemeenteraadslid.

 

Publicatiedatum: 02/10/2025
Overzicht punten

Jaarrekening 2024 - gedeelte gemeente. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur, inzonderheid artikel 41 lid 2, 3°;

Gelet op artikel 249 van het Decreet Lokaal Bestuur;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering over de Beleids- en Beheerscyclus van de lokale besturen d.d. 30.03.2018;

Gelet op het ministerieel besluit van 26.06.2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;

Gelet op het feit dat de gemeenten en OCMW's sinds de invoering van de nieuwe Beleids- en Beheerscyclus een geïntegreerd beleidsrapport moeten maken;

 

Beslist:

Met 11 stemmen voor (Rob Mennes, Axel Boen, Vera Goris, Stan Scholiers, Arne Vergauwen, Lindger Boen, Stijn Van Hoofstat, Jef Gys, Inez Van den Berge, Karen De Pauw en Philip Lemal), 7 onthoudingen (Rita Jacobs, Koen Vaerten, Chantal Jacobs, Kris Huyck, Wannes Van Havere, Koen Van de Wouwer en Myriam Baeyens)

Enig artikel:

De gemeenteraad stelt de jaarrekening 2024, zoals bezorgd aan de raadsleden, vast voor het gedeelte van de gemeente.

 

Publicatiedatum: 02/10/2025
Overzicht punten

Jaarrekening 2024: deel gemeente en OCMW. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur, inzonderheid artikel 41 lid 2, 3°;

Gelet op artikel 249 van het Decreet Lokaal Bestuur;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering over de Beleids- en Beheerscyclus van de lokale besturen d.d. 30.03.2018;

Gelet op het ministerieel besluit van 26.06.2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen;

Gelet op het feit dat de gemeenten en OCMW's sinds de invoering van de nieuwe Beleids- en Beheerscyclus een geïntegreerd beleidsrapport moeten maken;

 

Beslist:

Met 11 stemmen voor (Rob Mennes, Axel Boen, Vera Goris, Stan Scholiers, Arne Vergauwen, Lindger Boen, Stijn Van Hoofstat, Jef Gys, Inez Van den Berge, Karen De Pauw en Philip Lemal), 7 onthoudingen (Rita Jacobs, Koen Vaerten, Chantal Jacobs, Kris Huyck, Wannes Van Havere, Koen Van de Wouwer en Myriam Baeyens)

Enig artikel:

Na vaststelling van de OCMW-raad van het beleidsrapport voor haar deel en de vaststelling van het beleidsrapport door de gemeente wat betreft zijn deel, stelt de gemeenteraad de jaarrekening 2024, zoals bezorgd aan de raadsleden, in zijn geheel vast voor beide entiteiten.

 

Publicatiedatum: 02/10/2025
Overzicht punten

Opvolgingsrapportering 30.06.2025 - aktename.

 

De gemeenteraad,

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;

Gelet op de verplichting om minstens 1 maal per jaar een financieel rapport te overhandigen aan de gemeenteraad;

Overwegende dat dit rapport de toestand van 30.06.2025 weergeeft;

 

Neemt akte:

Enig artikel:

De gemeenteraad neemt kennis van het financieel rapport van de gemeente op datum van 30.06.2025.

 

Publicatiedatum: 02/10/2025
Overzicht punten

Dading Woonkade: H. Verriestplaats 5-12 & Steenwinkelstraat 66 te Schelle - goedkeuring. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen;

Gelet op de door beide partijen ingebrachte schattingsverslagen, waarbij door Woonkade wordt gesteld dat de marktwaarde aanzienlijk hoger lag dan de betaalde prijs, terwijl de gemeente Schelle zich baseert op het schattingsverslag opgesteld op 9 maart 2021 in opdracht van IGEAN dienstverlening;

Gelet op de gezamenlijke wil van beide partijen om het geschil minnelijk en definitief te regelen, via het afsluiten van een dadingsovereenkomst in de zin van artikel 2044 e.v. van het Oud Burgerlijk Wetboek;

 

Beslist:

Met 13 stemmen voor (Rob Mennes, Axel Boen, Vera Goris, Stan Scholiers, Arne Vergauwen, Lindger Boen, Stijn Van Hoofstat, Jef Gys, Inez Van den Berge, Karen De Pauw, Koen Van de Wouwer, Myriam Baeyens en Philip Lemal), 4 stemmen tegen (Rita Jacobs, Koen Vaerten, Chantal Jacobs en Kris Huyck), 1 onthouding (Wannes Van Havere)

Enig artikel:

Volgende dading wordt goedgekeurd:

 

DADING 

H. VERRIESTPLAATS 5-12 & STEENWINKELSTRAAT 66 te Schelle

 

TUSSEN DE ONDERGETEKENDEN :

 

De Gemeente Schelle, met zetel gevestigd te Fabiolalaan 55 te 2627 Schelle, en gekend in de KBO onder het nummer 0207.536.547, hier rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Philip Lemal, voorzitter gemeenteraad en mevrouw Betty Van Cauteren, algemeen directeur, handelend in uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad van 28.08.2025;

 

Hierna ‘de gemeente’;

 

EN

 

BV Woonkade Rupelstreek, met zetel gevestigd te Uitbreidingsstraat 39 te 2850 Boom, en gekend in de KBO onder het nummer 0452.753.537, hier rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heren Sven Cools, voorzitter en Frank Maeremans, algemeen directeur, handelend in uitvoering van de beslissing van de raad van bestuur van 06.08.2025;

 

Hierna ‘Woonkade’;

 

Hierna samen “partijen” en afzonderlijk “partij”.

 

WORDT VOORAFGAANDELIJK UITEENGEZET WAT VOLGT:

Met aangetekend schrijven van 19 maart 2025 heeft Woonkade, in haar hoedanigheid van rechtsopvolger van Woonpunt .2025Schelde & Rupel, via haar raadsman aan de gemeente om verduidelijking gevraagd over de verkoop van Woonpunt Schelde & Rupel aan de gemeente van 8 percelen (kadastraal gekend onder Sectie A, nrs. 250F2, 250G2, 250H2, 250K3, 250K2, 250L2, 250P3 en 250N2) gelegen te Schelle aan de Hugo Verriestplaats 5-7-8-10-11-12 bij akte van 20 september 2021 tegen de prijs van € 464.400,00. Partijen verklaren kennis genomen te hebben van vermelde akte en geen verdere beschrijving te wensen.

 

Tussen partijen is er discussie ontstaan over de hoegrootheid van de prijs die destijds werd betaald, nl. of deze al dan niet de werkelijke waarde vertegenwoordigt van de verkochte percelen en derhalve marktconform is.

 

Dit alles maakt het “Geschil” uit.

 

Woonkade is van mening dat dit niet het geval is. Zij heeft een schatter opdracht gegeven na te kijken wat de werkelijke waarde was van de verkochte percelen.  Deze bezorgde haar op 14 oktober 2024 een schattingsverslag waaruit blijkt dat de werkelijke waarde € 1.313.500,00 bedraagt, i.e. € 849.100,00 (64,64%) hoger dan de uiteindelijke “verkochte” prijs van € 464.400,00 (35,36%).

 

De gemeente Schelle legt op haar beurt het destijds opgemaakte schattingsverslag voor, opgesteld door erkend landmeter-expert Jelle Broothaerts op 9 maart 2021, opgesteld in opdracht van IGEAN dienstverlening waarbij de normale marktwaarde als projectgrond met te slopen bebouwing aan deze prijs van € 464.000,00 werd geraamd.

 

Partijen wensen thans tot een regeling van het Geschil te komen.

 

Tussen partijen werd beslist een definitief einde te maken aan het Geschil door middel van onderhavige overeenkomst (hierna de “Dading”), waarbij partijen zich bereid verklaren om wederzijdse toegevingen te doen, zonder enige nadelige erkentenis en zonder aanvaarding van eigen schuld of fout of van de gegrondheid van de aanspraken van de andere partij, in de zin en volgens de modaliteiten, zoals hierna bepaald.

 

Met huidige wederzijdse verklaring, die gelezen dient te worden als een Dading in de zin van de artikelen 2044 e.v. van het Oud Burgerlijk Wetboek, regelen Partijen het Geschil definitief. Zij doen hiervoor wederzijdse toegevingen, zonder enige nadelige erkenning en zonder aanvaarding van eigen schuld of fout of van de gegrondheid van de aanspraken van de andere partij.

 

WORDT OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:

 

Artikel 1 – Voorwerp

 

Onderhavige overeenkomst betreft een dadingsovereenkomst in de zin van artikel 2044 en volgende van het oud Burgerlijk Wetboek en omvat een definitieve, globale en onherroepelijke regeling van het Geschil.

 

Partijen doen hiervoor wederzijdse toegevingen, zonder enige nadelige erkentenis en zonder aanvaarding van eigen schuld of fout of van de gegrondheid van de aanspraken van de andere partijen, zoals nader bepaald en overeengekomen in de Dading.

 

Er wordt verwezen naar artikel 2052 van het oud Burgerlijk Wetboek, dat luidt als volgt:

 

“Dadingen hebben tussen partijen kracht van gewijsde in hoogste aanleg. Men kan er niet tegen opkomen uit hoofde van dwaling omtrent het recht of uit hoofde van benadeling.”.

 

Partijen komen bijgevolg overeen dat de Dading geldt tot slot van alle rekeningen en tot beëindiging van het Geschil, waarbij geen enkele partij, na uitvoering van de Dading nog iets verschuldigd zal zijn aan de andere partij.

 

Partijen bevestigen van elkaar niets meer te zullen vorderen behoudens hetgeen uitdrukkelijk in de Dading werd bedongen.

Partijen doen afstand van alle rechten, vorderingen en eisen welke betrekking hebben op het voorwerp van de Dading, alles inbegrepen, niets uitgezonderd, met inbegrip van huidige en toekomstige, zekere en onzekere betwistingen.

 

Artikel 2 – Wederzijdse toegevingen en afspraken

 

Bij de aankoop door de gemeente van de panden aan de H. Verriestplaats is voorzien om sociale woningen in vervanging te realiseren.

 

Verder heeft de gemeente een perceel in eigendom, gelegen aan de Steenwinkelstraat 66 te Schelle, kadastraal gekend onder Schelle, afdeling Schelle, sectie C nrs. 13t2 en 13p3, dat eveneens bestemd is voor de realisatie van nieuwe sociale woningen.

 

De waarde van dit terrein werd in opdracht van de gemeente op 18 juni 2024 geschat door Landmeetkundig buro Ooms op € 667.000,00.

 

De gemeente zal een deel van het openbaar domein van de Cl. Bolssensstraat toevoegen aan het perceel Steenwinkelstraat 66. Door deze desaffectatie ontstaat er een bebouwbare oppervlakte geschikt voor de bouw van minstens 8 sociale huurwoningen en wellicht voor 9 huurwoningen, afhankelijk van het bekomen van een Vrijgavebesluit voor dit perceel.  Deze percelen liggen immers in woonreservegebied en moeten nog vrijgegeven worden.  Op 19 juni 2025 besliste de gemeenteraad van de gemeente Schelle tot vrijgave van dit woonreservegebied. In afwachting van het definitieve Vrijgavebesluit wordt onderhavige Dading gesloten.

 

De  kosten voor de verplaatsing van nutsleidingen rusten op het te ontwikkelen privaat domein (na desaffectatie).

 

Om een einde te maken aan het Geschil, wenst de gemeente het perceel aan de Steenwinkelstraat 66 aan te bieden aan Woonkade, in functie van de realisatie van sociale woningen via een CBO-formule.

 

Partijen komen overeen dat de waarde van dit perceel voor de nieuwbouw van 8 sociale huurwoningen zal gelden als compensatie voor de verkochte percelen aan de H. Verriestplaats, zonder dat Woonkade een vergoeding hiervoor dient te betalen aan de gemeente.

 

Indien er 9 sociale huurwoningen via de CBO-formule worden gebouwd zal de waarde van 1/9 van de grondwaarde van het perceel aan de Steenwinkelstraat 66 (zijnde 667.000: 9 = 74.111) ingebracht worden in het geheel van de CBO-ontwikkeling.

 

Onderhavige Dading heeft enkel uitwerking indien het Vrijgavebesluit wordt bekomen.  Indien het Vrijgavebesluit niet wordt bekomen, dan houdt deze Dading ex nunc op te bestaan en verbinden partijen zich ertoe om opnieuw te onderhandelen en tot een nieuwe regeling van het Geschil te komen.  De gemeente verbindt er zich toe Woonkade onmiddellijk in kennis te stellen van het bekomen van het definitief Vrijgavebesluit.

Na het bekomen van het definitief Vrijgavebesluit doet de gemeente het nodige om voormelde percelen, gelegen aan de Steenwinkelstraat 66 en de Cl. Bolssensstraat zo snel mogelijk aan te bieden aan Woonkade.

 

Indien de beslissing van de gemeente tot aanbod zou worden geschorst of vernietigd of indien de voormelde percelen, gelegen aan de Steenwinkelstraat 66 en de Cl. Bolssensstraat, om welke reden dan ook niet aan Woonkade kunnen worden aangeboden, dan verbinden partijen zich ertoe om opnieuw te onderhandelen om tot een nieuwe regeling van het Geschil te komen.

 

Van zodra het Vrijgavebesluit en de beslissing van de gemeente tot aanbod van de voormelde percelen, gelegen aan de Steenwinkelstraat 66 en de Cl. Bolssensstraat, definitief zijn en de akte is verleden, zal Woonkade op haar beurt afzien van een gerechtelijke procedure om haar rechten in het Geschil te vrijwaren en erkennen dat door de oprichting van sociale woningen aan de Steenwinkelstraat 66 voldaan wordt aan de verplichting tot sociale woningbouw ter vervanging van de verkochte sociale woningen aan de H. Verriestplaats.

 

Artikel 3 – Termijn

 

Partijen komen overeen dat het aanbod door de gemeente zal gebeuren binnen een termijn van twee jaar na de ondertekening van deze overeenkomst.

 

Artikel 4 – Overmacht

 

De  termijn, zoals vermeld in artikel 3 van deze overeenkomst, kan worden verlengd in geval van overmacht. Overmacht wordt in de zin van deze overeenkomst als volgt gedefinieerd:

 

Ieder feit of iedere omstandigheid:

     die de uitvoering van de bouwwerken binnen de voorziene termijn volstrekt onmogelijk maakt, en,

     die volledig onafhankelijk is van de wil van de gemeente en die niet door de gemeente werd veroorzaakt of mogelijk gemaakt, en,

     die onvoorzienbaar was voor de gemeente, en,

     die tijdig, d.i. binnen 3 werkdagen na kennisname van de overmachtsituatie, en gemotiveerd en onderbouwd werd gemeld aan Woonkade per aangetekend schrijven.

 

Artikel 5 – Beëindiging van het Geschil

 

Wat overeengekomen is in artikel 2 tot 4 hierboven geldt als regeling van het Geschil tot slot van alle rekeningen tussen de partijen, alles inbegrepen, niets uitgezonderd noch voorbehouden.

 

Partijen bevestigen niets meer van elkaar te vorderen te hebben behoudens hetgeen uitdrukkelijk in deze Dading werd bedongen.

 

Partijen doen afstand van alle overige vorderingen ten aanzien van elkaar met betrekking tot het Geschil, alles inbegrepen, niets uitgezonderd.

 

Partijen kunnen naast voormelde geen enkele aanspraak maken op bijkomende betaling van enig ander bedrag, kost of taks van welke aard dan ook. Partijen dragen zelf alle andere kosten die zij zouden hebben gedragen, met inbegrip van de kosten met betrekking tot de bijstand van een advocaat en in verband met het onderhandelen en opstellen van de Dading.

 

Artikel 6 – Algemene bepalingen

     Titels en hoofdingen

De titels en hoofdingen die in de Dading voorkomen, zijn louter indicatief en drukken niet de overeenkomst van de partijen uit. Er zal geen rekening mee worden gehouden voor de interpretatie van de bepalingen van de Dading.

 

     Informatie – afstand – kracht van gewijsde – dwaling, benadeling, bedrog en geweld - nietigheid

Partijen verklaren ieder voor zich voldoende ingelicht te zijn over de draagwijdte van een dading en van deze Dading in het bijzonder.

Huidige overeenkomst maakt een Dading uit en heeft aldus kracht van gewijsde tussen partijen in hoogste aanleg.

 

Partijen sluiten huidige Dading met vrije en volledige toestemming, zonder behept te zijn met enige mate of vorm van dwaling, benadeling, bedrog of geweld. Zij zullen zich niet kunnen verzetten tegen de uitvoering ervan op basis van dwaling in rechte of in feite of van benadeling, bedrog of geweld. Evenmin kunnen zij de ontbinding, vernietiging of enige andere vorm van beëindiging vorderen van deze Dading op basis van dwaling in rechte of in feite of van benadeling, bedrog of geweld. Iedere Partij is genoegzaam bekend met de aangehaalde feiten, met de feiten van en de personen betrokken bij de hoger genoemde betwisting, en met het toepasselijke recht.

 

De nietigheid van één of meer artikelen van de Dading, of een deel daarvan, tast de geldigheid van de overige bepalingen van de Dading niet aan, noch van de Dading in haar geheel. Hun afdwingbaarheid blijft onverminderd tot wat wettelijk toegelaten is. De Dading kan niet worden vernietigd wegens het eventueel aangaan ervan ter uitvoering van een titel die nietig was. Ze kan evenmin worden vernietigd omdat de Dading werd aangegaan op grond van stukken die naderhand vals bevonden zijn, omdat het betrokken geding reeds beëindigd was door een beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan, of omdat uit naderhand ontdekte titels blijkt dat één der Partijen niet het minste recht had op het voorwerp van de Dading.

 

 

 

     Interpretatie - volledigheid, wijziging en verzaking

Deze Dading omvat volledig hetgeen tussen de partijen is overeengekomen en vernietigt en vervangt bijgevolg iedere voorafgaande schriftelijke of mondelinge, uitdrukkelijke of impliciete overeenkomst of afspraak in welke vorm ook met betrekking tot de uiteengezette betwisting. Voor de interpretatie van deze Dading zullen de partijen zich baseren op de bewoordingen ervan.

 

Elke wijziging of aanvulling van huidige Dading gebeurt uitsluitend schriftelijk. Wijzigingen en aanvullingen van de Dading kunnen slechts rechtsgeldig geschieden door een door de partijen ondertekende schriftelijke aanvulling, welke aan de Dading wordt gehecht en geacht wordt daarvan deel uit te maken. Een gebeurlijke verzaking aan één of meerdere rechten uit deze Dading kan uitsluitend schriftelijk en uitdrukkelijk plaatsvinden.

 

     Bevoegdheid - inwerkingtreding en uitvoering te goeder trouw

Elke partij verklaart en waarborgt aan de andere partij dat zowel zijzelf, als de personen die voor haar deze Dading ondertekenen beschikken over de nodige bevoegdheid en hoedanigheid om de Dading te ondertekenen en uit te voeren.

 

Partijen erkennen bijgevolg dat deze Dading rechtsgeldig wordt gesloten en verplichtend is voor de partijen die er de uitvoering van kunnen vorderen in overeenstemming met haar bepalingen.

 

Huidige Dading treedt slechts in werking na ondertekening door alle partijen. Partijen voeren huidige Dading te goeder trouw uit. In geval van ongeldigheid of onafdwingbaarheid van enige bepaling zullen partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde deze te vervangen door een bepaling die zoveel mogelijk het effect teweegbrengt als de ongeldige of onafdwingbare bepaling. Evenzo zullen de partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde een voor ieder aanvaardbare oplossing te vinden indien zich een situatie voordoet die niet voorzien is in de Dading, dit steeds met het oog op de onderliggende bedoeling van partijen ten tijde van het sluiten van de Dading.

 

Geen enkele partij kan enig voorbehoud formuleren ten overstaan van de uitvoering van de Dading. Mits eerbiediging van de rechten en de verplichtingen voortvloeiend uit de Dading zien de partijen ten opzichte van elkaar zonder enig voorbehoud af van enige aanspraak of vordering die tussen hen zou zijn ontstaan of nog zou kunnen ontstaan met betrekking tot het Geschil zoals hierboven omschreven.

 

     Ontbinding / vernietiging

Indien een bestuursbeslissing die aan de grondslag ligt van deze Dading, vernietigd wordt ingevolge de uitoefening van bestuurlijk toezicht, waardoor de geldigheid van de Dading in het gedrang komt of dreigt te komen, zullen partijen zich inspannen om een nieuwe beslissing die de toets van het bestuurlijk toezicht kan doorstaan in de plaats te stellen of te doen stellen van de vernietigde beslissing.

 

 

     Kosten

Elke Partij zal haar eigen respectieve kosten dragen met betrekking tot de voorbereiding, onderhandeling, totstandkoming, ondertekening en uitvoering van deze Dading en de transacties die in deze Dading worden voorgenomen, met inbegrip van alle vergoedingen en kosten van haar vertegenwoordigers.

 

Indien deze Dading wordt beëindigd, zal de verplichting van elke Partij om haar eigen kosten te betalen gelden onder voorbehoud van enige rechten van dergelijke Partij voortkomende uit een schending van deze Dading door een andere Partij.

 

     Toepasselijk recht – betwistingen – bevoegde rechtbank

Deze Dading, alsook de uitvoering en de interpretaties ervan, worden uitsluitend beheerst, uitgelegd en geïnterpreteerd in overeenstemming met het Belgisch recht, in het bijzonder door artikelen 2044 en volgende van het oud Burgerlijk Wetboek.

 

In geval van betwistingen of geschillen met betrekking tot de uitvoering en / of de interpretatie van deze Dading  zullen de Partijen op ernstige wijze proberen om tot een redelijke minnelijke schikking te komen. Indien niettegenstaande dergelijke inspanningen geen minnelijke schikking kan worden bereikt, zijn in geval van betwistingen of geschillen met betrekking tot de uitvoering en / of de interpretatie van deze Dading de hoven en rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen exclusief bevoegd.

 

 

 

Opgemaakt te Schelle op #.2025 in twee (2) originele exemplaren, waarvan iedere partij verklaart één (1) origineel, volledig, behoorlijk ondertekend en gedateerd exemplaar, te hebben ontvangen.

Handtekening van de partijen voorafgegaan door “Gelezen en goedgekeurd”.

Voor de GEMEENTE SCHELLE:   Voor WOONKADE:

 

 

 

________________________   ________________________  

Betty Van Cauteren    Frank Maeremans

algemeen directeur    algemeen directeur   

 

 

 

________________________   ________________________ 

Philip Lemal     Sven Cools

voorzitter gemeenteraad   voorzitter

 

Publicatiedatum: 02/10/2025
Overzicht punten

Aanvullend reglement op het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg - Parkeerplaatsen voorbehouden voor elektrische voertuigen - aanpassing goedkeuring. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988;

Gelet op het Decreet betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de

plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens van 16 mei 2008 en latere wijzigingen;

Gelet op artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt, waaronder de

politieverordeningen, in toepassing van de federale wetgeving;

Gelet op het Koninklijk Besluit tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer van 16 maart 1968;

Gelet op het Koninklijk Besluit betreffende het algemeen reglement op de politie van het

wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg van 1 december 1975;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens van 23 januari 2009;

Gelet op het Ministerieel Besluit betreffende de bepaling van minimum afmetingen en de

bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens van 11 oktober 1976;

Gelet op de Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009;

Overwegende dat Eandis de plaatsing van elektrische laadpunten realiseert, zoals

voorgeschreven in het Clean Power for Transport Plan van de Vlaamse regering;

Overwegende de brief van Eandis d.d. 21.09.2016 inzake de nieuwe openbare

dienstverplichting voor de uitrol van de laadpalen voor elektrische voertuigen;

Overwegende het besluit van de gemeenteraad van 27 maart 2025 betreffende de goedkeuring van het Aanvullend reglement op het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg - Parkeerplaatsen voorbehouden voor elektrische voertuigen;

 

Beslist:

Met 18 stemmen voor (Rob Mennes, Axel Boen, Vera Goris, Stan Scholiers, Arne Vergauwen, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Chantal Jacobs, Kris Huyck, Lindger Boen, Stijn Van Hoofstat, Jef Gys, Inez Van den Berge, Wannes Van Havere, Karen De Pauw, Koen Van de Wouwer, Myriam Baeyens en Philip Lemal)

Enig artikel:

De deelwagen in de Parklaan 1 wordt verplaatst naar de laadpaal aan Tolhuisstraat 34.

Op de dwarse parkeerplaatsen tegenover Tolhuisstraat huisnummer 34 te 2627 Schelle,

worden twee parkeerplaatsen ingericht voor elektrische voertuigen (personenauto’s). De

nodige signalisatie zal worden geplaatst middels een oranje paal met het verkeersbord E9a voor elektrische wagens met aanduiding van een dubbele pijl naar de positie van de te gebruiken parkeerplaatsen.

Bij de rechter parkeerplaats wordt een oranje paal geplaatst met het verkeersbord E9a met een onderbord GVIId met de tekst “autodelen”. Bij de linker parkeerplaats wordt een oranje paal geplaatst met het verkeersbord E9a voor elektrische wagens.

 

Publicatiedatum: 02/10/2025
Overzicht punten

Oprichting gemeentelijke commissie voor Ruimtelijke Ordening (gecoro) voor de legislatuur 2025-2030 - goedkeuring. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op het decreet lokaal bestuur, inzonderheid de artikels 2, 40, 41 en 56;

Gelet op de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), inzonderheid de artikels 1.3.3. en 1.3.4.;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 03.07.2009 tot vaststelling van een deontologische code voor de leden van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening en latere wijzigingen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19.05.2000 tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale, intergemeentelijke en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening en later wijzigingen;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 20.02.2014 houdende oprichting ‘Gemeentelijke commissie voor Ruimtelijke Ordening (gecoro) voor de legislatuur 2013-2019’;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 29.12.2014 houdende ‘Gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (gecoro): Benoeming leden voor de legislatuur 2013-2019’;

Overwegende dat de leden van de gecoro worden benoemd voor zes jaar, met dien verstande dat hun benoeming hernieuwbaar is, en na de installatie van een nieuwe gemeenteraad wordt overgegaan tot de benoeming van een nieuwe gecoro;

Overwegende dat de nieuwe gecoro pas aantreedt nadat de gemeenteraad de leden ervan heeft benoemd en nadat de toezichttermijn, vermeld in artikel 332 van het decreet lokaal bestuur, is verstreken;

Overwegende dat tot zolang de oude gecoro aanblijft;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 11.03.2019 houdende ‘Gemeentelijke commissie voor Ruimtelijke Ordening (gecoro): Benoeming leden voor de legislatuur 2013-2019’;

Overwegende dat er inmiddels een nieuwe gemeenteraad geïnstalleerd werd voor de legislatuur 2025-2030;

Overwegende dat er bijgevolg overgegaan kan worden tot de benoeming van een nieuwe gecoro voor de legislatuur 2025-2030;

Overwegende dat de huidige gecoro in de zittingen 05.03.2025 te kennen gegeven heeft geen voorstander te zijn van een hernieuwing van de benoeming en voorstelt om een oproep tot kandidatuurstelling te lanceren teneinde op die basis tot een samenstelling en benoeming van een nieuwe gecoro te komen;

Overwegende dat hiermee ingestemd kan worden aangezien dit inderdaad de meest wenselijke werkwijze is en temeer daar er inmiddels ook niet genoeg leden meer zijn om louter via herbenoeming tot een nieuwe gecoro te komen;

Overwegende dat bijgevolg de volgende stappen gezet moeten worden om tot de samenstelling van een nieuwe gecoro te komen:

1. Een beslissing van de gemeenteraad houdende de vaststelling van het aantal

leden en de maatschappelijke geledingen die kunnen zetelen in de gecoro;

2. Een bekendmaking van de oprichting van een nieuwe gecoro, met publieke

oproep tot het indienen van kandidaturen en vermelding van de einddatum voor kandidatuurstelling;

3. Het aanschrijven van de maatschappelijke geledingen met de vraag om

kandidaturen te bezorgen voor een zetelend lid en een plaatsvervanger en dit voor de einddatum voor kandidatuurstelling;

4. Een beslissing van het college van burgemeester en schepenen houdende de

voordracht van de voorzitter en de vaste secretaris van de gecoro;

5. Een beslissing van de gemeenteraad houdende de samenstelling van de gecoro,

met benoeming van de voorzitter, de leden, de plaatsvervangers en de vaste secretaris, en eventueel een ondervoorzitter onder de leden, aangezien de voorzitter geen plaatsvervanger heeft;

6. Een beslissing van de deputatie houdende goedkeuring van de samenstelling van

de gecoro.

Dat met voorliggend besluit de eerst vermelde stap gezet zal worden, waarna op korte termijn, m.n. in de periode maart-april, de stappen 2, 3 en 4 gezet zullen worden, waarna dit dossier terug voorgelegd zal worden aan de gemeenteraad;

Overwegende dat de gemeenteraad op 20.02.2014 oordeelde dat de gecoro zal bestaan uit 4 deskundigen en 5 maatschappelijke geledingen, zijnde:

1. Verenigingen voor milieu- en natuurbehoud.

2. Verenigingen van werkgevers en zelfstandigen.

3. Verenigingen van Landbouwers.

4. Verenigingen van Werknemers.

5. Socioculturele verenigingen.

Overwegende dat nog meegegeven kan worden dat er, teneinde een gecoro te hebben die weet wat er leeft in de gemeente Schelle en kan bijdragen aan het creëren van draagvlak bij de lokale bevolking, voorkeur gegeven zal worden aan kandidaten die inwoner van de gemeente Schelle zijn, dan wel een duidelijke band met de gemeente Schelle hebben;

Overwegende dat de burgemeester, de schepenen en de leden van de gemeenteraad geen lid kunnen zijn van de gecoro;

Overwegende echter dat de zittingen van de gecoro openbaar zijn, waardoor deze wel door hen bijgewoond kunnen worden, voor zover er niet door de gecoro besloten wordt om tot een gesloten zitting over te gaan;

Overwegende dat de voorzitter voor elke vergadering van de gecoro het college van burgemeester en schepenen en elke politieke fractie uit de gemeenteraad in kennis moet stellen van de agenda en moet uitnodigen om een vertegenwoordiger af te vaardigen voor aanwezigheid op de openbare zittingen;

Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen de voorzitter en de vaste secretaris kan voordragen;

Overwegende dat het hoofd van de dienst Ruimtelijke Ordening de taak van vaste secretaris kan waarnemen;

Overwegende dat het presentiegeld voor de stemgerechtigde leden van de gecoro wordt vastgesteld op € 12,50;

Overwegende dat de daartoe nodige kredieten zullen worden voorzien in het gemeentelijk budget;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26.11.2015 houdende ‘Huishoudelijk reglement gecoro: goedkeuring’;

Overwegende dat het goedgekeurde huishoudelijk reglement van de gecoro indien nodig en of wenselijk door de nieuwe gecoro aangepast kan worden, waarna dit dan opnieuw ter goedkeuring voorgelegd moet worden aan de gemeenteraad;

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;

Na oproep tot kandidaatstelling via het gemeentelijk infoblad en ontvangen van de kandidaturen werden volgende personen weerhouden als effectieve en plaatsvervangende leden en volgend persoon aangeduid als voorzitter;

 

Beslist:

Na geheime stemming: 16 stemmen voor; 0 stemmen tegen; 1 onthouding; 1 ongeldig; Artikel 1:

De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (gecoro) van de gemeente Schelle zal opnieuw worden samengesteld voor de legislatuur 2025-2030.

Artikel 2:

Het aantal leden van de gecoro wordt vastgesteld op 9, waarvan 4 deskundigen inzake ruimtelijke ordening, de voorzitter inbegrepen en 5 vertegenwoordigers van de in artikel 3 vermelde maatschappelijke geledingen.

Artikel 3:

De volgende maatschappelijke geledingen worden uitgenodigd om deel uit te maken van de gecoro en een afgevaardigde en een plaatsvervanger voor te dragen:

1. Verenigingen voor milieu- en natuurbehoud - 1 lid/1 plaatsvervanger.

2. Verenigingen van werkgevers en zelfstandigen - 1 lid/1 plaatsvervanger.

3. Verenigingen van Landbouwers   - 1 lid/1 plaatsvervanger.

4. Verenigingen van Werknemers   - 1 lid/1 plaatsvervanger.

5. Socio- culturele verenigingen   - 1 lid/1 plaatsvervanger.

Artikel 4:

Bij de behandeling van de ingediende kandidaturen zal er voorkeur gegeven worden aan:

- deskundigen inzake de materie Ruimtelijke Ordening;

- een gemeenschappelijke kandidatuurstelling vanuit de verschillende verenigingen binnen een maatschappelijke geleding;

- kandidatuurstellingen waarvan beide kandidaten van een verschillend geslacht zijn;

- inwoners van de gemeente Schelle, dan wel mensen met een band met de gemeente Schelle.

Artikel 5:

Een oproep tot kandidaatstelling vond plaats via het gemeentelijk infoblad.

Artikel 6:

Het presentiegeld voor de stemgerechtigde leden en de secretaris van de gecoro wordt opnieuw vastgesteld op € 12,50.

Artikel 7:

De gecoro kan het huishoudelijk reglement indien nodig en of wenselijk aanpassen, waarna dit opnieuw ter goedkeuring voorgelegd moet worden aan de gemeenteraad.

Artikel 8:

Volgende leden en plaatsvervangers worden aangeduid voor de gecoro:

  1. Luc Verbeeck: deskundige
  2. Els Gepts: deskundige, plaatsvervanger: Robert Boogaerts
  3. Tania Meersman: deskundige, plaatsvervanger: Frank Maeremans
  4. Frederick Rabaey: deskundige, plaatsvervanger: Stijn Merckx
  5. Karel De Laet (ACV): vertegenwoordiger werknemers, plaatsvervanger: Barry Van Haver (ABVV)
  6. Erik Vorlaet: vertegenwoordiger werkgevers
  7. Koen Janssens: vertegenwoordiger socio-culturele verenigingen
  8. Frans Selderslaghs: vertegenwoordiger landbouwers
  9. Chris De Ranter (Natuurpunt): vertegenwoordiger vereniging voor milieu- en natuurbehoud, plaatsvervanger: Erik De Keersmaecker.

Artikel 9:

Luc Verbeeck wordt aangeduid als voorzitter van de gecoro.

Artikel 10:

Het diensthoofd ruimtelijke ordening wordt aangeduid als secretaris van de Gecoro. Bij afwezigheid wordt hij vervangen door de hoofdmedewerker ruimtelijke ordening.

 

Publicatiedatum: 02/10/2025
Overzicht punten

Definitieve vaststelling RUP Tolhuis - goedkeuring. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Feitenencontext

HetCollegevanBurgemeesterenSchepenenheeftop22april2002IGEANopdracht gegeventothetopmaken vaneenbijzonderplanvanaanleg“Tolhuis”voorhet gebiedbegrensddoordeRupel endeScheldein hetwesten,demondingvan Benedenvlietin hetnoorden,dewoongebiedenMaaienhoek,Kapelstraaten Laarhofstraatin hetoosten endeWullebeekin hetzuiden.

NadegoedkeuringvanhetGemeentelijkRuimtelijkStructuurplan(GRS) doorde DeputatievandeprovincieAntwerpenop6oktober2005,werddezeopdrachtverder gezetvolgensdeprocedurevoordeopmaakvaneengemeentelijkruimtelijk uitvoeringsplan(RUP). In2008werdmetdegoedkeuringvanhetRUP“Tolhuis- recreatiegebiedKapelstraat”)doordedeputatiereedseendeelvanhetplangebied geordend.

Besluitvanhetcollegevanburgemeesterenschepenenvan21maart2022tot goedkeuringvandestartnota.

Overdestartnotawerdeenpubliekeraadplegingenadviesrondegeorganiseerdvan

11april2022totenmet10juni2022.

Op2mei2022werdoverdestartnotaeenparticipatiemomentgeorganiseerd.

Heteindresultaatvandeadviesrondeenderaadplegingvandebevolkingwerd verwerktin deopmaakvandescopingsnota.

Hetvoorontwerpwerdop17 april2023doorhetcollegevanburgemeesteren schepenengoedgekeurd.Hierwerdop2juni2023eenplenairevergadering over georganiseerd.

Het Team Omgevingseffecten besliste op basis van de scopingnota (versie E) op 13 februari 2025 dat er voor het voorliggende RUP geen plan-MER opgemaakt moet worden. Het ontwerp RUP werd op 20 februari 2025 voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad. Het ontwerp RUP werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 4 april 2025 tot en met 3 juni 2025.

De Gecoro heeft de ingediende adviezen en bezwaren gebundeld en behandeld en bracht advies uit aan de gemeenteraad in zitting van 4 juni 2025.

 

Juridischegronden

Hetdecreet lokaalbestuurvan22december2017,enlaterewijzigingen.

DeVlaamseCodex RuimtelijkeOrdeningvan15mei2009,enlaterewijzigingen.

Decreetvan1juli2016totwijzigingvanderegelgevingvoorruimtelijke uitvoeringsplannenteneindedeplanmilieueffectrapportageenandere effectbeoordelingenin hetplanningsprocesvoorruimtelijkeuitvoeringsplannente integrerendoorwijzigingvandiversedecreten,enlaterewijzigingen.

BesluitvandeVlaamseRegeringvan17 februari2017betreffendehetgeïntegreerde planningsprocesvoorruimtelijkeuitvoeringsplannen,planmilieueffectrapportage, ruimtelijkeveiligheidsrapportageenandere effectbeoordelingen,enlatere wijzigingen.

 

Argumentatie

InuitvoeringvanhetgemeentelijkruimtelijkstructuurplanmaaktdegemeenteSchellehet RUPTolhuisop.HetRUPbeoogtvolgendedoelstellingen:

       vrijwarenvanhetopenpolderlandschapendeaanwezige natuurwaarden

       behoud vanbouwkundigerfgoed,metontwikkelingsperspectievenomhetbehoud op langetermijntegaranderen

       rechtszekerheidenontwikkelingsperspectievenvoorbestaande(zonevreemde) activiteiten

       reorganisatievandesportsiteaandeKapelstraat

 

Schelleisgelegen in deRupelstreek,diezichuitstrekt langsdeSchelde,deRupel ende Nete.NaastdezerivierenvormtdeA12eenbelangrijkebovenlokale drager.Dewoonkernen ontwikkeldenzichlangseencentrale steenwegendespoorlijnAntwerpenBoom.

HetplangebiedrichtzichopontwikkelingenterhoogtevandeTolhuissstraatin hetwesten vanSchelle.TenwestenwordtdegrensgevormddoordeRupel entennoordenwordtde grensafgestemdophetgemeentelijkRUPvoordeElectrabelsite(inopmaak).Inhetoosten grensthetplangebiedtotaandeLaarhofstraatenmaaktookdesportsiteKapelstraatdeel uitvanhetplangebied.

HetRUPbestaatuit4deelgebieden:

       DesportclusteraandeKapelstraat

       DebufferzonetussenAirLiquideendeLaarhofstraatmetdeoudespoorwegbedding

       SitevanBernart

       HorecafunctiesaandeRupeldijkenhetnatuurgebied

 

 

Hetplangebiedgrenstaaneengrootdeelvandepolderenislangséénzijdebegrensddoor Rupel enaandeandere zijdedoordewoonkernvanSchelle.

Ditpolderachtigegebiedwordtgekenmerktdooreenopenagrarisch karakterin hetnoorden eenmeergeslotenkaraktermetbosfragmentenbovendeTolhuisstraat.Dezekenmerkende eigenschappenwarententijdevanFerrarisreedsaanwezig, netalseenaantalgebouwen, zoalshetLaarhofenhetTolhuis,dietotophedennogalsbakensin hetlandschapenals belangrijkeplekkenbinnenhettoeristisch-recreatiefnetwerkfungeren.

EenbelangrijkdeelvanderuimtenabijdeScheldeisin deloopderjareningenomendoor deelektriciteitscentraleendehiermeeverbonden tuinwijk.Vanuitdeelektriciteitscentrale vertrekkenmeerderehoogspanningsleidingen.Dezedoorkruisenhetzuidenvanhet poldergebiedenhebbeneenbelangrijkevisueleimpactophetlandschap.

IneenbredestrookronddeElectrabelsitebevindenzichlandbouwgebieden,diefungeren alsbufferzonenaardewoongebiedeneneenaantalbosfragmenten.LangsdeScheldeen Rupel zijnwaardevollenatuurgebiedenterugtevinden.Hetomgevendelandbouwgebied wordtdoorsnedendooreenaantaltypischebomenrijen.

 

AandeKapelstraatligteenrecreatieveclustermetmeerderevoetbal-,tennis-en padelvelden.Tussendetweezuidelijkgelegen voetbalveldenstaathethoofdgebouwmet kleedkamersencafetaria. Tenwestenvandesportzoneligthetrecyclageparkvande gemeenteSchelle.Hetiseengrotendeelsverharde zonewaaropdeophaalcontainers geplaatstworden.

 

DesitevanhetTolhuisvormthetmeestwestelijkedeelvanhetplangebied(deelgebied4) enomvateenbosgebiedin hetnoorden,eencentraal parkmetverschillendehistorische gebouwen enhorecalangsdeRupeldijk. Hetmeestnoordelijkedeelomvateenbosgebied,datbestaatuiteen populierenaanplanting.Ditgebiediszeerdrassigenmoeilijktoegankelijk.Hetoverigedeel vanhetdomeinishistorischingerichtalseenlandschapstuinmetmajestueuze bomen, vijver,verspreidebebouwingenkleineornamenten.

 

Degebouwen binnenhetparkhebbendoorheendeeeuwenverschillendefunctiesbekleed. HetTolhuis(1)endeaansluitendebijgebouwen(2)dedenoorspronkelijk dienstals infrastructuurvoordetolheffingopdeRupel.SindshettolvrijwordenvandeRupel werden degebouwen gebruiktvooreenbreedspectrum aanfuncties.Momenteelwordthetgebruikt alswoonhuisdoordeeigenaarsvanhetdomeineneriseenkleinschaligewijnhandel gevestigd.Devoormaligeconciërgewoning(3)werdgerenoveerdendoetmomenteeldienst alswoning.Dehistorischehoeve(4)isin gebruikalswoningenwordt1of2maalperweek gebruiktalsseminariecentrumvoorkleinegroepen.Ookdevrijstaandewoning(5)naastde hoeveisbewoond.

DebebouwinglangsdeRupel tenzuidenvandeTolhuisstraatstaatvolledigin functievan horecaenvormt,samen metdeveerdienstoverdeRupel eenbelangrijktoeristisch knooppunt.Deoudekapel(6)omvateencaféendewoonvertrekkenvandeuitbaters.Aan deandere zijdevandeparking(8)bevindtzichhetrestaurant‘Tolhuis-Veer’(7),een restaurantmetfeestzaalenruimterraslangsdeRupeldijk.

Opdedijkiseenbeperkteparkingvoorzien,metca.20parkeerplaatsen.Dedijkop-en afrijdengebeurt in eenlusmetenkelrichting.

 

Inhetoosten vanhetplangebiedbevindenzichlangsdeLaarhofstraatenkeleopvallende gebouwenclusters.OpdehoekvandeLaarhofstraatendeoudespoorwegbermaande KapelstraatbevindtzichdeLaarkapel,eenbeschermde16e-eeuwse kapelomgevendoor eenkleinplantsoenvanlindebomenenkastanjebomen.Dekapelwordtgeflankeerddoor een18e-eeuwse hoevebestaandeuit3aaneengeslotenhoevegebouwenmetzadeldaken eenvrijstaandestal.Eendeelvandezehoevebranddein 2016afenwerdheropgebouwd.

Dezehoeveendeomliggende grondenliggenvolgenshetgewestplanin debufferzonevan AirLiquide,diezeerbreedgedimensioneerdis.Dezegrondensluitenaanbijhetgeplande restaurantenwordennureedsgebruiktvooreigenteeltvanfruitengroenten.Degronden wordendoorsnedendooreenvoormaligespoorlijn.Hetmeestzuidelijkedeelisspontaan bebostnaafbraakvaneengebouw.

LangsdeTolhuisstraatbevindtzichterhoogtevanhetkruispuntmetdeInterescautlaaneen clustervangebouwen.OpTolhuisstraat70isBernArtgevestigd,eenevenementenzaalmet buitenruimte,in combinatiemeteenkunstgalerij.Deachterstegebouwen wordengebruikt vooropslag. Aandeoostkantligteenparkingmetca.50parkeerplaatsen.NaastBernArt staateeneengezinswoning(Tolhuisstraat 72).

 

DoordeliggingtegenderivierenScheldeenRupel ligthetgebiedopvlakvanmobiliteitvrij geïsoleerd.VoorgemotoriseerdverkeervormtdeTolhuisstraat(enin minderemateookde LaarhofstraatKapelstraat) devoornaamstetoegangsweg.DeTolhuisstraatsluitophaar beurtaanopdeN148,dieparallelaandeA12denoord-zuidverbindingvormttussende RupelstreekgemeentenHemiksemSchelleNiel.

Voorzwakkeweggebruikersishetplangebiedveelbeterontsloten.Inoost-westelijke richtingzorgendeveerdienstSchelle-Wintam,deTolhuisstraatendeLaardijkvooreen goedebereikbaarheid.OokdedijkenlangsdeScheldeenRupel zorgenvooreen aangenameautovrijeverbindingtussenhetplangebiedendeomgeving.

Gezienderecreatieveattractiviteitvanhetplangebiedisdenoodaanparkeergelegenheid redelijkhoog.Momenteelwordtdezeopgevangendooreenkleineparkingmeteen20-tal parkeerplaatsengelegen opdeRupeldijkeneenparkeerstrooklangsheendeTolhuisstraat. Eenaantalhandelsfunctiesbeschikkenovereigenparkeergelegenheid.

 

Natuur,bosenopenruimte

Debelangrijkstekwaliteitenvanhetbredegebiedrondomdedeelgebiedenbetreffende aaneengeslotenopenruimteeneenaantalwaardevolleaaneengeslotennatuur-en bosgebieden,zoalsdeslikkenenschorren langsdeRupel endehistorischebosgordelten noordenvandeLaardijk.Dezeaaneengeslotengrotestukken natuurzorgenervoordatdit gebiedeenattractiepoolisin deomgeving.

 

Toerismeenrecreatie

Depoldertussendedeelgebiedenisvooralin trekvoorhetrecreatiefmedegebruik.Een fietsroutelooptlangsdeScheldeenRupel.TerhoogtevanhetTolhuisisereenvoetveer. Hettoeristischaspectwordtversterktdooreenaantalhorecagelegenheden.Ookdeandere kleinschaligeaccommodatieszoalseenfeestzaalenhetseminariecentrumdragenbijaan hettoeristisch-recreatievekaraktervanhetplangebied.Momenteelwordtdehoeveaande Laarhofstraatin deelgebied2verbouwdtotrestaurant.

DesportclusteraandeKapelstraatvormteenlokalerecreatieveattractiepoolvoor buitensport.

 

Bouwkundigerfgoed

Verscheidenegebouwenmeteenrijkegeschiedenishebbeneenbouwkundige erfgoedwaarde.HetTolhuismetdeomgevendehoreca-gelegenhedenvervulleneen bijzondererolin hettoeristisch-recreatievegebeurenlangsScheldeenRupel.Daarnaast bevindenzichnogenkeleoudehoevesenboerenhuizen,waarvanerenkelealswoning fungerenenwaarvanerenkelein deloopderjareneenandere functiehebbengekregen.Al dezegebouwenzijnlandmarksenalsdusdanigkenmerkendvoorhetlokalelandschap.

 

Biologischwaardevolle elementen

Erbevindenzichverscheidenebiologischwaardevolletotzeerwaardevolleelementen binnenhetplangebiedendelenvanhetfaunistischbelangrijkegebieddatgevormdwordt doorderiviervalleienvanScheldeenRupel.Hetbetrefteenaantalzonesverbonden aande rivier(dijk),maarookbosfragmenten,opengebieden,drevenenwaterelementen.

 

Versnipperingenvisueleaantastingopenruimte

Deoverduidelijke kwaliteitenopvlakvanopenruimteenecologiewordenbedreigddoor verdereversnippering.Verscheidenehoogspanningsleidingenen-masten vormeneen visueleaantastingvanhetopenpolderlandschap.Kleinelandschapselementen(struwelen, haagkanten,bomenrijen,grachten,veldwegen…)mogennietverdwijnendoorlandbouwen andere activiteitenin deopenruimte.Hetzijndezeelementendiehetlandschap identificerenenbijdragenaandebelevingervan.

 

Zonevreemdefuncties

Enkelevandehogervermeldefuncties,waaronder eenaantalin waardevollehistorische gebouwen,zijnzonevreemd enwordenhierdoorbedreigdin hunverdereontwikkeling.

 

Overstromingsgevoeligegebieden

Hetpoldergebiedisdelaagst gelegen deelruimte vanSchelle.Hierkomen overstromingsgevoeligegebiedenvoor.

 

Parkeerdruk

Detoeristisch-recreatieveactiviteitenbinnenhetplangebiedbrengen eenhogeparkeerdruk metzichmee.Deparkingophetdijklichaamheefteenbeperktecapaciteitengeeft aanleidingtotconflictentussengemotoriseerdverkeerenzwakkeweggebruikers.

 

Visie

Hetgebiedspeelt eenbelangrijkrolin hetbewarenvandeopenruimteennatuurwaarden, waarbijhetbehoud vanderesterendeopenperspectievenophethistorische polderlandschapessentieelis.Verderzijndenatuurgebiedenendebosfragmenten belangrijketevrijwarenelementen.

Opvlakvantoerisme,recreatieenwonenspeelt hetgebiedeenbelangrijkerol.Hiervoor wordtin eersteinstantiehetbestaandebouwkundigepatrimoniumingezet.Uitbreidingen kunnenin bepaaldezonesoverwogenworden,maardienenafgewogentewordenaande ruimtelijkedraagkrachtendeerfgoedwaarden.Doorhetopheffenvandezonevreemdheid enhetbepalenvanontwikkelingsperspectievenwordtrechtszekerheidgecreëerd.Voorde recreatieclusteraandeKapelstraatwordteenreorganisatievoorgesteld,in functievaneen herlokalisatievaneengrootdeelvandeactiviteitenin sporthallenScherpensteinen Kattenberg.

 

Vrijwaren van het polderlandschap

Degewestplanbestemming“agrarischgebiedmetlandschappelijkwaardevolkarakter” blijftgeldenrondomdedeelgebiedenenwordtnietmeeopgenomenin hetRUP.Hierdoor zijnmogelijkenieuweontwikkelingenbeperkt. Tenoosten vandeLaarhofstraatwordteengedeeltevanhetbuffergebiednaastAirLiquide omgevormdnaargemengd openruimtegebied.Hetisvooralvanbelangdatergeen permanenteaanwezigheidvanpersonendichterbijdeSeveso-inrichtingwordtgepland. Doordebufferdeelsteherbestemmennaaroverig groen, blijftdegarantie datdezoneeen groene,openbestemmingblijftzondernieuwe,bijkomende bewoners.Dezemeer ingeslotenzonemaaktnietdirectdeeluitvanhetpolderlandschap,maarsluiterwel naadloosopaan,waardoorermeermogelijkhedengebodenwordenvoorhetoprichtenvan kleinschaligeagrarischeconstructies(bv.serres). Professioneleserrebouw wordtniettoegelaten.Enkelkleineserresvooreigen gebruikzijntoegestaanbijdebestaandewoningen,binnende30mvandewoning,omhet openlandschapteblijvenvrijwaren. Ditbiedtmogelijkhedenvoorhet geplanderestaurantin dehoeve(Laarhofstraat 61)omeigengroententekweken.De productievaneigengroentenenfruitkangecombineerdwordenin ditplangebied met nieuwetechniekenomhernieuwbare,duurzame engroeneenergieoptewekken (bijvoorbeeldd.m.v.“agrivoltaics”).Dezenieuwetechniekenmogenhetgebruikvande landbouwgrondenechterniethypothekeren,landbouwproductiestaatcentraal,nietde energieproductiein ditgebied. Bestaandelandbouwbedrijvenkunnenhunactiviteitenverderzetten.Denadrukligtopgrondgebonden landbouwactiviteitendiehetopenkaraktervanhetpolderlandschapvrijwaren.

 

Vrijwaren van natuurwaarden

Debestaandenatuurgebiedenbinnenhetdeelgebiedwordenopgenomenin een bestemmingdiedeinstandhouding,deontwikkelingenhetherstel vandenatuur vooropstelt. Dehoofdbestemmingbetreftnatuurontwikkelingenallewerkzaamhedenin functievan natuurontwikkelingenwaterbeheerwordentoegelaten.Alsnevenbestemmingenoverdruk wordtrecreatiefmedegebruiktoegestaan.Kleinschaligeconstructiesvoorhetaldanniet toegankelijk makenvanhetgebiedvooreducatief ofrecreatiefmedegebruikzijntoegelaten. Nieuwe,bijkomende verhardingenwordenniettoegelaten.Voordegebouwen enfunctiesin hetnatuurgebiedwordenbestemmingenopmaatvoorzien

 

Versterken van toeristisch-recreatieve infrastructuur en cultuurhistorische bakens

DeopenruimteendeaanwezigheidvanScheldeenRupel alstoeristischetrekpleisters makendezedeelruimte zeeraantrekkelijkvoortoerisme enrecreatie.Enkelelocatiesbinnen hetplangebiedhebbenbijzondere potentiesomin dittoeristisch-recreatievegebeureneen ondersteunenderoltespelen.

Derecreatievepotentiesvandezeomgevingwordenookerkendenversterktin streekoverschrijdendeplannen eninitiatieven, zoalsUnescoGlobalGeoparkScheldedelta enRivierenparkScheldevallei.Ookvoorpersonenvervoeroverwaterwerdenreedseen aantalpistesonderzocht. Verschillendewaardevolleenbeschermdegebouwen kunneneenondersteunenderol vervullenin hettoeristisch-recreatievegebeuren,zoalshetkasteelLaarhof,hetTolhuis metomgeving,deLaarkapelenenkelewaardevolle(voormalige)hoeves. DebelangrijkstedoelstellingvanvoorliggendRUPisrechtszekerheideneen toekomstperspectiefbiedenaanbestaandeactiviteiten,waarbijdetoeristisch-recreatieve potentiesbenutwordenin evenwichtmetdenatuurlijke,landschappelijkeen erfgoedwaarden.

 

Naastdebestaandefuncties(kleinschaligehandel, seminaries,atelier)kunnen toekomstgerichtookandere laagdynamischefunctiestoegelatenworden,opvoorwaarde datzeverenigbaarzijnmetdeerfgoedwaardeeninpasbaarzijnin hetlandbouwgebieden hetlandschappelijkwaardevollandschap.Laagdynamischefunctieszijnfunctieszonder storendeactiviteitenvoordeomgeving.

 

SiteTolhuis

Hetparkgelegen tenoosten vanhetvoormaligeTolhuisisbestemdalsnatuurgebied volgenshetgewestplan,maarvertoonthistorischzowelnaarinrichtingalsbeheer alle kenmerkenvaneenparkdomein.Geletopdebestemmingvanhetgewestplanende aanduidingalsGroteEenheidNatuur(GEN,binnendeafbakeningvanhetVENenIVON)blijft debestemmingalsnatuurgebiedbehouden.Indekwetsbaregebiedenisuitbreidingvan gebouwen nietmogelijk. Omdehistorischwaardevollegebouwen binnendesiteTolhuisvoldoende rechtszekerheid tebiedenishetwenselijkdezonevreemdebasisrechtenvandezegebouwen beperktuitte breiden. Eenoverdrukophetgrafischplanlaat,pergebouw,specifieke uitbreidingenopde zonevreemdebasisrechtentoe,waarbijhettoelatenvaneenbredere waaieraanactiviteiten garantiesbiedtophettoekomstigbehoud,onderhoudenbeheer vanhetpatrimonium. Naastdebestaandefuncties(wijnhandel,seminariecentrum,wonen)kunnenookandere laagdynamischefunctiesvoorzienworden.Binnendebestaandegebouwen wordenlaag dynamischeactiviteitenalsnevenfunctietoegelaten.Bijiederefunctiezaleengrondige afwegingvandemobiliteitseffectenendemogelijkeimpactopnatuurenlandschapende erfgoedwaardevandegebouwen moetengebeuren.

 

DehorecaaandeRupeldijk,gelegen in agrarisch gebied(nietkwetsbaar),heefteengroot toeristisch-recreatiefpotentieelenisstrategischgelegen aandeveerdienstende fietsroutesoverdeRupeldijk.Ditpotentieelzalverdertoenemendoorhetdoortrekkenvan dezefietsroutes,hetverderbenuttenvandemogelijkhedenvanpersonenvervoeroverwater endeontwikkelingvandeElectrabelsite.Dehorecavoorzieningenwordendanook ondersteundenkunnendeactiviteitenhierverderzettenenuitbouwen.Demogelijkheden omverderuittebreidentenopzichtevandebestaandetoestandzijnhierbeperkt,maarhet RUPbiedtwelmogelijkhedenomdebestaandeactiviteitentebehouden.

 

BernArt

DeevenementenlocatieBernArt(Tolhuisstraat 70)isvolgenshetgewestplanbestemdals industriegebied.Desitekentmomenteeleengemengd gebruikalskunstgalerij, congrescentrumenfeestzaal.Deachterstegebouwen wordengebruiktalsopslagruimte. Hetbehoud vandefunctiealsevenementenlocatie(feestzaal,congrescentrum, kunstgalerij…)isopdezelocatieteverantwoorden.Reedsin dejaren’70werden kunsttentoonstellingen,vernissages enreceptiesgeorganiseerd.Hetondersteunenvan toeristisch-recreatievefunctieslangsdeTolhuisstraatisin overeenstemmingmetdevisie vanhetgemeentelijkruimtelijkstructuurplan.Hetperceelheeftreedseenharde bestemmingenisgrotendeels bebouwd,maareenverdereuitbreidingvanbebouwingin openruimteisnietaangewezen.

 

HistorischebebouwingLaarhofstraat

DeoudehoeveLaarhofstraat61(Hopfiguur30)werdin 2016dooreenbrandverwoest.Op 18.09.2017werddoorhetCollegevanBurgemeesterenSchepeneneenvergunning toegekendvoorhetherstellenenverbouwenvandehoevetotwoningenrestaurant.Gezien hetzonevreemdekaraktervandegebouwen (huidigegewestplanbestemmingbuffergebied) zijnbeperkteuitbreidingenin functievanhetrestaurantmomenteelnietmogelijk.HetRUP biedtdemogelijkheidomdezonevreemdebasisrechtenbeperktuittebreiden, waarbijhet vrijwarenvandeerfgoedwaardeoplangetermijneenbelangrijkelement vormt.Beperkte uitbreidingsmogelijkhedenvoorhetrestaurantendewoningenkunnenvoorzienworden. Hierbijkangedachtwordenaanhetverbindenvandevolumes,deaanlegvaneenterras, aanlegvaneenbeperktaantalparkeerplaatsen… Deerfgoedwaardevandenaastgelegenkapelkanbijdragentotdebelevingvanbezoekers vanhetrestaurant,bijvoorbeelddoorzichttenemenvanuithetgebouwofeenbuitenterras. Omdebeperkteparkeerdrukvanhetrestaurantende3vergundewoningenoptevangen wordteenbeperktaantalparkeerplaatsen(max.15) toegelaten.

Toekomstgerichtkunnenookandere laagdynamischefunctiestoegelatenworden,op voorwaardedatzeverenigbaarzijnmetdeerfgoedwaardeeninpasbaarzijnin het landschap.Hierbijkangedachtwordenaanrecreatievebestemmingenzoalslogies, culturelebestemmingenzoalstentoonstellingsruimteofkleinschaligebedrijvigheidzoals vrijeberoepenofbeperktehandel. DebuffernaarAirLiquideismomenteelovergedimensioneerdenwordtteruggebrachtnaar eenbreedtevan10m.Debufferzonewordtherbestemdnaar gemengd open ruimtegebied . Ditsluitaan bijhethuidigegebruikenbiedthetrestaurantdemogelijkheidomzelfeendeelvanhun productenteverbouwen.Gezienhetafgeslotenenversnipperdekaraktervandezoneten oosten vandeLaarhofstraatzijndemogelijkhedenvoorberoepslandbouwbeperkten kunnenhierookkleinschaligeserresenmicrolandbouwtoegelatenworden.

 

Reorganisatie recreatiezone Kapelstraat

Contextenvoorstudie

Eenaantalontwikkelingenmetbetrekking totsportinfrastructuurin degemeenteSchelle hebbengeleidtoteenonderzoek naareengeschiktelocatievooreenclustering van sportfuncties. Hetbetreft:

       DenoodzaakaanvernieuwingvandesporthalScherpenstein,diebouwkundigentechnisch verouderd is,energetischnietaandehedendaagseduurzaamheidseisenvoldoetendeels zonevreemd ligtdoorzijnliggingin parkgebied.

       Deherlokalisatievandesporthal(basketbalclub)uitsiteKattenberg.

       Dehuidigesporthalis verouderd entekleinvoordeorganisatievantweecompetitieveldenvoorbasketbal. Herbouwopdehuidigelocatieisnietgewenst eneenherlokalisatiedringtzichop.

 

Uitditontwerpendonderzoek wordtgeconcludeerddatdevoorkeurgaatnaardebouwvan eennieuwesporthalaansluitendbijdesportclusteraandeKapelstraat.Omdesporthalop devoorkeurslocatietekunnenoprichteniseenherziening vanhetbestaandeRUP RecreatiezoneKapelstraat(zie5.2.3)noodzakelijk.Deherziening wordtopgenomenin het voorliggendeRUPTolhuis.

 

Vanhetuitgebreidealternatievenonderzoek(bijlage)kunnenvolgendebelangrijkepunten samengevatworden:

DevalleivandeBenedenvlietmoetterugruimtekrijgen.Doordetweesporthallenin Schelle teherlokaliseren,kannietenkeldesiterondScherpensteinvolledigonthardworden,maar kansiteKattenberg(inclDelhaize)volledigherzienwordenenkunnendevergundeen volledigverharde parkings hierookoptermijnteruggegevenwordenaandeVlietvallei. Detweedeaanzet ishetontwikkelenvanééngezamenlijkesportcluster,wat ruimtebesparendkanzijn.Bijversnipperingvandesportclusters(huidigesituatie)zijner, bijelkezoneapart,verschillendevoorzieningen nodig,gaandevanparkeermogelijkheden, kleedkamers,totcafetaria’s,…MetéénsportclusteraandeKapelstraatwordende voorzieningen geclusterdengedeeld.OokdesportvoorzieningenvangymclubCreativa kunnenmeeondergebrachtwordenin denieuwesporthalwaardoordegymclubeindelijk eensportzaalkangebruiken dievoldoetaanhun(inter)nationaalniveaumetvoldoende ruimteenvrijehoogte. Eencruciaalelement,isdesynergietussendeverschillendedelen. Doorhetaanpassenvandebegrenzingvandehuidigerecreatiezonevastgesteldin hetRUP van2007,wordtderecreatiezonecompacter.Ditheefttotgevolgdatdevrijgekomenruimte

demogelijkheidbiedtomaanlandschapsinrichtingtedoenenwaterzoveelmogelijkruimte tegeven.Hetnoordelijkesportveldkanterugzijnorigineelreliëfkrijgenenopdezemanier terugaannatuurgegevenworden.Doordeverlaging,kunnendezegrondenbijcalamiteiten overstroomdwordenenterugdeeluitmakenvanhetwatersysteemvandeMaeyebeekende Benedenvlietindienzeoverstromen.Echterblijftlandbouwweldecentrale functieén bestemmingvoordezegronden.

 

Delocatievanhetgebouwopdezeplekheeftheelwatnatuurtechnischevoordelenen belemmert dewoonkwaliteithetminst,zokanhetgebouweenbufferzijntussende hoogdynamischesportvelden(metlicht-engeluidspollutie)t.a.v.debeekvalleienhabitats in hetnatuurgebied.Door verplicht natuurinclusieftebouwenkanennogbetere connectiegemaakt wordennaarhetnatuurgebied:groenegevelsmetaandachtvoorvogelkasten ,vleermuizen,…Dezelocatieheeftbovendien demogelijkheideenbetere indelingvanhet gebouwterealiseren(oaeenvlotte,verkeersveiligetoegangnaardeparking) Uitdeanalysevanverschillendelocatieskomtdehuidigesportclusteralsbestelocatievoor eennieuwesporthalnaarvoor.

 

Reikwijdte

DereikwijdtevanhetRUPbeperktzichtotdegebiedenmetrecreatievedoeleinden zoalsde sportclusteraandeKapelstraatendehorecazakenaandeTolhuisstraattussendeRupeldijk totaanderandvanhetwoongebiedvanSchelleaandezoalsaangeduidophetgewestplan. Degrenzenwordenverdergedetailleerdtotopperceelsniveauomlogischerandente krijgen.

Dezuidoostelijkegrensvandeelgebied4wordtgevormddoordehoogspanningsleidingdie erbovenlooptendeondergrondseleidingvanAirLiquide.

 

Detailleringsniveau

HetRUPheefttotdoelhetopenpolderlandschapennatuurwaardentebeschermendoor alleenderecreatievedeelgebiedenoptenemen.Hetgewestplanblijftgeldenin het waardevolagrarisch landschaprondomwaardoorergeenverdereontwikkelingenin mogelijkzijn.HetRUPlegttotopperceelsniveaubestemmingenenstedenbouwkundige voorschriftenvast. Hetdetailleringsniveauvandevoorschriftenisvoorallezonesgelijk.Elkkadastraalperceel in hetRUPkrijgteenpassendebestemmingmetbijhorendevoorschriften.

 

MetdeinwerkingtredingvanhetbesluitvandeVlaamseregeringvan17 februari2017 waarindeinwerkingtredingvanhetdecreet omtrent‘integratieplan-MERbijruimtelijke uitvoeringsplannen’werdvastgelegd,wordendeplanmilieueffectrapportageenandere effectbeoordelingenin hetplanningsprocesvaneenruimtelijkuitvoeringsplangeïntegreerd. Indeeerstefase,namelijkdestartnota,wordtnagegaanofhetplanofprogramma aanzienlijke effectenkanhebbent.o.v.debestaandesituatievoormensenmilieu.Inhet gevalergeenaanzienlijke milieueffecten kunnenzijnengeenMERvereistis,volstaat een onderbouwingenmotiveringin destartnota(eenonderzoek totMER).Inhetgevalerwel aanzienlijke milieueffecten verwachtwordeneneenMERvereistis,wordteenbeschrijving vandeteonderzoekeneffectenenvandeinhoudelijke aanpakvandeeffectbeoordelingen, metinbegripvandemethodologieopgenomenin destartnota.

 

Erkangesteldwordendatergeenbetekenisvolleeffectenzullenzijntenopzichtevaneen habitat-envogelrichtlijngebied.HetRUPisdusnietvanrechtswegeplan-MER-plichtig.Het valtechterwelonderhettoepassingsgebiedvanhetDABMenermoetderhalveonderzocht wordenofergeenaanzienlijke milieueffecten zijntengevolgevanhetRUP.Ditonderzoek (= milieuscreening)istevindenin descopingnota.

 

Tijdens het openbaar onderzoek werden volgende adviezen ontvangen:

       Fluxys

       Provincie Antwerpen

       Sport Vlaanderen

       Departement Landbouw

       Departement Omgeving

       OVAM: na het einde van het openbaar onderzoek ingediend, en had geen inhoudelijke bezwaren of opmerkingen

 

Tijdens het openbaar onderzoek werden 19 bezwaarschriften ontvangen waarvan 6 dezelfde inhoud delen.

De Gecoro heeft de ingediende adviezen en bezwaren gebundeld en behandeld en bracht in zitting van 4 juni 2025 advies uit aan de gemeenteraad.

De gemeenteraad neemt kennis van het advies van de Gecoro. Het advies van de Gecoro wordt gevolgd, met uitzondering van de volgende punten:

 

1. De maximale grondoppervlakte van de sporthal te beperken tot 3000m² en de sporthal buiten de watergevoelige zone met middelgrote kans op overstromingen te plaatsen.

De gemeenteraad kan zich vinden in het feit dat de sporthal groot gedimensioneerd is. In de voorschriften wordt de maximale grondoppervlakte beperkt van 4500m² tot 4000m². Echter blijkt uit ontwerpend onderzoek dat door het vervangen van de verschillende sporthallen (Scherpenstein, Kattenberg én tumbling in de school), wel degelijk dergelijke grote sportinfrastructuur noodzakelijk is. De nieuwe sporthal wordt gebouwd volgens de hedendaagse normen van de sportfederaties waardoor er officiële wedstrijden gehouden kunnen worden. Er is aandacht in het ontwerp naar de vrije hoogte, maar ook naar ruimte achter het veld in functie van uitloop en bezoekers. Er is een leidraad opgemaakt in samenspraak met de sportverenigingen, de sportraad en clubs. Volgende afbeelding geeft weer hoe er in het ontwerpend onderzoek gekozen is voor gedeelde velden, stapeling en compacte indeling om een zo klein mogelijke sporthal te bekomen.

 

Figuur 1: ontwerpend onderzoek grootte sporthal

Bovendien zal er bij de aanbesteding van de design and build extra gequoteerd worden op de grootte én hoogte van de sporthal: een kleinere footprint zal zwaarder doorwegen in de gunning van de sporthal.

 

2.De hoogtes van de sporthal te reduceren en stelt voor om de kroonlijst vast te leggen op 12m gemeten van het laagste niveau en slechts gedeeltelijk een ophoging tot 14,5m toe te laten over maximaal 50% van de totale oppervlakte.

De gemeenteraad volgt het advies van de gecoro en past de voorschriften aan zodat de sporthal minder hoog gebouwd kan worden. Echter blijkt, uit analyses van de toekomstige sporten die in de sporthal komen, dat de maximale hoogte van 14,5m noodzakelijk is voor de sportactiviteiten die plaatsvinden de sporthal (en 16m voor maximaal 1/4e van het dakoppervlakte). Vanuit de studie blijkt dat de hoogte wel degelijk nodig is door het stapelen van de verschillende functies en door de grondoppervlakte te beperken. Dergelijk volume is noodzakelijk als gevolg van het grote aantal functies en sporten.

De gemeenteraad wil bovendien dat de luchtgroepen of andere technische installaties op het dak verborgen geïnstalleerd dienen te worden zodat ze visueel niet zichtbaar zijn.

Zoals bij de grootte, zal er bovendien bij de aanbesteding van de design and build extra gequoteerd worden op de grootte én hoogte van de sporthal: een kleinere footprint en beperkte hoogte zullen zwaarder doorwegen in de gunning van de sporthal.

 

3.De bouw van de sporthal moet ook buiten de valleizone gehouden worden. De gecoro verwijst naar haar vorige adviezen waarbij het locatieonderzoek opnieuw dient te worden bekeken met inachtname de voorwaarden zoals hiervoor gesteld. De gecoro merkt op dat het natuurinclusief bouwen niet als streefdoel maar als voorwaarde dient opgenomen te worden. De gecoro merkt ook op dat bij de beoordeling van de voorstellen van gebouwen bij de design and build, best ook een expert natuurinclusief bouwen wordt opgenomen.

De gemeenteraad wijst er op dat de term Maeyebeekvallei niet bestaat. De Maeyebeek is een waterloop die door de polders loopt, en absoluut geen vallei vormt. De omgeving is een volledig kunstmatig landschap dat vormgegeven is door de kunstmatige ophoging van de Electrabelsite. De waterloop mondt uit in de Vliet, wat wel als vallei beschouwd kan worden. Dit heeft geen automatisch gevolg dat de Maeyebeek ook een valleigebied wordt. Al op de Vandermaelenkaart stond er reeds duidelijk dat de omgeving een polder (Poldre de Schelle) is. Ook op de Ferrariskaart is de omgeving duidelijk een polderlandschap in agrarisch gebruik en bossen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 2: topografische kaart Vandermaelen (1846-1854)

De gemeente wil het landschap hier opwaarderen, bijcreëren en herwaarderen. Bijkomende ruimte voor water creëren aan de Vliet bij de Delhaize is alleen mogelijk met dit planvoornemen waardoor de oude, versleten sporthallen vervangen worden. Zo kan Schelle het Landinrichtingsplan (LIP) van de VLM uitvoeren en meer open ruimte maken. Wanneer de parking aan de Delhaize verdwijnt en onthard wordt, verdwijnt er 3.500m² aan verharding, bij de sloop van Scherpenstein én bijhorende parking, verdwijnt er 6.750m² aan verharding. Gecumuleerd verdwijnt er 10.250m² aan verharding! Door de nieuwe sporthal bij de bestaande sportvoorzieningen te plaatsen, wordt er geclusterd en daalt het ruimtebeslag.

In het RUP is een uitgebreid locatieonderzoek gevoerd waaruit blijkt dat deze locatie de meest geschikte locatie is in Schelle. Ook binnen deze locatie zijn er verschillende locaties en alternatieven onderzocht. De voorschriften worden aangepast zodat er niet alleen gestreefd wordt naar natuurinclusief bouwen, maar dat het verplicht wordt om natuurinclusief te bouwen. Zie ook puntje 5 hieronder. In het planteam van de sporthal zal bij de design and build ook een expert natuurinclusief bouwen deelnemen.

 

4.De gecoro stelt daarbij dat voor de bouw van de sporthal een afstandsperimeters dient te worden opgenomen tav de overstromingsgevoelige zones met middelgrote kans op overstroming, zoals aangegeven op de watertoetskaarten (zie Geopunt Vlaanderen). De gecoro merkt dat deze afstandsperimeter minimaal 5m moet zijn.

De gemeenteraad volgt het advies van de gecoro en is van mening dat de sporthal buiten de zone met middelgrote kans op overstromingen gebouwd dient te worden. De gemeente merkt op dat in de voorschriften reeds staat dat de sporthal minimum op 10m moet staan van de zonegrenzen naar het bos -en agrarisch gebied en dat deze 10m zou moeten volstaan. De voorkeurslocatie van de sporthal wordt dus buiten de overstromingszone met middelgrote kans voorzien. Daarboven staat de sporthal op pilotes zodat er geen ruimte voor water wordt ingenomen.

De gemeente constateert dat de Maeyebeek een waterloop is van 2e categorie en dus onder het beheer van de provincie valt. Echter heeft de provincie geen recente waterstudie die aangeeft dat de omgeving effectief zo watergevoelig is. Twee onafhankelijke studies van Antea uit 2024: “Waterhuishouding Interescaut te Schelle” en vooral het addendum “Waterbergingsvolumes”geven weer dat de zone van de sporthal niet structureel watergevoelig is, en dat de risico’s gekend, beperkt en beheersbaar zijn. Deze conclusies van Antea worden onderbouwd aan de hand van volgende vaststellingen:

       Het gebied ligt niet permanent onder water: het maaiveldpeil ligt hoger dan het berekende overstromingspeil.

       Er zijn geen fluviale overstromingen: de omgeving van de Maeyebeek kent geen overstromingen door de Schelde of andere grotere waterlopen.

       Pluviale gevoeligheid beperkt tot T100-scenario’s: overstromingsrisico’s doen zich enkel voor bij uitzonderlijke neerslagpieken met een terugkeerperiode van 100 jaar in toekomstig klimaat. De gevoeligheid betreft geen permanente waterverzadiging, maar modelmatige risicocontouren. Op basis van die kaarten, lijkt de voorkeurslocatie van de sporthal niet in dergelijk overstromingsgevoelig gebied te liggen. Bovendien zijn deze kaarten strenger dan de huidige gehanteerde kaarten. Dit wil zeggen dat ook met de worst-case scenario’s rekening gehouden wordt.

       Natuurlijke buffering i.p.v. stagnatie: het water wordt tijdelijk geborgen en niet gestagneerd. Het volume dat in deelzone A (gebied ten noorden van de sportcluster) kan worden opgevangen bij een bepaald waterpeil is significant. Dit maakt van de zone een natuurlijk buffervlak dat juist kansen biedt voor meervoudig ruimtegebruik, zoals een sportcluster, op voorwaarde van een aangepaste inrichting (bv. verhoogd vloerpeil, infiltratiezones, open buffering).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 3: volumestudie ingetekend op kaart T100 fluviaal     Figuur 4: kaart T100 pluviaal

 

De inplanting van de sporthal valt buiten de watergevoelige zone volgens de waterkaarten T100

Op de kaart werd een bouwvolume met een footprint van 4.000 m² ingetekend. Hieruit blijkt dat de footprint van het gebouw buiten de watergevoelige zone valt

 

5.De gecoro merkt op dat de sporthal moet ontworpen worden als een buffer naar de naastgelegen bestemmingszones. In de voorwaarden dient opgenomen te worden dat aan deze grenszijde geen (gemotoriseerd) verkeer kan toegelaten worden en dat noch geluids- noch lichtverontreiniging (hoe klein ook) kan worden toegestaan. Nooduitgangen zijn van de sporthal worden evenwel toegestaan.

De gemeenteraad volgt het advies van de gecoro en past de voorschriften aan zodat de ruimte tussen de sporthal en het bos -en agrarisch gebied alleen dient als brandweg of vluchtweg en geen ander verkeer of wegenis toelaat. De voorschriften worden aangepast zodat er niet alleen gestreefd wordt naar natuurinclusief bouwen, maar dat het verplicht wordt om natuurinclusief te bouwen. Op deze manier kan de sporthal een echte buffer worden tegen geluid -en lichtverontreiniging vanuit de rest van het recreatiegebied.

 

6.In kader van de visuele hinder wordt gesuggereerd om de sporthal ook meer een landschappelijke invulling te geven met naast het louter natuur inclusief bouwen ook een landschappelijke invulling van de omgeving met aanplant van oa. hoogstammig levendig groen.

De gemeenteraad volgt het advies van de gecoro en past de voorschriften beperkt aan zodat de sporthal verplicht natuurinclusief gebouwd moet worden. De sporthal moet landschappelijk ingepast te worden in de omgeving door middel van hoogstammige bomen zodat het past binnen een landschapspark/bocagelandschap. Op deze manier ontstaan er zogenaamde landschapskamers die visuele hinder beperken. Bovendien zal er bij elke omgevingsvergunning een landschapsplan toegevoegd moeten worden om te kunnen oordelen naar de landschappelijke inpassing van de werken.

 

 

 

 

 

Figuur 5: volumestudie met landschappelijke inpassing dmv bocage landschap

 

7.Er werd geen juridisch planologische verankering opgenomen voor zowel het afgraven van de 3ha vliegas, de afbraak van Scherpenstein (incl. parking) en de verplaatsing van Delhaize. De gecoro motiveert de gemeenteraad deze verankering op één of andere wijze juridisch te laten opnemen (vb. door een engagementsverklaring), opdat zekerheid wordt geboden dat de vooropgestelde voorwaarden effectief worden uitgevoerd. De gecoro stelt daarbij ook dat binnen het RUP de overeenkomsten met de private partijen worden toegevoegd waarbij deze zekerheden worden bestendigd. De gecoro vraagt ook een gemeenteraadsbeslissing op te nemen dat bij nieuwbouw van de sporthal binnen de recreatieve zone Kapelstraat, de Sporthal Scherpenstein (met uitzondering van de kantine), maar met inbegrip van de volledige naastgelegen parkeerzone, wordt verwijderd. Deze besluiten en overeenkomsten moeten inherent deel uitmaken van de besluitvorming van het RUP en dienen dusdanig ook opgenomen worden als onderdeel van het RUP.

De gemeenteraad kan zich vinden in het besluit van de gecoro. De andere sporthallen zijn niet gelegen binnen de plancontour van het RUP waardoor er geen uitspraken over gedaan kunnen worden die effectief leiden tot de afbraak van de bestaande verhardingen. Het bestuur engageert zich om, na de definitieve oplevering van de nieuwe sporthal, de oude sporthal van Scherpenstein mét bijkomende verharding van parkeerplaatsen te slopen en ontharden, net als de site van de Delhaize (= 6.750m²+3.500m²). Het bestuur volgt hiermee ook de geformuleerde intenties van het Landinrichtingsplan fase 2 . De afgraving van vliegas is opgenomen in de Bronwfieldconvenant van de Electrabelsite. Daarenboven is de sporthal en parking van Scherpenstein zonevreemd. Deze sporthal wordt zeker afgebroken omdat ze bouwfysisch niet meer in staat is om nog lang(er) te gebruiken. De stabiliteit is aangetast, ze voldoet niet meer aan de normen opgelegd door de sportfederaties, de klimaatdoelstellingen zijn dermate geëvolueerd dat het zo goed als onmogelijk is om ze nog te halen. Kortom de sporthal is te oud en versleten, opwaarderen is door de staat en de ligging niet meer mogelijk.

 

In de omgeving van deze oude sporthal is de VLM bezig met de Vliet op te waarderen en ecologischer te maken. Dit landinrichtingsplan (LIP) fase 2 vormt de tweede fase en wordt opgemaakt voor het dorpshart Schelle, de abdij van Hemiksem en Maaienhoek het open ruimte gebied van Schelle en wordt uitgewerkt via een samenwerkingsverband tussen meerdere partners (onder meer VLM, gemeenten Hemiksem en Schelle, provincie, VMM, De Vlaamse Waterweg nv,…) Dit plan zorgt voor een grote, aaneengeschakelde open ruimte met veel minder verharding en ruimtebeslag. Ook in dit plan is de bestaande parking van Scherpenstein volledig onthard. Bovendien wordt de Maeyebeek tot aan de Vliet volledig opengewerkt. Deze werken zijn reeds begroot in het LIP en wachten op uitvoering. De parking kan slechts aangepakt worden wanneer de sporthal effectief verdwenen is.

 

8. De nabestemming recreatie kan voor het recyclagepark behouden blijven. De gecoro wenst wel aanpassingen aan de voorschriften zodat alleen buitensporten gerealiseerd kunnen worden zoals bijvoorbeeld een skatepark en dit in aanvulling. De gecoro wil niet dat de ruimte gebruikt wordt voor bijkomende parkeerplaatsen. Voor de zone dienen aanvullende voorschriften gecreëerd te worden die instaan voor een minimale ontharding en een landschappelijke inpassing.

 

De gemeenteraad volgt het advies van de gecoro en past de voorschriften beperkt aan zodat op de nabestemming alleen buitensporten mogelijk zijn. Verder wenst de gemeenteraad de voorschriften voor het hele recreatiegebied gelijk en uniform houden. Voor de nabestemming gelden dezelfde voorschriften en is verharding enkel mogelijk voor het strikt noodzakelijke en wordt het zo veel mogelijk beperkt.

 

9.In de toelichtingsnota dienen alle verwijzingen naar ‘gemend open ruimtegebied’ nagekeken te worden en indien nodig aan te passen. De gecoro adviseert wel om de in de voorschriften de gebiedscategorie aan te passen naar ‘Overig groen’ zodat de voorschriften meer afgestemd worden op de gewestelijke typevoorschriften.

De gemeenteraad volgt het advies van de gecoro en kijkt de verwijzingen naar ‘gemend open ruimtegebied’ na, samen met de gebiedscategorieën zodat de voorschriften meer passen binnen de gewestelijke typevoorschriften.

 

10.De oppervlakte van de parkeerzone (thv de Tolhuisveer) dient aangepast te worden in de voorschriften naar maximaal 2000m². Ook dient in de voorschriften uitdrukkelijk opgenomen te worden dat de nieuwe parking er alleen kan komen als de bestaande parking op de Rupeldijk verdwijnt en dit louter ten belope van de herplaatsing van het huidig aantal parkeerplaatsen op de dijk. Ook dient opgenomen te worden dat enkel ingeval er een waterbus of oversteekplaats wordt gerealiseerd de uitbreiding kan worden voorzien tot 2000m².

De gemeenteraad volgt het advies van de gecoro en past de voorschriften beperkt aan zodat de parkeerplaatsen er slechts kunnen komen op het moment dat de bestaande parking op de Rupeldijk verdwijnt. Er kunnen alleen bijkomende parkeerplaatsen gerealiseerd worden wanneer uit een onderbouwde parkeerstudie aangetoond wordt dat er bijkomende parkeerplaatsen nodig zijn. Dit kan bijvoorbeeld zijn door de uitbreiding van het transport over water (bijvoorbeeld door de Waterbus).

 

11.Wijzigingen op het grafisch plan: legende aanpassen waarin deelgebieden juist aangeduid zijn, en “A” en “B” benoemen.

De gemeenteraad volgt het advies van de gecoro en past de legende op het grafisch plan aan.

 

12.De gebiedscategorie van deelgebied 2 aan te passen naar ‘overig groen’ in plaats van landbouw zodat de toegelaten functies meer passen binnen de gewestelijke typevoorschriften.

De gemeenteraad volgt het advies van de gecoro en past de gebiedscategorie aan van deelgebied 2 zodat de voorschriften meer passen binnen de gewestelijke typevoorschriften.

 

13.De voorschriften voor deelgebied 1 aan te passen zodat de zone boven de sportcluster effectief de bestemming én gebiedscategorie landbouw krijgt. De percelen zorgen voor compensatie aan landbouwgrond en dienen als dusdanig bestemd te worden.

De gemeenteraad volgt het advies van de gecoro en past de gebiedscategorie aan van deelgebied 1 zodat de voorschriften meer passen binnen de gewestelijke typevoorschriften voor agrarisch gebied.

 

14.Te verduidelijken in de voorschriften en toelichtingsnota: de basisrechten voor zonevreemde constructies zijn maximaal van toepassing (vb. plaatsing serre binnen een straal van max. 30m rond het gebouw).

De gemeenteraad volgt het advies van de gecoro en past de voorschriften beperkt aan van art. 8: “Gemend open ruimtegebied” zodat het duidelijker wordt dat ook in dit gebied dezelfde regels gelden als in het Vrijstellingenbesluit.

 

15.Binnen de voorschriften van de recreatiezone (incl; sporthal) dient het STOP-principe opgenomen te worden.

De gemeenteraad volgt het advies van de gecoro en vult de voorschriften van artikel 2: “Zone voor dagrecreatie” aan met het STOP-principe. Binnen het ontwerp krijgen de minst vervuilende en belastende mobiliteitsstromen prioriteit. Eerst stappen, dan trappen, openbaar vervoer en personenwagen. Binnen dit principe moeten alle maatregelen worden genomen om de veiligheid, het comfort en de doorstromingsmogelijkheden van al deze weggebruikers respectievelijk te verbeteren.

 

16.Binnen de voorschriften voor zone voor wegenis dient een maximale verhardingspercentage opgenomen te worden van 50% overeenkomend met de huidige verharding. De niet verharde zone dient met levendig groen en inheemse aanplant te worden ingericht.

De gemeenteraad volgt het advies van de gecoro en past de voorschriften aan voor de openbare wegenis in deelgebied 3 waar er een groot deel is bestemd naar openbare wegenis. Op het grafisch plan wordt hier een overdruk toegevoegd waaruit volgt dat er maximaal 50% van dit deel verhard kan worden. Dit is vandaag ook de bestaande situatie. De andere 50% zal verplicht groen ingericht worden.

 

Hetdefinitiefvasttestellenontwerpvanhetgemeentelijkruimtelijkuitvoeringsplan

'Tolhuis'bevatvolgendestukken:

       toelichtingsnota;

       procesnota;

       stedenbouwkundigevoorschriften;

       planbestaandetoestand;

       grafischplan;

       Vrijstellingopmaakplan-MER

 

Financiëleweerslag

Geenfinanciëleweerslag

 


 


 


 


 

Beslist:

Met 14 stemmen voor (Rob Mennes, Axel Boen, Vera Goris, Stan Scholiers, Arne Vergauwen, Rita Jacobs, Chantal Jacobs, Kris Huyck, Lindger Boen, Stijn Van Hoofstat, Jef Gys, Inez Van den Berge, Karen De Pauw en Philip Lemal), 4 onthoudingen (Koen Vaerten, Wannes Van Havere, Koen Van de Wouwer en Myriam Baeyens)

Artikel 1:

Hetgemeentelijkruimtelijkuitvoeringsplan'Tolhuis'wordt definitief vastgesteld.

Artikel 2:

Het definitief vastgestelde voornoemd ruimtelijk uitvoeringsplan wordt door het college van burgemeester en schepenen per beveiligde zending bezorgd aan de deputatie van de provincie Antwerpen en aan de Vlaamse Regering.

 

Publicatiedatum: 02/10/2025
Overzicht punten

Definitieve vaststelling kerkenbeleidsplan - goedkeuring. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Juridische gronden

Eredienstendecreet: Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten;

Het onroerend erfgoeddecreet, houdende toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst van 12 juli 2013 vermeldt in artikel 8 dat, uit adviezen, in een langetermijnsvisie op de gebouwen van de eredienst in de gemeente of provincie moet blijken dat het gebouwen voor de eredienst blijven. In de praktijk wordt enkel gevraagd naar de visie over de parochiekerk waarvoor de subsidies worden aangevraagd. Volgens Het Agentschap Binnenlands Bestuur is het wel aan te bevelen dat de gemeente een globale visie ontwikkelt die alle parochiekerken omvat, maar het is geen subsidievoorwaarde;

Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 betreffende de uitvoering van het onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 vermeldt in artikel 11.2.11 dat een verhoogde erfgoedpremie van 80% wordt toegekend voor het beheer van of voor werkzaamheden of diensten aan of in beschermde monumenten die bestemd zijn voor een erkende eredienst op voorwaarde dat er een actueel kerkenbeleidsplan bestaat op het grondgebied van de gemeente of regio in kwestie;

Decreet van 10 november 2022 tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, het decreet van 12 juli 2013 houdende toekenning van subsidies voor gebouwen van de eredienst, gebouwen voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en crematoria en het onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, wat betreft de eventuele her- of nevenbestemming van parochiekerken;

 

Feiten en context

        Een kerkenbeleidsplan legt de toekomstvisie vast van elke parochiekerk binnen de gemeente. Een sterk onderbouwd en gedragen kerkenbeleidsplan vormt de vertrekbasis voor de zoektocht naar een goede invulling. Het kerkenbeleidsplan moet klaar zijn vóór het indienen van de meerjarenplannen van de kerkfabrieken. De meerjarenplannen van de kerkfabrieken moeten ingediend worden 6 maanden na de installatie van de gemeenteraad. Concreet betekent dit dat de kerkenbeleidsplannen goedgekeurd moeten zijn tegen 2 juni 2025.

        Ingevolge de toevoeging van het artikel 33/2 (met inwerkingtreding vanaf 1 januari 2025) aan het eredienstendecreet, maakt het kerkenplan verplicht deel uit van het meerjarenplan van de kerkraden. Het kerkenbeleidsplan, of de ondertekende bevestiging van een bestaand kerkenbeleidsplan, is niet ouder dan zes maanden als het meerjarenplan wordt ingediend. Als dat nog niet het geval is op het ogenblik dat het meerjarenplan wordt ingediend, dan kan de gemeenteraad in het meerjarenplan investeringsuitgaven voor het gebouw van de eredienst waarvoor er geen overeenstemming bestaat over de toekomstige functie opschorten tot het ogenblik dat er een aangepast meerjarenplan wordt goedgekeurd dat wel gebaseerd is op een nieuw of herbevestigd kerkenbeleidsplan.

        Het kerkenbeleidsplan bevat minstens:

        een beschrijving van de betrokken kerken, met hun cultuurhistorische waarde, hun beschermingsstatuut en hun bouwfysische toestand;

        informatie over de eigendomstoestand;

        de situering van elke kerk in zijn ruimtelijke omgeving;

        een beschrijving van het actuele gebruik en de actuele functie van de betrokken kerken;

        een onderbouwde visie op het toekomstige gebruik en de toekomstige functie van de betrokken kerken, inclusief een plan van aanpak over de wijze waarop de toekomstige invulling (eredienst, valorisatie, medegebruik, neven- en herbestemming) kan worden gerealiseerd.

 

Beslist:

Met 18 stemmen voor (Rob Mennes, Axel Boen, Vera Goris, Stan Scholiers, Arne Vergauwen, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Chantal Jacobs, Kris Huyck, Lindger Boen, Stijn Van Hoofstat, Jef Gys, Inez Van den Berge, Wannes Van Havere, Karen De Pauw, Koen Van de Wouwer, Myriam Baeyens en Philip Lemal)

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt het kerkenbeleidsplan zoals bijgevoegd in bijlage goed.

 

Publicatiedatum: 02/10/2025
Overzicht punten

Pidpa Overdracht 277 A-aandelen van de stad Antwerpen - goedkeuring. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Feiten en context:

De gemeente is deelnemer aan de opdrachthoudende vereniging Pidpa. De stad Antwerpen is in het bezit van 277 A-aandelen en 692 B-aandelen in Pidpa. De gemeenteraad van de stad Antwerpen heeft in zitting van 24 februari 2025 besloten dat de stad niet wenst deel te nemen aan de verlenging van Pidpa, en bijgevolg met ingang van 1 januari 2026 zal ophouden deel uit te maken van Pidpa. De raad van bestuur van Pidpa ontving op 20 juni 2025 een brief van de voorzitter van de raad van bestuur in verband met de keuze van de stad Antwerpen om niet deel te nemen aan de verlenging van Pidpa en de daarmee verband houdende overdracht van de door de stad aangehouden aandelen.

 

Hierbij worden de 277 A-aandelen aan de gemeentelijke deelnemers aangeboden. Overeenkomstig de statuten van Pidpa, vindt iedere overdracht plaats tegen een bedrag van € 2,50. De gemeente kan intekenen op een pro rata deel van die 277 A-aandelen, waardoor de gemeente haar positie als deelnemer van Pidpa kan versterken.

 

Het aantal A-aandelen dat de gemeente kan overnemen is statutair bepaald en gebaseerd op het officiële bevolkingscijfer van de gemeente op 31 december 2014. De gemeente kan eventueel intekenen op een hoger aantal A-aandelen ingeval één (of meer) gemeentelijke deelnemer(s) haar (hun) recht op het overnemen van A-aandelen niet zou(den) uitoefenen.

 

De statuten bepalen dat de gemeentelijke deelnemers binnen een termijn van 60 werkdagen dienen aan te geven of zij ingaan op het aanbod om het hen toekomende deel van de aangeboden A-aandelen over te nemen.

 

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om in te stemmen met de overname van het aan de gemeente toekomende deel van deze 277 A-aandelen.

 

Historiek:

Brief d.d. 20 juni 2025 zoals door Pidpa ontvangen op 20 juni 2025, waarin de voorzitter van de raad van bestuur de raad van bestuur van Pidpa in kennis stelt van de beëindiging van de aansluiting van de stad Antwerpen bij Pidpa met ingang op 1 januari 2026 en bijgevolg de activering van de respectieve procedures tot overdracht van de 277 A-aandelen en 692 B-aandelen aangehouden door stad Antwerpen.

 

Juridische grond:

De statuten van de opdrachthoudende vereniging Pidpa.

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Financiële aspecten:

Er zijn hieraan financiële aspecten verbonden. Uiterlijk op 31 december 2025 dient een prijs van 2,50 euro per aandeel aan Pidpa te worden betaald. De juiste bedragen zijn pas bekend na het opmaken van het definitieve verdelingsplan.

 

Argumentatie:

 

De gemeente kan met het overnemen van het haar toekomend pro rata deel van die 277 A-aandelen haar positie als deelnemer van Pidpa versterken.

 

Beslist:

Met 18 stemmen voor (Rob Mennes, Axel Boen, Vera Goris, Stan Scholiers, Arne Vergauwen, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Chantal Jacobs, Kris Huyck, Lindger Boen, Stijn Van Hoofstat, Jef Gys, Inez Van den Berge, Wannes Van Havere, Karen De Pauw, Koen Van de Wouwer, Myriam Baeyens en Philip Lemal)

Artikel 1:

Beslist wordt om het aan de gemeente toekomende 'pro rata' deel van de aangeboden 277 A-aandelen over te nemen, nl. 13 aandelen en om de koopprijs ervan te voldoen na beslissing van de raad van bestuur over de verdeling van het aantal aandelen per gemeente.

Artikel 2:

Voor het geval één of meer gemeentelijke deelnemers niet zouden intekenen op een pro rata deel van de aangeboden 277 A-aandelen, wordt tevens beslist om het 'pro rata' deel van de A-aandelen die niet worden overgenomen door die andere gemeente(n) eveneens over te nemen en de koopprijs ervan eveneens te voldoen na beslissing van de raad van bestuur over de verdeling van het aantal aandelen per gemeente.

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit en zal onverwijld een afschrift van deze beslissing bezorgen aan Pidpa, Desguinlei 246 te 2018 Antwerpen.

 

Publicatiedatum: 02/10/2025
Overzicht punten

Arbeidsreglement Gemeentelijke Basisschool ‘De Klim’ - goedkeuring. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gezien de wet van 08.04.1965 tot instelling van de arbeidsreglementen bepaalt dat het schoolbestuur voor haar personeel een arbeidsreglement moet opmaken met daarin een aantal verplichte vermeldingen;

Gelet op het decreet van 27.03.1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding;

Gelet op de wet van 19.12.1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;

Gezien elk personeelslid bij zijn indiensttreding een kopie van het arbeidsreglement dient te ontvangen en ook een kopie van iedere wijziging;

Overwegende de bespreking in het schoolteam en de opmerkingen van de directie;

Overwegende het advies van het onderhandelingscomité van 27.05.2025;

Op voorstel van de voorzitter;

 

Beslist:

Met 18 stemmen voor (Rob Mennes, Axel Boen, Vera Goris, Stan Scholiers, Arne Vergauwen, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Chantal Jacobs, Kris Huyck, Lindger Boen, Stijn Van Hoofstat, Jef Gys, Inez Van den Berge, Wannes Van Havere, Karen De Pauw, Koen Van de Wouwer, Myriam Baeyens en Philip Lemal)

Artikel 1:

Het bestaande arbeidsreglement goedgekeurd in de gemeenteraad d.d. 29.08.2022 wordt opgeheven.

Artikel 2:

Het hierbij gevoegde arbeidsreglement, voor de personeelsleden van de Gemeentelijke Basisschool ‘De Klim’ Provinciale Steenweg 100 te 2627 Schelle, wordt goedgekeurd.

Artikel 3:

Een afschrift van dit besluit ter kennisgeving te bezorgen aan de personeelsleden van de Gemeentelijke Basisschool ‘De Klim’ Provinciale Steenweg 100 te 2627 Schelle.

Artikel 4:

Een afschrift van dit besluit ter kennisgeving te bezorgen aan de Inspectie van de sociale wetten.

Artikel 5:

Een bericht aan te plakken dat aangeeft waar het arbeidsreglement en de reglementaire teksten waarnaar het verwijst, kunnen worden geraadpleegd.

 

Publicatiedatum: 02/10/2025
Overzicht punten

Verwijderen van kledingcontainers op het openbaar domein. - Verworpen

 

De gemeenteraad,

Aanleiding en context

De voorbije maanden is er in Schelle, maar ook in onder andere omliggende gemeenten, een toenemende overlast vastgesteld bij de kledingcontainers die op het openbaar domein staan opgesteld. Niet alleen kleding, maar ook ander huisraad en afval worden rond deze containers achtergelaten. Dit leidt tot:

sluikstorten en vervuiling in de onmiddellijke omgeving;

onveilige en ongezonde situaties door achtergelaten goederen;

extra opruimkosten voor de gemeentelijke diensten;

imago- en leefbaarheidsproblemen in de buurt waar containers geplaatst zijn.

 

Reeds tweemaal bracht onze fractie (N-VA Schelle) dit onderwerp aan op de gemeenteraad in de vorm van mondelinge vragen.

 

• De eerste keer werd door de burgemeester verwezen naar de verantwoordelijkheid van de firma’s die de containers beheren.

• De tweede keer werd door het college bevestigd dat er effectief inbreuken werden vastgesteld en dat er zelfs goederen van personen van ver buiten Schelle werden aangetroffen.

 

Intussen hebben meerdere Vlaamse gemeenten, waaronder Niel, Hove, Stabroek, Dilbeek en recent ook Schilde, beslist om de kledingcontainers volledig te verwijderen om zo de overlast structureel te stoppen.

 

Alternatieven en sociale insteek

 

Het wegnemen van de kledijcontainers betekent niet dat er geen mogelijkheid meer is tot inzameling. Integendeel, er bestaan meer gecontroleerde en duurzamere oplossingen maar ook sociale alternatieven:

 

Huis van het Kind kan initiatief nemen voor inzamelmomenten van kinderkledij voor lokale herverdeling.

• Het OCMW kan maatschappelijke acties organiseren, bijvoorbeeld met lokale verenigingen of scholen: zoals tweedehandsbeurzen of inzamelacties specifiek voor kwetsbare gezinnen.

• Samenwerking met erkende kringwinkels of kringlooporganisaties.

 

Op die manier verdwijnt de overlast op straat, maar blijft de mogelijkheid tot solidariteit en hergebruik wel gegarandeerd

 

Daarnaast:

 

• Kunnen bewoners doorverwezen worden naar het containerpark, waar extra kledingcontainers kunnen voorzien worden en waar textielinzameling onder toezicht gebeurt. • Kan een mobiel inzamelpunt worden voorzien, bijvoorbeeld tijdens de wekelijkse markt. • Kan een structureel systeem van periodieke huis-aan-huisophaling worden uitgewerkt.

 

Beslist:

Met 7 stemmen voor (Rita Jacobs, Koen Vaerten, Chantal Jacobs, Kris Huyck, Wannes Van Havere, Koen Van de Wouwer en Myriam Baeyens), 11 stemmen tegen (Rob Mennes, Axel Boen, Vera Goris, Stan Scholiers, Arne Vergauwen, Lindger Boen, Stijn Van Hoofstat, Jef Gys, Inez Van den Berge, Karen De Pauw en Philip Lemal)

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist dat het college van burgemeester en schepenen de verwijdering van alle kledingcontainers op openbaar domein in Schelle voorbereidt en uitvoert.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad beslist dat het college van burgemeester en schepenen een alternatief inzamelplan uitwerkt, waarbij in overleg met Huis van het Kind, OCMW en/of erkende organisaties (kringloopwinkels, lokale verenigingen) wordt voorzien in laagdrempelige en sociale inzamelmogelijkheden voor kledij.

 

Dit alternatief inzamelplan is nadrukkelijk gekoppeld aan de doelstellingen inzake duurzaamheid en circulaire economie, waarbij de gemeente Schelle inzet op hergebruik, afvalpreventie en samenwerking met sociale en circulaire partners.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad beslist dat het college in overleg met de intercommunale en de kringwinkelorganisaties extra kledingcontainers op het containerpark voorziet, waar permanent toezicht mogelijk is en sluikstort vermeden wordt.

 

Artikel 4:

De gemeenteraad beslist dat het college onderzoekt hoe een structureel systeem van huisaan-huisophaling van textiel kan worden ingevoerd in Schelle (bijvoorbeeld driemaandelijks, zoals onder andere in Dilbeek of via Igean zoals in Schilde), en dit in het inzamelplan opneemt.

 

Artikel 5:

De gemeenteraad beslist dat dit alternatief inzamelplan uiterlijk eind Q4 2025 wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Publicatiedatum: 02/10/2025
Overzicht punten

Deontologische code voor lokale mandatarissen - goedkeuring. - Goedgekeurd

 

De gemeenteraad,

Gelet op het decreet van 2 maart 2023 tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en meer bepaald artikel 39 inzake het aannemen van een deontologische code voor lokale mandatarissen, legislatuur 2025-2030;

Gelet op de aanstelling van de leden van de deontologische commissie door de gemeenteraad d.d. 27.03.2025;

Overwegende dat de deontologische code een weerspiegeling dient te zijn van de centrale waarden voor het bestuur;

Overwegende dat de gemeenteraad zich inzet voor een integer en transparant bestuur;

Overwegende dat de deontologische code een kader biedt voor het gedrag en de verantwoordelijkheden van mandatarissen;

Gelet op het overleg van de leden van de deontologische commissie  over de deontologische code d.d. 12.06.2025;

 

Beslist:

Met 18 stemmen voor (Rob Mennes, Axel Boen, Vera Goris, Stan Scholiers, Arne Vergauwen, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Chantal Jacobs, Kris Huyck, Lindger Boen, Stijn Van Hoofstat, Jef Gys, Inez Van den Berge, Wannes Van Havere, Karen De Pauw, Koen Van de Wouwer, Myriam Baeyens en Philip Lemal)

Artikel 1:

De deontologische code voor lokale mandatarissen wordt als volgt goedgekeurd:

 

1. Inleiding

De Schelse gemeente- en O.C.M.W.-mandatarissen zijn zich bewust van de belangrijke maatschappelijke rol die zij vervullen. Luisterbereidheid, aanspreekbaarheid en dienstbaarheid, in rechtstreeks contact met de bevolking, worden terecht als noodzakelijk en waardevol beschouwd in een hedendaags democratisch bestel. De veelbesproken "kloof" met de burger zal enkel en alleen door middel van een constructieve en op vertrouwen gebaseerde dialoog tussen de bevolking en haar

verkozen vertegenwoordigers worden overbrugd.

 

Het is derhalve essentieel dat de lokale mandataris gemakkelijk bereikbaar en vlot aanspreekbaar is. Hij/zij moet weten welke de vragen en problemen, de noden en behoeften zijn die leven in de lokale gemeenschap. Daartoe dient hij/zij over de nodige instrumenten en middelen te kunnen beschikken die hem/haar in staat stellen adequaat te reageren op de vastgestelde knelpunten en desiderata. Die informerende, bemiddelende, ondersteunende en begeleidende functie - die een bij uitstek sociale dimensie vertoont, met name ten bate van de zwaksten en kwetsbaarste in de samenleving - moet dan ook erkend en positief gewaardeerd worden.

 

Onderhavige "Deontologische code voor lokale mandatarissen" bevestigt die erkenning en waardering, maar verbindt er tevens een coherent geheel van richtlijnen en principes aan dat de mandatarissen in acht zullen nemen bij de uitoefening van hun mandaat en bij hun dienstverlenende activiteiten ten behoeve van de bevolking (art. 1).

 

Die richtlijnen zijn geenszins bedoeld om de samenspraak tussen burger en mandataris te bemoeilijken of te bezwaren, maar strekken er integendeel toe de dialoog te bevorderen door middel van deontologische afspraken en spelregels die duidelijkheid willen scheppen omtrent datgene wat de burger op legitieme wijze kan en mag verwachten van een lokale politieke mandataris. De "Deontologische code voor lokale mandatarissen" vormt aldus een ethisch-deontologisch referentiekader voor het optreden van de lokale mandatarissen en wil bovendien een substantiële bijdrage leveren aan de versterking van de burgerzin en dit door het verbieden van ongeoorloofde tussenkomsten en uiteenlopende vormen van voorspraak en favoritisme. Deze berokkenen grote schade aan het imago en aan de geloofwaardigheid van de politiek en van de instellingen. Veeleer dan een instrument tot controle en sanctionering, vormt de "Deontologische code voor lokale mandatarissen" in wezen een middel ter versteviging van de onafhankelijkheid van de lokale mandataris. Dit mag o.m. blijken uit de gedetailleerde bepalingen met betrekking tot de bedrijfsbezoeken (art. 5 van het huishoudelijk reglement). Die regeling staat in het teken van de terughoudendheid en de discretie. Zij beoogt op die manier de mandataris in staat te stellen zich te informeren nopens alle relevante aspecten van een bepaald project teneinde zich er een onbevooroordeeld en objectief oordeel over te kunnen vormen.


2. Toepassingsgebied

De deontologische code is van toepassing op de lokale mandatarissen.

Voor de gemeente worden hieronder begrepen:

        de voorzitter van de gemeenteraad

        de gemeenteraadsleden,

        de burgemeester,

        de schepenen.

Voor het OCMW worden hieronder begrepen:

        de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn,

        de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn,

        de voorzitter van het vast bureau,

        de leden van het vast bureau,

        de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

Voor het AGB worden hieronder begrepen:

        de voorzitter van de raad van bestuur,

        de bestuurders van de raad van bestuur,

        de voorzitter van het directiecomité

        de directeurs van het directiecomité

 

Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de medewerkers van de lokale mandatarissen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is (kabinets- en fractiemedewerkers), en op de vertrouwenspersonen.

 

Lokale mandatarissen die namens de gemeente/het OCMW/ het AGB andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten.

 

Indien een mandaat namens de gemeente/het OCMW/ het AGB wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven.

Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.

 

3. Gedragsregels

3.1 Artikel 1: Voorkomen van (de schijn van) belangenvermenging en cliëntisme

 

 

 

       Art. 1, §1.
Een lokale mandataris staat in al zijn handelen, in het besluitvormingsproces en in het contact met burgers, steeds in dienst van het algemeen belang.

        Art. 1, §2.
Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging (en de schijn ervan) tegen. Dit betekent dat:

        een lokale mandataris de (in de regelgeving bepaalde) met het ambt onverenigbare functies niet vervult en erover waakt geen verboden handelingen uit te voeren of verboden overeenkomsten aan te gaan;

       Onverenigbaarheden: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 10[1]

       Verboden handelingen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27, §2

        een lokale mandataris niet deelneemt aan een bespreking en stemming, noch probeert het proces van besluitvorming in een andere fase van de besluitvorming in zijn voordeel te beïnvloeden, wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt;

       Gedrag bij stemming en beraadslaging: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §1 en §4

       Gedrag bij stemming en beraadslaging: Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, artikel 6

       Gedrag bij stemming en beraadslaging: Burgerlijk Wetboek, artikel 1596

        een lokale mandataris bij contacten met de burger het algemeen belang vooropstelt en niet de schijn wekt dat door politieke tussenkomst particuliere belangen (kunnen) begunstigd worden (cliëntelisme).

 

        Art. 1, §3.
Een lokale mandataris vervult de rol van aanspreekpunt en informatiebemiddelaar voor de burger steeds op neutrale basis, zonder persoonlijke bevoordeling van een of meerdere burgers in een dossier dan wel het wekken van de schijn daarvan.

 

        Art. 1, §4.
Ter voorkoming van overschrijding van de onder art. 1 §1 en art. 1 §2 beschreven normen, engageren alle mandatarissen zich tot het aanleveren, en up-to-date houden van de volgende gegevens bij de algemeen directeur:

        een lijst van alle betaalde en onbetaalde mandaten en bestuurlijke nevenfuncties; 2 In specifieke regelgeving staan nog heel wat andere onverenigbaarheden.

        een lijst waarin zijn opgenomen: de substantiële financiële belangen (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente een belang heeft.

De aangelegde lijsten zijn op aanvraag door de lokale mandatarissen in te kijken bij de algemeen directeur.

 

        Art. 1, §5.
Ter voorkoming van overschrijding van de norm beschreven onder art. 1 §3 zorgt de algemeen directeur ervoor dat dossier behandelende personeelsleden alle tussenkomsten opnemen in het desbetreffende administratieve dossier. Louter informatieve vragen of vragen/tussenkomsten van uitvoerende mandatarissen in het kader van hun functionele en hiërarchische relaties met de behandelende personeelsleden of diensten, vallen daarbuiten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2: Artikel 2: Tegengaan van oneigenlijke beïnvloeding en de schijn ervan

 

 

 

 

        Art. 2, §1.
Een lokale mandataris mag zijn invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door, noch aanbieden voor geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem gegeven of beloofd werden

       Regelgeving inzake corruptie: Strafwetboek, artikel 245

 

        Art. 2, §2.
Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van beïnvloeding en partijdigheid tegengaan. De mandataris doet dit door:

        geen geschenken, diensten of andere voordelen te aanvaarden, behalve diegene die van een geringe geldwaarde zijn (zoals een bloemetje) en waarbij het beeld van beïnvloeding minimaal is;

        niet in te gaan op uitnodigingen betaald door anderen, behalve als deze direct relevant zijn voor de goede invulling van het ambt, functioneel zijn opgezet en van (relatief) beperkte waarde zijn.
Bovendien houdt de mandataris rekening met de timing en context waarbinnen de uitnodiging wordt gedaan, met het doel de schijn van beïnvloeding te minimaliseren

 

        Art. 2, § 3.
Het geven van geschenken aan, dan wel het uitnodigen van derden gebeurt nooit in eigen naam, maar altijd in naam van het lokaal bestuur. Daarbij zal men er steeds waakzaam voor zijn alle vormen van partijdigheid, bevoordeling en/of uitsluiting te vermijden.
 

        Art. 2, § 4.
Ter bevordering van de transparantie en het voorkomen van enige schijn van beïnvloeding spreken de mandatarissen onderling af dat:

        geschenken met een meer dan geringe geldwaarde die toch bij een mandataris in het bezit komen, worden gemeld aan de algemeen directeur. De mandataris meldt het hoe dan ook wanneer een geschenk op het thuisadres wordt afgeleverd. De algemeen directeur registreert de giften en geeft ze in alle transparantie een bestemming binnen het lokaal bestuur. Buitensporige geschenken worden alsnog teruggestuurd.

        uitnodigingen die bestemd zijn voor de gehele gemeenteraad, door de gemeenteraad worden beoordeeld. Het is de raad als geheel die de uitnodiging accepteert dan wel afwijst.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.3: Artikel 3: Verantwoord gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

        Terugbetaling en verantwoording kosten: Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, artikel 35

        Art. 3, § 1.
Een lokale mandataris gebruikt de voorzieningen en eigendommen van het lokaal bestuur niet voor privédoeleinden.
 

        Art. 3, § 2.
Lokale mandatarissen gaan verantwoord en op een sobere wijze om met de publieke middelen en vergoedingen die tot hun beschikking staan.
 

        Art. 3, § 3.
Lokale mandatarissen die gebruik maken van de onkostenvergoedingen leggen hier op een transparante wijze en volgens de afgesproken procedure verantwoording over af.

        Bepaling van en procedure voor terugbetaling specifieke kosten (huishoudelijk reglement): Decreet Lokaal Bestuur, artikel 38
 

        Art. 3, § 4.
De algemeen directeur rapporteert jaarlijks over de gedeclareerde onkostenvergoedingen aan de gemeenteraad.

 

3.4: Artikel 4: Zorgvuldige omgang met informatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

        Art. 4, §1.
De lokale mandataris bewaakt het geheime karakter en de vertrouwelijkheid van informatie. Dit betekent dat de mandataris:

        het beroepsgeheim eerbiedigt wanneer hij kennisneemt van geheime informatie;

        Beroepsgeheim: Strafwetboek, artikel 458

        zich gebonden weet door de geheimhoudingsplicht voor de feiten, meningen en overwegingen gedeeld tijdens een besloten vergadering.

        Geheimhoudingsplicht: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 29, §4

        Openbaarheid van de vergadering: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 28

        Vertrouwelijkheid van informatie: Wet van 27 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, artikel 10, §2

        Gegevensbescherming: Algemene Verordening Gegevensbescherming van 27 april 2016

Een uitzondering kan worden gemaakt wanneer de wet de openbaarheid voorschrijft.

        Toegang tot bestuursdocumenten: Bestuursdecreet, art. II.26 e.v.
 

        Art. 4, §2.
Lokale mandatarissen gaan discreet en voorzichtig om met de informatie waartoe zij toegang hebben. Dit houdt onder andere in dat de mandataris:

        over (nog) niet openbare informatie niet communiceert;

        feiten en omstandigheden ten aanzien van derden in de juiste context plaatst.
 

        Art. 4, §3.
Lokale mandatarissen gebruiken de informatie waartoe zij toegang hebben vanuit hun ambt nooit voor het eigen belang of voor het persoonlijke of zakelijke belang van derden.

        Art. 4, §4.
Lokale mandatarissen zijn open en eerlijk over de redenen en inzichten op basis waarvan zij hun stem uitbrengen.

        Art. 4, §5.
Voor de eenduidigheid en transparantie over informatieaanvraag, -ontvangst en - deling spreken de lokale mandatarissen af dat:

        communicatie die verband houdt met de concrete afhandeling van dossiers, steeds via hun officieel emailadres verloopt. Deze communicatie wordt ingeschreven in het register van het lokaal bestuur;

        de beroepen op het inzagerecht door een mandataris steeds worden vermeld in een apart register, zodat het voor alle mandatarissen helder is welke informatie is gevraagd en is verleend.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.5: Artikel 5: Respectvolle omgang met anderen
 

 

 

 

 

 

 

        Art. 5, §1.
Lokale mandatarissen gaan op respectvolle wijze om met elkaar, de algemeen directeur en andere personeelsleden, evenals met de burgers, in woord, gebaar en geschrift.
 

        Art. 5, §2.
Lokale mandatarissen zaaien geen twijfel over elkaars integriteit. Zij erkennen en bevestigen elkaar actief in hun streven naar het dienen van het algemeen belang vanuit hun ambt, rol en politieke kleur.
 

        Art. 5, §3.
Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.
 

        Art. 5, §4.
Een lokale mandataris staat op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers, zonder onderscheid van geslacht, geaardheid, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.
 

        Art. 5, §5.
Bij onenigheid in de onderlinge omgang of de gang van zaken tijdens of buiten vergaderingen gaan mandatarissen, mogelijk onder begeleiding, in eerste instantie het gesprek aan met elkaar.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4. Naleving en handhaving van de deontologische code

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.1: Artikel 6 en 7: Het voorkomen van mogelijke schendingen.

        Artikel 6.
Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een eigen handeling een overtreding van de code zou kunnen zijn, moet dit bespreekbaar gemaakt kunnen worden. Dit kan zijn binnen de eigen fractie, met een collega-mandataris, met de algemeen directeur of eventueel met een externe deskundige, zoals een medewerker van de VVSG.
 

        Artikel 7.
Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij die persoon, mogelijk met het advies om informatie in te winnen bij de algemeen directeur.

 

4.2: Artikel 8 en 9: Het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code.

        Artikel 8.
Wanneer een lokale mandataris eraan twijfelt of een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kaart de mandataris dit bij voorkeur aan bij de mandataris in kwestie. Indien er goede redenen zijn om dit niet te doen, dan zal de mandataris de kwestie voorleggen aan de algemeen directeur. Al dan niet na een gesprek met de algemeen directeur, kan de mandataris overgaan tot een formele melding bij de voorzitter van de deontologische commissie. Vanaf dit moment start het formele handhavingsproces onder mandaat van de deontologische commissie.

 

        Artikel 9.
De volgende personen kunnen een melding van een schending van de deontologische code doen bij de deontologische commissie:

        alle lokale mandatarissen van het lokaal bestuur;

        de algemeen directeur, indien de algemeen directeur zelf een vermoeden van een schending heeft, dan wel in naam van een personeelslid van het lokaal bestuur.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.3: Artikel 10, 11, 12, 13, 14 en 15: Het duiden en onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code.

        Artikel 10.
De gemeenteraad richt een deontologische commissie op voor de gemeenteraad.[2] Het doel van de deontologische commissie is eerst en vooral het bevorderen van het zelfcorrigerend vermogen van het lokaal bestuur. In de deontologische code worden de volgende zaken vastgelegd over de deontologische commissie:

 a. samenstelling
 b. bevoegdheid
 c. werking

 

a. Samenstelling

        Het aantal leden van de deontologische commissie bedraagt 1 per fractie en evenveel als het aantal fracties in de gemeenteraad, aangevuld met de voorzitter van de gemeenteraad, die wordt toegevoegd als voorzitter van de deontologische commissie. Onafhankelijke raadsleden zijn geen onderdeel van een fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissie.

        Bij aanmelding van meer dan één fractielid beslist de raad welk fractielid zal zetelen in de deontologische commissie.

        Iedere fractie draagt één of meer plaatsvervangers voor, in geval een lid van de commissie afwezig is of betrokken is bij een voorliggende zaak.

        Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een plaatsvervanger in de volgorde waarin ze door de fractie werden voorgedragen.

        Gaat het om een mogelijke schending van de code door de voorzitter van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover de voorzitter vervangen conform de procedure beschreven in art. 7, § 5, derde lid van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

        De leden van de deontologische commissie zijn lokale mandatarissen uit het eigen lokaal bestuur. Alleen in het geval van een eenmansfractie kan deze fractie overgaan tot het selecteren van een mandataris van een andere fractie dan wel een niet-raadslid.

        Elke fractie wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. 6 In de volgende beschrijving verwijzen we steeds naar de deontologische commissie van de gemeenteraad.

        De leden van de deontologische commissie leggen een vertrouwelijkheids- en neutraliteitsverklaring af.

        De deontologische commissie kan externe expertise inroepen wanneer dit nodig wordt geacht. De inschatting of dit nodig is wordt bij de algemeen directeur gelegd, die hierin zelfstandig kan handelen.

        De algemeen directeur vervult de rol van secretaris in de deontologische commissie en voert onder mandaat van de commissie de ontvankelijkheidstoets en het vooronderzoek uit, mogelijk ondersteund door interne en/of externe specialisten.

        Wanneer de algemeen directeur zelf betrokken is bij een melding, dan wel om legitieme redenen geen rol kan spelen in het proces, zal deze worden vervangen door het daartoe aangewezen personeelslid. Het vooronderzoek kan indien noodzakelijk ook extern worden gevoerd

 

b. Bevoegdheid

        Het geven van adviezen en aanbevelingen aan de raad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan of op de toepassing van de code op een voorliggend vraagstuk.

        Het opmaken van een jaarlijks verslag ter voorbereiding op de evaluatie van de deontologische code door de gemeenteraad (zie art. 18).

        Het ontplooien van initiatieven en opleidingen ter sensibilisering op thema’s rondom integriteit, deontologie en de deontologische code.

        Het zelf uitvoeren, dan wel mandateren, van de voorgeschreven stappen in het proces, van melding tot en met afronding van een melding van een vermoeden van schending van de code.

        Het formuleren van een gemotiveerd advies aan de raad over het vermoeden van een schending van deze code door een mandataris.

 

 c.  Werking

        De commissie vergadert minstens één keer per jaar.

        De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt de agenda op.

        De voorzitter roept de commissie in ieder geval bijeen wanneer dat nodig is conform art. 14 van deze code.

        De commissie streeft naar unanimiteit in haar oordeel. Als dit niet mogelijk blijkt, zal er hoofdelijk worden gestemd. Een simpele meerderheid volstaat dan.

        De voorzitter van de commissie heeft geen stemrecht in de deontologische commissie, behalve wanneer de commissie gelijk verdeeld is in haar oordeel. Dan heeft de voorzitter de doorslaggevende stem.

        De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.

        Eventuele communicatie vanuit de deontologische commissie vindt altijd en alleen plaats via de voorzitter van de commissie.
 

 

 

 

 

 

        Artikel 11.
De deontologische commissie mandateert de algemeen directeur om een ontvankelijkheidstoets uit te voeren. De algemeen directeur kan daarin bijgestaan worden door interne en/of externe experten.

 

Om de ontvankelijkheid te onderzoeken zal altijd een gesprek plaatsvinden met de melder. Een melding is ontvankelijk wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

        de melding betreft een individuele (zittende) lokale mandataris;

        het staat vast dat het gaat om een vermoedelijke schending van de deontologische code (en niet bijvoorbeeld om een schending binnen de privésfeer);

        de melding is voldoende betrouwbaar en concreet (er wordt gekeken naar de kwaliteit van de bron(nen) en de feitelijkheid van de melding);

        de melding is in alle redelijkheid onderzoekbaar en heeft onderzoek nodig (niet alle vermoedens zijn onderzoekbaar of vragen om onderzoek - denk aan een schending van art. 5 (interpersoonlijke schendingen), waarbij geen getuigen van het voorval aanwezig zijn).

 

Iedere melding wordt vertrouwelijk behandeld. In deze fase is de naam van de melder en degene over wie de melding gaat slechts bekend bij de leden van de deontologische commissie en bij de eventueel door de algemeen directeur aangestelde experten.

 

        Artikel 12.
De algemeen directeur formuleert een ontvankelijkheidsadvies en stuurt dit, inclusief de onderliggende stukken die deel uitmaken van het advies, aan de leden van de commissie ter beoordeling. Indien de leden van de deontologische commissie niet binnen de vijf werkdagen bezwaar maken op het advies, dan wordt het advies over de ontvankelijkheid formeel omgezet in een beslissing van de deontologische commissie, als uiteindelijk verantwoordelijke voor de beslissing. Indien één lid bezwaar aantekent tegen het advies van de algemeen directeur, zal de deontologische commissie bijeenkomen voor de bespreking en beoordeling van het advies.

 

Wanneer het advies luidt dat een melding ontvankelijk is, neemt de algemeen directeur de onderzoeksvraag op in het advies aan de deontologische commissie.

 

Wanneer een melding niet-ontvankelijk is, betekent dit meteen het einde van de formele procedure. De melder wordt hierover schriftelijk geïnformeerd door de algemeen directeur, in naam van de deontologische commissie.

 

Een melder kan een melding ook zelf intrekken. Wanneer het om een interpersoonlijke schending gaat, betekent dit in principe het einde van de formele procedure. Bij een schending van de andere gedragsregels (bijvoorbeeld belangenvermenging) zal de formele procedure door blijven lopen. De melding is in dit geval niet gebonden aan degene die de melding doet.

 

        Artikel 13.
Bij een ontvankelijke melding start de algemeen directeur, onder mandaat van de commissie, een vooronderzoek. De algemeen directeur kan zich hierbij door interne en/of externe experten bij laten staan.

 

De vermeende schender wordt schriftelijk op de hoogte gesteld van het vooronderzoek door de algemeen directeur, behalve wanneer de commissie acht dat dit het vooronderzoek kan schaden. De vermeende schender wordt erop gewezen dat deze zich tijdens het proces mag laten bijstaan door een raadspersoon naar keuze.

 

De commissie bepaalt waaruit het vooronderzoek zal bestaan. Het vooronderzoek bestaat in ieder geval uit:

        het in kaart brengen van de feitelijke situatie waarop de melding van toepassing is;

        het nagaan van de beschikbaarheid van relevante (administratieve en feitelijke) informatie;

        het nagaan van de relevante regelgeving;

        een gesprek met de vermeende schender, behalve wanneer dit het vooronderzoek kan schaden.

 

        Artikel 14.
De algemeen directeur brengt schriftelijk advies uit aan de deontologische commissie op basis van het vooronderzoek.

 

Het conceptadvies wordt eerst ter lezing voorgelegd aan de voorzitter van de commissie. Vervolgens wordt het concept ter inzage voorgelegd aan de vermeende schender, zodat deze de kans heeft schriftelijke opmerkingen te formuleren bij het conceptadvies. Deze opmerkingen worden als bijlage toegevoegd aan het schriftelijk advies aan de commissie.

 

Het advies van de algemeen directeur, waarover de deontologische commissie beraadslaagt, beslaat in principe vijf mogelijke scenario’s waarop de commissie zich zal richten:

  1. Er zijn geen gronden gevonden voor een verder onderzoek of oordeel, of de melding betreft een dusdanige milde vorm van een schending dat ze afgedaan kan worden met het individueel aanspreken van de vermeende schender.
  2. De vermeende schender heeft de schending erkend, zodat verder onderzoek door de commissie niet nodig is. De commissie wordt geadviseerd het dossier formeel af te sluiten en te komen tot een inschatting van de ernst van de schending.
  3. Er zijn voldoende gronden om te spreken van een deontologische schending. De deontologische commissie wordt geadviseerd om tot een eigen toetsing van de schending te komen en een inschatting te maken van de ernst.
  4. Er zijn voldoende gronden om te spreken van een deontologische schending. Er is echter nood aan verder onderzoek. De commissie wordt geadviseerd over de onderzoeksvraag, wie het onderzoek zou moeten opstarten/uitvoeren (de Vlaamse Regering/de provinciegouverneur, Audit Vlaanderen, een integriteitsspecialist, …) en wat de termijnen zijn.
  5. Er is een gegrond vermoeden van een strafrechtelijk vervolgbaar feit. De deontologische commissie wordt geadviseerd een zelfstandige beslissing te nemen om de melding neer te leggen bij de politie/het parket.

 

        Artikel 15.
De deontologische commissie oordeelt op basis van het advies van de algemeen directeur over de te nemen vervolgstappen.

 

De melder en de vermeende schender hebben het recht om in deze fase te worden gehoord door de deontologische commissie. Voor beiden geldt dat zij zich in deze kunnen laten bijstaan door een raadspersoon. Geen van de partijen is verplicht zich te laten horen.

 

De commissie kan in het kader van het vooronderzoek ook getuigen horen.

 

Na het bestuderen van het advies van de algemeen directeur en het horen van de betrokkenen bespreekt de commissie het vermoeden van schending en wordt een gemotiveerd advies overgemaakt aan de gemeenteraad.

 

De wijze van communiceren vanuit de gemeenteraad over de voorliggende zaak is onderdeel van het advies van de deontologische commissie.

 

Indien de deontologische commissie een schending heeft vastgesteld – omdat de schender deze heeft toegegeven of omdat ze uit het onderzoek is gebleken – dan neemt ze in haar advies ook de meest passende, proportionele vorm van afhandeling op, inclusief een beschrijving van de verzwarende en verzachtende omstandigheden bij het voorstel van afhandeling.

 

Er wordt een uitzondering gemaakt op deze regel wanneer:

        er eerst een vervolgonderzoek nodig wordt geacht. Dit vraagt om beoordeling van de rapportage op het vervolgonderzoek.

        er melding wordt gedaan bij de Vlaamse Regering/Audit Vlaanderen, dan wel wanneer er een politionele aangifte is gedaan. In dit geval informeert de commissie de gemeenteraad over de genomen stap.

 

De commissie streeft in haar oordeel naar unanimiteit. Een simpele meerderheid van uitgebrachte stemmen volstaat om tot een oordeel te komen. Indien er evenveel stemmen voor als tegen een oordeel zijn, dan heeft de voorzitter de doorslaggevende stem.

 

Een lid van de commissie kan ervoor kiezen een afwijkend standpunt op te tekenen en, met het advies aan de gemeenteraad, mee te sturen.

 

4.4: Artikel 16 en 17: Het zich uitspreken over schendingen van de deontologische code

        Artikel 16.
De gemeenteraad beoordeelt of een mandataris een schending heeft begaan. Hij doet dit op basis van het gemotiveerd advies van de deontologische commissie.

Als de raad beslist om af te wijken van het advies, dan moet de vermeende schender de kans krijgen om zich tijdens de besloten zitting van de gemeenteraad uit te spreken over de beslissing.

Wanneer de gemeenteraad vaststelt dat de deontologische code geschonden werd door een mandataris van de gemeente, dan kan de raad:

        het gedrag van de mandataris uitdrukkelijk afkeuren;

        vragen dat de mandataris zich publiekelijk verontschuldigt;

        een dossier overmaken aan de Vlaamse regering zodat die een tuchtonderzoek kan instellen bij kennelijk wangedrag of grove nalatigheid van of door de burgemeester, een schepen, een districtsburgemeester, een districtsschepen, de raadsvoorzitter of de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

        Artikel 17.
Via de gemeenteraadsvoorzitter en de burgemeester communiceert de gemeenteraad over haar oordeel en (indien mogelijk) de gronden daarvan. De deontologische commissie adviseert de gemeenteraad voor haar communicatie.

4.5: Artikel 18: Het evalueren van de deontologische code

        Artikel 18.
Minimaal één keer per bestuursperiode evalueert de raad de deontologische code. De raad vraagt daarvoor eerst advies aan de deontologische commissie. Daarbij wordt onder meer bekeken of de code nog actueel is, of ze nog goed werkt en of ze nageleefd wordt.

 

5. Bijlage: regelgeving[3]

 

 

Art. 10.
De volgende personen kunnen geen deel uitmaken van een gemeenteraad:
1° de provinciegouverneurs, de vicegouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de hoge ambtenaar die de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aanwijst overeenkomstig artikel 48, derde lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen en de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de provinciegriffiers, de arrondissementscommissarissen en de adjunct- arrondissementscommissarissen als de gemeente in kwestie deel uitmaakt van hun ambtsgebied;
2° de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Grondwettelijk Hof;
3° de leden van het operationeel, administratief of logistiek kader van de politiezone waar de gemeente toe behoort;
4° de personeelsleden van de gemeente in kwestie of van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat die gemeente bedient of van de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen van de gemeente;
5° de leden van een districtsraad;
6° de personen die in een lokale decentrale overheid van een andere lidstaat van de Europese Unie een ambt of een mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, voorzitter van de gemeenteraad, schepen of burgemeester;
7° de bloedverwanten tot en met de tweede graad, de aanverwanten in de eerste graad of de echtgenoten in de gemeenteraad van dezelfde gemeente;
8° de directeur van een woonmaatschappij tot wiens werkgebied de gemeente behoort;
9° de leidend ambtenaar van een intergemeentelijk samenwerkingsverband waaraan de gemeente deelneemt.

Als bloed- of aanverwanten in een graad als vermeld in het eerste lid, 7°, of twee echtgenoten worden verkozen bij dezelfde verkiezing, wordt de voorkeur bepaald door de grootte van de quotiënten op grond waarvan de zetels die kandidaten hebben verkregen aan hun lijst zijn toegekend.

Als twee bloed- of aanverwanten in een verboden graad of twee echtgenoten worden verkozen, de ene tot raadslid, de andere tot opvolger, geldt het verbod om zitting te nemen alleen voor de opvolger, tenzij de plaats waarvoor hij in aanmerking komt, is opengevallen voor de verkiezing van zijn bloed- of aanverwant of echtgenoot. Tussen opvolgers die voor opengevallen plaatsen in aanmerking komen, wordt de voorrang allereerst bepaald volgens de tijdsorde van de vacatures.

Voor de toepassing van dit artikel worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld.

Aanverwantschap die later tot stand komt tussen raadsleden, brengt geen verval van hun mandaat mee. Dat geldt niet bij een huwelijk tussen raadsleden en als er een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek, is afgelegd.

De onverenigbaarheid wordt geacht op te houden door het overlijden van de persoon door wie ze tot stand is gekomen, door echtscheiding of door de beëindiging van het wettelijk samenlevingscontract.

Overeenkomstig artikel 71 en 72 van de Nieuwe Gemeentewet is het eerste lid, 1° en 2°, ook van toepassing op de niet-Belgische onderdanen van de Europese Unie die in België verblijven voor de uitoefening in een andere lidstaat van de Europese Unie van ambten die gelijkwaardig zijn aan de ambten, vermeld in deze bepalingen.

Art. 27.
§ 1. Het is voor een gemeenteraadslid verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming over:
1° aangelegenheden waarin hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, ontslagen, afzettingen en schorsingen. Voor de toepassing van deze bepaling worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld;
2° de vaststelling of goedkeuring van het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening van een instantie waaraan hij rekenschap verschuldigd is of van een instantie tot het uitvoerend orgaan waarvan hij behoort.

Het eerste lid is niet van toepassing op het gemeenteraadslid dat zich in de omstandigheden, vermeld in het eerste lid, bevindt louter op grond van het feit dat hij als vertegenwoordiger van de gemeente is aangewezen in andere rechtspersonen.

§ 2. Het is voor een gemeenteraadslid verboden:
1° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling te werken in geschillen ten behoeve van de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;
2° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris ten behoeve van de tegenpartij van de gemeente of ten behoeve van een personeelslid van de gemeente te werken bij geschillen die betrekking hebben op beslissingen over de tewerkstelling binnen de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;
3° rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst te sluiten, behalve in geval van een schenking aan de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, of deel te nemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, behalve als het gemeenteraadslid een beroep doet op een dienstverlening van de gemeente of van een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;
4° op te treden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité van de gemeente.

§ 3. Dit artikel is van toepassing op de vertrouwenspersoon, vermeld in artikel 16 en 155.

§ 4.Als een gemeenteraadslid zich in de situatie, vermeld in paragraaf 1, bevindt, moet dat punt op de vergadering behandeld worden, en kan de vergadering niet gesloten worden voor het punt in kwestie is behandeld of voor beslist is om het punt uit te stellen.

Art. 28.
§ 1. De vergaderingen van de gemeenteraad zijn openbaar, behalve als:
1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;
2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.

De vergaderingen over de beleidsrapporten, vermeld in artikel 249, zijn in elk geval openbaar.

§ 2. De besloten vergadering kan alleen plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken. Als tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, alleen met dat doel, worden onderbroken. Als tijdens de besloten vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in openbare vergadering moet worden behandeld, wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten vergadering, alleen met dat doel, worden onderbroken.

Art. 29.
§ 4. De gemeenteraadsleden, alsook alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.

Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging van de gemeenteraadsleden, alsook van alle andere personen als vermeld in het eerste lid wegens schending van het beroepsgeheim, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek.

Art. 38.
De gemeenteraad stelt bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:
1° de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid of lid van het college van burgemeester en schepenen;
2° de wijze van verzending van de oproeping en de terbeschikkingstelling van het dossier aan de gemeenteraadsleden, alsook de wijze waarop de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden, aan de raadsleden die erom verzoeken, technische inlichtingen verstrekken over die stukken;
3° de wijze waarop de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergaderingen van de gemeenteraad openbaar worden gemaakt;
4° de voorwaarden voor het inzagerecht en het recht van afschrift voor gemeenteraadsleden en de voorwaarden voor het bezoekrecht aan de instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert;
5° de voorwaarden waaronder de gemeenteraadsleden hun recht uitoefenen om aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen;
6° de wijze van notulering en de wijze waarop de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ter beschikking worden gesteld van de gemeenteraadsleden;
7° de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de commissies en de fracties;
8° de wijze waarop en de persoon door wie de stukken van de gemeente, vermeld in artikel 279, worden ondertekend;
9° ...
10° de wijze van het ter kennis brengen van de beslissingen, vermeld in artikel 50, vijfde lid;
11° de keuze om digitaal of hybride te vergaderen en de wijze waarop;
12° de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de gemeenteraad digitaal kan vergaderen, als het huishoudelijk reglement de mogelijkheid van digitaal vergaderen opneemt;
13° de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de gemeenteraad hybride kan vergaderen, als het huishoudelijk reglement de mogelijkheid van hybride vergaderen opneemt.

De gemeenteraad kan het huishoudelijk reglement op elk moment wijzigen.

 

 

Art. 1596.
Bij een openbare verkoping mogen, op straffe van nietigheid, noch door henzelf noch door tussenpersonen, kopers worden :
 Voogden, wat betreft de goederen van hen over wie zij de voogdij hebben;  Lasthebbers, wat betreft de goederen met de verkoop waarvan zij belast zijn;               Bestuurders, wat betreft de goederen van de gemeenten of van de openbare               instellingen, die aan hun zorg zijn toevertrouwd;
 Openbare ambtenaren, wat betreft de goederen van de Staat, waarvan de  verkoop door hun tussenkomst geschiedt

 

 

Art. 245.
Iedere persoon die een openbaar ambt uitoefent, die, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenpersonen of door schijnhandelingen, enig belang, welk het ook zij, neemt of aanvaardt in de verrichtingen, aanbestedingen, aannemingen of werken in regie waarover hij ten tijde van de handeling geheel of ten dele het beheer of het toezicht had, of die, belast met de ordonnancering van de betaling of de vereffening van een zaak, daarin enig belang neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar, en met geldboete van 100 euro tot 50 000 euro of met één van die straffen en hij kan bovendien, overeenkomstig artikel 33, worden veroordeeld tot ontzetting van het recht om openbare ambten, bedieningen of betrekkingen te vervullen. De voorafgaande bepaling is niet toepasselijk op hem die in de gegeven omstandigheden zijn private belangen door zijn betrekking niet kon bevorderen en openlijk heeft gehandeld.

Art. 458.
Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte (of voor een parlementaire onderzoekscommissie) getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet, het decreet of de ordonnantie hen verplicht of toelaat die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot drie jaar en een geldboete van honderd euro tot duizend euro of met een van die straffen alleen.

 

 

 

Art. 35.
§ 1. Alleen kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat en die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het mandaat, kunnen worden terugbetaald.
De kosten, vermeld in het eerste lid, worden gestaafd met bewijsstukken.

§ 2. De algemeen directeur beoordeelt of de kosten voldoen aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1 en aan de voorwaarden, vermeld in het huishoudelijk reglement.

§ 3. Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. Dat document is openbaar.

 


Art. 6.
§ 1. De aanbesteder treft de nodige maatregelen om tijdens de plaatsing en de uitvoering belangenconflicten doeltreffend te voorkomen, te onderkennen en op te lossen, teneinde vertekening van de mededinging te vermijden en de gelijke behandeling van alle ondernemers te verzekeren.
Het begrip belangenconflict beoogt ten minste iedere situatie waarin een bij de plaatsing of de uitvoering betrokken ambtenaar, openbare gezagsdrager of andere persoon die op welke wijze ook aan de aanbesteder verbonden is, met inbegrip van de namens de aanbesteder optredende aanbieder van aanvullende aankoopactiviteiten, alsook elke persoon die bij de plaatsing of op het resultaat ervan invloed kan hebben, direct of indirect, financiële, economische of andere persoonlijke belangen heeft die geacht kunnen worden hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid bij de plaatsing of de uitvoering in het gedrang te brengen.
De Koning kan ook andere situaties benoemen als belangenconflicten.

§ 2. Het is elke ambtenaar, openbare gezagsdrager of ieder ander persoon die op welke wijze ook aan de aanbesteder verbonden is, met inbegrip van de namens de aanbesteder optredende aanbieder van aanvullende aankoopactiviteiten, verboden, op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks tussen te komen bij de plaatsing of de uitvoering van een overheidsopdracht zodra hij daardoor, persoonlijk of via een tussenpersoon, zou kunnen terechtkomen in een toestand van belangenconflict met een kandidaat of inschrijver. In uitzonderlijke omstandigheden is dit verbod evenwel niet van toepassing, indien dit verbod de aanbesteder zou beletten te voorzien in haar behoeften.

§ 3. Een belangenconflict wordt alleszins vermoed te bestaan :

1° zodra de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon  bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, bloed- of aanverwant is in de rechte lijn tot de derde graad en in de zijlijn tot de vierde graad of in geval van wettelijke samenwoning, met een van de kandidaten of inschrijvers of met ieder ander natuurlijk persoon die voor rekening van een van hen een vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid uitoefent;
2° indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, zelf of via een tussenpersoon eigenaar, mede-eigenaar of werkend vennoot is van één van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen dan wel in rechte of in feite, zelf of desgevallend via een tussenpersoon, een vertegenwoordiging-, beslissings- of controlebevoegdheid uitoefent. De ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon die zich in een toestand van belangenconflict bevindt, is verplicht zichzelf te wraken. Hij stelt er de aanbesteder schriftelijk en onverwijld van op de hoogte.

§ 4. Indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager, de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, zelf of via een tussenpersoon, één of meer aandelen of deelbewijzen ter waarde van ten minste vijf percent van het maatschappelijk kapitaal van een van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen bezit, is hij verplicht de aanbesteder daarvan in kennis te stellen.

 

 

 

 

Art. 10.
§ 1. Bepaalde gegevens mogen evenwel niet worden meegedeeld indien de openbaarmaking ervan de toepassing van een wet zou belemmeren, in strijd zou zijn met het openbaar belang, nadelig zou zijn voor de rechtmatige commerciële belangen van overheidsbedrijven of particuliere ondernemingen of de eerlijke mededinging tussen ondernemingen zou kunnen schaden.

§ 2. De aanbestedende instantie en elke persoon die, in het kader van zijn functie of van de hem toevertrouwde opdrachten, kennis heeft van vertrouwelijke informatie over een opdracht of die hem, in het kader van het plaatsen en de uitvoering van de opdracht, door de kandidaten, inschrijvers, aannemers, leveranciers of dienstverleners werd verstrekt, mogen die informatie niet bekendmaken. Deze informatie heeft meer bepaald betrekking op de technische of commerciële geheimen en op de vertrouwelijke aspecten van de offertes.
Zolang de aanbestedende instantie geen beslissing heeft genomen over, naargelang het geval, de selectie of kwalificatie van de kandidaten of deelnemers, de regelmatigheid van de offertes, de gunning van de opdracht of de beslissing om af te zien van het plaatsen van de opdracht, hebben de kandidaten, deelnemers, inschrijvers en derden geen toegang tot de documenten betreffende de procedure, met name de aanvragen tot deelneming of kwalificatie, de offertes en de interne documenten van de aanbestedende instantie.

 

 

 

 

 

 

 

Zie: Verordening - 2016/679 - EN - avg - EUR-Lex

 

 

Artikel 2:

De code treedt onmiddellijk in werking.

 


[1] In specifieke regelgeving staan nog heel wat andere onverenigbaarheden.

[2] In de volgende beschrijving verwijzen we steeds naar de deontologische commissie van de gemeenteraad. Dit kan mutatis mutandis toegepast worden op de deontologische commissie van raad voor maatschappelijk welzijn en de Raad van Bestuur.

[3] Dit zijn de regels waarnaar in de inspiratiecode wordt verwezen. Uiteraard zijn er nog heel wat meer regels die zijdelings relevant zijn bij de opmaak van een deontologische code.

Publicatiedatum: 02/10/2025
Overzicht punten

Mondelinge vragen.

 

De mondelinge vragen worden beantwoord door de daartoe bevoegde personen en opgenomen in het zittingsverslag (audio), dat na de zitting aan de fractieleiders wordt bezorgd en op onze gemeentelijke website wordt geplaatst.

 

Publicatiedatum: 02/10/2025
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.