Het college,
1. INHOUD VAN DE AANVRAAG
Stedenbouw / stedenbouwkundige handelingen
● Slopen van vier bestaande leegstaande bedrijfsgebouwen en drie woningen. Uitbreken van de bestaande verhardingen die aanwezig zijn op het terrein. Vellen van zes bomen met een stamomtrek van meer dan 1m en 34 bomen met een stamomtrek kleiner dan 1m.
2. BEOORDELING VAN DE AANVRAAG
Beoordeling stedenbouw: stedenbouwkundige handelingen
2.1. Afwijkingen op de voorschriften en/of op de goede ruimtelijke ordening
Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijke milieu, artikel 14:
Volgens deze wetgeving / dit artikel moet Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die manueel, met mechanische middelen of pesticiden en met vaste of mobiele geluidsbronnen ingrijpt op of in de onmiddellijke omgeving van natuurlijke en deels natuurlijke habitats of ecosystemen, op waterrijke gebieden, op natuurlijke en halfnatuurlijke vegetaties, op wilde inheemse fauna of flora of trekkende wilde diersoorten of hun respectieve habitats of leefgebieden, of op kleine landschapselementen, en die weet of redelijkerwijze kan vermoeden dat deze habitats, ecosystemen, waterrijke gebieden, vegetaties, fauna, flora of kleine landschapselementen daardoor kunnen worden vernietigd of ernstig geschaad, is verplicht om alle maatregelen te nemen die redelijkerwijze van hem kunnen worden gevergd om de vernietiging of de schade te voorkomen, te beperken of indien dit niet mogelijk is, te herstellen. Binnen de aanvraag wordt het vellen van 40 bomen gevraagd.
De boomsoorten zijn niet benoemd.
Bij 34 bomen wordt ook geen stamomtrek, noch stamdiameter opgenomen. Het is bij deze ook niet na te gaan of het om hoogstammen gaat of niet (noot; het feit dat een boom hoogstam is wordt niet bepaald obv de stamomtrek).
Bij 6 bomen wordt een stamdiameter opgenomen. Hierbij hebben 3 bomen een stamomtrek van 1.00m en 3 bomen een stamomtrek van 1.20m.
Omwille van voorgaand artikel en gelet op de nood aan bomen voor watercaptatie en CO2-captatie kan een afwijking niet aanvaard worden.
Daarom wordt wel een voorwaarde bij deze vergunningsaanvraag opgelegd:
● Voor de 34 ‘niet verder gespecifieerde’ bomen wordt per gerooide boom een compensatie voorzien van minimaal één inheemse boom met een minimale diameter (gemeten op 1m boven de grond) van 15cm.
● Voor de 3 bomen met een stamomtrek van 1.00m wordt per gerooide boom een compensatie voorzien van minimaal twee inheemse bomen met een minimale diameter (gemeten op 1m boven de grond) van 15cm.
● Voor de 3 bomen met een stamomtrek van 1.20m wordt per gerooide boom een compensatie voorzien van minimaal twee inheemse bomen met een minimale diameter (gemeten op 1m boven de grond) van 20cm.
Een lijst van inheemse bomen wordt als bijlage bij het verslag bijgevoegd.
2.2. Beoordeling van de adviezen
Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is voorwaardelijk gunstig. Het advies wordt wel onderbouwd met specifieke regelgeving, waardoor dit advies dus wel onder de toepassing van ” valt. Het cbs moet dit advies dus wel verplicht volgen; de voorwaarden moeten dus wel bij de vergunning opgelegd worden. Het advies luidt als volgt:
INLICHTINGEN EN BEPERKINGEN
Vastlegging ten opzichte van de grens van het autosnelwegdomein (A0120001 van 26.8 -32 tot 26.9 +24):
De bouwlijn ligt op 30 m van de grens van het autosnelwegdomein volgens het Besluit van deVlaamse Regering van 25 januari 2019 (betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen, eersteartikel). Deze is gemeten loodrecht op de as van de autosnelweg.
Bepaling van de grens van het domein van de autosnelweg: de grens van het autosnelwegdomeinwordt weergegeven op plan G02939005 (blauwe lijn)..
Publiciteit:
● geen
Vastlegging ten opzichte van de grens van het autosnelwegdomein (A012137):
De bouwlijn ligt op 30 m van de grens van het autosnelwegdomein volgens het Besluit van deVlaamse Regering van 25 januari 2019 (betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen, eersteartikel). Deze is gemeten loodrecht op de as van de autosnelweg.
Bepaling van de grens van het domein van de autosnelweg: ONBEKEND.
Publiciteit:
● geen
Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N1770002 van 9.8 +42 tot 9.7 -17):
● de grens van het openbaar domein wordt bepaald door het onteigeningsplan C/752
● de zone van achteruitbouw bedraagt 8 meter vanaf de grens openbaar domein.
Publiciteit:
● geen
BESLUIT
Het Agentschap Wegen en Verkeer adviseert GUNSTIG betreffende de voorliggende aanvraag gezien de
aanvraag in overeenstemming is met hoger vermelde inlichtingen en beperkingen.
Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de hierna omschreven
aandachtspunten.
AANDACHTSPUNTEN AUTOSNELWEG
BvR van 25 januari 2019 betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen.
Wet van 12 juli 1956 tot vaststelling van het statuut der autosnelwegen
KB van 14 december 1959 waarbij regelen gesteld worden op het aanplakken en reclame maken.
Het is verboden om de sloot van de autosnelweg op om het even welke wijze te dempen.
Het lozen in de sloot van de autosnelweg is verboden.
Het Agentschap Wegen en Verkeer wenst de aanvragers er uitdrukkelijk attent op te maken dat wonenop zo’n korte afstand van de autosnelweg bepaalde hinder met zich mee kan brengen (ev. visuele hinder,geluidshinder, fijn stof, …). De beslissing om op die plaats te bouwen/verbouwen/herbouwen, moet dusweloverwogen gebeuren. Bij de keuze van de locatie aanvaardt men aldus de hinder die door deautosnelweg kan veroorzaakt worden. Het Agentschap wenst in ieder geval te benadrukken dat het geenplannen heeft om in de omgeving hinderbeperkende maatregelen te nemen.
AANDACHTSPUNTEN GEWESTWEG
Voorbouwsels, erkers, portalen, trappen en andere uitstekende delen in de zone van achteruitbouw zijntoegelaten op voorwaarde dat:
ze ten hoogste slechts met één vierde van de breedte van de zone van achteruitbouw voorbij hetvlak van de voorgevel reiken en ze op een afstand van de aangrenzende eigendommen blijven, gelijkaan de grootte van de toegelaten uitsprong;ze geen elementen bevatten die betrekking hebben op de structuur zelf van het gebouw, zoalshoofdleidingen voor gas, elektriciteit, water, trapkasten, enz…
Indien de bouwlijn samenvalt met de rooilijn mag op het vlak van de voorgevel geen voorbouw(uitsprong) komen, die de hieronder vermelde grenzen overschrijdt:
Verhoogde voetpaden (trottoirs) of bermen.
Tot 3 meter kan er geen uitstek toegelaten worden. Wanneer de uitstek zich tussen de 3 meter en5 meter boven het voetpad bevindt, mag ze slechts zover voorbij de grens met het openbaardomein steken dat ze op 0,5 meter blijft van rand van het voetpad; binnen 20m van eenlichtengeregeld kruispunt 1m van de rand van het voetpad. Wanneer de uitstek zich op meer dan5,5 meter boven het voetpad bevindt, mag ze slechts zover voorbij de grens met het openbaar domein steken dat de rand van het voetpad niet overschreden wordt.
Niet verhoogde voetpaden en bermen:
Tot 3 meter kan er geen uitstek toegelaten worden. Wanneer de uitstek zich tussen de 3 meter en5,5 meter boven het voetpad bevindt, mag ze max. 0,2 meter voorbij de grens met het openbaardomein steken. Wanneer de uitstek zich op meer dan 5,5 meter boven het voetpad bevindt, mag zeslechts zover voorbij de grens met het openbaar domein steken dat ze op 0,5 meter blijft van derand van het voetpad.
Het eigendom wordt volgens de voorgeschreven rooilijn afgesloten.
Indien de afsluiting uit een lage muur bestaat, heeft deze muur een maximum hoogte van 0,75 meter,waarop al dan niet een hekwerk komt; de totale hoogte mag 2,25 meter niet overschrijden. Boven 1,50meter moet de afsluiting meer open dan gesloten delen vertonen.
Indien de afsluiting uit een groene haag bestaat, wordt deze geplant op 0,50 meter achter de grens vanhet openbaar domein. De haag mag niet meer dan 1,50 meter stamhoogte hebben en moet jaarlijksvóór 15 april gesnoeid en tot deze hoogte teruggebracht worden.
Lichte afsluitingen (geen muren maar bvb. een afsluiting bestaande uit paal en draad) kunnen geplaatstworden op de eigendomsgrens.
De hekken mogen bij het openen niet over het wegdomein draaien.
De afsluitingen aan de wegkruisingen en wegaansluitingen mogen het uitzicht niet benemen boven 0,75meter hoogte.
In de onder 2.- par. 1 en 2 genoemde afsluitingen worden inritten toegelaten die grotere
hoogteafmetingen mogen hebben dan de in 2.- par. 1 en 2 vermelde. Deze inritten mogen in geen gevalaangebracht worden tegenover de aanwezige bomen van de weg.
In de zone zoals die volgt uit de toepassing van de teruggelegde rooilijn en in de zone van achteruitbouwzoals die aangegeven is in de inlichtingen en beperkingen, mogen geen ondergrondse constructies (zoalsondergrondse tanks, …) gemaakt worden. Het is verboden er gemene afsluitingen van meer dan 1,50meter hoogte op te richten.
In de eerste 2 meter van de zone van achteruitbouw vanaf de grens van het gewestdomein of van deeventuele rooilijn zijn beplantingen toegelaten tot maximum 1,50 meter hoogte of 0,75 meter hoogteter hoogte van de wegaansluitingen.
In het overige deel van de zone van achteruitbouw mogen de beplantingen niet hoger zijn dan bepaaldin de gemeentelijke verordeningen.
Het peil van de dorpels dient boven de kruin van de weg gesitueerd te zijn. Indien dit peil niet gevolgdwordt, kan de eigenaar bij een eventuele wijziging van het lengteprofiel van de weg, geen aanspraak maken op enige vergoeding voor aanpassing van deuren, poorten en andere toegangen.
Er mogen geen inritten voor voertuigen worden aangelegd tegenover bestaande bomen van de weg. Delocatie van de toegangen, ramen en deuropeningen is steeds ondergeschikt aan de bestaandeweginfrastructuur (incl. straatmeubilair, verhoogde inrichtingen, bushaltes, grachten, openbareverlichting, kasten nutsmaatschappijen, ...)
Er mag in principe slechts één toegang zijn, niet breder zijn dan 4,5 meter. Behoudens deze toegangmoet het perceel thv de perceelsgrens worden afgesloten met een structurele niet-overrijdbarescheiding.
De afdekking van afsluitingsmuren moet zo ontworpen worden dat het daarop vallende water naar hetprivé-domein afvloeit.
De ontworpen werkzaamheden worden zo uitgevoerd dat ze de afwatering van de weg nooit hinderen.
Alle ingebruiknames en wijzigingen van het openbaar domein (zowel de tijdelijke als de permanente)vereisen een aparte vergunning van de wegbeheerder cfr. het besluit van de Vlaamse Regering van 29maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voorde privatieve inname van het openbaar domein van de wegen (en latere wijzigingen).
Onder tijdelijke wordt oa. verstaan werfbezetting zoals stellingen, containers, opslag van materialen,tijdelijke werftoegang, terrassen,…
Onder permanente wordt oa. verstaan inbuizingen, kopmuren, aanvullingen van het openbaar domein,afvoerleidingen voor afvalwater en hemelwater, verharden berm …
De uitvoering van de werken is geen last van het Agentschap Wegen en Verkeer. De werken wordenuitgevoerd door de gemeente/stad of de aanvrager. Indien de werken worden uitgevoerd door deaanvrager, dan moet de aanvrager eveneens een toelating hebben van de gemeente/Stad.
De geldigheidsduur van onderhavig advies is beperkt tot twee jaar.
De goedgekeurde plannen, alsmede de vergunningen met de bijbehorende adviezen, moeten steeds opde bouwplaats voorhanden zijn en bij iedere vordering van de bevoegde ambtenaren voorgelegdkunnen worden.
Dit adviesformulier beperkt zich tot de voorschriften betreffende de rooilijn, de bouwvrije zone en dezone van achteruitbouw. Het ontheft de belanghebbende niet zich te richten naar de overigeregelgeving.
Indien de publiciteit en uithangborden geen deel uitmaakt van deze aanvraag, dienen zij het voorwerpuit te maken van een afzonderlijke aanvraag.
Reliëfwijzigingen:
De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond. Uitgezonderd voor toegangen,zijn aanvullingen met steenpuin verboden. Ingeval het buitentalud van de gracht verhoogd wordt, dient dit talud afgedekt te worden metminimum 30 cm teelaarde en ingezaaid te worden.
Na de werken dient de gracht over de volledige breedte van het aangrenzende perceel gezuiverd teworden van aanvullingsgrond.
Slopen:
De afbraakwerken mogen geen aanleiding geven tot schade aan het openbaar domein. De
wegaanhorigheden, die beschadigd worden, dienen door de vergunninghouder in hun
oorspronkelijke toestand hersteld te worden. De verkrijger dient de wegbeheerder minimum 10dagen vóór de aanvang der sloopwerken schriftelijk in kennis te stellen van eventuele gebreken aanhet gewestdomein. Zo hij dit nalaat, wordt er verondersteld dat het gewestdomein zich in perfectestaat bevindt.
Alle ondergrondse constructies voor de rooilijn worden volledig verwijderd. In de zone van
achteruitbouw moeten alle constructies worden afgebroken tot op minimum 1 meter onder het peilvan het aanpalend openbaar domein. In dat geval zullen in de resterende keldervloeren gatengemaakt worden van 0,50 meter x 0,50 meter per 4 m2 oppervlakte.
De overbodige aansluitingen naar de rioleringen worden gedicht ter hoogte van de grens van hetopenbaar domein.
De sloopwerken moeten uitgevoerd worden zonder belemmering noch onderbreking van het
verkeer, tenzij anders bepaald in de inlichtingen en beperkingen.
De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond en verdicht te worden bij lagenvan 30 cm. Steenpuin als aanvullingsmateriaal is verboden.
De aanvulling voor de rooilijn dient afgedekt te worden met teelaarde op een dikte van 30 cm.
Publiciteit:
Bij het plaatsen van publiciteit reclame en uithangborden op afzonderlijke constructies in de zonevan achteruitbouw is het volgende van toepassing:
de totale oppervlakte van de constructie, met inbegrip van de borden (éénzijdig), van één
vestiging wordt beperkt tot 5 m². De totale hoogte van de constructie (bord inbegrepen) wordtbeperkt tot 4 meter. De afstand naar de perceelgrens tussen de private eigendommen moet minstens 1,5 maal de totale hoogte van de constructie bedragen.
Het bord en de dragende constructie mogen geen hinder betekenen voor de zichtbaarheid op
het verkeer van de gewestweg t.h.v. de kruispunten en/of private uitritten.
het bord noch de constructie mogen verder reiken dan de rooilijn.
Omwille van de verkeersveiligheid is het verboden inrichtingen aan te brengen die de bestuurdersverblinden of misleiden, die - geheel of gedeeltelijk - verkeerstekens voorstellen of nabootsen, dievan op enige afstand met deze tekens verward kunnen worden of die op enige andere wijze dedoelmatigheid van reglementaire tekens aantasten. Inrichtingen die zich op minder dan 7 meterboven de grond bevinden binnen een afstand van 75 meter van verkeerslichten, mogen geenlichtweergevende of reflecterende rode, groene of oranje tint hebben.
Lichtgevende en verlichte publiciteit mag om veiligheidsredenen de aandacht van de automobilisten ’s nachts niet te veel afleiden. De cijfers en limietwaarden die in de meeste normen enreglementeringen voor de luminescentie van lichtgevende of verlichte publiciteit worden vermeldzijn dan ook grotendeels ingegeven om de lichtsignalisatie langs verkeerswegen niet te verstoren.
VLAREM bepaalt dat, om lichthinder te voorkomen, lichtreclame in intensiteit de openbare
verlichting niet mag overtreffen.
Vanaf een bepaald nachtelijk uur is het ‘rendement’ van verlichte publiciteit zeer klein gezien hetbeperkte aantal toeschouwers dat nog langskomt of voorbijrijdt. Een volledig doven van publiciteitna een bepaald uur (b.v. 22 u) is dan ook het aangewezen middel om de lichtvervuiling te beperken.
Om lichtvervuiling te bestrijden en uit veiligheidsoogpunt dient de luminescentie van lichtgevendeen verlichte publiciteitsborden beperkt te worden tot volgende waarden:
Oppervlakte van het lichtgevend vlak:
<= 0,5 m² (max. luminescentie 500 cd/m²)
> 0,5 m² en < 10m² (max. luminescentie 400 cd/m²)
> 10 m² (max. luminescentie 300 cd/m²)
Bovenvermelde waarden gelden voor elke plaats op het voetpad of aan de rand van de weg op eenhoogte van 1,60 meter (d.w.z. voetpad aan dezelfde zijde van de weg als het publiciteitsbord of aan de overzijde van de weg) en voor elke plaats in een vensteropening van een woning.
De vermelde luminescentiewaarden hebben betrekking op metingen uitgevoerd met een gekalibreerdeluminescentiemeter, die nauwkeurig aan de ooggevoeligheidskromme is aangepast (norm CIE 698).
Voor elke meting moet de openingshoek aangepast worden naargelang het te meten detail van hetreclamebord.
Indien een publiciteitsbord verlicht wordt met een gerichte lichtbron (projector, spot) dan moetdeze lichtbron het publiciteitsbord beschijnen van boven naar onder; de lichtbron mag alleen hetoppervlak van het publiciteitsbord verlichten, m.a.w.: er mag geen rechtstreekse opwaartse,zijwaartse, achterwaartse of neerwaartse (onder het publiciteitsbord) uitstraling zijn door delichtbron.
De vergunninghouder is zowel tegenover het Vlaams Gewest als tegenover derden aansprakelijkvoor alle schade die het gevolg is van het plaatsen, het gebrek aan onderhoud of het bestaan van devergunde borden.
2.3. Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag betreft slopen van alle bestaande constructies. Er wordt geen nieuwbouw aangevraagd, het terrein zal in afwachting van een nieuwe aanvraag als groenzone worden aangelegd. De voorlopige functie zal groenzone zijn. De bestaande directe omgeving wordt gekenmerkt door een mix van handelspanden, ééngezinswoningen. Daarom is de voorgestelde functie in principe inpasbaar in de directe omgeving.
2.4. Mobiliteitsimpact
De aanvraag voorziet slopen van de bestaande gebouwen en verharding. Dit heeft een positieve mobiliteitsimpact aangezien er hierdoor minder verkeer wordt gegenereerd. Daarom is de voorgestelde impact op de mobiliteit in de omgevingen het perceel dus aanvaardbaar.
2.5.Schaal
De aanvraag voorziet slopen van alle bestaande constructies en vellen van bomen met grasaanplanting na de sloop. Daarom is het voorgestelde gabarit / volume ten aanzien van de omgeving en het perceel dus aanvaardbaar.
2.6.Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Niet van toepassing. Op het perceel worden geen bijkomende constructies / verhardingen / ruimte-inname voorzien.
2.7.Visueel-vormelijke aspecten
De aanvraag voorziet slopen van alle bestaande constructies en vellen van bomen met grasaanplanting na de sloop. Daarom is materiaalgebruik / vormgeving / esthetiek ten aanzien van de omgeving en het perceel dus aanvaardbaar.
2.8. Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing. De aanvraag omvat geen cultuurhistorische of erfgoed gerelateerde elementen.
2.9. Bodemreliëf / Milieu
De gemeente Schelle ondervindt een niet te verwaarlozen waterproblematiek, onder andere omwille van de moeilijk doordringbare klei- en leemgrond en omwille van de getijdewerking van de schelde. Afgevoerd water hoopt zich daarom op ter hoogte van het centrum (de vliet) waardoor bij toekomstige toenemende intense buien (als gevolg van de klimaatveranderingen) een verhoogde kans ontstaat op overstromingen in het centrum van gemeente Schelle. Regenwater kan dus niet makkelijk weg, en rioleringen geraken verstopt. Het is van belang het water zo veel mogelijk op te houden op de hoger gelegen zones zodat het centrum (de lager gelegen delen van de gemeente) worden gevrijwaard, ook al ondervinden deze hoger gelegen delen op dit moment geen last van wateroverlast.
Binnen de gemeente werd in 2012 een inventaris opgemaakt van alle (open en ingebuisde) grachten en beken binnen de gemeente. Binnen onderhavige aanvraag is een gedeelte van een geïnventariseerde gracht aanwezig. Ondanks dit een fragment betreft is het beter ,in kader van toekomstige ontwikkelingen en in kader van het creëren van een voldoende groenblauwe-visuele maar ook ecologische buffer naar de woningen in de Halfstraat toe, dat deze gracht als structureel groenblauw element wordt doorgetrokken over de volledige lengte van de Halfstraat.
2.10.Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Tijdelijke hinder werf
De aanvraag omvat de sloop van alle bestaande constructies. Tijdens deze werken kan er hinder ontstaan door stof en lawaai. Dit is echter van tijdelijke aard. Daarom zijn de voorgestelde werken ten aanzien van de aanpalende percelen en de omgeving en het eigen perceel dus aanvaardbaar.
Bijkomend worden vanuit de gemeente preventieve maatregelen als voorwaarden bij de vergunning opgelegd, met oog op beperken van schade en netheid aan het openbaar domein ter hoogte van het perceel tijdens uitvoering van de werken:
● De vergunninghouder moet de openbare weg rein houden in de nabijheid van de bouwwerken. Eventuele schade aan het openbaar domein moet door de vergunninghouder worden hersteld. De gemeentelijke diensten voeren na het einde der werken de controle uit.
● Indien het openbaar domein ter hoogte van uw eigendom niet in goede staat is, dit vóór de aanvang van de werken enkele foto’s te bezorgen aan de gemeentelijke dienst Omgeving via , met daarbij een beknopte beschrijving en enkele foto’s van de staat van het openbaar domein.
Toekomstige hinder in kader van klimaatveranderingen en visuele hinder ten aanzien van de buren
De gemeente Schelle ondervindt een niet te verwaarlozen waterproblematiek, onder andere omwille van de moeilijk doordringbare klei- en leemgrond en omwille van de getijdewerking van de schelde. Afgevoerd water hoopt zich daarom op ter hoogte van het centrum (de vliet) waardoor bij toekomstige toenemende intense buien (als gevolg van de klimaatveranderingen) een verhoogde kans ontstaat op overstromingen in het centrum van gemeente Schelle. Regenwater kan dus niet makkelijk weg, en rioleringen geraken verstopt. Het is van belang het water zo veel mogelijk op te houden op de hoger gelegen zones zodat het centrum (de lager gelegen delen van de gemeente) worden gevrijwaard, ook al ondervinden deze hoger gelegen delen op dit moment geen last van wateroverlast.
Op basis van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en latere wijzigingen, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en het verslag d.d. 05.05.2022 van de gemeentelijke omgevingsambtenaren, dat in het kader van deze beslissing wordt bijgetreden en eigengemaakt, wordt de gevraagde omgevingsvergunning voor slopen van bestaand bedrijventerrein en woningen op een eigendom gelegen Boomse Steenweg 1, 7 en 9, kadastraal gekend (afd. 1) sectie C 349 M2, (afd. 1) sectie C 349 D2, (afd. 1) sectie C 349 N2, (afd. 1) sectie C 349 L2, (afd. 1) sectie C 349 C2 en (afd. 1) sectie C 350 N, onder voorwaarden verleend aan Johnny Crijns namens NV CREMO gevestigd te Boomse Steenweg 9 te 2627 Schelle, mits de vergunninghouder de hierna geformuleerde voorwaarden naleeft.
Beslist:
Eenparig goedgekeurd
Artikel 1:
De vergunninghouder is verplicht om gedurende 30 dagen de affiche uit te hangen, op het perceel waarop de beslissing van toepassing is, goed zichtbaar vanaf het openbaar domein. De start van het ophangen moet geschieden binnen een termijn van 10 dagen vanaf de dag van ontvangst van de beslissing. De vergunninghouder brengt de gemeente onmiddellijk op de hoogte van de startdatum van de aanplakking van de vergunning, met een foto van de affiche, waarop de datum van de foto-opname staat, per mail via ro@schelle.be. De sanctie bij niet-aanplakking is dat de beroepstermijn in hoofde van derden-belanghebbenden geen aanvang neemt, waardoor de vergunning onuitvoerbaar kan blijven.
Artikel 2:
De vergunninghouder is verplicht om de gemeente op de hoogte te brengen van de aanplakking van de bekendmaking van de omgevingsvergunning. De vergunningshouder dient dit bericht door te geven in uw dossier op www.omgevingsloket.be, per mail via ro@schelle.be, of per aangetekend schrijven op adres Fabiolalaan 55, 2627 Schelle.
Artikel 3:
De vergunning is uitvoerbaar binnen 35 dagen, te tellen vanaf de startdatum van de aanplakking, behalve indien de aanvrager binnen die 35 dagen op de hoogte werd gebracht van het instellen van een administratieve beroepsprocedure.
Artikel 4:
De vergunninghouder brengt het college van burgemeester en schepenen per beveiligde zending of mail op de hoogte van respectievelijk de start en het einde der werken, en dit ten laatste 8 dagen voor de respectievelijk start en einde van de werken, per mail via ro@schelle.be.
Artikel 5:
Met oog op beperken van schade en netheid aan het openbaar domein ter hoogte van het perceel tijdens de uitvoering van de werken, wordt opgelegd dat de vergunninghouder de openbare weg rein moet houden in de nabijheid van de bouwwerken. Schade moet door de vergunninghouder hersteld worden, de gemeentelijke diensten voeren na het einde der werken de controle uit.
Artikel 6:
Met oog op beperken van schade en netheid aan het openbaar domein ter hoogte van het perceel tijdens de uitvoering van de werken, wordt opgelegd dat, indien het openbaar domein ter hoogte van uw eigendom niet in goede staat is, dit vóór de aanvang van de werken enkele foto’s te bezorgen aan de gemeentelijke dienst Omgeving via , met daarbij een beknopte beschrijving en enkele foto’s van de staat van het openbaar domein.
Artikel 7:
Met oog op recyclage en gecontroleerd omgaan met afval, moeten bij oplevering van de werf alle afbraak- en bouwmaterialen worden afgevoerd naar de daartoe bestemde stortplaatsen of recuperatie-eenheden. De voorwaarden uit het Besluit van de Vlaamse regering van 17/02/2012 (VLAREMA-besluit) en latere wijzigingen (Besluit van de Vlaamse Regering van 22/03/2019 tot wijziging van voornoemd besluit) dienen te worden nageleefd.
Artikel 8:
De voorwaarden bij het advies van Agentschap Wegen en Verkeer, zoals bijgevoegd in bijlagen, strikt na te leven.
Artikel 9:
Binnen onderhavige aanvraag is een gedeelte van een geïnventariseerde gracht aanwezig. Ondanks dit een fragment betreft is het beter, in kader van toekomstige ontwikkelingen en in kader van het creëren van een voldoende groenblauwe-visuele maar ook ecologische buffer naar de woningen in de Halfstraat toe, dat deze gracht als structureel groenblauw element wordt doorgetrokken over de volledige lengte van de Halfstraat.
Artikel 10:
Ter compensatie voor de gerooide bomen dienen minimaal te worden heraangeplant;
● 40 inheemse streekeigen bomen met een minimale diameter (gemeten op 1m boven de grond) van 15cm.
● 6 inheemse streekeigen bomen met een minimale diameter (gemeten op 1m boven de grond) van 20cm.
Een lijst van inheemse streekeigen boomsoorten wordt als bijlage aan verslag toegevoegd.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.