Myriam Baeyens Jef Gys Stijn Van Hoofstat Kris Huyck Lindger Boen Karen De Pauw Inez Van den Berge Chantal Jacobs Koen Vaerten Axel Boen Leen Wyn Vera Goris Stan Scholiers Kristof Van Landeghem Arne Vergauwen Rob Mennes Philip Lemal Koen Van de Wouwer Wannes Van Havere Myriam Baeyens Jef Gys Stijn Van Hoofstat Kris Huyck Lindger Boen Karen De Pauw Inez Van den Berge Chantal Jacobs Koen Vaerten Axel Boen Vera Goris Stan Scholiers Kristof Van Landeghem Arne Vergauwen Rob Mennes Philip Lemal Koen Van de Wouwer Wannes Van Havere Myriam Baeyens Rob Mennes Koen Van de Wouwer Arne Vergauwen Jef Gys Stan Scholiers Axel Boen Vera Goris Lindger Boen Philip Lemal Karen De Pauw Stijn Van Hoofstat Inez Van den Berge Wannes Van Havere Kris Huyck Chantal Jacobs Kristof Van Landeghem Koen Vaerten aantal voorstanders: 13 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 4 Goedgekeurd
De gemeenteraad,
Bevoegdheid
Artikelen 41, 162 en 170, §4, van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994.
Het decreet Lokaal Bestuur geeft de bevoegdheden van de gemeenteraad aan.
Juridisch kader
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.
De algemene bestuurlijke politieverordening, meer bepaald de artikelen betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.
Het Lokaal Materialenplan 2023 - 2030 stelt het beleid in Vlaanderen vast rond de selectieve inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval.
Dit Materialenplan vormt het algemeen kader voor de selectieve inzameling van diverse fracties.
Tegen 2030 wil Vlaanderen de totale hoeveelheid restafval sterk verminderen.
Via het Materialenplan worden restafvaldoelstellingen voor elke gemeente vastgelegd.
Het Materialendecreet van 23 december 2011 implementeert de Europese kaderrichtlijn (EG) 2008/98 voor het beheer van afvalstoffen in Vlaanderen.
● Artikel 26 van het Materialendecreet geeft aan de gemeenten de opdracht om huishoudelijke afvalstoffen zo veel mogelijk te voorkomen of te hergebruiken, op regelmatige tijdstippen op te halen of op een andere wijze in te zamelen.
● Artikel 10 van hetzelfde decreet bepaalt dat de gemeenten de kosten van het beheer van huishoudelijk afval moeten verhalen op de afvalproducenten.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen, VLAREMA.
● Artikel 5.1.1 van het VLAREMA bepaalt dat de gemeenten het principe “de vervuiler betaalt” toepassen bij de berekening van de bijdrage in de kosten die door de burger moeten worden betaald.
● Bijlage 5.1.4 van het VLAREMA legt de minima en maxima tarieven vast voor de inzameling van een aantal afvalstoffen. Die tarieven worden jaarlijks op 1 januari aangepast op basis van de evolutie van de gezondheidsindex.
● De minima en maxima tarieven zoals vermeld in bijlage 5.1.4 van het VLAREMA worden jaarlijks op 1 januari aangepast op basis van de evolutie van de gezondheidsindex.
● Artikel 4.3.2 van het VLAREMA bepaalt dat bedrijven en zelfstandigen verplicht zijn om hun afval gesorteerd aan te bieden.
De gemeente Schelle is lid van IGEAN milieu & veiligheid en heeft beheersoverdracht aan IGEAN milieu & veiligheid gedaan voor de exploitatie van het recyclagepark.
Financiële impact
De opbrengsten worden aan de gemeenten bezorgd via de jaarlijkse eindafrekening van IGEAN milieu & veiligheid.
Motivering
Aan de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbaar bedrijfsafval via het recyclagepark zijn kosten verbonden, die zwaar doorwegen op de gemeentelijke financiën. Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen voor het leveren van bepaalde afvalfracties op het recyclagepark, omwille van de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven.
Om de scheiding aan de bron aan te moedigen is het aangewezen de kosten voor het transport en de verwerking van alle afvalsoorten volledig in functie van het aanbod door te rekenen aan de aanbieders. Voor een goede sturing van de selectieve inzameling en het maximaal vermijden van ongesorteerde afvalstromen, is een goede verhouding tussen de tarieven voor de verschillende fracties essentieel.
Een jaarlijkse indexering van een aantal retributies is aangewezen om de algemene kostenstijging te volgen en de verhouding inkomsten/kosten in balans te houden.
Door in de gemeenten van het samenwerkingsgebied van IGEAN een gelijkaardig systeem en dezelfde retributies toe te passen, worden de tarieven door de inwoners als eerlijker ervaren en kan afvaltoerisme vermeden worden. Bovendien laten dezelfde retributies het intergemeentelijk gebruik van de recyclage-parken toe, wat zorgt voor meer dienstverlening.
2. Relevante voorgeschiedenis, feiten en context
Op het recyclagepark wordt diftar met weging toegepast, waarbij de betalende fracties worden gewogen en onmiddellijk afgerekend volgens het aangeleverde gewicht. Een goede verhouding tussen de retributies voor de verschillende fracties, gratis of betalend, is noodzakelijk om een correcte sortering te stimuleren.
Bedrijven en zelfstandigen hebben toegang tot de intergemeentelijke KMO-recyclageparken. De retributies die aan de bedrijven en zelfstandigen worden gevraagd moeten marktconform en dus kostendekkend zijn.
De tarieven zijn vastgelegd in het retributiereglement zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 23 december 2020.
De recyclageparken worden door IGEAN intergemeentelijk geëxploiteerd. De inwoners van een gemeente kunnen dus niet enkel terecht op het recyclagepark van hun gemeente, maar eveneens op het recyclagepark van een andere gemeente die deel uitmaakt van dezelfde regio. Er zijn 3 regio’s: regio Noord, regio Zuid en Schelle.
Het voorstel met de nieuwe tarieven en vrijstellingen werd toegelicht en besproken op het adviescomité milieu op 16.06.2025 en goedgekeurd door de raad van bestuur van IGEAN op 10.09.2025.
Beslist:
Met 13 stemmen voor (Philip Lemal, Rob Mennes, Axel Boen, Vera Goris, Stan Scholiers, Arne Vergauwen, Lindger Boen, Stijn Van Hoofstat, Jef Gys, Inez Van den Berge, Karen De Pauw, Koen Van de Wouwer en Myriam Baeyens), 4 stemmen tegen (Chantal Jacobs, Kris Huyck, Wannes Van Havere en Kristof Van Landeghem), 1 onthouding (Koen Vaerten)
Artikel 1
Met ingang van 1 januari 2026 legt de gemeenteraad volgende retributies vast voor de aanvoer van volgende afvalstoffen op het recyclagepark:
Afvalfractie  | tarieven (euro/kg)  | |
Particulier, 2e verblijf, verenigingen, scholen, …  | Bedrijven en zelfstandigen (KMO-tarief)  | |
● grofvuil ● gemengd bouw- en sloopafval ● asbesthoudend afval  | 0,35  | 0,35  | 
● kalkplaten ● cellenbeton ● vlak glas ● grond ● zuiver steenpuin ● hout ● groenafval  | 0,05  | 0,12  | 
● piepschuim (zak 1.500 liter)  | -  | 6 euro/zak  | 
● plastic folie (zak 400 liter)  | -  | 5 euro/zak  | 
Artikel 2
§ 1. Het bedrag van de retributies vermeld in artikel 1 is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van het recyclagepark voor de aanvoer van de in artikel 1 genoemde afvalstoffen.
§ 2. Een gezin bestaat uit alle personen die in het bevolkingsregister aan elkaar gekoppeld zijn via de referentiepersoon. De referentiepersoon van een gezin is de persoon in het bevolkingsregister die het huishouden vertegenwoordigt bij contacten met de overheid.
§ 3. Voor elk gezin zijn er volgende vrijstellingen van toepassing:
Vrijstellingen kunnen niet opgebouwd / overgedragen worden naar het volgende jaar.
§ 4. Bedrijven en zelfstandigen krijgen geen vrijstellingen.
§ 5. Er wordt maximaal 1.000 kg per dag per bedrijf en zelfstandige aanvaard. De afvalstoffen moeten gesorteerd naar het recyclagepark gebracht worden. Alleen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen worden aanvaard. Vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen zijn afvalstoffen die ontstaan zijn ten gevolge van activiteiten die van dezelfde aard zijn als van deze van de normale werking van een particuliere huishouding, en die omwille van de aard, de samenstelling en de hoeveelheid vergelijkbaar zijn met huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 3
Om ervoor te zorgen dat de retributies marktconform zijn zullen de retributies jaarlijks aangepast worden, rekening houdend met de recyclageparkindex.
Om de totale recyclageparkindex (RI) samen te stellen worden de verschillende kostensoortindexen gewogen volgens het aandeel van de kostensoort (O,E en P) in de totale betrokken kosten (K) in jaar x.
Dit geeft volgende formule:
RI(x+1)=(Iox*Ox/Kx) + (Iex*Ex/Kx) + (Ipx*Px/Kx)
RI wordt naar boven afgerond op vier decimalen.
De drie kostensoorten volgen elk een eigen index:
1. Ophaalkosten
Iox = kost per opgehaalde ton jaar x / kost per opgehaalde ton jaar x-1
2. Exploitatiekosten
Iex= afgevlakte gezondheidsindex december jaar x / afgevlakte gezondheidsindex december jaar x-1
3. Personeelskosten
Personeelskosten stijgen telkens de spilindex overschreden wordt
Ipx = gemiddelde overschreden spilindex jaar x / gemiddelde overschreden spilindex jaar x-1
De index RI(x+1) zal telkens toegepast worden vanaf 01.07 in jaar x+1, en dit voor de eerste maal vanaf 01.07.2027.
De aangepaste retributies, na toepassing van de index RI(x+1), zullen worden afgerond op 3 decimalen. Indien het 4de decimaal 5 of hoger is, gebeurt er een afronding naar boven, indien 4 of lager is er een afronding naar beneden.
Als het resultaat van de index in jaar x negatief is, dan wordt deze niet toegepast. In het jaar x+1 wordt de index van jaar x en het jaar x+1 toegepast, tenzij deze laatste negatief is.
Artikel 4
§ 1. De gemeentelijke diensten en de diensten van andere lokale openbare instellingen (zoals het OCMW, de politie, de brandweer, de gemeentelijke IVA’s en EVA’s) gevestigd op het grondgebied van de gemeente Schelle worden vrijgesteld van de retributie.
§ 2. Erkende verenigingen die handelen in het algemeen en gemeentelijk belang waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is op het grondgebied van de gemeente Schelle en die een lokaal in eigendom of in beheer bezitten kunnen ook vrijgesteld worden van de retributie. Het college van burgemeester en schepenen oordeelt gemotiveerd over deze vrijstelling.
Artikel 5
De betaling gebeurt ter plaatse aan de betaalterminal met betaalkaarten. Bedrijven en zelfstandigen krijgen regelmatig een voldane factuur voor de retributies die ze in de voorafgaande periode betaald hebben.
Bij ontstentenis van betaling zal het verschuldigde bedrag aangerekend worden aan de referentie-persoon zoals gedefinieerd in art.2 §2. In afwachting van de betaling van het verschuldigde bedrag, kan de toegang tot het recyclagepark geweigerd worden aan alle personen die in het bevolkingsregister gekoppeld zijn met de referentiepersoon.
Artikel 6
§ 1. De toegelaten gebruikers die niet beschikken over een elektronische identiteitskaart dienen zich te registreren op het recyclagepark en verwerven maximaal twee toegangskaarten om het recyclagepark te betreden. Voor elke toegangskaart wordt een borg gevraagd van 8 euro.
§ 2. De gemeentelijke diensten en de diensten van andere lokale openbare instellingen (zoals het OCMW, de politie, de brandweer, de gemeentelijke IVA’s en EVA’s) gevestigd op het grondgebied van de gemeente Schelle worden vrijgesteld van de retributie voor de toegangskaart.
Artikel 7. Bezwaar
De retributieplichtige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar indienen tegen deze retributie bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de betalingsuitnodiging of afrekening. Het college van burgemeester en schepenen, of een gemeentelijk personeelslid dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding.
Artikel 8.
Bij niet-minnelijke regeling zal de inning bij burgerlijke rechtsvordering gebeuren.
Artikel 9.
Onderhavig reglement vervangt de vorige reglementen in deze, treedt in voege op 1 januari 2026 en loopt t.e.m. 31.12.2031.
Artikel 10. Bekendmaking
De bekendmaking van dit reglement gebeurt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Een afschrift van dit besluit wordt aan de toezichthoudende overheid bezorgd en aan IGEAN milieu & veiligheid, die instaat voor de verdere uitvoering hiervan gelet op de beheersoverdracht aan IGEAN milieu & veiligheid.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.