Het college,

1.INHOUD VAN DE AANVRAAG

Stedenbouw / stedenbouwkundige handelingen

       Bouw van een halfopen ééngezinswoning met bouwdiepte van 14m op gelijkvloers, 9m op 1ste verdieping.  Kroonlijsthoogte van 6m en nokhoogte van 10,4m.

       Rooien van drie bomen in de tuinzone achter de nieuw te bouwen woning.

       Verwijderen van verharding behorende tot pad en oprit van Consciencestraat 46.

2. BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Beoordeling stedenbouw: stedenbouwkundige handelingen

2.1. Afwijkingen op de voorschriften en/of op de goede ruimtelijke ordening

Niet van toepassing op deze aanvraag. Er worden geen afwijkingen vastgesteld.

Beleidsmatig gewenste ontwikkeling: “Noodzakelijke maatregelen inzake grote waterproblematiek in de gemeente”

In onze gemeente ondervinden we een niet te verwaarlozen waterproblematiek, onder andere doordat de ondergrond hoofdzakelijk uit moeilijk doordringbare kleigrond bestaat. Regenwater kan dus niet makkelijk weg, en rioleringen geraken verstopt. Bovendien wordt vuil water al te vaak gemengd met proper water. Vanuit Vlaanderen zijn deze maatregelen in vele gevallen nog niet verplicht. Maar met oog op de niet te verwaarlozen waterproblematiek in onze gemeente wordt als voorwaarde voor vergunning opgelegd:

De vergunninghouder neemt akte van dat het vandaag wenselijk en noodzakelijk is om alle gebouwen te voorzien van een gescheiden rioleringsstelsel, een hemelwaterput van minstens 5000 liter, een operationele hergebruikinstallatie voor functioneel hergebruik minstens voor toiletspoeling, een voldoende gedimensioneerde infiltratievoorziening. Ook is het vandaag wenselijk om alle gebouwen te voorzien van (extensieve) groendaken, al dan niet in combinatie met één of meerdere van de voornoemde methodes. Gescheiden rioolaansluiting dient conform de richtlijnen van Pidpa – HidroRio te zijn. Voor rioleringswerken kan de vergunninghouder een afzonderlijke aanvraag tot (her-)aansluiting en keuring worden ingediend bij Pidpa Riolering via www.pidpa.be/afvalwater/aansluiting/nieuwe-aansluiting , klant@pidpa.be , klantenservicenummer 0800/90.300.

Beleidsmatig gewenste ontwikkeling: De “BEN-norm” (Bijna EnergieNeutraal), energetisch omvormen van uw gebouwen met oog op de toekomst

Vanaf 2021 wordt verwacht dat de BEN-norm in heel Europa standaard verplicht zal zijn. De gemeente meent dat gebouwen die vandaag nieuw gebouwd en herbouwd worden conform BEN moeten zijn. Vanuit Vlaanderen zijn deze maatregelen in vele gevallen nog niet verplicht, maar met oog op de niet te verwaarlozen globale milieuproblematiek wordt als voorwaarde voor vergunning opgelegd:

De vergunninghouder neemt akte van dat het vandaag wenselijk om alle gebouwen om te vormen naar BEN-gebouwen (Bijna EnergieNeutraal).

2.2. Beoordeling van de adviezen

Externe adviezen

Gezien het ontbreken van het advies van de politie is het niet mogelijk om de aanvraag te beoordelen naar conformiteit volgens de bepalingen van de gemeentelijke verordening techno-preventieve maatregelen tegen inbraak: Beslissing van de Gemeenteraad van 29/09/2005 houdende de vaststelling van een stedenbouwkundige verordening betreffende technopreventieve maatregelen tegen inbraak bij de oprichting van nieuwe één- en meergezinswoningen.

GUNSTIG Het advies van Pidpa - Riolering is gunstig. Het advies wordt wel onderbouwd met specifieke regelgeving, waardoor dit advies dus wel onder de toepassing van VCRO art.4.3.3. “direct werkende normen” valt. Het cbs moet dit advies dus wel verplicht volgen. Het advies luidt als volgt:

Beschrijvend gedeelte:

1.a. Van toepassing zijnde regelgeving:

- Het reglement voor de aanleg van rioleringsinfrastructuur in ontwikkelingen, goedgekeurd door de gemeenteraad en vermeld op de website van Pidpa: www.pidpa.be bij 'afvalwater en riolering/ontwikkelingen'.

- De gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

- Het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM)

- De “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” Pidpa-Riolering (zie website www.pidpa.be).

- Het Algemeen waterverkoopreglement (zie website www.pidpa.be).

- Het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website www.pidpa.be).

- De code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen.

- Deze lijst is niet limitatief.

1.b. Ligging volgens het zoneringsplan:

- De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd);

1.c. Weerhouden geval volgens het ontwikkelingsreglement:

- De ontwikkeling ligt in centraal gebied, grenzend aan centraal gebied of in geoptimaliseerd buitengebied en er zijn enkel beperkte rioleringswerken en bijhorend sleufherstel van de bestaande wegenis binnen het openbaar domein en valt dus onder de specifieke voorwaarden van het geval A.2. van het ontwikkelingsreglement.

1.d Weerhouden bepalingen volgens het ontwikkelingsreglement:

- Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor eventueel een offerte over aan de ontwikkelaar.

- De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde, geraamde kostprijs.

- Onvoorziene omstandigheden tijdens uitvoering van de werken die aanleiding geven tot een stijging van de kosten worden eveneens aangerekend aan de ontwikkelaar.

2. Voorwaarden: (onverminderd de bepalingen uit het ontwikkelingsreglement)

2.a. Specifieke voorwaarden:

- De DWA-afvoer en de RWA-afvoer dienen aangesloten te worden op de gemengde riolering langsheen de Consciencestraat.

- De combinatieput heeft een herbruikgedeelte met een inhoud van 5000 liter waarmee voldaan wordt aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer eengezinswoningen.

- De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief hergebruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van 2 toiletten en een buitenkraan.

- De combinatieput heeft een infiltratiegedeelte met min. 1207,5 liter (effectief 2500 liter) infiltratievolume en min. 1,93m² (effectief 4,32m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein t.h.v. de rooilijn.

- Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.

- Verhardingen die zullen worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen of lokaal infiltreren in de bodem mogen niet voorzien worden van afvoeren door middel van kolken en/of goten.

- Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is verplicht (deze werd op het plan ingetekend met een volume van 2000 liter, wat overeenstemt met 5 IE).

- Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.

- De bestaande rioolaansluiting dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe of extra aansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de aanvrager. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.

- Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk is verplicht.

- De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. De putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.

- Standaard huisaansluiting: een huisaansluiting met een diameter van 160mm waarbij de bovenkant van de buis maximum 50cm onder het maaiveld ligt ter hoogte van de rooilijn.

- De aansluitingen dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering (www.pidpa.be).

- Dossierkost

o Er dient door de ontwikkelaar een éénmalige dossierkost betaald te worden van € 125,00 euro (excl. BTW), zoals vermeld in punt 2.b. en conform artikel 5 van het ontwikkelingsreglement (deze dossierkost dient betaald te worden nadat de vergunning werd afgeleverd).

2.b. Algemene voorwaarden:

- De dossierkost, conform artikel 5 van het ontwikkelingsreglement, dient betaald te worden nadat Pidpa in kennis werd gesteld van het afleveren van de vergunning. Deze dossierkost wordt door Pidpa rechtstreeks aan de ontwikkelaar gefactureerd. Deze dossierkost staat volledig los van een eventuele offerte voor het uitvoeren van werken door Pidpa.

- Voor elke aansluiting op de riolering (dus ook op bestaande wachtaansluitingen/ huisaansluitputjes) dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.

- Bij een bemaling is het verplicht een zandvang en een debietsmeter te plaatsen.

- De keuring van de afvoer van de privéwaterafvoer is verplicht:

o bij nieuwbouw of herbouw

o bij het realiseren van een bijkomende aansluiting of het plaatsen van een IBA

o bij de aanleg van een gescheiden riolering op het openbaar domein tenzij er een conform keuringsattest kan voorgelegd worden van nieuw- of herbouw dat niet ouder is dan 5 jaar

3. Beoordeling:

Het advies is gunstig, er dient voldaan te worden aan de bovenstaande te volgen richtlijnen, voorwaarden en regelgeving.

Gelieve na het afleveren van de vergunning ons hiervan afschrift te bezorgen.

GUNSTIG Het advies van Pidpa – Distributie Leidingen  is gunstig. Het advies wordt wel onderbouwd met specifieke regelgeving, waardoor dit advies dus wel onder de toepassing van VCRO art.4.3.3. “direct werkende normen” valt. Het cbs moet dit advies dus wel verplicht volgen. Het advies luidt als volgt:

Er is geen uitbreiding nodig van het distributienet in de openbare weg. De ontwikkeling is aansluitbaar op de bestaande hoofdleiding van het drinkwaternet.

Zodra de bouwvergunning wordt afgeleverd kan een aansluiting op ons drinkwaternet worden aangevraagd via https://www.pidpa.be/ons-aanbod/drinkwater/nieuwe-aansluiting.

Alle informatie en voorwaarden op technisch en administratief vlak kunt u terugvinden op onze website: https://www.pidpa.be/ons-aanbod/drinkwater

 Beoordeling:

Het advies is gunstig, mits er voldaan wordt aan de bovenstaande te volgen richtlijnen, voorwaarden en regelgeving.

2.3. Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag betreft nieuwbouw van een halfopen ééngezinswoning op een perceel in woongebied. De gevraagde functie betreft wonen. De bestaande directe omgeving wordt gekenmerkt door ééngezinswoningen. Daarom is de voorgestelde functie in principe wel inpasbaar in de directe omgeving.

2.4. Mobiliteitsimpact

De aanvraag voorziet een inpandige garage en oprit hier naartoe. De garage heeft een binnen breedte van 3m en lengte van 6,4m. Dit maakte dat ze voldoende groot is voor het parkeren van één wagen en enkele fietsen. De oprit is samen met het pad naar de voordeur 4,4m breed en 5m lang en hier kan er dus ook één wagen worden geparkeerd. Er wordt dus voldoende parkeerplaatsen voorzien zodat er niet moet geparkeerd worden op het openbaar domein en zo blijft de impact op de mobiliteit beperkt.

Daarom is de voorgestelde impact op de mobiliteit in de omgeving en/of het perceel aanvaardbaar.

2.5. Schaal

De aanvraag voorziet het bouwen van een woning met bouwdiepte van 14m op het gelijkvloers en breedte van 8,7m. Het gelijkvloers heeft een kroonlijsthoogte van 3,5m ten opzichte vanaf het terreinniveau. De 1ste verdieping heeft een bouwdiepte van 9m en breedte van 6m. De kroonlijsthoogte van de 1ste verdieping is 6m ten opzichte van het terreinniveau. Bovenop de 1ste verdieping komt een puntdak met dakhelling van 45° en een nokhoogte van 10,4m ten opzichte van het terreinniveau. De woning is in totaal 108,3m² groot.

In de directe omgeving zijn er woning met gevarieerde bouwdieptes. Aan dezelfde zijde van de straat hebben de woningen allen een verdiep en een puntdak. De woning komt dus goed overeen met hetgeen er in de omgeving aanwezig is. Gelet op het feit dat de bouwdiepte van de woning binnen de algemeen geldende stedenbouwkundige voorschriften 17-13-9 past en de kroonlijsthoogtes en nokhoogte van de woning ook conform algemeen geldende normen is kan gesteld worden dat het voorgestelde gabarit / volume ten aanzien van de omgeving en/of het perceel aanvaardbaar is.

2.6. Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De aanvraag voorziet een nieuwbouw van een halfopen ééngezinswoning met bouwoppervlakte van 108,3m² op een perceel van 404,21m². Verder wordt er achter de woning een terras aangelegd met een grote van 24,52m² in niet waterdoorlatende verharding dat afwatert naast de verharding in de eigen tuin. In de voortuin wordt er een oprit en pad naar de voordeur aangelegd oppervlakte van 22,04m² in waterdoorlatende verharding incl. waterdoorlatende fundering. De rest van de voortuin zijnde 38m² wordt aangelegd als tuin net als de rest van de achtertuin. De woning neemt iets meer dan 25% van de perceeloppervlakte in beslag, samen met het terras is er 132,82² niet waterdoorlatend hetgeen 32% van de totale oppervlakte is, hetgeen aanvaardbaar is. Er wordt voldoende groen behouden op het perceel en het plat dak bovenop het gelijkvloers volume is voorzien van een groendak. Daarom zijn de voorgestelde constructies / verhardingen / ruimte-inname ten aanzien van de omgeving en het perceel aanvaardbaar.

2.7.Visueel-vormelijke aspecten

De aanvraag voorziet een nieuwbouw van een halfopen ééngezinswoning met nokhoogte van 10,4m. Het volume van de 1ste verdieping en puntdak daarboven bevindt zich aan de linkerzijde van de woning. De rechterzijde en achterkant van de woning is voorzien van een plat dak wat beter aansluit bij de bestaande woning op adres Consciencestraat 46. De linkergevel van de woning wordt opgetrokken als wachtgevel, het perceel ernaast bevat nog geen woningbouw.

De woning zal voorzien zijn van roodbruin genuanceerde gevelsteen en het dak wordt afgewerkt met blauwe gesmoorde dakpannen.

Het plat dak wordt voorzien van een groendak met sedumbedekking.

Het buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in een donkere kleur.

 De woning sluit dus goed aan op de reeds aanwezige bebouwing in de omgeving. Daarom is het voorgestelde materiaalgebruik / vormgeving / esthetiek ten aanzien van de omgeving en het perceel dus wel aanvaardbaar.

2.8. Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing. De aanvraag omvat geen cultuurhistorische of erfgoed gerelateerde elementen.

2.9.Bodemreliëf / Milieu

De aanvraag voorziet geen wijziging aan het bestaande maaiveld, enkel rond het hoofdgebouw wordt er een kleine reliëfwijziging gedaan, is dit wel aanvaardbaar.

Gezien de aanwezigheid van een kleigrond wordt ervan uitgegaan dat infiltreren op een diepte dieper dan 1.00m onder het maaiveld weinig tot niet gebeurd. Hierdoor moet de onderzijde van de infiltratievoorziening zich bevinden op een maximale diepte van 1.00m onder het maaiveld.

De infiltratievoorziening wordt voorzien in combinatie met de regenwaterput. Hierdoor zit de infiltratievoorziening bovenaan. En is er een infiltratie mogelijk als de put voldoende hoog geplaats wordt.

 

2.10. Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De aanvraag omvat geluidshinder en mogelijks stofontwikkeling ten gevolge van de nieuwbouw van de woning en aanleggen van verhardingen. Deze hinder is echter van tijdelijke aard, van zodra de werken zijn afgerond is deze niet meer aanwezig.  Daarom zijn de voorgestelde werken ten aanzien van de aanpalende percelen, de omgeving en het eigen perceel dus wel aanvaardbaar.

Bijkomend worden vanuit de gemeente preventieve maatregelen als voorwaarden bij de vergunning opgelegd, met oog op beperken van schade en netheid aan het openbaar domein ter hoogte van het perceel tijdens uitvoering van de werken:

        De vergunninghouder moet de openbare weg rein houden in de nabijheid van de bouwwerken. Eventuele schade aan het openbaar domein moet door de vergunninghouder worden hersteld. De gemeentelijke diensten voeren na het einde der werken de controle uit.

        Indien het openbaar domein ter hoogte van uw eigendom niet in goede staat is, dit vóór de aanvang van de werken enkele foto’s te bezorgen aan de gemeentelijke dienst Omgeving via ro@schelle.be, met daarbij een beknopte beschrijving en enkele foto’s van de staat van het openbaar domein.

 

Op basis van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en latere wijzigingen, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en het verslag d.d. 21.01.2022 van de gemeentelijke omgevingsambtenaren, dat in het kader van deze beslissing wordt bijgetreden en eigengemaakt, wordt de gevraagde omgevingsvergunning voor Bouwen van een half-open ééngezinswoning op een eigendom gelegen Consciencestraat 48, kadastraal gekend (afd. 1) sectie A 323 W,  onder voorwaarden verleend  aan de heer  Roy Van Camp met als contactadres Saunierlei 63 bus 2 te 2620 Hemiksem en mevrouw  Valerie Cuyvers wonende te Saunierlei 63/2 te 2620 Hemiksem, mits de vergunninghouder de hierna geformuleerde voorwaarden naleeft.

 


Met oog op volledigheid van uw vergunning wordt als voorwaarde voor vergunning opgelegd:

        Ten minste 8 dagen voor de start van de werken de bouwlijn en hoogtepas te laten uitzetten door een beëdigd landmeter-expert, en hiervan een door de landmeter-expert opgemaakt verslag (inplantingsplan met aanduiding van de uitgezette bouwlijn en hoogtepas) aan de gemeentelijke dienst Omgeving via ro@schelle.be te bezorgen, zodanig dat dit bij het vergunningsdossier gevoegd kan worden.

        In geval de opgerichte constructie 'kleine afwijkingen' t.o.v. de omgevingsvergunning omvat, zoals bedoeld in de artikels 4.2.7. tot en met 4.2.13. van de VCRO, dan moet de architect die belast is met het toezicht op de uitvoering van de vergunde stedenbouwkundige handelingen een as-built attest, vergezeld van de nodige verduidelijkende as-built plannen, worden opgemaakt, en deze moeten ten laatste 8 dagen na het einde van de werken bezorgd worden aan het gemeentebestuur, zodat deze bij het vergunningsdossier gevoegd kunnen worden.

        In geval de opgerichte constructie afwijkingen t.o.v. de omgevingsvergunning omvat, die niet begrepen kunnen worden onder de toepassing van de artikels 4.2.7. tot en met 4.2.13. van de VCRO, dan moet hiervoor op basis van as-buitplannen een omgevingsvergunning bekomen worden. Indien deze afwijkingen betrekking hebben op de inplanting en/of bouwdiepte en hoogte van de constructie, dient dit opgemeten te worden door een landmeter-expert erkend door de federale raad van de landmeters-experten

 

Beslist:

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1:

De vergunninghouder is verplicht om gedurende 30 dagen de affiche uit te hangen, op het perceel waarop de beslissing van toepassing is, goed zichtbaar vanaf het openbaar domein. De start van het ophangen moet geschieden binnen een termijn van 10 dagen vanaf de dag van ontvangst van de beslissing. De vergunninghouder brengt de gemeente onmiddellijk op de hoogte van de startdatum van de aanplakking van de vergunning, met een foto van de affiche, waarop de datum van de foto-opname staat, per mail via ro@schelle.be. De sanctie bij niet-aanplakking is dat de beroepstermijn in hoofde van derden-belanghebbenden geen aanvang neemt, waardoor de vergunning onuitvoerbaar kan blijven.

Artikel 2:

De vergunninghouder is verplicht om de gemeente op de hoogte te brengen van de aanplakking van de bekendmaking van de omgevingsvergunning. De vergunningshouder dient dit bericht door te geven in uw dossier op www.omgevingsloket.be, per mail via ro@schelle.be, of per aangetekend schrijven op adres Fabiolalaan 55, 2627 Schelle.

Artikel 3:

De vergunning is uitvoerbaar binnen 35 dagen, te tellen vanaf de startdatum van de aanplakking, behalve indien de aanvrager binnen die 35 dagen op de hoogte werd gebracht van het instellen van een administratieve beroepsprocedure.

Artikel 4:

De vergunning is uitvoerbaar binnen 35 dagen, te tellen vanaf de startdatum van de aanplakking, behalve indien de aanvrager binnen die 35 dagen op de hoogte werd gebracht van het instellen van een administratieve beroepsprocedure.

Artikel 5:

Met oog op volledigheid van de vergunning wordt opgelegd om ten minste 8 dagen voor de start van de werken de bouwlijn en hoogtepas te laten uitzetten door een beëdigd landmeter-expert, en hiervan een door de landmeter-expert opgemaakt verslag (inplantingsplan met aanduiding van de uitgezette bouwlijn en hoogtepas) aan de gemeentelijke dienst Omgeving via ro@schelle.be te bezorgen, zodanig dat dit bij het vergunningsdossier gevoegd kan worden.

Artikel 6:

Met oog op beperken van schade en netheid aan het openbaar domein ter hoogte van het perceel tijdens de uitvoering van de werken, wordt opgelegd dat de vergunninghouder de openbare weg rein moet houden in de nabijheid van de bouwwerken. Schade moet door de vergunninghouder hersteld worden, de gemeentelijke diensten voeren na het einde der werken de controle uit.

Artikel 7:

Met oog op beperken van schade en netheid aan het openbaar domein ter hoogte van het perceel tijdens de uitvoering van de werken, wordt opgelegd dat, indien het openbaar domein ter hoogte van uw eigendom niet in goede staat is, dit vóór de aanvang van de werken enkele foto’s te bezorgen aan de gemeentelijke dienst Omgeving via ro@schelle.be, met daarbij een beknopte beschrijving en enkele foto’s van de staat van het openbaar domein.

Artikel 8:

 

Met oog op recyclage en gecontroleerd omgaan met afval, moeten bij oplevering van de werf alle afbraak- en bouwmaterialen worden afgevoerd naar de daartoe bestemde stortplaatsen of recuperatie-eenheden. De voorwaarden uit het Besluit van de Vlaamse regering van 17/02/2012 (VLAREMA-besluit) en latere wijzigingen (Besluit van de Vlaamse Regering van 22/03/2019 tot wijziging van voornoemd besluit) dienen te worden nageleefd.

Artikel 9:

De vergunninghouder neemt akte van dat het vandaag verplicht is om alle gebouwen te voorzien van een gescheiden rioleringsstelsel, een hemelwaterput van minstens 5000 liter, een operationele hergebruikinstallatie voor functioneel hergebruik minstens voor toiletspoeling, een voldoende gedimensioneerde infiltratievoorziening. Ook is het vandaag verplicht om alle gebouwen te voorzien van (extensieve) groendaken, al dan niet in combinatie met één of meerdere van de voornoemde methodes. Gescheiden rioolaansluiting dient conform de richtlijnen van Pidpa – HidroRio te zijn. Voor rioleringswerken kan de vergunninghouder een afzonderlijke aanvraag tot (her-)aansluiting en keuring worden ingediend bij Pidpa Riolering via www.pidpa.be/afvalwater/aansluiting/nieuwe-aansluiting , klant@pidpa.be , klantenservicenummer 0800/90.300.

Artikel 10:

De vergunninghouder neemt akte van dat het vandaag wenselijk is om alle gebouwen om te vormen naar BEN-gebouwen (Bijna EnergieNeutraal).

Artikel 11:

De voorwaarden bij het advies van Pidpa – HidroRio, zoals bijgevoegd in bijlagen, strikt na te leven.

Artikel 12:

De bodem van het infiltratiegedeelte moet tot op maximum 1.00m onder het bestaande maaiveld worden aangelegd. Als dit niet mogelijk is moet dit vervangen worden voor een infiltratievoorziening/wadi waarvan de bodem wel tot op de maximale diepte van 1.00m kan geplaatst worden.

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.