Het college,

1. INHOUD VAN DE AANVRAAG

Stedenbouw / stedenbouwkundige handelingen

       Aanleg van een zwemvijver.

Milieu / ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Volgende rubrieken worden aangevraagd:

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

53.2.2°a)

bemaling ontgraving (Nieuw)

4400 m³/jaar

2. BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Beoordeling stedenbouw: stedenbouwkundige handelingen

2.1. Afwijkingen op de voorschriften en/of op de goede ruimtelijke ordening

Niet van toepassing op deze aanvraag. Er worden geen afwijkingen vastgesteld.

2.2. Beoordeling van de adviezen

Niet van toepassing op deze aanvraag. Er dienden geen interne of externe adviezen gevraagd te worden.

2.3. Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag betreft aanleg van een zwemvijver op een perceel in woongebied. De gevraagde functie betreft . De bestaande directe omgeving wordt gekenmerkt door ééngezinswoningen. Daarom is de voorgestelde functie in principe inpasbaar in de directe omgeving.

2.4. Mobiliteitsimpact

Niet van toepassing; de aanvraag voorziet geen wijzigingen aan parkeren, fietsgebruik of autogebruik.

2.5.Schaal

Niet van toepassing. Het gabarit / bouwvolume blijft ongewijzigd.

2.6. Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De aanvraag voorziet de aanleg van een zwemvijver met oppervlakte van 44,52m². Aangezien op de rest van het perceel de verhardingen dusdanig beperkt worden dat een maximum van 40% van het gedeelte gelegen in woongebied verhard is kan de aanleg worden toegestaan. Daarom zijn de voorgestelde constructies / verhardingen / ruimte-inname ten aanzien van de omgeving en/of het perceel dus aanvaardbaar.

2.7.Visueel-vormelijke aspecten

Niet van toepassing. De aanvraag voorziet geen wijzigingen aan het uiterlijk van de constructie / verharding / perceel.

2.8.Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing. De aanvraag omvat geen cultuurhistorische of erfgoed gerelateerde elementen.

2.9. Bodemreliëf / Milieu

Niet van toepassing. De aanvraag voorziet geen reliëfwijzigingen.

2.10. Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Niet van toepassing. De aanvraag voorziet geen storende hinder en ook geen impact op gezondheid / gebruiksgenot / veiligheid op het eigen perceel en ook niet naar omwonenden.

Bijkomend worden vanuit de gemeente preventieve maatregelen als voorwaarden bij de vergunning opgelegd, met oog op beperken van schade en netheid aan het openbaar domein ter hoogte van het perceel tijdens uitvoering van de werken:

       De vergunninghouder moet de openbare weg rein houden in de nabijheid van de bouwwerken. Eventuele schade aan het openbaar domein moet door de vergunninghouder worden hersteld. De gemeentelijke diensten voeren na het einde der werken de controle uit.

       Indien het openbaar domein ter hoogte van uw eigendom niet in goede staat is, dit vóór de aanvang van de werken enkele foto’s te bezorgen aan de gemeentelijke dienst Omgeving via ro@schelle.be, met daarbij een beknopte beschrijving en enkele foto’s van de staat van het openbaar domein.

Met oog op volledigheid van uw vergunning wordt als voorwaarde voor vergunning opgelegd:

       In geval de opgerichte constructie 'kleine afwijkingen' t.o.v. de omgevingsvergunning omvat, zoals bedoeld in de artikels 4.2.7. tot en met 4.2.13. van de VCRO, dan moet de architect die belast is met het toezicht op de uitvoering van de vergunde stedenbouwkundige handelingen een as-built attest, vergezeld van de nodige verduidelijkende as-built plannen, worden opgemaakt, en deze moeten ten laatste 8 dagen na het einde van de werken bezorgd worden aan het gemeentebestuur, zodat deze bij het vergunningsdossier gevoegd kunnen worden.

       In geval de opgerichte constructie afwijkingen t.o.v. de omgevingsvergunning omvat, die niet begrepen kunnen worden onder de toepassing van de artikels 4.2.7. tot en met 4.2.13. van de VCRO, dan moet hiervoor op basis van as-buitplannen een omgevingsvergunning bekomen worden. Indien deze afwijkingen betrekking hebben op de inplanting en/of bouwdiepte en hoogte van de constructie, dient dit opgemeten te worden door een landmeter-expert erkend door de federale raad van de landmeters-experten

 

Beoordeling milieu: exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Juridisch kader

Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (Omgevingsvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten.

Besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (Omgevingsvergunningsbesluit), zoals gewijzigd bij latere besluiten.

Titel 5 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij latere besluiten.

Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (Natuurdecreet) en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 15 juni 2018 houdende de coördinatie van de waterregelgeving en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets.

Waterwetboek van 1 januari 2019 (en latere wijzigingen) houdende gecodificeerde decreten betreffende het integraal waterbeleid.

De Blue Deal van 28 juli 2020 houdende plan van de Vlaamse Regering om de strijd tegen droogte en waterschaarste structureel aan te pakken.

Vergunningsaanvraag

Deze aanvraag heeft betrekking op enerzijds vergunningsplichtige handelingen en anderzijds de exploitatie van een klasse 3 bronbemaling gelegen aan de Tuinlei 71 te (afdeling 1, sectie C, perceelnr. 162N3), omvattende:

     53.2.2.a: een bronbemaling bij een bouwproject voor de aanleg van een zwemvijver met een opgepompt debiet van maximaal 2,0 m³/dag en 4.400 m³/jaar met een verlaging van het grondwaterpeil tot op 2,0 m onder het maaiveld en dit gedurende max. 60 dagen met een lozing in een gracht

Beschrijving inrichting

De aanvraag omvat een bronbemaling voor de aanleg van een zwemvijver.

Volgens het dossier wordt het opgepompt grondwater geloosd in oppervlaktewater (gracht).Effecten op de omgeving

De inrichting is volgens het gewestplan gelegen in woongebied.

De inrichting is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

Volgens het zoneringsplan is de inrichting gelegen in centraal gebied, voorzien van gescheiden riolering.

Water

Oppervlaktewater

Volgens de waterlopenkaart loopt binnen een straal van 200 m rond de inrichting een geklasseerde waterloop van 2de categorie, de Maeyebeek.

Aan het perceel grenst ook een gracht, waarin ook de overloop van de wadi – voorafgegaan door een regenwaterput - in overloopt. Het opgepompte grondwater wordt in deze gracht geloosd.

Grondwater

Het dieptecriterium voor grondwaterwinningen (Vlarem II bijlage 2ter) op deze plaats is 5 m.

De inrichting is niet gelegen in een grondwaterwingebied of -beschermingszone.

De invloedstraal van de ingreep werd berekend via de vmm bemalingstool. Echter werd daar een bemalingsduur van slechts 15 dagen ingevuld.

De invloedstraal van de ingreep zelf berekend via de Voortoets bedraagt ca. 120 m rond de bronbemaling. Aan de rand van dit invloedgebied kan door de bemaling een grondwaterdaling verwacht worden tot 5 cm.

 

Circulair water

Gelet op de steeds groter wordende droogteproblematiek en het ondertekenen van de burgemeestersconvenant 2030 door de gemeente kan de lozing van het bemalingswater gunstig geadviseerd worden, mits te voorzien in een mogelijkheid tot gebruik voor de buurtbewoners.

Ook in de Blue deal, hét plan van de Vlaamse Overheid in de strijd tegen droogte en waterschaarste enerzijds en wateroverlast anderzijds, staan volgende pijlers centraal:

1. Openbare besturen geven het goede voorbeeld en zorgen voor gepaste regelgeving

2. Circulair watergebruik als regel

3. Landbouw en natuur als deel van de oplossing

4. Particulieren sensibiliseren en stimuleren om te ontharden

5. Verhogen van de bevoorradingszekerheid

6. Samen investeren in innovatie om ons watersysteem slimmer, robuuster en duurzamer te

maken

Bijgevolg moet het grondwater dat onttrokken wordt bij de bronbemalingen, in zoverre dit met toepassing van de beste beschikbare technieken mogelijk is, nuttig worden gebruikt.

Hiertoe moet een deel van het water voor recuperatie en nuttige toepassing bij de werken op de werf gestockeerd worden in een buffervoorziening bijvoorbeeld door een vat van minstens 1.000 l te voorzien.

Het bemalingswater moet maximaal ter beschikking gesteld worden voor hergebruik aan de omwonenden (bv vullen regenwaterputten tot in straal van 200 m, dienstkraantje aanbieden).

De buffervoorziening moet voorzien zijn van een afnamepunt. Het aftappunt moet voorzien worden van een A4 geplastificeerd opschrift ‘gratis grondwater’ én volgende waarschuwingen:

-  gebruik op eigen risico

- dit is niet-drinkbaar water (met symbool)

-  er is geen garantie dat dit water aan de veiligheidsnormen voor bv. dierenwelzijn of voedselveiligheid

-  kan ijzer bevatten dat wanneer het in contact komt met lucht voor een bruine verkleuring zorgt

Indien het bemalingswater wordt verstrekt aan de buurtbewoners voor huishoudelijk gebruik zoals het beregenen van de tuin of het vullen van hemelwaterputten dient er niets bijkomstig ondernomen te worden, voor zover het gaat over een maximaal debiet tot 500 m3/jaar. Echter als het bemalingswater ook aan professionelen ter beschikking wordt gesteld bijvoorbeeld landbouwers of gemeentelijke diensten om gewassen of groenaanleg te bevloeien met dit water dient strikt genomen de rubriek 53.8 voor grondwaterwinningen mee opgenomen te worden in de aanvraag. Het hergebruik van het bemalingswater voor niet-particulieren tot 5.000 m3/jaar afkomstig van een bronbemaling niet dieper dan het dieptecriterium betreft rubriek 53.8.1.a en kan ambtshalve toegevoegd en geakteerd worden.

Lozing bemalingswater

Artikel 5.53.6.1.1§2 van Vlarem II stelt dat het onttrokken grondwater, in zoverre dit met de BBT mogelijk is, terug in de grond moet worden ingebracht. Indien dit technisch niet mogelijk is, mag het water geloosd worden in de dichtstbijzijnde waterloop, gracht, regenwaterafvoer of via een infiltratiesysteem tot in een straal van 200 m van de werf. De infiltratie of lozing mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken. Slechts in laatste instantie mag geloosd worden in openbare riolering, met een verbod op lozing in de vuilwaterafvoer (DWA) indien gescheiden regenwaterafvoer (RWA) aanwezig.

Er kan niet geinfiltreerd worden op het eigen terrein.

De bemaling is gesitueerd in een bebouwd gebied.

Langsheen de inrichting is een gracht gelegen.

De lozing van het bemalingswater in de openbare riolering (DWA of gemengd) kan volgens Vlarem niet gunstig geadviseerd worden als er andere afvoerwegen ter beschikking zijn. Het opgepompt grondwater moet derhalve geloosd worden in oppervlaktewater.

Voor elke lozing van bronbemalingswater moet een zandvanger geplaatst worden om verzadiging van de straatkolken, beschadiging van het rioleringsstelsel of zandophoping in de beek te voorkomen.

lozingsnormen & indelingscriteria gevaarlijke stoffen

Indien het bemalingswater voldoet aan de lozingsnormen is de lozing niet ingedeeld. Verontreinigd bemalingswater is bemalingswater met een concentratie gevaarlijke stoffen (GS), vermeld in Vlarem II bijlagen 2B en 2C, hoger dan het indelingscriterium (IR), zoals opgenomen in Vlarem II bijlage 2.3.1. Bij hogere concentraties is de lozing van dit bemalingswater ingedeeld onder klasse 2 rubriek 3.4.2 en dienen de nodige zuiveringen voorzien te worden of bijzondere lozingsnormen aangevraagd te worden.

Binnen de invloedstraal van de bronbemaling zijn geen bodemdossiers (zie bodem) gekend. Er kan bijgevolg gesteld worden dat rubriek 3.4.2 niet moet aangevraagd worden

Bodem

Om de potentiële invloed van een bronbemaling op de bestaande bodemvervuilingen en eventuele verspreiding ervan in te schatten, is het belangrijk om op voorhand de bodemverontreinigingen in kaart te brengen.

Binnen de invloedstraal zijn geen bodemdossiers (oriënterende / beschrijvende bodemonderzoeken of bodemsaneringsprojecten) gelegen.

Er kan dus vanuit gegaan worden dat er geen effecten zijn op bodem en dat aan de lozingsnormen voor het lozen op oppervlaktewater voldaan kan worden.

Zettingsrisico’s

Een grondwaterverlaging zal, door het verdwijnen van het water en de waterspanning, aanleiding geven tot het verhogen van de korrelspanning. Deze toename van deze korrelspanningen kan zettingen doen ontstaan. De bemaling mag geen zettingsrisico hoger dan 20 mm opleveren.

Het voorliggende dossier bevat geen berekening van mogelijke zettingsrisico’s.

Hoe dan ook mag de bemaling geen zettingsrisico hoger dan 20 mm opleveren.

Geluid

De pompen die gebruikt worden gedurende de bemalingsperiode zullen onvermijdelijk geluid en trillingen produceren. Om deze hinder tot een minimum te herleiden is het aangewezen dat er gebruik gemaakt wordt van geluidsarme pompen.

Biodiversiteit

Binnen de invloedstraal van de bronbemaling zijn geen Vogel- of Habitatrichtlijngebied, VEN/IVON-gebied of andere speciale beschermingszones gelegen.

Er zijn dan ook geen significante effecten te verwachten op deze speciale beschermingsgebieden.

Bovendien dient er volgens artikel 36ter§3 van het natuurdecreet enkel voor vergunningsplichtige activiteiten nagegaan te worden of er een negatieve impact kan zijn op de speciale beschermingszones.

De voorliggende aanvraag omvat enkel meldingsplichtige activiteiten.

 

Op basis van het decreet betreffende de omgevingsvergunning en latere wijzigingen, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en latere wijzigingen en het verslag d.d. 25.07.2022 van de gemeentelijke omgevingsambtenaren, dat in het kader van deze beslissing wordt bijgetreden en eigengemaakt, wordt de gevraagde omgevingsvergunning voor aanleg van een zwemvijver op een eigendom gelegen Tuinlei 71, kadastraal gekend (afd. 1) sectie C 162 N3, aan de heer  Rudi Thijs wonende te Tuinlei 67 te 2627 Schelle, mits de vergunninghouder de hierna geformuleerde voorwaarden naleeft.

 

Beslist:

Eenparig goedgekeurd

 

Artikel 1:

De vergunninghouder is verplicht om gedurende 30 dagen de affiche uit te hangen, op het perceel waarop de beslissing van toepassing is, goed zichtbaar vanaf het openbaar domein. De start van het ophangen moet geschieden binnen een termijn van 10 dagen vanaf de dag van ontvangst van de beslissing. De vergunninghouder brengt de gemeente onmiddellijk op de hoogte van de startdatum van de aanplakking van de vergunning, met een foto van de affiche, waarop de datum van de foto-opname staat, per mail via ro@schelle.be. De sanctie bij niet-aanplakking is dat de beroepstermijn in hoofde van derden-belanghebbenden geen aanvang neemt, waardoor de vergunning onuitvoerbaar kan blijven.

Artikel 2:

De vergunninghouder is verplicht om de gemeente op de hoogte te brengen van de aanplakking van de bekendmaking van de omgevingsvergunning. De vergunningshouder dient dit bericht door te geven in uw dossier op www.omgevingsloket.be, per mail via ro@schelle.be, of per aangetekend schrijven op adres Fabiolalaan 55, 2627 Schelle.

Artikel 3:

De vergunning is uitvoerbaar binnen 35 dagen, te tellen vanaf de startdatum van de aanplakking, behalve indien de aanvrager binnen die 35 dagen op de hoogte werd gebracht van het instellen van een administratieve beroepsprocedure.

Artikel 4:

De vergunninghouder brengt het college van burgemeester en schepenen per beveiligde zending of mail op de hoogte van respectievelijk de start en het einde der werken, en dit ten laatste 8 dagen voor de respectievelijk start en einde van de werken, per mail via ro@schelle.be.

Artikel 5:

Met oog op beperken van schade en netheid aan het openbaar domein ter hoogte van het perceel tijdens de uitvoering van de werken, wordt opgelegd dat de vergunninghouder de openbare weg rein moet houden in de nabijheid van de bouwwerken. Schade moet door de vergunninghouder hersteld worden, de gemeentelijke diensten voeren na het einde der werken de controle uit.

Artikel 6:

Met oog op beperken van schade en netheid aan het openbaar domein ter hoogte van het perceel tijdens de uitvoering van de werken, wordt opgelegd dat, indien het openbaar domein ter hoogte van uw eigendom niet in goede staat is, dit vóór de aanvang van de werken enkele foto’s te bezorgen aan de gemeentelijke dienst Omgeving via ro@schelle.be, met daarbij een beknopte beschrijving en enkele foto’s van de staat van het openbaar domein.

Artikel 7:

Met oog op recyclage en gecontroleerd omgaan met afval, moeten bij oplevering van de werf alle afbraak- en bouwmaterialen worden afgevoerd naar de daartoe bestemde stortplaatsen of recuperatie-eenheden. De voorwaarden uit het Besluit van de Vlaamse regering van 17/02/2012 (VLAREMA-besluit) en latere wijzigingen (Besluit van de Vlaamse Regering van 22/03/2019 tot wijziging van voornoemd besluit) dienen te worden nageleefd.

Artikel 8:

De vergunninghouder neemt akte van dat het vandaag verplicht is om alle gebouwen te voorzien van een gescheiden rioleringsstelsel, een hemelwaterput van minstens 5000 liter, een operationele hergebruikinstallatie voor functioneel hergebruik minstens voor toiletspoeling, een voldoende gedimensioneerde infiltratievoorziening. Ook is het verplicht om alle platte daken te voorzien van (extensieve) groendaken, al dan niet in combinatie met één of meerdere van de voornoemde methodes. Gescheiden rioolaansluiting dient conform de richtlijnen van Pidpa – HidroRio te zijn. Voor rioleringswerken kan de vergunninghouder een afzonderlijke aanvraag tot (her-)aansluiting en keuring worden ingediend bij Pidpa Riolering via www.pidpa.be/afvalwater/aansluiting/nieuwe-aansluiting , klant@pidpa.be , klantenservicenummer 0800/90.300.

Artikel 9:

De lozing van het opgepompte grondwater in de openbare riolering is verboden.

Artikel 10:

De lozing dient te gebeuren in de beek.

Artikel 11:

De lozing van het opgepompte bemalingswater dient te gebeuren via een zandvanger.

Artikel 12:

Deze lozing mag geen wateroverlast voor derden veroorzaken.

Artikel 13:

Voor een lozingsdebiet van meer dan 10 m³/u in een riolering aangesloten op een rioolwaterzuiveringsinstallatie, is voorafgaand een uitdrukkelijke schriftelijke toelating vereist van de exploitant van de installatie. Voor Aquafin kan dat online via http://bemalingen.aquafin.be/formulier.asp.

Artikel 14:

Voorafmelding boringen in het e-DOV meldpunt
De voorafmelding van boorwerkzaamheden is een rapporteringsverplichting voor alle boorbedrijven volgens Vlarel artikel 53.6.7. De voorafmelding kan op het meldpunt boringen gebeuren via de portaalpagina van DOV. De voorafmelding is verplicht voor een grondwaterwinning, multi-level peilput, geothermische boringen, bemalingen en drainages.
Deze voorafmelding zien we als de start van de looptijd van de bronbemaling.

Artikel 15:

Het grondwater dat onttrokken wordt bij de bronbemalingen moet, in zoverre dit met toepassing van de beste beschikbare technieken mogelijk is, nuttig worden gebruikt.

Artikel 16:

Hiertoe moet een deel van het water voor recuperatie en nuttige toepassing bij de werken op de werf gestockeerd worden in een buffervoorziening bijvoorbeeld door een vat van minstens 1.000 l te voorzien.

Artikel 17:

Het bemalingswater moet maximaal ter beschikking gesteld worden voor hergebruik aan de omwonenden. Hiervoor moet de buffervoorziening voorzien zijn van een afnamepunt. Het aftappunt moet voorzien worden van een A4 geplastificeerd opschrift ‘gratis grondwater’ én volgende waarschuwingen:

  1. gebruik op eigen risico
  2. dit is niet-drinkbaar water (met symbool)
  3. er is geen garantie dat dit water aan de veiligheidsnormen voor bv. dierenwelzijn of voedselveiligheid
  4. kan ijzer bevatten dat wanneer het in contact komt met lucht voor een bruine verkleuring zorgt

Artikel 18:

mits naleving van de volgende algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden:

A. Algemeen

Omschrijving

Deel

Artikels

Algemene voorschriften

Hfst. 4.1

Art. 4.1.0.1 – Art. 4.1.13.5

Oppervlaktewater

Hfst. 4.2 - Afd. 4.2.1 t/m 4.2.8

Art. 4.2.1.1 - Art. 4.2.8.3.1

Bodem en grondwater

Hfst. 4.3 - Afd. 4.3.1 t/m 4.3.3

Art. 4.3.1.1 - Art. 4.3.3.1

Lucht

Hfst. 4.4 - Afd. 4.4.1 t/m 4.4.8

Art. 4.4.1.1 - Art. 4.4.8.4

Geluid

Hfst. 4.5  - Afd. 4.5.1 t/m 4.5.7

Art. 4.5.1.1 - Art. 4.5.7.1.5

Licht

Hfst. 4.6

Art. 4.6.0.1 - Art. 4.6.0.5

Asbest

Hfst. 4.7

Art. 4.7.0.1 - Art. 4.7.0.3

B. Sectoraal

Omschrijving

Rubriek

Deel

Artikels

Winning van grondwater

53

Hfst. 5.53

Art. 5.53.1.1 - Art. 5.53.6.4.5

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.