Het college,

1. INHOUD VAN DE AANVRAAG

Stedenbouw / stedenbouwkundige handelingen

Er wordt door aanvrager een vergunningsaanvraag ingediend om hoofdzakelijk een functiewijzing van de huidige functie van de Interescaut-site naar een dienstverlenende bedrijvigheid/kantoren en recreatieve functie te bewerkstelligen, zonder daarbij verbouwingswerken uit te voeren.

De interescaut site kan opgedeeld worden in 5 activiteit zones:

 

  1. Magazijnen
  2. Kantoren
  3. Turbinehal
  4. Kelderverdieping turbinehal
  5. Treinhal – pomphuis

Op elke van de zones zullen activiteiten worden uitgevoerd die in overeenstemming zijn met de gevraagde hoofdfunctie van het perceel.

De kantoren aan de Scheldekant worden aangevraagd voor lage impact activiteiten; kantoren die ondersteunende diensten huisvesten alsook start-ups die een eerste locatie zoeken.

Aanvrager verwacht voor deze functie geen grote verkeersimpact, gezien deze locaties vooral tijdens de kantooruren zullen worden gebruikt. In het weekend wordt er geen verkeer verwacht.

De magazijnen worden aangewend voor opslag van goederen zoals decors wanneer deze niet worden gebruikt maar aanvrager wenst ook de ruimten te gebruiken om decors op te bouwen en bij te werken.

Voor deze activiteiten zullen er dan ook extra vergunningen en brandinspecties worden aangevraagd. Deze maken geen deel uit van de huidige aanvraag.

De grote turbinehal zal worden gebruikt voor festiviteiten voor een ruim publiek. De ruimte zal gepromoot worden voor culturele doeleinden alsook bedrijven die een bedrijfsevenement willen organiseren. Er wordt daarom in de aanvraag een opsplitsing gemaakt tussen middelgrote en kleine evenementen:

Middelgrote evenementen: Er wordt voorzien dat er maximaal 45 evenementdagen plaatsvinden waar meer dan 99 personen (maximaal 999) en/of meer dan 50 wagens (maximaal 400) aanwezig zijn, waarbij dat er een gemiddelde bezetting van 600 personen en 300 wagens wordt verwacht per evenement.

Kleine evenementen: Op de andere dagen wordt er voorzien dat er activiteiten kunnen plaatsvinden met minder dan 99 personen en minder dan 50 wagens.

In de kelder van de turbinehal wordt melding gemaakt van een recreatieve activiteit (Airsoft), welke zijn activiteiten wilt laten plaatsvinden met maximaal 99 spelers tegelijk. Deze activiteit betreft echter een ingedeelde inrichting dewelke niet werd aangevraagd tijdens deze procedure.

Hoewel dit niet vermeld wordt in de aanvraag wordt er parkeermogelijkheid voorzien op een niet vergunde verharding, die een betrekkelijk groot deel van het perceel omvat, en die niet-waterdoorlatend is.

Deze aanvraag handelt ook over de exploitatie van een nieuwe inrichting.

De vergunning wordt aangevraagd voor een periode van 3 jaar, waarbij na 2 jaar een nieuwe evaluatie met het gemeentebestuur wordt gemaakt.

Milieu / ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Volgende rubrieken worden aangevraagd:

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2°a)

Uit het huidige overzicht kan geconcludeerd worden dat er in 2019 (pre-corona) een verbruik was van 494.94m³ stadswater. Met de verwachtte evenementen, gerekend aan 1/30ste I.E., kan er een geschat verbruik op 850m³ worden vast gelegd. Er is momenteel geen regenwateropvang voorzien en deze worden niet gebruikt voor het sanitair water. Dit kan in de toekomst overwogen worden bij de herbestemming van de site. Er is enkel huishoudelijk afvalwater waardoor een voorbehandeling niet noodzakelijk is. De riolering is aangesloten aan een sceptische put en het lozingspunt is gelegen in een centraal gebied. (Nieuw)

850 m³

12.2.2°

transformator - ABB RESIBLOC (TR01)

France Transfo Triphase HTABT (TR02) (Nieuw)

2000 kVA

32.1.1°

actieve geluidsmeting met demper (Nieuw)

95 DB(A)_LAEQ_15

2. BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Beoordeling stedenbouw: stedenbouwkundige handelingen

2.1. Afwijkingen op de voorschriften en/of op de goede ruimtelijke ordening

Voorliggende aanvraag is principieel niet of niet geheel in overeenstemming met de verordenende voorschriften opgelegd in het gewestplan Antwerpen en wijkt hiervan af voor wat betreft de functiewijziging van gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut en parkgebieden naar een zone voor recreatie en kantoren .

Voor wat betreft deze afwijking dient onderzocht te worden of deze begrepen kan worden onder het toepassingsgebied van een van de mogelijke afwijkingen van stedenbouwkundige voorschriften, zoals vermeld onder de artikels 4.4.1. tot en met 4.4.23. van de VCRO en in die zin beschouwd kan de aangevraagde activiteit aanzien worden als een geldige afwijking, zoals bedoeld in artikel 4.4.23. (Zonevreemde functiewijzigingen) van de VCRO.

Artikel 4.4.23.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan mag bij het verlenen van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een vergunningsplichtige functiewijziging van een gebouw of een gebouwencomplex, afwijken van de bestemmingsvoorschriften, voor zover voldaan is aan beide hiernavolgende voorwaarden :

1° het gebouw of het gebouwencomplex beantwoordt op het ogenblik van de aanvraag aan alle hiernavolgende vereisten :

a) het gebouw of het gebouwencomplex bestaat,

b) het gebouw of het gebouwencomplex is niet verkrot,

c) het gebouw of het gebouwencomplex is hoofdzakelijk vergund,

d) het gebouw of het gebouwencomplex is niet gelegen in :

1) ruimtelijk kwetsbare gebieden, met uitzondering van parkgebieden en agrarische gebieden met ecologisch belang of ecologische waarde,

2) recreatiegebieden, zijnde de als dusdanig door een plan van aanleg aangewezen gebieden, en de gebieden, geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan, die onder de categorie van gebiedsaanduiding « recreatie » sorteren;

2° de functiewijziging komt voor op een door de Vlaamse Regering vast te stellen lijst, waarin nadere regelen en bijkomende voorwaarden voor de betrokken wijzigingen van gebruik kunnen worden bepaald.

Gezien de aanvraag beantwoordt aan de vereisten voor de gebouwencomplexen, en het geen van bovenstaande uitzonderingsgevallen betreft, is de aanvraag tot afwijking op de voorschriften aanvaardbaar voor meerdere van aangevraagde activiteiten, zolang deze de draagkracht van de omgeving niet overschrijden.

Het voorziene volume bezoekers voor één van de activiteiten (totaal aantal tot 999) is echter een overschrijding van de draagkracht van de omgeving, waardoor enkel een lager volume kan toegestaan worden.

De parkeermogelijkheden hiervoor worden ten andere eveneens voorzien op een niet-waterdoorlatende en niet-vergunde oppervlakte en derhalve uit deze vergunning wordt gesloten. De overige aangevraagde activiteiten kunnen wel aanvaard worden als wijziging van de functie daar dezen geen verzwaring ten opzichte van de vorige functie inhoudt.

De voorliggende aanvraag komt bijgevolg voor wat betreft de verenigbaarheid met het voormelde plan en de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften voor vergunning in aanmerking, met uitzondering van de hierboven vermeldde activiteiten.

Er wordt afgeweken van het gewestplan op de beoogde functie uit het gewestplan, de aangevraagde functie is aanvaardbaar mits aan de voorwaarden uit dit advies voldaan wordt. Er wordt geen wijziging aangebracht aan het bouwvolume en er wordt dus geen wijziging aangebracht die de goede ruimtelijke ordening van het geheel benadeeld. Ook wordt deze vergunning wordt slechts toegekend voor een periode van maximum 2 jaar en is deze eventueel verlengbaar met 1 jaar na overleg met de gemeente.

De gesprekken voor deze verlenging moeten tijdig gestart worden.

Als er na het verlopen van 2 jaar, na de start van de vergunning, geen verlenging goedgekeurd is, kan deze ook niet meer verlengd worden voor het laatste (derde) jaar.

Gezien er aan aantal voorwaarden opgelegd worden voor de uitvoering van deze tijdelijke vergunning, moeten deze allemaal uitgevoerd worden vanaf de start van de vergunning en binnen 6 maanden volledig uitgevoerd zijn. Mochten de opgelegde voorwaarden niet uitgevoerd zijn na 6 maanden, vervalt het recht op verlenging en moeten de activiteiten en evenementen volledig stoppen na 6 maanden.

De activiteiten mogen dan pas verder gezet worden als aan alle voorwaarden is voldaan en dit maximum tot op het einde van het 2de jaar na de start van de vergunning. Er is dan ook geen verlenging meer mogelijk voor het derde jaar.

2.2. Beoordeling van de adviezen

Externe adviezen

Het advies van IGEAN - Intercommunale Grondbeleid en Expansie Antwerpen-dienstverlening is voorwaardelijk gunstig. Het advies wordt onderbouwd met specifieke regelgeving, waardoor dit advies dus onder de toepassing van VCRO art.4.3.3. “direct werkende normen” valt. Het cbs moet dit advies dus verplicht volgen; de voorwaarden moeten dus bij de vergunning opgelegd worden. Het advies luidt als volgt:

Juridisch kader

Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (Omgevingsvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten.

Besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (Omgevingsvergunningsbesluit), zoals gewijzigd bij latere besluiten.

Titel 5 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij latere besluiten.

Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (Natuurdecreet) en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 15 juni 2018 houdende de coördinatie van de waterregelgeving en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets.

Waterwetboek van 1 januari 2019 (en latere wijzigingen) houdende gecodificeerde decreten betreffende het integraal waterbeleid.

De Blue Deal van 28 juli 2020 houdende plan van de Vlaamse Regering om de strijd tegen droogte en waterschaarste structureel aan te pakken.

Vergunningsaanvraag

Deze omgevingsvergunningsaanvraag heeft betrekking op de exploitatie van een nieuwe inrichting gelegen aan de Interescautlaan 100 te 2627 Schelle (afdeling 1, sectie A, perceelnr. 542B), omvattende:

- 3.2.2.a: de lozing van max. 850 m3/jaar huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering

- 12.2.2: twee transformatoren met een individueel nominaal vermogen van 1.000 kVA elk

- 32.1.1: een evenementenhal (turbinehal) met muziekactiviteiten tot 95 dB(A) LAeq, 15 min

Beschrijving van de inrichting & aanvraag

Deze inrichting omvat de ‘Interescout-site’, een voormalige elektriciteitscentrale, die nu geëxploiteerd zou worden als trekpleister voor cultuurliefhebbers en om sport- en recreatie te ondersteunen met onder meer de aanwezigheid van magazijnen, werkplaatsen, kantoren en zalen.

De kantoren aan de Scheldekant zullen worden gebruikt voor lage impact activiteiten, kantoren die ondersteunende diensten huisvesten alsook start-ups die een eerste locatie zoeken. De magazijnen worden gebruikt voor de opslag van goederen, zoals decors wanneer deze niet worden gebruikt. Ook kan deze ruimte worden gebruikt om decors op te bouwen en bij te werken.

De grote turbinehal zal worden gebruikt voor festiviteiten voor een ruim publiek, bijvoorbeeld voor culturele doeleinden alsook bedrijven die een bedrijfsevenement willen organiseren. Deze activiteiten worden opgesplitst in kleine en middelgrote evenementen.

Voor de middelgrote evenementen wordt er voorzien dat er max. 45 evenementdagen per jaar plaatsvinden waar meer dan 99 personen tot maximaal 999 aanwezig zijn. Er wordt een gemiddelde bezetting van 600 personen verwacht op jaarbasis. Op de andere dagen wordt er voorzien dat er activiteiten kunnen plaatsvinden met minder dan 99 personen, zijnde de kleine evenementen.

Deze aanvraag voorziet enkel vergunning voor de ingedeelde inrichtingen van de exploitant/eigenaar Waterfront Schelle. Alle andere vergunningsplichtige activiteiten dienen afzonderlijk te worden aangevraagd door de exploitant/huurders.

Deze aanvraag handelt over de exploitatie van een nieuwe inrichting.

Bemerking mbt tot niet aangevraagde rubrieken; rubriek 32.7 airsoft

 

In de Mober is er sprake van de uitbating van een airsoft. Dit is een recreatievorm vergelijkbaar met bijvoorbeeld paintball en is ingedeeld onder rubriek 32.7 volgens de indelingslijst van Vlarem. Hieromtrent werd in eerdere conclusies al gesteld dat deze activiteit hier niet mogelijk is. De eigenaar/exploitant van de site is dan ook niet in de mogelijkheid toestemming te verlenen voor het gebruik van de inrichting als airsoft locatie.

Ruimtelijke context

De inrichting is volgens het gewestplan gelegen in gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen. De hoofdfunctie van het gebouw is industrie en bedrijvigheid.

Wat betreft de ruimtelijke context dient enerzijds opgemerkt te worden dat voor deze site nog een herbestemming moet gebeuren via een ruimtelijk uitvoeringsplan, anderzijds omvat de voorliggende aanvraag een bestemmingswijziging van industrie naar recreatie en diensten voor wat betreft de functie en het gebruik van de gebouwen, zoals beschreven in het stedenbouwkundig luik binnen deze omgevingsaanvraag als ‘wijzigen van de functie zonder verbouwingswerken’.

Voor de beoordeling van een omgevingsdossier (aanvraag of IIOA) voorziet Vlarem verbods- en afstandsregels om na te gaan. Voor muziekactiviteiten zijn er geen specifieke verbodsbepalingen opgenomen in Vlarem. Tevens vraagt de milieuwetgeving om een ruimtelijke toetsing via het algemeen inplantingsvoorschrift zoals beschreven in artikel 4.1.1.1 van Vlarem II, samengevat de verenigbaarheid met stedenbouwkundige voorschriften volgens een gewestplan, een ruimtelijk uitvoeringsplan of een ander plan van aanleg.

Concreet is de gevraagde activiteit zonevreemd gezien de bestemming van de site als ‘gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut’ en de specifieke bestemming van het gebouw als ‘industrie en nijverheid’. Vooraleer we hier een milieutechnisch advies uitbrengen dringt de noodzaak zich op per uitzondering ook het stedenbouwkundig aspect nader te bekijken.

De provincie is actief op zoek naar een nieuwe invulling en/of herbestemming van de site in overleg met de lokale partners en omwonenden. De provincie Antwerpen wil beperkte ontwikkelingen toelaten en het aanwezige groen versterken. Na de startnota en het bijhorende participatietraject werden alle reacties en adviezen verwerkt naar de scopingsnota. De scopingsnota bevat informatie over planningscontext, historiek en planopties. Binnen het plan-MER werden scenario’s onderzocht met een alternatievenonderzoek wat uiteindelijk zal vertaald worden in een PRUP met grafisch plan en voorschriften. Met deze aanvraag dienen we na te gaan welke activiteiten er tussentijds vanuit milieu of stedenbouwkundig perspectief mogelijk zijn in de zone voor openbaar nut, in afwachting van het PRUP.

De lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen bevat geen bepalingen voor een zone voor openbaar nut. Binnen het tijdelijke karakter kijken we naar een maximale periode van 120 dagen (4 x 30 dagen) welke hier niet toepasbaar is. In dat geval dienen afwijkingsmogelijkheden onderzocht te worden om het sociaal-cultureel of recreatief gebruik te staven.

In de VCRO werden afwijkingsmogelijkheden voorzien voor sociaal-cultureel of recreatief medegebruik en tijdelijk gebruik in afwachting van een bestemming (art. 4.4.4 VCRO):

- In alle bestemmingsgebieden kunnen, naast de handelingen die gericht zijn op de verwezenlijking van de bestemming, ook handelingen worden vergund die gericht zijn op het sociaal-culturele of recreatieve medegebruik, voor zover ze door hun beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen.

- Voor niet van vergunningsplicht vrijgestelde handelingen die verbonden zijn met occasionele of hoog dynamische sociaal-culturele of recreatieve activiteiten, kan slechts een tijdelijke omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen worden afgeleverd, of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen onder de voorwaarde dat de betrokken handelingen slechts gedurende een specifieke periode of op bepaalde momenten aanwezig kunnen zijn.

- Sociaal-culturele of recreatieve activiteiten waarvan de inrichtingen een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vereisen, kunnen slechts op occasionele basis worden toegestaan.

- Tijdelijk gebruik is enkel voorzien voor lawaaierige buitensporten in de aangeduide havengebieden

Samengevat kunnen we stellen dat :

- zonder omgevingsvergunning volgende activiteiten mogelijk zijn:

- tijdelijke handelingen, max. 4x30 dagen (vrijstellingsbesluit, met voorwaarden)

- niet-zonevreemde ingedeelde inrichtingen klasse 3 (melding)

- met omgevingsvergunning volgende activiteiten mogelijk zijn:

- activiteiten van algemeen belang (o.b.v. gewestplan)

- recreatief medegebruik / tijdelijk gebruik (o.b.v. art. 4.4.4 VCRO)

- ingedeelde inrichtingen klasse 1 of 2

- zonevreemde ingedeelde inrichtingen klasse 3

Aan de kantoorfunctie zijn geen indelingsrubrieken gekoppeld, dus blijft deze verder buiten beschouwing in dit advies. Hoewel opgemerkt moet worden dat hiertoe ruimtelijk geen afwijkingsmogelijkheden voor zijn. Bijgevolg kunnen op tijdelijke basis sociaal, culturele of recreatieve activiteiten plaatsvinden in afwachting van het RUP, onder voorbehoud van de toetsing van de goede ruimtelijke ordening door de bevoegde omgevingsambtenaar. Voorgesteld wordt de uitbatingsvergunning in tijd te beperken. Aangezien de exploitant slechts vergunning vraagt voor een periode van 3 jaar wordt deze termijn aangehouden in het overwegingskader.

Effecten op de omgeving

Mobiliteit

Er is een mobiliteitsstudie (verder Mober) gevoegd bij de aanvraag waarin het bereikbaarheidsprofiel, het druktebeeld, de verkeersgeneratie, de verkeersleefbaarheid, parkeerbehoefte en dergelijke besproken worden.

De verkeersbewegingen worden geraamd op ca. 10 vrachtwagens per week voor de magazijnen. Dit betekent dat op werkdagbasis een tweetal aankomsten en vertrekken verwacht worden, gespreid over de dag. In het weekend zullen hier geen activiteiten plaatsvinden. Voor de evenementenhal wordt gerekend op een een autobezettingsgraad van 2,5 personen per auto. Voor de middelgrote evenementen wordt er voorzien dat er max. 45 evenementdagen per jaar plaatsvinden waar meer dan 99 personen (maximaal 999) en/of meer dan 50 wagens (maximaal 400) aanwezig zijn. Er wordt een gemiddelde bezetting van 600 personen en 300 wagens verwacht op jaarbasis. Op de andere dagen wordt er voorzien dat er activiteiten kunnen plaatsvinden met minder dan 99 personen en minder dan 50 wagens, zijnde de kleine evenementen. De mogelijkheid bestaat om bezoekers te laten parkeren op afstand, en de bezoekers met shuttlediensten van en naar de site te vervoeren.

Voor de kantoren kunnen op dagbasis ca. 119 auto’s worden verwacht. Voor de airsoftsessies zijn bijkomend 50 auto’s te verwachten bij maximale bezetting. Samengevat ziet de verkeersgeneratie er als volgt uit,

tijdens werkdagen:

tijdens weekenddagen:

Gezien de ligging nabij de A12 zal het merendeel van het verkeer zich van en naar de A12 begeven. Er zijn vijf routes mogelijk: via de Antwerpse Steenweg (N148) naar het noorden, via de Cleydaellaan, de Steenwinkelstraat, de Matenstraat en de Boomsestraat (N148) naar het zuiden. Het intergemeentelijk mobiliteitsplan categoriseert de Boomsestraat niet als ontsluitingsweg maar de route zal vermoedelijk wel gebruikt worden richting Boom en de A12 naar Brussel. Dit geldt eveneens voor de N148 die de drukte op de A12 vermijdt en die in het noorden aansluit op de Antwerpse Ring via de op- en afrit Kiel. Er wordt vanuit gegaan dat het verkeer gebruik zal maken van de Tolhuisstraat tot de rotonde met de N148 Fabiolaan. Vanaf de rotonde zal het verkeer zich evenredig verdelen over het noorden, oosten en zuiden. Het meeste verkeer wordt toegedeeld aan de drie ontsluitingswegen volgens het intergemeentelijk mobiliteitsplan. De Steenwinkelstraat zal als centrale as met een onmiddellijke aansluiting op de A12, 30% van het verkeer te verwerken krijgen. 25% van het verkeer zal vermoedelijk via de Cleydaellaan en Matenstraat rijden. De Matenstraat geeft geen onmiddellijke aansluiting met de A12, enkel op de parallelwegen, maar zorgt wel voor een aansluiting richting de E19. Op lange termijn zal de N171 vanuit Kontich hierop aangesloten worden. Het resterende aandeel verkeer zal via de N148 rijden waarvan 10% via de Antwerpse Steenweg naar het noorden en 10% via de Boomsestraat naar het zuiden.

Voor het toekomstig druktebeeld geeft de Mober volgende conclusie weer: “Gezien de beperkte verwachte verkeersgeneratie is de impact op de omliggende wegenis verwaarloosbaar voor de maatgevende ochtend- en avondspits. … In globo kan dan ook gesteld worden dat op basis van de verkeersleefbaarheid van de omgeving van het projectgebied zowel voor de indicatoren oversteekbaarheid, als verkeersveiligheid, de impact van het voorliggende project als verwaarloosbaar kan worden ingeschat.”

Echter lijkt de hinderimpact voor de buurt door bezoekers eerder groter dan de conclusies omtrent de effecten van de inrichting volgens de mobiliteitsstudie, waarbij we geneigd zijn het aantal evenementen te beperken in tijd en aantal. Voor tijd heeft Vlarem reeds beperkingen inzake openings- en sluitingsuren, zijnde sluiting (verbod op muziek) vanaf 3 uur tot 7 uur, behalve op zon- en feestdagen. De vergunningstermijn wordt gevraagd voor een periode van 3 jaar.

De exploitant vraagt max. 45 evenementdagen per jaar voor wat betreft de middelgrote evenementen (100 tot 999 bezoekers) waarbij tot 400 auto’s verwacht worden conform de Mober. Deze auto’s en het vrachtvervoer voor bevoorrading moeten langs de aanpalende woonwijk passeren. Rekening houdende met het feit dat er 52 weken per jaar zijn en 31 dagen per maand aan een hinderlast van maximaal 2 % tot wat als aanvaardbaar zou kunnen beschouwd worden, komt dit neer op maximaal 50 evenementdagen per jaar (max. 45 evenementdagen volgens de aanvraag) en maximaal 2 middelgrote evenementen per maand. Voor de limitering op maandbasis kan i.f.v. een eventuele hermachtiging een toetsing gebeuren op basis van de lopende exploitatieperiode en/of vergunningstermijn van 3 jaar, de welke de exploitant zelf voorgesteld heeft. Voor de kleine evenementen tot 99 personen met een raming van minder dan 99 personen en 50 auto’s volgens de Mober zijn geen bijkomende voorwaarden vereist om de milieudruk te verlagen.

Bodem

Oliehoudende transformatoren dienen te worden ingekuipt.

Water

 

Oppervlaktewater

Volgens de waterlopenkaart lopen langsheen de inrichting waterlopen namelijk de Zeeschelde en de Rupel.

Afvalwater

Volgens het zoneringsplan is de inrichting gelegen nabij centraal gebied. D.w.z. dat er riolering in de buurt aanwezig is waarop aangesloten dient te worden.

Er is enkel lozing van huishoudelijk afvalwater. Huishoudelijk afvalwater bestaat uit zwart water en grijs water, waarbij minstens het zwart water wordt voorbehandeld in een septische put vooraleer het naar de riolering gaat, het grijs water mag rechtstreeks naar de openbare riolering. De lokale voorwaarden dienen te worden nagevraagd bij de rioolbeheerder.

Hemelwater

De inrichting is volgens de watertoetskaarten niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

Er is geen hemelwaterbuffering aanwezig. Er is enkel gebruik van leidingwater met een geraamd verbruik aan 850 m3/jaar voor huishoudelijk gebruik onder meer sanitair, toiletspoelingen en kuiswater.

De inrichting is hiermee niet voldoende klimaatadaptief op vlak van water.

 

Door de steeds groter wordende droogteproblematiek en het ondertekenen van de burgemeestersconvenant 2030 door de gemeente, is binnen het vergunningbeleid nadruk op circulair watergebruik van alternatieve waterbronnen aangewezen. Voor laagwaardige toepassingen dient meer ingezet te worden op hemelwaterrecuperatie en bemalingswater.

Ook in de Blue deal, hét plan van de Vlaamse Overheid in de strijd tegen droogte en waterschaarste enerzijds en wateroverlast anderzijds, staan volgende pijlers centraal:.

  1.    Openbare besturen geven het goede voorbeeld en zorgen voor gepaste regelgeving
  2.   Circulair watergebruik als regel
  3.   Landbouw en natuur als deel van de oplossing
  4.   Particulieren sensibiliseren en stimuleren om te ontharden
  5.    Verhogen van de bevoorradingszekerheid
  6.   Samen investeren in innovatie om ons watersysteem slimmer, robuuster en duurzamer te maken

Opgemerkt dient te worden dat er voor laagwaardige toepassingen meer ingezet kan worden op recuperatiewater door in voldoende hemelwaterbuffering en aftappunten te voorzien. Bijvoorbeeld voor het reinigen van gebouwen, toiletspoelingen, kuiswater, beregening groenvoorzieningen etc is hemelwater inzetbaar.

Een verduurzaming van de waterhuishouding is nodig om de inrichting klimaatbestendig te maken. Vanuit het duurzaamheidsprincipe en preventief in functie van waterschaarste en/of wateroverlast is het aangewezen voor bedrijfsdoeleinden (huishoudelijk gebruik binnen het bedrijf en beregening groenvoorzieningen) bijvoorbeeld minimaal 20.000 l hemelwaterbuffering met voldoende aftappunten te voorzien, rekening houdende met een maximale leegstand van 5 %. Voor een optimale afstelling van het bergingsvolume en het gebruiksdebiet i.f.v. de aangesloten dakoppervlakte, dient er in het bijzonder over gewaakt te worden dat er maximaal 5% leegstand is van de hemelwaterbuffering. Voor deze berekening verwijzen we naar de ‘dimensioneringsgrafiek hemelwater’ van de VMM. Bij een opslagcapaciteit van

5 m³ per 100 m² dakoppervlakte (of 100 m³ nuttige opslagcapaciteit voor een totale dakoppervlakte van 2000 m²) en een leegstand van 1% zal een dagelijks volume hemelwater van 2.700 liter beschikbaar zijn of 950 m³ water per jaar. Uit de dimensioneringsgrafiek kan afgeleid worden dat de maximaal nuttige opslagcapaciteit ongeveer 15 m³/100 m² dakoppervlak bedraagt bij een leegstand van 1%. Dit komt voor een dakoppervlakte van 2.000 m² overeen met een opslag van ca. 300 m³ met een waterbeschikbaarheid van ca. 1.366 m³ per jaar.

Geluid

De zaal voor muziekactiviteiten is gelegen op een site palend aan een woonwijk. Geluidsoverlast kan verwacht worden bij evenementen door muziek, verkeer en parkeerdruk.

Voor het verkeer is afdoende parkeergelegenheid vereist binnen de site of kunnen akkoorden gesloten worden met eigenaars van grote parkings in de buurt en deze van shuttlebusjes te voorzien.

Wat betreft de toestroom van wagens, deze kan op kosten en in beheer van de exploitant geregeld worden door verkeerstoezichters en parkeerwachters te voorzien in de wijk en op de site.

Om de muziek tot een aanvaardbaar niveau te beperken zijn er milderende maatregelen nodig zoals interactieve monitoring van de geluidsproductie of door het plaatsen van een geluidsbegrenzer. Voor muziekactiviteiten is men gebonden aan de voorwaarden in Vlarem II artikel 5.32.2.2 dat stelt dat de exploitatie van de inrichting en het gebruik van elektronische versterkte muziek verboden is vanaf 3 uur tot 7 uur, behalve op zon- en feestdagen. Het schepencollege kan evenwel elke andere regeling inzake openings- en sluitingsuren vastleggen in de bijzondere voorwaarden. Verder geldt voor de ganse duur van elke muziekactiviteit een continue monitoring door middel van een permanente geluidsmeting.

Daarenboven moet voortdurend gewaakt worden over mogelijke normoverschrijding met verplichte bijsturing of het installeren van een geluidsbegrenzer. Analoog aan de luidste evenementen uit muziekcategorie 3 (klasse 2) koppelen we i.f.v.hinderbeheersing en gezondheidspreventie bijkomende voorwaarden aan de vergunning (zie ook andere effecten).

De aanvraag bevat een akoestisch onderzoek waaruit blijkt dat aan de dichtstbijzijnde woningen enkel voldaan wordt aan de geluidsnorm voor wat betreft het genre popmuziek.

De geluidsnorm bedraagt hier 45 dB(A) overdag (7 en 19 u), 40 dB(A) ’s avonds (19 en 22 u) en 40 dB(A) ’s nachts (22 en 7 u), volgens de richtwaarden voor geluid in gebieden op minder dan 500 m van een zone voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut volgens bijlage 4.5.4 van Vlarem II, mits toepassing van een forfaitiare aftrek van 5 dB(A) voor tonaliteit (muziek).

Er is een relatief grote afstand (200 meter) tussen de turbinehal en de eerste woningen en de turbinehal heeft een hoge geluiddempingswaarde. Niettegenstaande blijkt dat voor de huidige (bouwkundige) toestand van de turbinehal enkel voor het genre popmuziek een geluidsniveau van 95 dB(A) mogelijk is.

Laagfrequent geluid (veel bassen of lage tonen) is moeilijker te isolerenof te dempen door de bouwconstructie en draagt ook verder in de buitenomgeving. Wenst men evenementen te organiseren met dance, house of ultra bas bij een geluidsniveau van 95 dB(A) dan zijn structurele (bouwkundige) aanpassingen nodig aan de turbinehal. In het geval er geen structurele (bouwkundige) aanpassingen worden voorzien aan de turbinehal dan dient het maximale geluidsniveau voor de muziekgenres dance, house en ultra bas gelimiteerd te worden tot waarden lager dan 95 dB(A). Voor de overige muziekgenres – buiten popmuziek - zijn bijgevolg beperkingen nodig om binnen de Vlarem-nachtnorm te blijven (zie bijzondere voorwaarden). Het correct uitvoeren van de meetverplichting en zelfcontrole tijdens activiteiten zal normaliter de hinder tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperken.

Biodiversiteit

De inrichting is gelegen op 28 m van habitatrichtlijngebied BE2300006 ‘Schelde- en Durmevstuarium van de Nederlandse grens tot Gent’, op ca. 29 m van vogelrichtlijngebied BE2301235 ‘Durme en de middenloop van de Schelde’ en/of op ca. 78 m van VEN/IVON-gebied ‘De Vallei van de Boven Zeeschelde van de Dender- tot de Rupelmonding’.

Aangezien alle activiteiten binnen gebeuren, er geen ruimtebeslag is t.o.v. de speciale beschermingszones (SBZ), er geen of beperkte emissies zijn én er geen bronbemaling en/of grondwaterwinning worden aangevraagd, worden er geen significante effecten verwacht op de SBZ-H.

Andere: gezondheid

Omwille van de problematiek van gehoorschade onder meer bij jongeren is het aangewezen ook bij muziekactiviteiten van categorie 2 (meer dan 85 dB(A) tot 95 dB(A)) de nodige maatregelen te nemen om gehoorschade of gezondheidsklachten (zoals klaplong) door luide muziek te voorkomen. Een doordachte opstelling van de geluidskasten om het geluidsniveau in de inrichting te optimaliseren is een eerste stap, aanvullend hierop is het aanbieden op vraag van oordoppen wenselijk (zie bijzondere voorwaarden).

Advies

Op basis van alle gegevens opgenomen of verkregen in het kader van de omgevingsvergunnings-

aanvraag, geven wij gunstig advies, en kan de vergunning worden verleend voor de exploitatie van de inrichting gelegen aan de Interescautlaan 100 te 2627 Schelle (afdeling 1, sectie A, perceelnr. 542B), omvattende:

- 3.2.2.a: de lozing van max. 850 m3/jaar huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering

- 12.2.2: twee transformatoren met een individueel nominaal vermogen van 1.000 kVA elk

- 32.1.1: een zaal (turbinehal) met muziekactiviteiten tot 95 dB(A) LAeq, 15 min

a. voor een termijn van 3 jaar;

b. mits naleving van de volgende algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden:

  1.    
  2.    
  1.   A. Algemeen

Omschrijving

Deel

Artikels

Algemene voorschriften

Hfst. 4.1

Art. 4.1.0.1 – Art. 4.1.13.5

Oppervlaktewater

Hfst. 4.2 - Afd. 4.2.1 t/m 4.2.8

Art. 4.2.1.1 - Art. 4.2.8.3.1

Bodem en grondwater

Hfst. 4.3 - Afd. 4.3.1 t/m 4.3.3

Art. 4.3.1.1 - Art. 4.3.3.1

Lucht

Hfst. 4.4 - Afd. 4.4.1 t/m 4.4.8

Art. 4.4.1.1 - Art. 4.4.8.4

Geluid

Hfst. 4.5 - Afd. 4.5.1 t/m 4.5.7

Art. 4.5.1.1 - Art. 4.5.7.1.5

Licht

Hfst. 4.6

Art. 4.6.0.1 - Art. 4.6.0.5

Asbest

Hfst. 4.7

Art. 4.7.0.1 - Art. 4.7.0.3

 

 

  1.    B. Sectoraal

Omschrijving

Rubriek

Deel

Artikels

Electriciteit

12

Hfst. 5.12

Art. 5.12.0.1, Art. 5.12.0.4 – Art. 5.12.0.5

Transformatoren

12.2

                   Art. 5.12.0.2

Ontspanningsinrichtingen

Algemene bepalingen

32.1 en 32.2

Afd. 5.32.1

Art. 5.32.1.2 – Art. 5.32.1.9

Muziekactiviteiten

32.1

Afd. 5.32.2

Art. 5.32.2.1 - Art. 5.32.2.6

 

C. Bijzondere voorwaarden

 

- Geluidsbeperking: volgende maximale geluidsniveaus dienen te worden gerespecteerd in de evenementenhal (turbinehal):

- Pop: max. 95 dB(A)

- Dance : max. 91 dB(A)

- House : max. 87 dB(A)

- Ultra bas : max. 81 dB(A)

Voor de overige zalen en lokalen is maximaal achtergrondgeluidsniveau toegelaten tot 85 dB(A), onverminderd de bepalingen rond niet-ingedeelde muziekactiviteiten volgens hfdst 6 Vlarem II.

- Meetverplichting en zelfcontrole: aanvullend op de bepalingen van Vlarem II artikel 5.32.2.2bis§1 moet de exploitant de meetgegevens registreren, bewaren en ter beschikking houden van de toezichthouder gedurende een periode van ten minste een maand.

- Gezondheidsmaatregelen en preventie gehoorschade: bij alle evenementen met muziekactiviteiten boven het 85 dB(A)-achtergrondgeluid moet men :

- een doordachte opstelling van de geluidskasten hanteren om het geluidsniveau in de inrichting te optimaliseren,

- bij geluidskasten geplaatst op de vloer een veiligheidszone van minimaal 2 m ontoegankelijk maken voor het publiek

- vrij en kosteloos gehoorbescherming voor eenmalig gebruik ter beschikking stellen aan alle bezoekers en deze mogelijkheid kenbaar maken aan het publiek.

- Periodiciteit evenementen

Middelgrote evenementen zijn beperkt tot max. 45 evenementdagen per jaar en max. 2 evenementen per maand. Indien een evenement over 2 of meer kalenderdagen loopt telt dat voor 2 of meer evenementdagen.

- Circulair watergebruik: Voor laagwaardige toepassingen dient meer ingezet te worden op alternatieve waterbronnen zoals hemelwaterrecuperatie en bemalingswater. Er dient een operationele hemelwaterput geplaatst te worden voorzien van afdoende nuttige aftappunten. De grootte van de hemelwaterbuffering dient in overeenstemming te worden gebracht met het potentieel hergebruik met een buffer voor recuperatiedoeleinden van minimaal 20.000 l, rekening houdende met max. 1 tot 5% leegstand van de hemelwaterbuffering. Voor de berekening op maat verwijzen we naar de regenwaterdimensioneringsgrafiek van de VMM. Gebruik hemelwater voor huishoudelijk gebruik zoals toiletspoelingen, reinigingswater en beregening.

Aandachtspunt

Het verhuur van de zaal in het kader van airsoft is niet toegelaten.

Opmerkingen

De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen worden teruggevonden in Vlarem II. Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijzigingen van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven.

De integrale en geconsolideerde tekst van Vlarem II is te raadplegen op de Vlaamse Navigator Milieuwetgeving van LNE, via onderstaande link: https://navigator.emis.vito.be.

 

 

Het advies van Hulpverleningszone Rivierenland - Preventiedienst is voorwaardelijk gunstig. Het advies wordt onderbouwd met specifieke regelgeving, waardoor dit advies dus onder de toepassing van VCRO art.4.3.3. “direct werkende normen” valt.

Het CBS moet dit advies dus verplicht volgen; de voorwaarden moeten dus bij de vergunning opgelegd worden. Het advies luidt als volgt:

Advies van de brandweer op basis van de voorgelegde plannen en beschikbare informatie:

Gunstig mits naleving van de voorwaarden opgenomen in het verslag

De burgemeester kan de voorlopige sluiting bevelen van inrichtingen indien de veiligheid van de gebruikers niet gewaarborgd kan worden.

 

GEGEVENS

 

Aantal toegelaten personen

Airsoft (-1)

99 Bepaald door exploitant

(Dit opgegeven getal ligt tussen het theoretisch berekende minimum en maximum aantal personen)

Aantal toegelaten personen

Turbinehal (+0)

999 Bepaald door exploitant

(Dit opgegeven getal ligt tussen het theoretisch berekende minimum en maximum aantal personen)

Aantal toegelaten personen

Treinhal (+0)

99 Bepaald door exploitant

(Dit opgegeven getal ligt tussen het theoretisch berekende minimum en maximum aantal personen)

Aantal toegelaten personen

Pomphuis (+0)

99 Bepaald door exploitant

(Dit opgegeven getal ligt tussen het theoretisch berekende minimum en maximum aantal personen)

Categorie 3: aantal personen ≥ 50

 

BESCHRIJVING VAN HET GEBOUW

 

Functie van het gebouw: Voormalige elektriciteitscentrale – functiewijziging naar evenementenruimte

 

Type inplanting: Open bebouwing

 

Aantal ondergrondse bouwlagen: 1

 

Aantal bovengrondse bouwlagen: 3

 

Hoogte h gebouw (basisnormen): Middelhoog gebouw (10m <= h <= 25m)

 

Beschrijving:

 

Milieu - Advies milieuaanvraag

 

Huidige aanvraag betreft een functiewijziging naar gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen.

Een milieuvergunningsaanvraag hiervoor, klasse II, dient te gebeuren onder rubriek 12.2.1° van VLAREM II, bijlage 1: transformatoren en rubriek 5.32.2.1° inrichtingen met muziek

Betreft de aanvraag tot functiewijziging van een voormalige elektriciteitscentrale (industrie) naar een evenementenruimte (publiek openbaar karakter).

 

De site kan opgedeeld worden in 5 verschillende grote delen:

1. Opslag in magazijnen ( geen functiewijziging )

2. Kantoren ( geen functiewijziging )

3. Turbinehal

4. Kelderverdieping turbinehal

5. Treinhal - pomphuis

 

De turbinehal is onderwerp van de wijziging van functie naar dienstverlening – andere dienstverlening. De turbinehal zal gebruikt worden om evenementen tot 999 personen te organiseren met een frequentie van minder dan 45 evenementdagen per jaar.

Oppervlakte airsoft (-1) : 5100m² ( netto )

Oppervlakte turbinehal (+0) : 5100m² ( netto )

Oppervlakte turbinehal (+1) : 5100m² ( netto )

Oppervlakte Treinhal - pomphuis ( +0 ) : 260m²

De kelderverdieping beschikt over 4 trappen die naar de gelijkvloerse verdieping leiden. Deze trappen zijn 3x 80 cm breed en 1x 60 cm breed. (Stijgend evacuatie )

De gelijkvloerse verdieping van de turbinehal beschikt over 6 vluchtmogelijkheden :

 

       1x via sectionaal poort 420cm breed

       1x via deur met paniekbeslag 220cm breed

       1x via deur naar naastliggend kantoorgebouw 80cm breed

       1x via sectionaal poort naar naastliggend magazijn ( niet gecompartimenteerd )

       2x via sectionaal poort naar naastliggend magazijn ( gecompartimenteerd )

       De 1e verdieping van de turbinehal beschikt over 3 evacuatietrappen :

       Trap 1 : Breedte = 620cm

       Trap 2 : Breedte = 240cm

       Trap 3 : Breedte = 80cm breed.

De treinhal beschikt over 2 uitgangen 220cm breedte en 1 uitgang 80cm breedte rechtstreeks uitgevend in buitenomgeving.

 

Het pomphuis beschikt over meerdere uitgangen, momenteel nog niet conform de vereisten. Dit gebouw zal toekomstig mogelijks een andere invulling krijgen.

 

Verdieping 2 en 3 zijn niet opgenomen in dit dossier en worden dus niet als publiek toegankelijk beschouwd.

 

Er werd voor dit dossier reeds een afwijkingsdossier opgemaakt in het kader van het PTI-reglement, onze referentie P16319-003/01. De opgenomen bemerkingen dienen nog steeds nageleefd te worden.

Het bestaande gebouw bevat een HS-cabine in het gebouw.

Voorziene brandvoorzorgsmaatregelen volgens het ingediende dossier:

 

       Veiligheidssignalisatie + verlichting

       Branddetectie-installatie met detectoren en handbrandmelders. (kantoorgedeelte)

       Branddetectie-installatie met beams en handbrandmelders. (zaal)

       Branddetectie-installatie met handbrandmelders. (gelijkvloerse verdieping)

       Haspels + snelblustoestellen.

       Evacuatiewegen en uitgangen.

       Compartimentering HS-cabine, wanden EI60, deuren EI30

REGLEMENTERING

De voorgelegde plannen dienen te beantwoorden aan de geldende reglementering:

- Politieverordening houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijke inrichtingen.

- VLAREM

- Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) en de Codex over het Welzijn op het Werk, in het bijzonder Boek 3. Arbeidsplaatsen

 

BEMERKINGEN

 

Het gebouw moet minimaal aan alle eisen voldoen wat betreft de opvatting, de bouw en de inrichting ervan om: - Het ontstaan, de ontwikkeling en de voortplanting van brand en rook te voorkomen; - De veiligheid van de aanwezigen te waarborgen zodat ze in alle omstandigheden op een veilige wijze het gebouw kunnen verlaten; - Preventief het ingrijpen van de brandweer te vergemakkelijken; - De structurele elementen hun functie te laten behouden. De opgesomde bemerkingen zijn niet van beperkende aard op de bestaande voorschriften en bepalingen die van toepassing kunnen zijn. De verantwoordelijke dient de geldende reglementering na te leven. Op basis van de ingediende plannen worden volgende bemerkingen gemaakt met betrekking tot de geldende reglementering(en).

 

POLITIEVERORDENING RIVIERENLAND

 

BIJLAGE 3 - CATEGORIE 3 (AANTAL PERSONEN =50 PERSONEN)

 

5. UITRUSTING VAN DE GEBOUWEN

5.5. Signalisatie

Het volgnummer van elke bouwlaag wordt duidelijk aangebracht op de overlopen en in de vluchtruimten bij trappenhuizen en liften.

De plaats van elke uitgang, evenals de richting van de wegen, uitgangswegen en trappen die naar deze uitgangen leiden, dienen te worden aangeduid door pictogrammen zoals opgenomen in bijlage 4.

De zichtbaarheid van de pictogrammen wordt verzekerd zowel door de normale verlichting als door de veiligheidsverlichting.

 

OPMERKING

Het volledige gebouw dient voorzien te worden van de juiste signalisatie ( (nood-)uitgang, blusmiddelen, evacuatie,… )

5.6. Brandbestrijdingsmiddelen

5.6.3. In de publiek toegankelijke inrichtingen met een totaal voor publiek toegankelijke oppervlakte groter dan 1000 m², dienen muurhaspels met axiale voeding geplaatst te worden. Ieder punt van de publiek toegankelijke ruimte kan bereikt worden met de waterstraal van de haspelslang (rekening houdende met inrichting, meubilair en eventuele obstakels).

De muurhaspels worden zonder voorafgaande bediening gevoed met water onder druk. De leidingen voor bluswater dienen vervaardigd te worden in staal of in een materiaal dat minstens dezelfde waarborgen biedt.

In alle middelhoge gebouwen en ook de lage gebouwen met een aanvalsdiepte (= de afstand van de ingang tot het verste punt) groter dan 30m dienen de muurhaspels uitgerust te worden met muurhydranten DSP 45 volgens NBN EN 671-2, inclusief blinddeksel aan een ketting.

 


NIET IN ORDE

 

Zie Afwijkingsdossier P16319-003/01 – item 6

Ondanks de “beperkte” brandlast waarover de exploitant spreekt, zal er toch steeds een bepaald risico aanwezig zijn. Er was ook reeds een afwijking toegekend voor een reductie van het aantal bluseenheden (snelblussers). Gezien de grote ruimte (+/-5000m²) blijven muurhaspels vereist. Waarschijnlijk kan er ook eenvoudig aangesloten worden op het reeds aanwezige net van muurhaspels van de bovenverdiepingen.

Alle muurhaspels dienen bijkomend uitgerust met een muurhydrant DSP 45.

 

5.8. Branddetectie

 

5.8.1. In publiek toegankelijke inrichting waar geen brandwerende scheiding aanwezig is t.o.v. het privéwoongedeelte met slaapverblijf van de exploitant, dienen gekoppelde detectoren aanwezig te zijn.

5.8.2. Waar het aantal toegelaten personen groter is dan 500 personen is een automatische branddetectie verplicht.

Bij nieuwe inrichtingen waar het aantal toegelaten personen groter is dan 500 personen is een automatische branddetectie verplicht conform NBN S21-100-1 en NBN S21-100-2 [en addenda].

 

OPMERKING

Het volledige gebouw en zijn aanhorigheden dient voorzien te worden van automatische branddetectie type algemene bewaking. .

Er is geen scheiding tussen de diverse deelentiteiten en het maximaal aantal toegelaten personen in het gebouw is >500 personen.

 

VLAREM

 

VLAREM bevat bepalingen inzake milieuhygiëne bij bepaalde uitbatingen. Brandweer merkt op dat de controle berust bij de daartoe bevoegde ambtenaren. Voor onderstaande punten, door de exploitant bepaald, kan de bevoegde brandweer geraadpleegd worden: - de organisatie van de brandbestrijding; - de brandbestrijdingsmiddelen; Voor de organisatie van de brandbestrijding en de brandbestrijdingsmiddelen kan de aanvrager een voorstel doen aan de brandweer op basis van een risicoanalyse (in kader van de Codex, …). ARAB en CODEX

ARAB en CODEX bevatten bepalingen ten gevolge van het tewerkstellen van personeel. Brandweer merkt op dat de werkgever de verplichtingen moet nakomen en dat de controle berust bij de daartoe bevoegde ambtenaren.

 

SPECIFIEKE BRANDVEILIGHEIDSMAATREGELEN

Onderstaande maatregelen dienen getroffen te worden en maken integraal deel uit van de vergunning.

 

A. COMPARTIMENTERING

 

De brandwerende deuren, Benor/Atg-deuren, worden bij voorkeur geplaatst door plaatsers, gecertificeerd door een geaccrediteerd organisme zoals het ISIB. Het plaatsingsattest biedt de bouwheer meer garanties op een degelijke uitvoering.

 

B. EVACUATIE

 

1.

Aan de belangrijkste ingangen van het gebouw en op iedere bouwlaag ter hoogte van het trappenhuis dienen op schaal getekende evacuatieplannen te worden uitgehangen. Voor de ondergrondse bouwlaag wordt bijkomend op de gelijkvloerse verdieping ter hoogte van de toegangsdeur(en) naar de ondergrondse bouwlaag een plan uitgehangen. Op deze plannen wordt de bestemming van de lokalen, de evacuatiewegen, de (brand)compartimentsgrenzen, de (nood)uitgangen en de aanwezige blusmiddelen aangeduid. Het gebouw dient steeds gekaderd te worden in het grotere geheel van de site. De plannen dienen actueel te worden gehouden.

 

2.

Er dient vlot en veilig geëvacueerd te kunnen worden via de gemeenschappelijke vluchtwegen. Materialen en voorwerpen mogen noch de evacuatie belemmeren noch de brandlast significant verhogen. De verantwoordelijkheid voor toezicht ligt bij de bewoners of de gebruikers van het gebouw.

 

3.

Blus- en alarmeringsmiddelen dienen in eerste instantie gegroepeerd te worden aan elke (nood)uitgang. Dit heeft tot doel dat elke persoon die evacueert uit een gebouw of die voor interventie een gebouw binnendringt beschikt over: - handbrandmelder (waarschuwing en alarmering); - blusmiddelen; - algemene instructies bij brand; - evacuatieplan voor de gebruikers van het gebouw. Toegangen die zijn toegewezen aan de brandweer dienen bijkomend uitgerust te worden met: - herhaalbord branddetectie (incl. vertaalplan en instructiefiche); - interventieplan. Deze groepering bevindt zich in de onmiddellijk nabijheid (richtwaarde ±2m) van elke (nood)uitgang en is voorzien van de nodige signalisatie en veiligheidsverlichting.

 

C. DETECTIE EN ALARM

 

1.

Het gebouw dient voorzien van handbrandmelders en een evacuatiesignaal. Het evacuatiesignaal dient overal in het gebouw duidelijk hoorbaar te zijn. De handbrandmelders worden geplaatst conform de regels van goed vakmanschap o.a.: - op elk niveau in elke evacuatieweg minstens om de 30m. - op elk niveau in de onmiddellijke nabijheid van elke uitgang, nooduitgang en trap.

 

D. BRANDBESTRIJDINGSMIDDELEN

 

1.

Brandblussers conform EN 3 (BENOR) met minimaal 1 bluseenheid (bijvoorbeeld 6l water/schuim of 6kg ABC-poeder) dienen doelmatig verdeeld te worden in het gebouw: - minimum één bluseenheid per 150 m² vloeroppervlakte; - minimum één bluseenheid per bouwlaag.

2.

In het volledige gebouw en op alle niveaus dienen haspels met axiale voeding conform NBN EN 671-1 geplaatst te worden zodat ieder punt kan bereikt worden met de waterstraal van de haspelslang, rekening houdende met inrichting, meubilair en eventueel andere obstakels.

In middelhoge dienen de muurhaspels uitgerust te worden met muurhydranten DSP 45 volgens NBN EN 671-2, inclusief blinddeksel aan een ketting.

De muurhaspels worden zonder voorafgaande bediening gevoed met water onder druk.

De druk bedraagt ten minste 2,5 bar op het meest ongunstige punt.

Alle haspels dragen het CE- en BENOR-keurmerk.

De leidingen voor bluswater dienen vervaardigd te worden in staal of in een materiaal dat minstens dezelfde waarborgen biedt.

Ontwerp, plaatsing en onderhoud dient te gebeuren conform de Regels Goed Vakmanschap van Agoria Fireforum.

Meer info op rivierenland.brandweerzone.be/pagina/reglementering-&-richtlijnen.

3.

Alle blusmiddelen dienen goed zichtbaar te worden opgehangen in gebruiksklare toestand. Deze toestellen dienen jaarlijks te worden gecontroleerd door een bevoegd persoon of installateur.

CONTROLE VOOR INGEBRUIKNAME

Alvorens het gebouw geheel of gedeeltelijk in gebruik te nemen, acht de brandweer het raadzaam een controlebezoek aan te vragen. De aanvrager dient het online aanvraagformulier in te vullen, dit kan via volgende link: https://rivierenland.brandweerzone.be/pagina/aanvraag-voorbespreking-advies-of-inspectie-10685 Volgende zaken dienen voorgelegd tijdens het inspectiebezoek:

 

- Oorspronkelijke plannen stedenbouwkundige vergunning - As built dossier - Keuringsverslagen en attesten van technische installaties (voor zover van toepassing volgens de van kracht zijnde reglementering) o.a.: o Elektrische installatie o Veiligheidsverlichting conform EN 1838 o Branddetectie-installatie, alarminstallatie o Ontrokingsluiken o Gasinstallatie (gasdichtheid) o Verwarmingsinstallatie (verbrandings- en reinigingsattest) o Stookplaats conformiteit NBN B61-001 (verwarmingsinstallaties vanaf 70 kW) o Gasdetectie o Liften o Brandbestrijdingsmiddelen (brandblussers, muurhaspels, automatische blusinstallatie) o Branddeuren (plaatsingsattest)

RETRIBUTIE

Voor het afleveren van dit verslag wordt een retributie geïnd volgens het zonaal retributiereglement. Hiervoor zal de aanvrager een factuur ontvangen. Het retributiereglement is beschikbaar op www.brandweerzonerivierenland.be .

 

BESLUIT

Gunstig mits naleving van de voorwaarden opgenomen in het verslag

De ingediende plannen voldoen niet aan alle brandveiligheidsmaatregelen. De brandweer verleent een gunstig advies mits rekening wordt gehouden met de bemerkingen uit dit verslag en de nodige aanpassingen hieromtrent worden gedaan. Bij eventuele wijzigingen die invloed kunnen hebben op de brandveiligheid dient de brandweerdienst telkens opnieuw te worden geraadpleegd.

 

Het advies van Agentschap Natuur en Bos, Provinciale dienst Antwerpen, VAC Antwerpen Anna Bijnsgebouw is ongunstig. Het advies wordt onderbouwd met specifieke regelgeving, waardoor dit advies dus onder de toepassing van VCRO art.4.3.3. “direct werkende normen” valt.

Het CBS moet dit advies dus verplicht volgen. Het advies luidt als volgt:

 

BETREFT: Uw adviesaanvraag tot

Aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie van een ingedeelde inrichting.

 

Onderwerp

Waterfront: verdere ontwikkeling Interescaut-site voor cultuur-, sport- en recreatie infrastructuur

 

Datum van ontvangst

23-12-2021

 

Aanvrager(s)

Naam

Interescaut

Adres

Ter Borcht 3 te 2930 Brasschaat

Situering totale aanvraag

Schelle: 11038A0542/00B000, 11038A0544/00C002

 

Ruimtelijke bestemming

natuurgebieden,gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut

 

Beschermingsstatus

Habitatrichtlijngebied : Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent - BE2300006, VEN : De Vallei van de Boven Zeeschelde van de Dender- tot de Rupelmonding - 321, Vogelrichtlijngebieden : Durme en de middenloop van de Schelde - BE2301235

 

Biologische waarderingskaart

ua,ae° + uv,ui

 

Rechtsgrond

Dit advies wordt verstrekt door het Agentschap voor Natuur en Bos op basis van de volgende wetgeving:

Artikel 37 § 12 Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Artikel 36ter Natuurdecreet van 21 oktober 1997 (in het kader van passende beoordeling).

Artikel 26bis §2 van het Natuurdecreet van 21 oktober 1997 (in het kader van de verscherpte natuurtoets).

 

Bespreking aanvraag

Het betreft een aanvraag tot inrichting van een voormalige elektriciteitscentrale van Electrabel tot een recreatieve trekpleister voor cultuur-, sport- en recreatie. De site kan opgedeeld worden in verschillende delen:

• Opslag in magazijnen: opslag van goederen, bv. decors.

• Kantoren: kantoren ondersteunende diensten, start-ups, e.d.m.

• Turbinehal: festiviteiten voor het publiek, o.a. feesten met maximaal 999 aanwezigen (400 parkeerplaatsen voor wagens, 40 fietsstalplaatsen).

• Kelder Turbinehal: airsoft (maximaal 99 spelers)

• Treinhal – Pomphuis: in deze twee zalen zullen kleinschalige evenementen plaatsvinden

 

Bespreking passende beoordeling

De aanvraag stelt dat enkel binnenverlichting wordt voorzien. Er worden echter (maximaal) 400 parkeerplaatsen worden voorzien en er kan verwacht worden dat daarom ook buitenverlichting zal worden voorzien om bezoekers naar hun parkeerplek te leiden.

De aanvrager voegde een geluidsstudie toe die de VLAREM-geluidsnormering aftoetst t.o.v. de dichtstbijzijnde gelegen woningen, die op ca 200m zuidwestelijk zijn gelegen t.o.v. de turbinehal. Uit de akoestische studie blijkt dat er verschillende muzieksoorten mogelijk hinder kan ontstaan indien geen structurele aanpassingen gebeuren aan de turbinehal (of beperkingen worden opgelegd naar muziekgenres, specifiek verschillende genres dancemuziek waarbij beperkingen moeten worden opgelegd naar geluidsvolume).

De turbinehal is gelegen op ca. 50m uit het vogelrichtlijngebied ‘Durme en de middenloop van de Schelde’ in de onmiddellijke nabijheid van de monding van de Rupel in de Schelde, een locatie die belangrijk is voor zowel trekvogels, wintergasten en broedvogels. Volgens de INBO-risicoatlas betreft een plek die gevoelig is aan verstoring van vogelsoorten. De geluidsstudie voert geen onderzoek naar de mogelijk impact op het vogelrichtlijngebied, maar gelet op hoger vermelde conclusies van de studie kan geconcludeerd worden dat er bij muziekevenementen mogelijk verstoring is t.o.v. het vogelrichtlijngebied.

De initiatiefnemer heeft geen passende beoordeling opgemaakt. Een passende beoordeling houdt in dat op basis de beste wetenschappelijke kennis ter zake, alle aspecten van de vergunningsplichtige activiteit , het plan of programma die de instandhoudingsdoelstellingen van de speciale beschermingszone in gevaar kunnen brengen, moeten worden onderzocht en beoordeeld. De passende beoordeling moet alle nodige gegevens bevatten om de overheden die over de vergunningsplichtigeactiviteit, het plan of programma moeten adviseren en beslissen, toe te laten dit met volle kennis van zaken te doen.

Het Agentschap voor Natuur en Bos beschikt op basis van het voorliggende dossier over onvoldoende informatie om betekenisvolle aantasting van de instandhoudingsdoelstellingen van een speciale beschermingszone uit te sluiten. Hiertoe dient dan ook een passende beoordeling te worden opgemaakt.

 

Conclusie

Het Agentschap voor Natuur en Bos beschikt op basis van voorliggend dossier over onvoldoende informatie zodat een betekenisvolle aantasting van de instandhoudingsdoelstellingen van de speciale beschermingszone niet met zekerheid kan uitgesloten worden. Gelet op het voorzorgsbeginsel en artikel 36ter, §4 van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21/10/1997 kan de vergunning niet verleend worden.

Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:

Artikel 36ter §4 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997

 

Het advies van De Vlaamse Waterweg nv is gunstig. Het advies wordt onderbouwd met specifieke regelgeving, waardoor dit advies dus onder de toepassing van VCRO art.4.3.3. “direct werkende normen” valt.

Het CBS moet dit advies dus verplicht volgen. Het advies luidt als volgt:

 

In het kader van de aanvraag voor een omgevingsvergunning door Waterfront Schelle N.V. voor een functiewijziging en een milieuvergunning gelegen te Interescautlaan 100, Schelle wordt De Vlaamse Waterweg nv (‘DVW’) om advies gevraagd.

Integraal Waterbeheer

Het project is volgens de watertoetskaarten niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

Aangezien er geen stedenbouwkundige handelingen worden uitgevoerd is de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater niet van toepassing op deze aanvraag.

Ruimtelijke Ordening en technische bepalingen

Het project ligt in de buurt van de waterkering.

Omwille van de aard van het project (functiewijziging, milieuvergunning) wordt geen impact op de integriteit of stabiliteit van de waterkering verwacht.

Beslissing

Het advies is gunstig.

 

Het advies van Ellia asset nv is gunstig. Het advies wordt onderbouwd met specifieke regelgeving, waardoor dit advies dus onder de toepassing van VCRO art.4.3.3. “direct werkende normen” valt. Het cbs moet dit advies dus verplicht volgen. Het advies luidt als volgt:

 

Na situering van de werf vermeld in uw hierboven vermelde aanvraag, hebben wij vastgesteld dat er

werken voorzien en/of uitgevoerd worden in de nabijheid van onze hoogspanningsinstallaties.

Onder de bovenstaande referentie "ELIA-installaties" vindt u meer informatie betreffende het type en het

spanningsniveau van deze installaties, waaraan specifieke veiligheidsvoorschriften verbonden zijn:

 

Voor de ondergrondse verbindingen is de algemeen te respecteren veiligheidsafstand 50 cm

rondom de ondergrondse verbinding.

Voor bovengrondse hoogspanningsluchtlijnen zijn de te respecteren veiligheidsafstanden

afhankelijk van de spanning van de hoogspanningsluchtlijn. Deze spanning wordt uitgedrukt in kV

(1 kV = 1.000 volt).

Het betreden van hoogspanningsposten is ten strengste verboden en bovendien gelden er

specifieke veiligheidsmaatregelen voor werken in de nabijheid van deze posten.

Eventuele toekomstige installaties kan u op bijgevoegd plan in de vorm van een roze stippellijn

terugvinden. Voor verdere detailinformatie met betrekking tot dit project kunt u contact opnemen

met het Contact Center.

 

Betreffende voormelde veiligheidsvoorschriften vindt u meer gedetailleerde informatie in bijlage,

gelieve hiervan kennis te nemen.

De informatie vermeld in dit schrijven en in de bijlagen is slechts geldig gedurende een periode van 6

maanden. Indien de werken dan niet beëindigd zijn, dient u ons een nieuwe planaanvraag toe te sturen via

de portaalsite: www.klip.vlaanderen.be

 


2.3. Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag betreft een functiewijziging naar kantoren en evenementen op een perceel in de gewestplanbestemming “gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut en parkgebieden”. De bestaande directe omgeving wordt gekenmerkt door een open landschap, de Schelde, bedrijvigheid en een woonwijk gelegen aan de toegangsweg tot de site.  De site bevindt zich op enige afstand van deze woonwijk, mits het volgen van een in dit verslag vastgelegd aantal decibel is de voorgestelde functie in principe inpasbaar in de directe omgeving.

2.4. Mobiliteitsimpact

De aanvraag voorziet in een verhoogde mobiliteitsimpact tijdens de in de aanvraag beoogde activiteiten, met verkeersbewegingen en parkeerdruk op eigen terrein. Het aangevraagde aantal bezoekers is onevenredig met de beperkte impact op de mobiliteit die vermeld wordt in de aanvraag. Hierdoor dienst het totaal aantal bezoekers op de site in aantal verminderd te worden. Daarom is de voorgestelde impact op de mobiliteit in de omgeving en het perceel dus wel aanvaardbaar, onder voorwaarde dat de bezoekersaantallen beperkt blijven tot 400 personen.

De activiteiten van Airsoft moeten worden stopgezet.

Momenteel is er ruimte voor in totaal 400 parkeerplaatsen op het grondplan van de aanvraag, waarvan 24 plaatsen voorzien zijn voor minder valide bezoekers.

Er is plaats voorzien voor 50 fietsen en 50 bromfietsen ter hoogte van kantoren Rupelkant, vlakbij de treinhal. Gegeven het temporele karakter van activiteiten en evenementen met een maximaal aantal bezoekers van 400 en een verwachte bezetting van maximum 151 werknemers in de kantoorruimtes, kan worden geconcludeerd dat een verharde parking van 400 plaatsen de noden ver overschrijdt.

Zoals beschreven in de MOBER studie, wordt een maximale wagenbezettingsgraad verwacht van 119 in functie van woon-werk verkeer. Een vaste, verharde parking met 67 plaatsen (parkeerplaatsen 1-30 en 287 tot 323) zoals aangegeven aan de linkerzijde van het gebouw (kant pomphuis) is dan ook ruim voldoende. Deze kunnen nog aangevuld worden met parkeerplaatsen in het verlengde van de rij parkeerplaatsen 287-300 zodat er daar in het totaal nog ongeveer 10 parkeer plaatsen bijkomen. Ook in het verlengde van parkeerplaatsen 258-286 kunnen nog een aantal vaste parkeerplaatsen worden aangelegd in de richting evenwijdige met het pad, zodat er daar nog 13 parkeer plaatsen kunnen bij gecreëerd worden.

Dit brengt het totaal aantal vaste parkeerplaatsen op 90 stuks.

Gezien het gaat om kantoren van ondersteunende diensten en start-ups zal er veel mensen zijn uit de plaatselijke omgeving. Deze zullen gezien de huidige verschuiving van de mobiliteit van woon-werk verkeer dan ook meer met de (elektrische) fiets of zelfs te voet naar kantoor komen. Hiervoor is er geen parkeerplaats voor een auto nodig.

Mochten deze personen alsnog eens een wagen nodig hebben, kan dit perfect opgevangen worden met een aantal deelwagens te voorzien aan de kantoren.

Daarom is het aantal vaste parkeerplaatsen van 90 stuks meer dan voldoende voor de dag dagelijkse behoefte.

 

De parkings moeten voorzien worden van de nodige oplaadpalen zoals deze verplicht zijn volgens de wetgeving sinds 11 maart 2021, minstens 2 oplaadpunten en laadinfrastructuur voor 1 op 4 parkeerplaatsen.

Om het waterbergend vermogen van de site te verhogen, dient de site zo min als mogelijk te worden verhard. Hierdoor dient te worden gewerkt met een onverharde calamiteitsparking (bvb grasland) in functie van de temporele activiteiten en evenementen met de maximale bezettingsgraad van 400 personen en dit ten belope van de aangevraagde maximaal 45 dagen op een jaar.

Om de verkeersbelasting op de wijk te minimaliseren en de leefbaarheid te garanderen, zal de exploitant volgende beperkende maatregelen treffen:

  1. Contractueel zijn alle organisatoren van evenementen verplicht om het aanvangsuur en einde te spreiden over 2 u. Dit betekent dat er maximaal 80 voertuigbewegingen per uur worden verwacht.
  2. Organisatoren worden verplicht om duurzame vervoersmodi als fiets, openbaar vervoer en deelsystemen voor fiets en personenwagen te promoten.
  3. Organisatoren worden verplicht om een carpool-app (bvb JIVE) te promoten bij de deelnemers van het evenement.
  4. Organisatoren van evenementen zijn ook verplicht om parkeerwachters te voorzien voor, tijdens en na het evenement zodat het parkeren op de site op een vlotte manier verloopt. Op deze manier tracht de exploitant de belasting naar de wijk tot een minimum te herleiden.
  5. Organisatoren van evenementen stellen een verkeersplan op en leggen dit voor ter goedkeuring aan de bevoegde gemeentelijk dienst en of politiediensten indien er meer dan 100 wagens (incl. wagens voor de kantoren en opslagplaatsen) op de site aanwezig zijn.

2.5. Schaal
Niet van toepassing. Het gabarit / bouwvolume blijft ongewijzigd.
2.6.Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Niet van toepassing. Op het perceel worden geen bijkomende constructies / verhardingen / ruimte-inname voorzien.

Integendeel: De niet vergunde verharde oppervlakte die volgens ingediend plan bij de aanvraag dienst doet als parkeerplaats dient conform de voorgaande vergunningen worden onthard. Het aanwezig bouwpuin moet verwijderd worden en vervangen door minstens 1.00m dikke laag teelaarde zoals vermeld in de vergunning van 2009.

De bouwdichtheid veranderd niet enkel in het ruimtegebruik wordt er een aanpassing gedaan naar meer onverharde zones zodat er een betere waterhuishouding mogelijk wordt.

2.7.Visueel-vormelijke aspecten

Niet van toepassing. De aanvraag voorziet geen wijzigingen aan het uiterlijk van de constructie of het perceel.

De verharding ingetekend als parkeerplaatsen aan de achterzijde van het gebouw (aangeduid met een rood kruis op het aangepaste inplantingsplan) zal volledig worden verwijderd en onthard en opnieuw aangeplant met streekeigen beplanting.

2.8. Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing. De aanvraag omvat geen cultuurhistorische of erfgoed gerelateerde elementen.

2.9. Bodemreliëf / Milieu

Niet van toepassing. De aanvraag voorziet geen reliëfwijzigingen.

Het aspect milieu wordt in het apart vermelde rubriek milieu opgenomen.

2.10. Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De aanvraag omvat hinder naar geluid en eerder besproken verhoogde verkeersbewegingen. Er werd een geluidstudie toegevoegd welke een afdoende bewijskracht voor de beperkte impact van de geluidshinder aantoont voor de mens, mits de in voorwaarden vermeldde geluidsniveaus worden aangehouden. Dit dient echter eveneens onderbouwd te worden in een passende beoordeling om de impact te kunnen op het onderdeel ‘natuur’ Daarom zijn de voorgestelde werken ten aanzien van de aanpalende percelen en de omgeving perceel dus wel aanvaardbaar, voor de natuurwaarden dient dit als voorwaarde aangetoond te worden via een passende beoordeling. In het geval van een passende beoordeling die een onevenredige negatieve impact op de natuurwaarden aantoont zal de vergunning komen te vervallen. Deze passende beoordeling dient afgeleverd te worden voor het opstarten van de activiteiten als voorwaarde.

 

Beoordeling milieu: exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Juridisch kader

Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (Omgevingsvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten.

Besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (Omgevingsvergunningsbesluit), zoals gewijzigd bij latere besluiten.

Titel 5 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij latere besluiten.

Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (Natuurdecreet) en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 15 juni 2018 houdende de coördinatie van de waterregelgeving en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets.

Waterwetboek van 1 januari 2019 (en latere wijzigingen) houdende gecodificeerde decreten betreffende het integraal waterbeleid.

De Blue Deal van 28 juli 2020 houdende plan van de Vlaamse Regering om de strijd tegen droogte en waterschaarste structureel aan te pakken.

Vergunningsaanvraag

Deze omgevingsvergunningsaanvraag heeft betrekking op de exploitatie van een nieuwe inrichting gelegen aan de Interescautlaan 100 te 2627 Schelle (afdeling 1, sectie A, perceelnr. 542B), omvattende:

- 3.2.2.a: de lozing van max. 850 m3/jaar huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering

- 12.2.2: twee transformatoren met een individueel nominaal vermogen van 1.000 kVA elk

- 32.1.1: een evenementenhal (turbinehal) met muziekactiviteiten tot 95 dB(A) LAeq, 15 min

Beschrijving van de inrichting & aanvraag

Deze inrichting omvat de ‘Interescaut-site’, een voormalige elektriciteitscentrale, die nu geëxploiteerd zou worden als trekpleister voor cultuurliefhebbers en om sport- en recreatie te ondersteunen met onder meer de aanwezigheid van magazijnen, werkplaatsen, kantoren en zalen.

De kantoren aan de Scheldekant zullen worden gebruikt voor lage impact activiteiten, kantoren die ondersteunende diensten huisvesten alsook start-ups die een eerste locatie zoeken. De magazijnen worden gebruikt voor de opslag van goederen, zoals decors wanneer deze niet worden gebruikt. Ook kan deze ruimte worden gebruikt om decors op te bouwen en bij te werken.

De grote turbinehal zal worden gebruikt voor festiviteiten voor een ruim publiek, bijvoorbeeld voor culturele doeleinden alsook bedrijven die een bedrijfsevenement willen organiseren. Deze activiteiten worden opgesplitst in kleine en middelgrote evenementen.

Voor de middelgrote evenementen wordt er voorzien dat er max. 45 evenementdagen per jaar plaatsvinden waar meer dan 99 personen tot maximaal 999 aanwezig zijn. Er wordt een gemiddelde bezetting van 600 personen verwacht op jaarbasis. Op de andere dagen wordt er voorzien dat er activiteiten kunnen plaatsvinden met minder dan 99 personen, zijnde de kleine evenementen.

Deze aanvraag voorziet enkel vergunning voor de ingedeelde inrichtingen van de exploitant/eigenaar Waterfront Schelle. Alle andere vergunningsplichtige activiteiten dienen afzonderlijk te worden aangevraagd door de exploitant/huurders.

Deze aanvraag handelt over de exploitatie van een nieuwe inrichting.

Bemerking mbt tot niet aangevraagde rubrieken

rubriek 32.7 airsoft

In de Mober is er sprake van de uitbating van een airsoft. Dit is een recreatievorm vergelijkbaar met bijvoorbeeld paintball en is ingedeeld onder rubriek 32.7 volgens de indelingslijst van Vlarem. Hieromtrent werd in eerdere conclusies al gesteld dat deze activiteit hier niet mogelijk is. De eigenaar/exploitant van de site is dan ook niet in de mogelijkheid toestemming te verlenen voor het gebruik van de inrichting als airsoft locatie.

Ruimtelijke context

De inrichting is volgens het gewestplan gelegen in gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen. De hoofdfunctie van het gebouw is industrie en bedrijvigheid.

Wat betreft de ruimtelijke context dient enerzijds opgemerkt te worden dat voor deze site nog een herbestemming moet gebeuren via een ruimtelijk uitvoeringsplan of dergelijke, anderzijds omvat de voorliggende aanvraag een bestemmingswijziging van industrie naar recreatie en diensten voor wat betreft de functie en het gebruik van de gebouwen, zoals beschreven in het stedenbouwkundig luik binnen deze omgevingsaanvraag als ‘wijzigen van de functie zonder verbouwingswerken’.

Voor de beoordeling van een omgevingsdossier (aanvraag of IIOA) voorziet Vlarem verbods- en afstandsregels om na te gaan. Voor muziekactiviteiten zijn er geen specifieke verbodsbepalingen opgenomen in Vlarem. Tevens vraagt de milieuwetgeving om een ruimtelijke toetsing via het algemeen inplantingsvoorschrift zoals beschreven in artikel 4.1.1.1 van Vlarem II, samengevat de verenigbaarheid met stedenbouwkundige voorschriften volgens een gewestplan, een ruimtelijk uitvoeringsplan of een ander plan van aanleg.

Concreet is de gevraagde activiteit zonevreemd gezien de bestemming van de site als ‘gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut’ en de specifieke bestemming van het gebouw als ‘industrie en nijverheid’. Vooraleer we hier een milieutechnisch advies uitbrengen dringt de noodzaak zich op per uitzondering ook het stedenbouwkundig aspect nader te bekijken.

De provincie is actief op zoek naar een nieuwe invulling en/of herbestemming van de site in overleg met de lokale partners en omwonenden. De provincie Antwerpen wil beperkte ontwikkelingen toelaten en het aanwezige groen versterken. Na de startnota en het bijhorende participatietraject werden alle reacties en adviezen verwerkt naar de scopingsnota. De scopingsnota bevat informatie over planningscontext, historiek en planopties. Binnen het plan-MER werden scenario’s onderzocht met een alternatievenonderzoek wat uiteindelijk zal vertaald worden in een PRUP met grafisch plan en voorschriften. Met deze aanvraag dienen we na te gaan welke activiteiten er tussentijds vanuit milieu of stedenbouwkundig perspectief mogelijk zijn in de zone voor openbaar nut, in afwachting van het PRUP.

De lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen bevat geen bepalingen voor een zone voor openbaar nut. Binnen het tijdelijke karakter kijken we naar een maximale periode van 120 dagen (4 x 30 dagen) welke hier niet toepasbaar is. In dat geval dienen afwijkingsmogelijkheden onderzocht te worden om het sociaal-cultureel of recreatief gebruik te staven.

In de VCRO werden afwijkingsmogelijkheden voorzien voor sociaal-cultureel of recreatief medegebruik en tijdelijk gebruik in afwachting van een bestemming (art. 4.4.4 VCRO):

In alle bestemmingsgebieden kunnen, naast de handelingen die gericht zijn op de verwezenlijking van de bestemming, ook handelingen worden vergund die gericht zijn op het sociaal-culturele of recreatieve medegebruik, voor zover ze door hun beperkte impact de verwezenlijking van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen.

Voor niet van vergunningsplicht vrijgestelde handelingen die verbonden zijn met occasionele of hoog dynamische sociaal-culturele of recreatieve activiteiten, kan slechts een tijdelijke omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen worden afgeleverd, of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen onder de voorwaarde dat de betrokken handelingen slechts gedurende een specifieke periode of op bepaalde momenten aanwezig kunnen zijn.

Sociaal-culturele of recreatieve activiteiten waarvan de inrichtingen een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vereisen, kunnen slechts op occasionele basis worden toegestaan.

Tijdelijk gebruik is enkel voorzien voor lawaaierige buitensporten in de aangeduide havengebieden

Samengevat kunnen we stellen dat :

- zonder omgevingsvergunning volgende activiteiten mogelijk zijn:

- tijdelijke handelingen, max. 4x30 dagen (vrijstellingsbesluit, met voorwaarden)

- niet-zonevreemde ingedeelde inrichtingen klasse 3 (melding)

- met omgevingsvergunning volgende activiteiten mogelijk zijn:

- activiteiten van algemeen belang (o.b.v. gewestplan)

- recreatief medegebruik / tijdelijk gebruik (o.b.v. art. 4.4.4 VCRO)

- ingedeelde inrichtingen klasse 1 of 2

- zonevreemde ingedeelde inrichtingen klasse 3

Aan de kantoorfunctie zijn geen indelingsrubrieken gekoppeld, dus blijft deze verder buiten beschouwing in dit advies. Hoewel opgemerkt moet worden dat hiertoe ruimtelijk geen afwijkingsmogelijkheden voor zijn. Bijgevolg kunnen op tijdelijke basis sociaal, culturele of recreatieve activiteiten plaatsvinden in afwachting van het RUP, onder voorbehoud van de toetsing van de goede ruimtelijke ordening door de bevoegde omgevingsambtenaar. Voorgesteld wordt de uitbatingsvergunning in tijd te beperken. Aangezien de exploitant slechts vergunning vraagt voor een periode van 3 jaar wordt deze termijn aangehouden in het overwegingskader.

Milieutechnische evaluatie

Mobiliteit

Er is een mobiliteitsstudie (verder Mober) gevoegd bij de aanvraag waarin het bereikbaarheidsprofiel, het druktebeeld, de verkeersgeneratie, de verkeersleefbaarheid, parkeerbehoefte en dergelijke besproken worden.

De verkeersbewegingen worden geraamd op ca. 10 vrachtwagens per week voor de magazijnen. Dit betekent dat op werkdagbasis een tweetal aankomsten en vertrekken verwacht worden, gespreid over de dag. In het weekend zullen hier geen activiteiten plaatsvinden. Voor de evenementenhal wordt gerekend op een autobezettingsgraad van 2,5 personen per auto. Voor de middelgrote evenementen wordt er voorzien dat er max. 45 evenementdagen per jaar plaatsvinden waar meer dan 99 personen (maximaal 999) en/of meer dan 50 wagens (maximaal 400) aanwezig zijn. Er wordt een gemiddelde bezetting van 600 personen en 300 wagens verwacht op jaarbasis. Op de andere dagen wordt er voorzien dat er activiteiten kunnen plaatsvinden met minder dan 99 personen en minder dan 50 wagens, zijnde de kleine evenementen. De mogelijkheid bestaat om bezoekers te laten parkeren op afstand, en de bezoekers met shuttlediensten van en naar de site te vervoeren.

 

Voor de kantoren kunnen op dag basis ca. 119 auto’s worden verwacht.

Gezien de ligging nabij de A12 zal het merendeel van het verkeer zich van en naar de A12 begeven. Er zijn vijf routes mogelijk: via de Antwerpse Steenweg (N148) naar het noorden, via de Cleydaellaan, de Steenwinkelstraat, de Matenstraat en de Boomsestraat (N148) naar het zuiden. Het intergemeentelijk mobiliteitsplan categoriseert de Boomsestraat niet als ontsluitingsweg maar de route zal vermoedelijk wel gebruikt worden richting Boom en de A12 naar Brussel. Dit geldt eveneens voor de N148 die de drukte op de A12 vermijdt en die in het noorden aansluit op de Antwerpse Ring via de op- en afrit Kiel. Er wordt vanuit gegaan dat het verkeer gebruik zal maken van de Tolhuisstraat tot de rotonde met de N148 Fabiolaan. Vanaf de rotonde zal het verkeer zich evenredig verdelen over het noorden, oosten en zuiden. Het meeste verkeer wordt toegedeeld aan de drie ontsluitingswegen volgens het intergemeentelijk mobiliteitsplan. De Steenwinkelstraat zal als centrale as met een onmiddellijke aansluiting op de A12, 30% van het verkeer te verwerken krijgen. 25% van het verkeer zal vermoedelijk via de Cleydaellaan en Matenstraat rijden. De Matenstraat geeft geen onmiddellijke aansluiting met de A12, enkel op de parallelwegen, maar zorgt wel voor een aansluiting richting de E19. Op lange termijn zal de N171 vanuit Kontich hierop aangesloten worden. Het resterende aandeel verkeer zal via de N148 rijden waarvan 10% via de Antwerpse Steenweg naar het noorden en 10% via de Boomsestraat naar het zuiden.

Voor het toekomstig druktebeeld geeft de Mober volgende conclusie weer: “Gezien de beperkte verwachte verkeersgeneratie is de impact op de omliggende wegenis verwaarloosbaar voor de maatgevende ochtend- en avondspits. … In globo kan dan ook gesteld worden dat op basis van de verkeersleefbaarheid van de omgeving van het projectgebied zowel voor de indicatoren oversteekbaarheid, als verkeersveiligheid, de impact van het voorliggende project als verwaarloosbaar kan worden ingeschat.”

Echter lijkt de hinderimpact voor de buurt door bezoekers eerder groter dan de conclusies omtrent de effecten van de inrichting volgens de mobiliteitsstudie, waarbij we geneigd zijn het aantal evenementen te beperken in tijd en aantal. Voor tijd heeft Vlarem reeds beperkingen inzake openings- en sluitingsuren, zijnde sluiting (verbod op muziek) vanaf 3 uur tot 7 uur, behalve op zon- en feestdagen. De vergunningstermijn wordt gevraagd voor een periode van 3 jaar.

De exploitant vraagt max. 45 evenementdagen per jaar voor wat betreft de middelgrote evenementen (100 tot 999 bezoekers) waarbij tot 400 auto’s verwacht worden conform de Mober. Deze auto’s en het vrachtvervoer voor bevoorrading moeten langs de aanpalende woonwijk passeren. Rekening houdende met het feit dat er 52 weken per jaar zijn en 31 dagen per maand aan een hinderlast van maximaal 2 % tot wat als aanvaardbaar zou kunnen beschouwd worden, komt dit neer op maximaal 50 evenementdagen per jaar (max. 45 evenementdagen volgens de aanvraag) en maximaal 2 middelgrote evenementen per maand. Voor de limitering op maandbasis kan i.f.v. een eventuele hermachtiging een toetsing gebeuren op basis van de lopende exploitatieperiode en/of vergunningstermijn van 3 jaar, de welke de exploitant zelf voorgesteld heeft. Voor de kleine evenementen tot 99 personen met een raming van minder dan 99 personen en 50 auto’s volgens de Mober zijn geen bijkomende voorwaarden vereist om de milieudruk te verlagen.

 

Bodem

Oliehoudende transformatoren dienen te worden ingekuipt.

Water

Oppervlaktewater

Volgens de waterlopenkaart lopen langsheen de inrichting waterlopen namelijk de Zeeschelde en de Rupel.

Afvalwater

Volgens het zoneringsplan is de inrichting gelegen nabij centraal gebied. D.w.z. dat er riolering in de buurt aanwezig is waarop aangesloten dient te worden. Er is enkel lozing van huishoudelijk afvalwater. Huishoudelijk afvalwater bestaat uit zwart water en grijs water, waarbij minstens het zwart water wordt voorbehandeld in een septische put vooraleer het naar de riolering gaat, het grijs water mag rechtstreeks naar de openbare riolering. De lokale voorwaarden dienen te worden nagevraagd bij de rioolbeheerder.

Hemelwater

De inrichting is volgens de watertoetskaarten gedeeltelijk gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Er is geen hemelwaterbuffering aanwezig. Er is enkel gebruik van leidingwater met een geraamd verbruik aan 850 m3/jaar voor huishoudelijk gebruik onder meer sanitair, toiletspoelingen en kuiswater. De inrichting is hiermee niet voldoende klimaat adaptief of vlak van water. Door de steeds groter wordende droogteproblematiek en het ondertekenen van de burgemeestersconvenant 2030 door de gemeente, is binnen het vergunningsbeleid nadruk op circulair watergebruik van alternatieve waterbronnen aangewezen.

Voor laagwaardige toepassingen dient meer ingezet te worden op hemelwaterrecuperatie en bemalingswater. Ook in de Blue deal, hét plan van de Vlaamse Overheid in de strijd tegen droogte en waterschaarste enerzijds en wateroverlast anderzijds, staan volgende pijlers centraal:

 

  1.   Openbare besturen geven het goede voorbeeld en zorgen voor gepaste regelgeving
  2. Circulair watergebruik als regel
  3.   Landbouw en natuur als deel van de oplossing
  4. Particulieren sensibiliseren en stimuleren om te ontharden
  5.   Verhogen van de bevoorradingszekerheid
  6.    Samen investeren in innovatie om ons watersysteem slimmer, robuuster en duurzamer te maken

Opgemerkt dient te worden dat er voor laagwaardige toepassingen meer ingezet kan worden op recuperatiewater door in voldoende hemelwaterbuffering en aftappunten te voorzien. Bijvoorbeeld voor het reinigen van gebouwen, toiletspoelingen, kuiswater, beregening groenvoorzieningen etc is hemelwater inzetbaar.

Een verduurzaming van de waterhuishouding is nodig om de inrichting klimaatbestendig te maken. Vanuit het duurzaamheidsprincipe en preventief in functie van waterschaarste en/of wateroverlast is het aangewezen voor bedrijfsdoeleinden (huishoudelijk gebruik binnen het bedrijf en beregening groenvoorzieningen) bijvoorbeeld minimaal 20.000 l hemelwaterbuffering met voldoende aftappunten te voorzien, rekening houdende met een maximale leegstand van 5 %.

Voor een optimale afstelling van het bergingsvolume en het gebruiksdebiet i.f.v. de aangesloten dakoppervlakte, dient er in het bijzonder over gewaakt te worden dat er maximaal 5% leegstand is van de hemelwaterbuffering. Voor deze berekening verwijzen we naar de ‘dimensioneringsgrafiek hemelwater’ van de VMM. Bij een opslagcapaciteit van

5 m³ per 100 m² dakoppervlakte (of 100 m³ nuttige opslagcapaciteit voor een totale dakoppervlakte van 2000 m²) en een leegstand van 1% zal een dagelijks volume hemelwater van 2.700 liter beschikbaar zijn of 950 m³ water per jaar. Uit de dimensioneringsgrafiek kan afgeleid worden dat de maximaal nuttige opslagcapaciteit ongeveer 15 m³/100 m² dakoppervlak bedraagt bij een leegstand van 1%. Dit komt voor een dakoppervlakte van 2.000 m² overeen met een opslag van ca. 300 m³ met een waterbeschikbaarheid van ca. 1.366 m³ per jaar.

Geluid

De zaal voor muziekactiviteiten is gelegen op een site palend aan een woonwijk. Geluidsoverlast kan verwacht worden bij evenementen door muziek, verkeer en parkeerdruk.

Voor het verkeer is afdoende parkeergelegenheid vereist binnen de site of kunnen akkoorden gesloten worden met eigenaars van grote parkings in de buurt en deze van shuttlebusjes te voorzien.

Wat betreft de toestroom van wagens, deze kan op kosten en in beheer van de exploitant geregeld worden door verkeerstoezichters en parkeerwachters te voorzien in de wijk en op de site.

Om de muziek tot een aanvaardbaar niveau te beperken zijn er milderende maatregelen nodig zoals interactieve monitoring van de geluidsproductie of door het plaatsen van een geluidsbegrenzer. Voor muziekactiviteiten is men gebonden aan de voorwaarden in Vlarem II artikel 5.32.2.2 dat stelt dat de exploitatie van de inrichting en het gebruik van elektronische versterkte muziek verboden is vanaf 3 uur tot 7 uur, behalve op zon- en feestdagen. Het schepencollege kan evenwel elke andere regeling inzake openings- en sluitingsuren vastleggen in de bijzondere voorwaarden. Verder geldt voor de ganse duur van elke muziekactiviteit een continue monitoring door middel van een permanente geluidsmeting.

Daarenboven moet voortdurend gewaakt worden over mogelijke normoverschrijding met verplichte bijsturing of het installeren van een geluidsbegrenzer. Analoog aan de luidste evenementen uit muziekcategorie 3 (klasse 2) koppelen we i.f.v. hinderbeheersing en gezondheidspreventie bijkomende voorwaarden aan de vergunning (zie ook andere effecten).

De aanvraag bevat een akoestisch onderzoek waaruit blijkt dat aan de dichtstbijzijnde woningen enkel voldaan wordt aan de geluidsnorm voor wat betreft het genre popmuziek.

De geluidsnorm bedraagt hier 45 dB(A) overdag (7 en 19 u), 40 dB(A) ’s avonds (19 en 22 u) en 40 dB(A) ’s nachts (22 en 7 u), volgens de richtwaarden voor geluid in gebieden op minder dan 500 m van een zone voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut volgens bijlage 4.5.4 van Vlarem II, mits toepassing van een forfaitaire aftrek van 5 dB(A) voor tonaliteit (muziek).

Er is een relatief grote afstand (200 meter) tussen de turbinehal en de eerste woningen en de turbinehal heeft een hoge geluiddempingswaarde. Niettegenstaande blijkt dat voor de huidige (bouwkundige) toestand van de turbinehal enkel voor het genre popmuziek een geluidsniveau van 95 dB(A) mogelijk is.

Laagfrequent geluid (veel bassen of lage tonen) is moeilijker te isoleren of te dempen door de bouwconstructie en draagt ook verder in de buitenomgeving. Wenst men evenementen te organiseren met dance, house of ultra bas bij een geluidsniveau van 95 dB(A) dan zijn structurele (bouwkundige) aanpassingen nodig aan de turbinehal. In het geval er geen structurele (bouwkundige) aanpassingen worden voorzien aan de turbinehal dan dient het maximale geluidsniveau voor de muziekgenres dance, house en ultra bas gelimiteerd te worden tot waarden lager dan 95 dB(A). Voor de overige muziekgenres – buiten popmuziek - zijn bijgevolg beperkingen nodig om binnen de Vlarem-nachtnorm te blijven (zie bijzondere voorwaarden). Het correct uitvoeren van de meetverplichting en zelfcontrole tijdens activiteiten zal normaliter de hinder tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperken.

Biodiversiteit

De inrichting is gelegen op 28 m van habitatrichtlijngebied BE2300006 ‘Schelde- en Durmevstuarium van de Nederlandse grens tot Gent’, op ca. 29 m van vogelrichtlijngebied BE2301235 ‘Durme en de middenloop van de Schelde’ en/of op ca. 78 m van VEN/IVON-gebied ‘De Vallei van de Boven Zeeschelde van de Dender- tot de Rupelmonding’.

Aangezien alle activiteiten binnen gebeuren, er geen ruimtebeslag is t.o.v. de speciale beschermingszones (SBZ), er geen of beperkte emissies zijn én er geen bronbemaling en/of grondwaterwinning worden aangevraagd, worden er geen significante effecten verwacht op de SBZ-H.

Andere: gezondheid

Omwille van de problematiek van gehoorschade onder meer bij jongeren is het aangewezen ook bij muziekactiviteiten van categorie 2 (meer dan 85 dB(A) tot 95 dB(A)) de nodige maatregelen te nemen om gehoorschade of gezondheidsklachten (zoals klaplong) door luide muziek te voorkomen. Een doordachte opstelling van de geluidskasten om het geluidsniveau in de inrichting te optimaliseren is een eerste stap, aanvullend hierop is het aanbieden op vraag van oordoppen wenselijk (zie bijzondere voorwaarden).

Advies

Op basis van alle gegevens opgenomen of verkregen in het kader van de omgevingsvergunningsaanvraag, geven wij gunstig advies, en kan de vergunning worden verleend voor de exploitatie van de inrichting gelegen aan de Interescautlaan 100 te 2627 Schelle (afdeling 1, sectie A, perceelnr. 542B), omvattende:

- 3.2.2.a: de lozing van max. 850 m3/jaar huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering

- 12.2.2: twee transformatoren met een individueel nominaal vermogen van 1.000 kVA elk

- 32.1.1: een zaal (turbinehal) met muziekactiviteiten tot 95 dB(A) LAeq, 15 min

a. voor een termijn van 3 jaar;

b. mits naleving van de volgende algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden:

 

 A. Algemeen

Omschrijving

Deel

Artikels

Algemene voorschriften

Hfst. 4.1

Art. 4.1.0.1 – Art. 4.1.13.5

Oppervlaktewater

Hfst. 4.2 - Afd. 4.2.1 t/m 4.2.8

Art. 4.2.1.1 - Art. 4.2.8.3.1

Bodem en grondwater

Hfst. 4.3 - Afd. 4.3.1 t/m 4.3.3

Art. 4.3.1.1 - Art. 4.3.3.1

Lucht

Hfst. 4.4 - Afd. 4.4.1 t/m 4.4.8

Art. 4.4.1.1 - Art. 4.4.8.4

Geluid

Hfst. 4.5 - Afd. 4.5.1 t/m 4.5.7

Art. 4.5.1.1 - Art. 4.5.7.1.5

Licht

Hfst. 4.6

Art. 4.6.0.1 - Art. 4.6.0.5

Asbest

Hfst. 4.7

Art. 4.7.0.1 - Art. 4.7.0.3

 

  1.    B. Sectoraal

Omschrijving

Rubriek

Deel

Artikels

Elektriciteit

12

Hfst. 5.12

Art. 5.12.0.1, Art. 5.12.0.4 – Art. 5.12.0.5

Transformatoren

12.2

Art. 5.12.0.2

Ontspanningsinrichtingen

Algemene bepalingen

32.1 en 32.2

Afd. 5.32.1

Art. 5.32.1.2 – Art. 5.32.1.9

Muziekactiviteiten

32.1

Afd. 5.32.2

Art. 5.32.2.1 - Art. 5.32.2.6

 

C. Bijzondere voorwaarden

Mobiliteitsbeheersing:

Om de verkeersbelasting op de wijk te minimaliseren en de leefbaarheid te garanderen, zal de exploitant volgende beperkende maatregelen treffen:

       Contractueel zijn alle organisatoren van evenementen verplicht om het aanvangsuur en einde te spreiden over 2 u. Dit betekent dat er 210 voertuigbewegingen maximaal per uur worden verwacht.

       Organisatoren worden verplicht om duurzame vervoersmodi als fiets, openbaar vervoer en deelsystemen voor fiets en personenwagen te promoten.

       Organisatoren worden verplicht om de carpool-app JIVE te promoten bij de deelnemers van het evenement.

       Organisatoren van evenementen zijn ook verplicht om parkeerwachters te voorzien tijdens en na het evenement zodat het parkeren op de site op een vlotte manier verloopt. Op deze manier tracht de exploitant de belasting naar de wijk tot een minimum te herleiden.

       Organisatoren van evenementen stellen een verkeersplan op en leggen dit voor ter goedkeuring aan de bevoegde gemeentelijk dienst. Dit moet gebeuren bij evenementen waarvan het totaal aantal deelnemers op de site groter is dan 250

- Geluidsbeperking:

volgende maximale geluidsniveaus dienen te worden gerespecteerd in de evenementenhal (turbinehal):

- Pop: max. 95 dB(A)

- Dance : max. 91 dB(A)

- House : max. 87 dB(A)

- Ultra bas : max. 81 dB(A)

Voor de overige zalen en lokalen is maximaal achtergrondgeluidsniveau toegelaten tot 85 dB(A), onverminderd de bepalingen rond niet-ingedeelde muziekactiviteiten volgens hfdst 6 Vlarem II.

- Meetverplichting en zelfcontrole:

Aanvullend op de bepalingen van Vlarem II artikel 5.32.2.2bis§1 moet de exploitant de meetgegevens registreren, bewaren en ter beschikking houden van de toezichthouder gedurende een periode van ten minste een maand.

De eigenaar stelt  de geluidsmeter op, op basis van een geluidsstudie en in samenspraak met de bevoegde gemeentelijke dienst. De meting van wordt onder toezicht geplaatst van de eigenaar van de grond. De geluidsmeter dient constant toegankelijk te zijn voor de gemeentelijke diensten en politie. De exploitantzorgt ervoor dat de geluidsmeter tweejaarlijks wordt gekeurd door een IEC/ISO 17025 erkend laboratorium, geaccrediteerd voor het onafhankelijk kalibreren van geluidsmeetapparatuur. De eigenaar stelt het verslag steeds ter beschikking van de bevoegde gemeentelijke dienst.

De eigenaar blijft de eindverantwoordelijke, zelfs als hij de verantwoordelijkheid doorschuift naar een exploitant.

- Gezondheidsmaatregelen en preventie gehoorschade:

bij alle evenementen met muziekactiviteiten boven het 85 dB(A)-achtergrondgeluid moet men : - een doordachte opstelling van de geluidskasten hanteren om het geluidsniveau in de inrichting te optimaliseren, - bij geluidskasten geplaatst op de vloer een veiligheidszone van minimaal 2 m ontoegankelijk maken voor het publiek - vrij en kosteloos gehoorbescherming voor eenmalig gebruik ter beschikking stellen aan alle bezoekers en deze mogelijkheid kenbaar maken aan het publiek.

- Periodiciteit evenementen:

Middelgrote evenementen zijn beperkt tot max. 45 evenementdagen per jaar en max. 2 evenementen per maand. Indien een evenement over 2 of meer kalenderdagen loopt telt dat voor 2 of meer evenementdagen.

- Circulair watergebruik:

Voor laagwaardige toepassingen dient meer ingezet te worden op alternatieve waterbronnen zoals hemelwaterrecuperatie en bemalingswater. Er dient een operationele hemelwaterput geplaatst te worden voorzien van afdoende nuttige aftappunten. De grootte van de hemelwaterbuffering dient in overeenstemming te worden gebracht met het potentieel hergebruik met een buffer voor recuperatiedoeleinden van minimaal 20.000 l, rekening houdende met max. 1 tot 5% leegstand van de hemelwaterbuffering. Voor de berekening op maat verwijzen we naar de regenwaterdimensioneringsgrafiek van de VMM. Gebruik hemelwater voor huishoudelijk gebruik zoals toiletspoelingen, reinigingswater en beregening.

 

Op basis van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en latere wijzigingen, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en latere wijzigingen en het verslag d.d.  van de gemeentelijke omgevingsambtenaren, dat in het kader van deze beslissing gedeeltelijk wordt bijgetreden en eigengemaakt, wordt de gevraagde omgevingsvergunning voor het wijzigen van de functie zonder verbouwingswerken op een eigendom gelegen Interescautlaan 100, kadastraal gekend (afd. 1) sectie A 542 B en (afd. 1) sectie A 544 C2,  onder voorwaarden verleend  aan de heer  Karel Cardoen wonende te Ter Borcht 3 te 2930 Brasschaat, mits de vergunninghouder de hierna geformuleerde voorwaarden naleeft.

 

Beslist:

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1:

De vergunninghouder is verplicht om gedurende 30 dagen de affiche uit te hangen, op het perceel waarop de beslissing van toepassing is, goed zichtbaar vanaf het openbaar domein. De start van het ophangen moet geschieden binnen een termijn van 10 dagen vanaf de dag van ontvangst van de beslissing. De vergunninghouder brengt de gemeente onmiddellijk op de hoogte van de startdatum van de aanplakking van de vergunning, met een foto van de affiche, waarop de datum van de foto-opname staat, per mail via ro@schelle.be. De sanctie bij niet-aanplakking is dat de beroepstermijn in hoofde van derden-belanghebbenden geen aanvang neemt, waardoor de vergunning onuitvoerbaar kan blijven.

Artikel 2:

De vergunninghouder is verplicht om de gemeente op de hoogte te brengen van de aanplakking van de bekendmaking van de omgevingsvergunning. De vergunningshouder dient dit bericht door te geven in uw dossier op www.omgevingsloket.be, per mail via ro@schelle.be, of per aangetekend schrijven op adres Fabiolalaan 55, 2627 Schelle.

Artikel 3:

De vergunning is uitvoerbaar binnen 35 dagen, te tellen vanaf de startdatum van de aanplakking, behalve indien de aanvrager binnen die 35 dagen op de hoogte werd gebracht van het instellen van een administratieve beroepsprocedure.

Artikel 4:

Het college nam het verslag van de GOA in overweging, sluit zich aan bij het verslag met uitzondering van voorwaarde 4 betreffende het aantal bezoekers op grote evenementen dat wordt beperkt tot 400. 

Het college begrijpt de beperking doch stelt dat de beperking niet in overeenstemming staat met de grootte en de opties die het gebouw momenteel aanreikt

Het college besluit daarom de voorwaarden beperkt te verruimen en om de enkele dagen per jaar ook grotere activiteiten (tot een maximale bezetting van 999 personen zoals aangevraagd toe te laten).

Het college beaamt daarom dat naast de kantoorfuncties activiteiten in de turbinehal over alle vloerlagen (oa ook deze waar soft-air is gesitueerd) dienen te worden beperkt om o.a. (1) de hinder te beperken naar de buurt toe; omwille (2) van het beperkte bereikbaarheidsaspect en omwille (3) van de gelimiteerde (lees permanent inzetbare) parkeeropties, echter stelt enige nuance voor waarbij de schaal, de grootte en de intensiteit van de activiteiten worden beperkt tot volgende parameters; 

       Activiteiten met een maximale bezetting van 99 personen zijn mogelijk het ganse jaar door

       Activiteiten met een maximale bezetting van 400 personen zijn mogelijk tot maximaal 45 dagen per jaar

       Activiteiten met een maximale bezetting van 999 personen zijn mogelijk tot maximaal 3x per jaar, en dit met een maximale duur van 3 aaneengesloten dagen.

Hierdoor worden de vaste parkeerplaatsen beperkt tot 90 stuks zoals aangegeven op het plan met aanpassingen in het rood.

Een aantal van deze plaatsen kan/mag gebruikt worden voor deelwagens.

De rest van de nodige parkeerplaatsen voor evenementen moet voorzien worden op de onverharde zone als calamiteitsparking.

Artikel 5:

De parkings moeten voorzien worden van de nodige oplaadpalen zoals verplicht volgens de wetgeving sinds 11 maart 2021: minstens 2 oplaadpunten en laadinfrastructuur voor 1 op 4 parkeerplaatsen.

Artikel 6:

De vergunning wordt toegekend voor een periode van 2 jaar. Deze is eventueel verlengbaar met 1 jaar na overleg/evaluatie met de gemeente.

De gesprekken voor deze verlenging moeten tijdig gestart worden.

Als er na het verlopen van 2 jaar, na de start van de vergunning, geen verlenging goedgekeurd is, kan deze ook niet meer verlengd worden voor het laatste (derde) jaar.

Gezien er aan aantal voorwaarden opgelegd worden voor de uitvoering van deze tijdelijke vergunning, moeten deze allemaal uitgevoerd worden vanaf de start van de vergunning en binnen 6 maanden volledig uitgevoerd zijn. Mochten de opgelegde voorwaarden niet uitgevoerd zijn na 6 maanden, vervalt het recht op verlenging en moeten de activiteiten en evenementen volledig stoppen na 6 maanden.

De activiteiten mogen dan pas verder gezet worden als aan alle voorwaarden is voldaan en dit maximum tot op het einde van het 2de jaar na de start van de vergunning. Er is dan ook geen verlenging meer mogelijk voor het derde jaar.

Artikel 7:

BRANDWEER:  De voorwaarden bij het brandpreventie-advies van de Brandweerzone Rivierenland, zoals bijgevoegd in bijlagen, strikt na te leven.
Artikel 8:
NATUUR EN BOS: De voorwaarden bij het advies van Agentschap Natuur en Bos, zoals bijgevoegd in bijlagen, strikt na te leven.
Er wordt als voorwaarde opgenomen dat er een passende beoordeling dient afgeleverd te worden voor het starten van de activiteiten. Indien blijkt uit deze passende beoordeling dat de gevraagde activiteiten onevenredig zijn tov de impact op de omliggende natuurwaarden wordt deze vergunning als geschrapt beschouwd. Deze passende beoordeling wordt aan het agentschap natuur en bos voorgelegd, en het advies van deze instantie wordt aangenomen als rechtsgrond voor het al dan niet schrappen van de vergunning
Artikel 9:
Binnenin het gebouw dienen er geluiddempende maatregelen genomen worden door bvb. Plaatsing van geluiddempende gordijnen/doeken/panelen of schermen.
Artikel 10:
GELUIDSOVERLAST: 
de beoogde activiteiten dienen zich qua geluidsoverlast te beperken tot volgende maximale geluidsniveaus in de evenementenhal (turbinehal):
- Pop: max. 95 dB(A)
- Dance : max. 91 dB(A)
- House : max. 87 dB(A)
- Ultra bas : max. 81 dB(A)
Voor de overige zalen en lokalen is maximaal achtergrondgeluidsniveau toegelaten tot 85 dB(A), onverminderd de bepalingen rond niet-ingedeelde muziekactiviteiten volgens hfdst 6 Vlarem II.
- Meetverplichting en zelfcontrole: aanvullend op de bepalingen van Vlarem II artikel 5.32.2.2bis§1 moet de exploitant de meetgegevens registreren, bewaren en ter beschikking houden van de toezichthouder gedurende een periode van ten minste een maand.
- Gezondheidsmaatregelen en preventie gehoorschade: bij alle evenementen met muziekactiviteiten boven het 85 dB(A)-achtergrondgeluid moet men :
- een doordachte opstelling van de geluidskasten hanteren om het geluidsniveau in de inrichting te optimaliseren, - bij geluidskasten geplaatst op de vloer een veiligheidszone van minimaal 2 m ontoegankelijk maken voor het publiek
- vrij en kosteloos gehoorbescherming voor eenmalig gebruik ter beschikking stellen aan alle bezoekers en deze mogelijkheid kenbaar maken aan het publiek.
- De eigenaar stelt  de geluidsmeter op in samenspraak met de bevoegde gemeentelijke dienst. De meting van wordt onder toezicht geplaatst van de eigenaar van de grond. De geluidsmeter dient constant toegankelijk te zijn voor de gemeentelijke diensten en politie. De eigenaar en/of exploitant zorgt ervoor dat de geluidsmeter tweejaarlijks wordt gekeurd door een IEC/ISO 17025 erkend laboratorium, geaccrediteerd voor het onafhankelijk kalibreren van geluidsmeetapparatuur. De eigenaar stelt het verslag steeds ter beschikking van de bevoegde gemeentelijke dienst.
De eigenaar blijft de eindverantwoordelijke, zelfs als hij de verantwoordelijkheid doorschuift naar een exploitant.

 

Artikel 11:

Stedenbouw gerelateerde uitsluitingen uit de vergunning

  1. De beoogde parkeeroppervlakte buiten de vergund geachte oppervlakte zoals aangeduid op de plannen wordt uit de vergunning gesloten.
  2. De beoogde activiteit van het bedrijf Airsoft wordt uit de vergunning gesloten en dient per direct stopgezet te worden

Artikel 12:

Milieu gerelateerde vergunningsvoorwaarden

  1. Contractueel zijn alle organisatoren van evenementen verplicht om het aanvangsuur en einde te spreiden over 2 u. Dit betekent dat er maximaal 80 (400 personen aan 2.5 personen per wagen) voertuigbewegingen per uur worden verwacht.
  2. Organisatoren worden verplicht om duurzame vervoersmodi als fiets, openbaar vervoer en deelsystemen voor fiets en personenwagen te promoten.
  3. Organisatoren worden verplicht om een carpool-app (bvb JIVE) te promoten bij de deelnemers van het evenement.
  4. Organisatoren van evenementen zijn ook verplicht om parkeerwachters te voorzien voor, tijdens en na het evenement zodat het parkeren op de site op een vlotte manier verloopt. Op deze manier tracht de exploitant de belasting naar de wijk tot een minimum te herleiden.
  5. Organisatoren van evenementen stellen een verkeersplan op en leggen dit voor ter goedkeuring aan de bevoegde gemeentelijk dienst en of politiediensten indien er meer dan 100 wagens (incl. wagens voor de kantoren en opslagplaatsen) op de site aanwezig zijn.