Het college,

INHOUD VAN DE AANVRAAG

 

  1. Inhoud van de aanvraag

Stedenbouw / stedenbouwkundige handelingen

       Nieuwbouw ééngezinswoning met twee bouwlagen onder plat dak met aanpalende garage. Oprichten tuinberging en aanleg zwembad, oprit en pad naar de voordeur.

 

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

 

  1. Beoordeling van de aanvraag

Beoordeling stedenbouw: stedenbouwkundige handelingen

 

  1. Afwijkingen op de voorschriften en/of op de goede ruimtelijke ordening

 

Verkaveling OMV_2019129655 , artikel 2.2.A a):

Volgens deze dit artikel moeten autobergplaatsen op aanpalende percelen ofwel beiden garages of beiden carports zijn. De aanvraag voorziet echter een garage, terwijl op het aanpalende perceel als autobergplaats een carport wordt geplaatst. Omwille van het feit dat de hoogte van de garage en carport gelijk , de gevel van de garage een grijze afwerking krijgt, slechts beperkt zichtbaar zal zijn vanaf de openbare weg en op moment van indienen van de aanvraag er nog geen vergunning was afgeleverd voor het aanpalende perceel kan een afwijking aanvaard worden.

 

Verkaveling OMV_2019129655 , artikel 3.2:

Volgens deze dit artikel moet de verharding in de voortuin van oprit en pad naar de voordeur gecombineerd worden tot één verharding en dat de maximale breedte van een pad rond de woning beperkt is tot 1,5m. De aanvraag voorziet echter een oprit die gescheiden is van het pad naar de voordeur en een pad naast de woning tussen oprit en pad naar de voordeur ter breedte van 1,5m. Omwille van het feit dat de oprit minder breed is dan de maximaal toegestane breedte van 3m en samen met het pad naar de voordeur de breedte van de verharding in de voortuin dus onder de maximaal toegestane 4,5m blijft en er enkel tussen oprit en pad naar de voordeur een pad naast de woning komt kan een afwijking aanvaard worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

  1. Beoordeling van de adviezen

Het advies van Pidpa distributie leidingen is voorwaardelijk gunstig. Het advies wordt wel onderbouwd met specifieke regelgeving, waardoor dit advies dus wel onder de toepassing van VCRO art.4.3.3. “direct werkende normen” valt. Het cbs moet dit advies dus wel verplicht volgen; de voorwaarden moeten dus wel bij de vergunning opgelegd worden. Het advies luidt als volgt:

 

Er is geen uitbreiding nodig van het distributienet in de openbare weg. De ontwikkeling is aansluitbaar op de

bestaande hoofdleiding van het drinkwaternet.

Zodra de bouwvergunning wordt afgeleverd kan een aansluiting op ons drinkwaternet worden aangevraagd via

https://www.pidpa.be/ons-aanbod/drinkwater/nieuwe-aansluiting.

Alle informatie en voorwaarden op technisch en administratief vlak kunt u terugvinden op onze

website: https://www.pidpa.be/ons-aanbod/drinkwater

Beoordeling:

Het advies is gunstig, mits er voldaan wordt aan de bovenstaande te volgen richtlijnen, voorwaarden en

regelgeving.

 

Het advies van Pidpa riolering is voorwaardelijk gunstig. Het advies wordt wel onderbouwd met specifieke regelgeving, waardoor dit advies dus wel onder de toepassing van VCRO art.4.3.3. “direct werkende normen” valt. Het cbs moet dit advies dus wel verplicht volgen; de voorwaarden moeten dus wel bij de vergunning opgelegd worden. Het advies luidt als volgt:

 

Beschrijvend gedeelte:

1.a. Van toepassing zijnde regelgeving:

- Het reglement voor de aanleg van rioleringsinfrastructuur in ontwikkelingen, goedgekeurd door de

gemeenteraad en vermeld op de website van Pidpa: www.pidpa.be bij 'afvalwater en

riolering/ontwikkelingen'.

- De gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten,

infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

- Het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM)

- De “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” Pidpa-Riolering (zie website www.pidpa.be).

- Het Algemeen waterverkoopreglement (zie website www.pidpa.be).

- Het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website www.pidpa.be).

- De code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen.

- Deze lijst is niet limitatief.

1.b. Ligging volgens het zoneringsplan:

- De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een

zuiveringsstation (oranje gearceerd);

 

1.c. Weerhouden geval volgens het ontwikkelingsreglement:

- De ontwikkeling ligt in centraal gebied, grenzend aan centraal gebied of in geoptimaliseerd

buitengebied en er zijn enkel beperkte rioleringswerken en bijhorend sleufherstel van de bestaande

wegenis binnen het openbaar domein en valt dus onder de specifieke voorwaarden van het geval A.2.

van het ontwikkelingsreglement.

1.d Weerhouden bepalingen volgens het ontwikkelingsreglement:

- Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt

hiervoor eventueel een offerte over aan de ontwikkelaar.

- De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na

betaling van de in de offerte vermelde, geraamde kostprijs.

- Onvoorziene omstandigheden tijdens uitvoering van de werken die aanleiding geven tot een stijging van

de kosten worden eveneens aangerekend aan de ontwikkelaar.

2. Voorwaarden: (onverminderd de bepalingen uit het ontwikkelingsreglement)

2.a. Specifieke voorwaarden:

- De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen respectievelijk dienen aangesloten te worden op de bestaande

gemengde riolering (DWA) en op de gracht of ingebuisde gracht (RWA) langsheen de Koekoekstraat.

- Hiertoe dient er aangesloten te worden op de bestaande huisaansluitputjes voor DWA en RWA voor het

betreffende perceel. Er dient met deze locatie rekening gehouden te worden.

- Aangezien de woning voorzien wordt van een groendak is het plaatsen van een regenwaterput niet

verplicht volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

- De buffercapaciteit van het groendak moet conform de GSV min. 35 l/m² bedragen. De afvoer

hiervan mag rechtstreeks op de infiltratievoorziening worden aangesloten.

- De RWA-afvoer wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met min. 6.030 liter (effectief 6.030

liter) infiltratievolume en min. 9,65m² (effectief 9,7m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag

worden aangesloten op het openbaar domein t.h.v. de rooilijn.

- Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het

grondwaterniveau.

- Verhardingen die zullen worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen of lokaal infiltreren in de

bodem mogen niet voorzien worden van afvoeren door middel van kolken en/of goten.

- De overloop van het onoverdekte buitenzwembad dient te worden aangesloten op de RWA-leidingen.

- De afvoer van de zwembadfilter moet worden aangesloten op de DWA.

- Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed

werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is verplicht. Deze

werd voorzien en staat vermeld op het plan.

- Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het

(toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.

 

- Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het

openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open

hemelwaterlichaam is verplicht.

- De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de

ontwikkelaar. De putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.

- Standaard huisaansluiting: een huisaansluiting met een diameter van 160mm waarbij de bovenkant van

de buis maximum 50cm onder het maaiveld ligt ter hoogte van de rooilijn.

- De aansluitingen dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering (www.pidpa.be).

- Dossierkost

o Er dient door de ontwikkelaar een éénmalige dossierkost betaald te worden van 125,00 euro

(excl. BTW), zoals vermeld in punt 2.b. en conform artikel 5 van het ontwikkelingsreglement

(deze dossierkost dient betaald te worden nadat de vergunning werd afgeleverd).

2.b. Algemene voorwaarden:

- De dossierkost, conform artikel 5 van het ontwikkelingsreglement, dient betaald te worden nadat

Pidpa in kennis werd gesteld van het afleveren van de vergunning. Deze dossierkost wordt door

Pidpa rechtstreeks aan de ontwikkelaar gefactureerd. Deze dossierkost staat volledig los van een

eventuele offerte voor het uitvoeren van werken door Pidpa.

- Voor elke aansluiting op de riolering (dus ook op bestaande wachtaansluitingen/

huisaansluitputjes) dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.

- Bij een bemaling is het verplicht een zandvang en een debietsmeter te plaatsen.

- De keuring van de afvoer van de privéwaterafvoer is verplicht:

o bij nieuwbouw of herbouw

o bij het realiseren van een bijkomende aansluiting of het plaatsen van een IBA

o bij de aanleg van een gescheiden riolering op het openbaar domein tenzij er een conform

keuringsattest kan voorgelegd worden van nieuw- of herbouw dat niet ouder is dan 5 jaar

3. Beoordeling:

Het advies is voorwaardelijk gunstig, er dient voldaan te worden aan de bovenstaande te volgen

richtlijnen, voorwaarden en regelgeving.

 

 

 

  1. Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag betreft nieuwbouw van een ééngezinswoning op een perceel in woongebied met landelijk karakter . De gevraagde functie betreft wonen. De bestaande directe omgeving wordt gekenmerkt door ééngezinswoningen en bedrijfsgebouwen. Daarom is de voorgestelde functie in principe inpasbaar in de directe omgeving.

 

  1. Mobiliteitsimpact

De aanvraag voorziet een garage naast de woning en oprit ernaartoe. Er wordt voldoende ruimte voorzien voor het parkeren van wagens/fietsen. Aangezien dit voldoende is om in de eigen parkeerbehoefte te voorzien en er dus geen negatieve impact is op het openbaar domein wat betreft parkeerplaatsen is de voorgestelde impact op de mobiliteit in de omgeving en/of het perceel dus aanvaardbaar.

 

  1. Schaal

De aanvraag voorziet een ééngezinswoning in twee bouwlagen waarbij het gelijkvloers een kroonlijsthoogte heeft van 3,6m en bouwdiepte van 17m. De 1ste verdieping heeft een bouwdiepte van 13m en kroonlijsthoogte van 6,5m. De woning is voorzien van platte daken die ingericht worden als groendak. Achter de woning wordt er een terras en zwembad aangelegd en een tuinberging geplaatst. Aangezien zowel de woning, terras, zwembad als tuinberging voldoen aan de verkavelingsvoorschriften is het voorgestelde gabarit / volume ten aanzien van de omgeving en/of het perceel dus aanvaardbaar.

 

  1. Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De aanvraag voorziet een ééngezinswoning in twee bouwlagen waarbij het gelijkvloers een kroonlijsthoogte heeft van 3,6m en bouwdiepte van 17m. De 1ste verdieping heeft een bouwdiepte van 13m en kroonlijsthoogte van 6,5m. De woning is voorzien van platte daken die ingericht worden als groendak. Achter de woning wordt er een terras en zwembad aangelegd en een tuinberging geplaatst. Voor de woning wordt er oprit en pad naar de voordeur aangelegd. Naast de woning wordt er een wadi aangelegd als infiltratievoorziening. Aangezien zowel de woning, terras, zwembad als tuinberging voldoen aan de verkavelingsvoorschriften zijn de voorgestelde constructies / verhardingen / ruimte-inname ten aanzien van de omgeving en/of het perceel dus aanvaardbaar.

 

  1. Visueel-vormelijke aspecten

De aanvraag voorziet een ééngezinswoning met witte gevelsteen en aluminium buitenschrijnwerk. De tuinberging wordt opgetrokken in hout. Aangezien dit voldoet aan de verkavelingsvoorschriften is het voorgestelde materiaalgebruik / vormgeving / esthetiek ten aanzien van de omgeving en/of het perceel dus aanvaardbaar.

 

  1. Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing. De aanvraag omvat geen cultuurhistorische of erfgoed gerelateerde elementen.

 

  1. Bodemreliëf / Milieu

Niet van toepassing. De aanvraag voorziet geen reliëfwijzigingen.

 

  1. Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De aanvraag omvat bouwwerken die kunnen zorgen voor geluids- en stofhinder. Deze hinder is echter van tijdelijke aard en stopt wanneer de werken zijn afgerond. Daarom zijn de voorgestelde werken ten aanzien van de aanpalende percelen, de omgeving en het eigen perceel dus aanvaardbaar.

 

Bijkomend worden vanuit de gemeente preventieve maatregelen als voorwaarden bij de vergunning opgelegd, met oog op beperken van schade en netheid aan het openbaar domein ter hoogte van het perceel tijdens uitvoering van de werken:

       De vergunninghouder moet de openbare weg rein houden in de nabijheid van de bouwwerken. Eventuele schade aan het openbaar domein moet door de vergunninghouder worden hersteld. De gemeentelijke diensten voeren na het einde der werken de controle uit.

       Indien het openbaar domein ter hoogte van uw eigendom niet in goede staat is, dit vóór de aanvang van de werken enkele foto’s te bezorgen aan de gemeentelijke dienst Omgeving via ro@schelle.be, met daarbij een beknopte beschrijving en enkele foto’s van de staat van het openbaar domein.

 

Met oog op volledigheid van uw vergunning wordt als voorwaarde voor vergunning opgelegd:

       Ten minste 8 dagen voor de start van de werken de bouwlijn en hoogtepas te laten uitzetten door een beëdigd landmeter, en hiervan een door de landmeter opgemaakt verslag (inplantingsplan met aanduiding van de uitgezette bouwlijn en hoogtepas) aan de gemeentelijke dienst Omgeving via ro@schelle.be te bezorgen, zodanig dat dit bij het vergunningsdossier gevoegd kan worden.

       In geval de opgerichte constructie 'kleine afwijkingen' t.o.v. de omgevingsvergunning omvat, zoals bedoeld in de artikels 4.2.7. tot en met 4.2.13. van de VCRO, dan moet de architect die belast is met het toezicht op de uitvoering van de vergunde stedenbouwkundige handelingen een as-built attest, vergezeld van de nodige verduidelijkende as-built plannen, worden opgemaakt, en deze moeten ten laatste 8 dagen na het einde van de werken bezorgd worden aan het gemeentebestuur, zodat deze bij het vergunningsdossier gevoegd kunnen worden.

       In geval de opgerichte constructie afwijkingen t.o.v. de omgevingsvergunning omvat, die niet begrepen kunnen worden onder de toepassing van de artikels 4.2.7. tot en met 4.2.13. van de VCRO, dan moet hiervoor op basis van as-buitplannen een omgevingsvergunning bekomen worden. Indien deze afwijkingen betrekking hebben op de inplanting en/of bouwdiepte en hoogte van de constructie, dient dit opgemeten te worden door een landmeter-expert erkend door de federale raad van de landmeters-experten

 

Op basis van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en latere wijzigingen, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en het verslag d.d. 12/7/2022 van de gemeentelijke omgevingsambtenaren, dat in het kader van deze beslissing wordt bijgetreden en eigengemaakt, wordt de gevraagde omgevingsvergunning voor Bouwen van een nieuwe woning in een nieuwe verkaveling op een eigendom gelegen Koekoekstraat 5, kadastraal gekend (afd. 1) sectie C 317 L & (afd. 1) sectie C 317 M, verleend aan  Bachir Rhimi met als contactadres Provinciale Steenweg 122 te 2627 Schelle, mits de vergunninghouder de hierna geformuleerde voorwaarden naleeft.

 

Beslist:

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1:

De vergunninghouder is verplicht om gedurende 30 dagen de affiche uit te hangen, op het perceel waarop de beslissing van toepassing is, goed zichtbaar vanaf het openbaar domein. De start van het ophangen moet geschieden binnen een termijn van 10 dagen vanaf de dag van ontvangst van de beslissing. De vergunninghouder brengt de gemeente onmiddellijk op de hoogte van de startdatum van de aanplakking van de vergunning, met een foto van de affiche, waarop de datum van de foto-opname staat, per mail via ro@schelle.be. De sanctie bij niet-aanplakking is dat de beroepstermijn in hoofde van derden-belanghebbenden geen aanvang neemt, waardoor de vergunning onuitvoerbaar kan blijven.

 

Artikel 2:

De vergunninghouder is verplicht om de gemeente op de hoogte te brengen van de aanplakking van de bekendmaking van de omgevingsvergunning. De vergunningshouder dient dit bericht door te geven in uw dossier op www.omgevingsloket.be, per mail via ro@schelle.be, of per aangetekend schrijven op adres Fabiolalaan 55, 2627 Schelle.

 

Artikel 3:

De vergunning is uitvoerbaar binnen 35 dagen, te tellen vanaf de startdatum van de aanplakking, behalve indien de aanvrager binnen die 35 dagen op de hoogte werd gebracht van het instellen van een administratieve beroepsprocedure.

 

Artikel 4:

De vergunninghouder brengt het college van burgemeester en schepenen per beveiligde zending of mail op de hoogte van respectievelijk de start en het einde der werken, en dit ten laatste 8 dagen voor de respectievelijk start en einde van de werken, per mail via ro@schelle.be.

 

Artikel 5:

Met oog op volledigheid van de vergunning wordt opgelegd om ten minste 8 dagen voor de start van de werken de bouwlijn en hoogtepas te laten uitzetten door een beëdigd landmeter, en hiervan een door de landmeter opgemaakt verslag (inplantingsplan met aanduiding van de uitgezette bouwlijn en hoogtepas) aan de gemeentelijke dienst Omgeving via ro@schelle.be te bezorgen, zodanig dat dit bij het vergunningsdossier gevoegd kan worden.

 

Artikel 6:

Met oog op beperken van schade en netheid aan het openbaar domein ter hoogte van het perceel tijdens de uitvoering van de werken, wordt opgelegd dat de vergunninghouder de openbare weg rein moet houden in de nabijheid van de bouwwerken. Schade moet door de vergunninghouder hersteld worden, de gemeentelijke diensten voeren na het einde der werken de controle uit.

 

Artikel 7:

Met oog op beperken van schade en netheid aan het openbaar domein ter hoogte van het perceel tijdens de uitvoering van de werken, wordt opgelegd dat, indien het openbaar domein ter hoogte van uw eigendom niet in goede staat is, dit vóór de aanvang van de werken enkele foto’s te bezorgen aan de gemeentelijke dienst Omgeving via ro@schelle.be, met daarbij een beknopte beschrijving en enkele foto’s van de staat van het openbaar domein.

 

Artikel 8:

Met oog op recyclage en gecontroleerd omgaan met afval, moeten bij oplevering van de werf alle afbraak- en bouwmaterialen worden afgevoerd naar de daartoe bestemde stortplaatsen of recuperatie-eenheden. De voorwaarden uit het Besluit van de Vlaamse regering van 17/02/2012 (VLAREMA-besluit) en latere wijzigingen (Besluit van de Vlaamse Regering van 22/03/2019 tot wijziging van voornoemd besluit) dienen te worden nageleefd.

 

Artikel 9:

De vergunninghouder neemt akte van dat het vandaag verplicht is om alle gebouwen te voorzien van een gescheiden rioleringsstelsel, een hemelwaterput van minstens 5000 liter, een operationele hergebruikinstallatie voor functioneel hergebruik minstens voor toiletspoeling, een voldoende gedimensioneerde infiltratievoorziening. Ook is het vandaag wenselijk om alle gebouwen te voorzien van (extensieve) groendaken, al dan niet in combinatie met één of meerdere van de voornoemde methodes. Gescheiden rioolaansluiting dient conform de richtlijnen van Pidpa – HidroRio te zijn. Voor rioleringswerken kan de vergunninghouder een afzonderlijke aanvraag tot (her-)aansluiting en keuring worden ingediend bij Pidpa Riolering via www.pidpa.be/afvalwater/aansluiting/nieuwe-aansluiting , klant@pidpa.be , klantenservicenummer 0800/90.300.

 

Artikel 10:

De vergunninghouder neemt akte van dat het vandaag wenselijk om alle gebouwen om te vormen naar BEN-gebouwen (Bijna EnergieNeutraal).

 

Artikel 11:

Gezien er geen advies is gegeven door de dienst Preventie en Veiligheid van de Politiezone Rupel inzake techno-preventieve maatregelen tegen inbraak, kunnen er ook geen geadviseerde maatregelen tegen inbraak genomen worden en na de beëindiging van de bouw van de woning gecontroleerd worden. Derhalve kan er ook geen subsidie bekomen worden bij de gemeente.

 

Artikel 12:

De voorwaarden bij het advies van Pidpa – Riolering, zoals bijgevoegd in bijlagen, strikt na te leven.

 

Artikel 13:

De voorwaarden bij het advies van Pidpa – distributie leidingen, zoals bijgevoegd in bijlagen, strikt na te leven.