Het college,

  ADVIES BIJ LOPENDE VERGUNNINGSAANVRAAG

Gemeente Schelle

 

1. AANLEIDING EN CONTEXT

PROVINCIE ANTWERPEN diende een ADVIESVRAAG in bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Schelle. Achteraan in dit document vindt u het eindadvies, met al dan niet bijhorende voorwaarden waaraan u en/of de werken moeten voldoen. Er zijn geen extra bijlagen bij dit advies.

 

2. ALGEMENE GEGEVENS

 

Persoonlijke informatie

Aanvragers

mevrouw Amale Basbas wonende te Steenwinkelstraat 579 te 2627 Schelle en de heer Amine Affani wonende te Steenwinkelstraat 579 te 2627 Schelle

 

 

Dossierinformatie

Dossiernummer (intern)

2021/132

Dossiernummer (omgevingsloket)

OMV_2021144992

Adres van de aanvraag

Steenwinkelstraat 579, 2627 Schelle

Kadastrale gegevens

afdeling 1 sectie B nr. 299B4

Type procedure

Adviesvraag van de provincie – gewone procedure

Type van de werken

       Het verbouwen van een bestaande eengezinswoning in halfopen bebouwing

       Het slopen van de twee achterste bijgebouwen in de achtertuin

       Het slopen van de aanbouwen aan het hoofdgebouw

       Het slopen van de verharding in kiezel grijs in functie van een oprit rechts vooraan in de voortuinstrook

       Het slopen van de verharding in betonblokjes grijs op pas -0.35 m in functie van het terras links naast de aanbouw

       Het slopen van de verharding in silexdals wit in functie van een tuinpas rechts naast en achter het eerste bijgebouw

       Interne verbouwing van het hoofdvolume van de eengezinswoning. De bestaande gevels blijven behouden

       Het uitbreiden op het gelijkvloers van de eengezinswoning met een aanbouw van 7 m bij 8 m met 1 bouwlaag en een plat dak, kroonlijst op 3,15 m. De uitbreiding zorgt voor een totale bouwdiepte van 17 m ten opzichte van de bouwlijn. De nieuwe gevels worden afgewerkt met parement in grijze gevelbaksteen. Het buitenschrijnwerk van de nieuwe raam- en deuropeningen worden afgewerkt met zwart PVC.

       Het vernieuwen van de riolering van het te behouden bijgebouw (de garage). De bestaande gevels blijven in tact.

       Het aanleggen van nieuwe verharding (6,65 m x 4 m) in waterdoorlatende betonblokjes achter de uitbreiding in functie van het terras.

       De heraanleg van de tuin met streek- en standplaatseigen beplanting.

Omschrijving van de aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

 

3. PROCEDUREVERLOOP

 

Procedurestap

Datum / info

Ontvangstdatum aanvraag

12 september 2021

Opvragen extra informatie

///

Volledig en ontvankelijk (V&O)

6 oktober 2021

 

 

Adviezen

Ja

 

Openbaar onderzoek

Niet van toepassing op deze aanvraag

 

Bevraging aanpalenden

Ja

   >reden

mandeligheid

   >startdatum

14 oktober 2021

   >bezwaarschriften

Neen

 

Bijkomende procedures:

 

>wegenwerken (Gemeenteraad)

Niet van toepassing op deze aanvraag

>administratieve lus

Niet van toepassing op deze aanvraag

>wijziging van de aanvraag

Niet van toepassing op deze aanvraag

>provinciale adviescommissie POVC

Niet van toepassing op deze aanvraag

 

Datum verslag GOA

23/11/2021

Naam GOA

Betty Van Cauteren (waarnemend)

Uiterste beslissingsdatum

05/12/2021

 

 

4. INHOUD VAN DE AANVRAAG

Stedenbouw / stedenbouwkundige handelingen

       Het verbouwen van een bestaande eengezinswoning in halfopen bebouwing

       Het slopen van de twee achterste bijgebouwen in de achtertuin

       Het slopen van de aanbouwen aan het hoofdgebouw

       Het slopen van de verharding in kiezel grijs in functie van een oprit rechts vooraan in de voortuinstrook

       Het slopen van de verharding in betonblokjes grijs op pas -0.35 m in functie van het terras links naast de aanbouw

       Het slopen van de verharding in silexdals wit in functie van een tuinpas rechts naast en achter het eerste bijgebouw

       Interne verbouwing van het hoofdvolume van de eengezinswoning. De bestaande gevels blijven behouden

       Het uitbreiden op het gelijkvloers van de eengezinswoning met een aanbouw van 7 m bij 8 m met 1 bouwlaag en een plat dak, kroonlijst op 3,15 m. De uitbreiding zorgt voor een totale bouwdiepte van 17 m ten opzichte van de bouwlijn. De nieuwe gevels worden afgewerkt met parement in grijze gevelbaksteen. Het buitenschrijnwerk van de nieuwe raam- en deuropeningen worden afgewerkt met zwart PVC.

       Het vernieuwen van de riolering van het te behouden bijgebouw (de garage). De bestaande gevels blijven in tact.

       Het aanleggen van nieuwe verharding (6,65 m x 4 m) in waterdoorlatende betonblokjes achter de uitbreiding in functie van het terras.

       De heraanleg van de tuin met streek- en standplaatseigen beplanting.

 

5. BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

Punt 1 uit het beroepschrift: Verantwoord ruimtegebruik en bouwdichtheid

 

De beoordeling van de goede ruimtelijke ordening gebeurt in uitvoering van VCRO art. 1.1.4: “De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling, en dit met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen”, en houdt rekening met de beginselen van VCRO art. 4.3.1.§2.

Goede ruimtelijke ordening is niet enkel van toepassing voor het gebruik van de huidige eigenaars/bewoners.

Er moet ook gekeken worden naar de toekomst.

De huidige eigenaars zullen geen eigenaar blijven. Ooit zal dit goed van eigenaar wisselen. Dan moet dit ook toegankelijk zijn voor de nieuwe eigenaars/bewoners. De doorgang van minimum 1.50m moet blijven behouden zodat ten minste een mindervalide toegang kan hebben tot de tuin, zonder eerst de auto uit de garage te moeten rijden om zo doorgang te krijgen tot de tuin. 

Geen enkel andere bewoner zou dit interessant vinden om slecht een doorgang te hebben van 50cm.

Het is niet met een wagen dat men tussen de gebouwen door moet, maar gewoon te voet, met een kruiwagen, fiets, rolstoel, tafel, stoelen, speeltuigen, …. om in de tuin te kunnen genieten, …

Men haalt aan dat er een doorgang is aan de voor en achterkant van de garage, maar dan moet men steeds door de garage om naar de tuin te gaan. Er is geen enkele connectie meer met de tuin doordat de opening zo klein is.

Dit is enkel ten behoeve van de huidige eigenaars/bewoners.

Derhalve is dit geen goede ruimtelijke ordening en daarom kan dit niet vergund worden.

In het verleden is reeds een regularisatie goedgekeurd ivm de inplanting van de garage. Dit was rekening houdend met de huidige toestand.

Mocht er destijds sprake zijn geweest dat de doorgang tussen de garage en de achterbouw maar 50cm zou bedragen zou er geen regularisatie zijn geweest voor de inplanting van de garage.

Dat men nu aanhaalt dat de gemeente 6m aanhoudt voor de afstand tussen de hoofdgebouwen en de bijgebouwen klopt. Men heeft destijds de regularisatie van de garage wel goedgekeurd omdat deze reeds aanwezig was en er dus een uitzondering werd toegestaan op deze algemene regel.

Door de inplanting van de nieuwe achterbouw is er geen enkele rekening gehouden met de inplanting van de garage en van de doorgang naar de tuin.

De huidige inplanting van de achterbouw kan enkel als men de garage naar achter plaatst zodat er een voldoende grote doorgang is naar de tuin.

Om nu de vergelijking te maken met rijwoningen terwijl het hier gaat om een halfopen bebouwing met een garage lijkt me niet correct te zijn.

Een rijwoning heeft geen toegang tot de tuin met de auto.

In dit geval is er een halfopen bebouwing waar men nu 1.65m doorgang heeft tussen de gebouwen en de garage. Aangezien dit een halfopen bebouwing is, mag er toch een minimale toegang tot de tuin worden gevraagd om zo de connectie tussen de gebouwen en de tuin te behouden.

Door de toegang nu maar 50cm te maken, snijdt men de tuin volledig af van de gebouwen.

Dit is geen goede visie van een goed ruimtelijke inplanting. Derhalve kan dit zo ook niet vergund worden. 

Punt 1.3 van het beroepschrift is reeds hoger aangehaald. Men moet door de nieuwe inplanting steeds door de garage gaan om in de tuin te gaan. Een comfortabele breedte om als persoon door te wandelen is minimum 1.00m.

Door de smalle doorgang van 50cm moet men steeds zijdelings gaan om naar de tuin te gaan, zonder door de garage te moeten.

Zoals reeds aangehaald is dit nog een reden waarom dit geen goede ruimtelijke ordening is van deze nieuwe inplanting.

Punt 1.4 van het beroepschrift gaat over de bouwdiepte die beperkt wordt tot 17.00m iplv de 18.65m die er gevraagd wordt. Ook wordt er aangehaald dat men de gebouwen in de tuin gaat verwijderen om meer water te kunnen infiltreren in de grond.

Deze gebouwen zijn ook zonder vergunning gebouwd gezien zij niet via het vrijstellingen besluit kunnen horen aangezien er reeds meer dan 40m² bijgebouwen (garage = 66.875 m²) op het perceel aanwezig zijn.

Deze mochten er zoiezo nooit gebouwd zijn.

De diepte van 17.00m is een algemene regel waaraan alle nieuwe gebouwen en verbouwingen worden getoetst. Gezien het hier gaat om een afbraak van de hele achterbouw constructie, houden we deze regel aan en moet de bouwdiepte beperkt worden tot 17.00m.

Ook dit is een regel van goede ruimtelijke ordening die niet gevolgd wordt in dit dossier.

De Zit en eetruimte kan perfect ingekort worden met 1.65m. De ruimte tussen de keuken en de linkergevel is groot genoeg om een eettafel te voorzien. De zit- en eetruimte wordt dan enkel een zitruimte die wat kleiner wordt.

Hierdoor is er een betere doorgang tot de tuin én wordt ook de bouwdiepte van 17.00m gerespecteerd.

Derhalve kan het huidige ontwerp niet vergund worden.

Er wordt geen enkel argument aangehaald waaruit blijkt dat de huidige aangevraagde inplanting op dit perceel wel zou voldoen aan de goede ruimtelijke ordening voor een halfopen bebouwing.

Gezien de hoger vermelde punten is dit gedeelte van het beroepschrift ongegrond.

 

Punt 2 uit het beroepschrift: De beleidsmatig gewenste ontwikkeling i.v.m. groendaken

Het groendak wordt steeds opgelegd in alle vergunningen waar men een plat dak vernieuwd of nieuw plaatst.

Om zoals bij punt 1 oudere gebouwen te vergelijken met de nieuwe aanvraag is niet correct. De nieuwe aanvraag moet vergeleken worden met de nieuwe omgevingsvergunningen die zijn goedgekeurd. Daarin wordt steeds  geopteerd voor een groendak.

Door de slechte infiltratie van de grond is het noodzakelijk dat er zoveel mogelijk water wordt opgevangen en wordt hergebruikt, als dan niet door planten.

Door een groendak te leggen op platte daken halveert de hoeveelheid regenwater die moet worden opgevangen en geïnfiltreerd en/of afgevoerd worden. Het water wordt vastgehouden in de beplanting en daar ook gebruikt. Dit is een van de redenen waarom dit steeds wordt opgelegd bij platte daken.

Gezien de klimaat wijziging die aan de gang is moeten we niet kijken naar het verleden (verwijzing in het beroepschrift naar foto van google earth), waar er geen groendaken werden opgelegd, maar naar de toekomst!

Het voorzien van groendaken op platte daken is ook vermeld in het meerjarenplan 2020-2025 vermeld op de website (https://www.schelle.be/meerjarenplan-2020-2025-goedgekeurd/ en https://www.schelle.be/wp-content/uploads/2020/01/Beleidsplan-2020-2025-gemeenteraad.pdf ) .

Beheersing van wateroverlast is een constante zorg en vraagt bestendige investering.

In het beleidsplan 2020-2025 wordt vermeld onder punt 1.5 : “Door de klimaatverandering wisselen periodes van langdurige droogte en overvloedige regen mekaar af. Zowel voor de overbrugging van de droogteperiodes als voor de opvang van overvloedige regenval/stortbuien is extra wateropslag- en bergingscapaciteit noodzakelijk naast de gangbare wateropvangsystemen van infiltratie en groendaken. Voor zover dit kadert binnen de gemeentelijke bevoegdheid en mogelijkheden engageert de gemeente zich hiertoe.” Verder lezen we : “2.7.4 Groendaken zorgen voor vertraagde afloop van het regenwater en verwerken ook heel wat water. Daarnaast dragen zij bij tot biodiversiteit en hebben een afkoelend effect (zie: Ruimtelijke Ordening)”

Ook verder in de tekst orden er nog meerdere malen de groendaken aangehaald ivm de waterhuishouding.

Ook reeds in het beleidsplan 2013-2019 (https://www.schelle.be/wp-content/uploads/2018/11/Beleidsplan-2013-2019.pdf) stond de extra aandacht voor groendaken vermeld onder punt 2.20 : “Bij verkavelingsvergunningen moet de ecologische component versterkt worden (minder verharding en meer groen, verdichting). Bij bouwvergunningen zal er extra aandacht gaan naar duurzaamheid (waterrecuperatie, groendaken, beperking van verharding, lage-energiewoningen of zelfs energie reproducerende woningen, …) (zie: ruimtelijke ordening).” In de verdere tekst wordt er ook nog uitleg gegeven ivm het waterbeleid.

Architect Wim Rypens heeft in het verleden diverse omgevingsvergunningen ingediend waar er telkens een groendak was opgelegd bij platte daken.

Hij wist dus dat dit een vereiste was die de gemeente steeds oplegt bij platte daken. Hij had dus moeten melden aan zijn cliënten.

In andere dossiers is er geen enkel beroepschrift ingediend tegen het opleggen van een groendak.

Gezien reeds in het beleidsplan 2013-2019 vermeld werd en het erop volgende beleidsplan 2020-2025 vermeld is dat de groendaken worden opgelegd, kan derhalve niet anders worden geëist dat op alle platte daken een groendak moet voorzien worden.

Gezien de hoger vermelde punten is ook dit tweede gedeelte van het beroepschrift ongegrond.

 

Beslist:

Eenparig goedgekeurd

 

Enig artikel:

EINDADVIES VAN DE GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

Eindadvies stedenbouw

Gelet op bovenstaande beoordeling voldoet de aanvraag niet aan de goede ruimtelijke ordening.

Ook de uitleg van de beroepsprocedure geeft geen bijkomende argumenten waaruit blijkt dat dit wel zou voldoen aan de goede ruimtelijke ordening en aan een goede waterhuishouding.

Daarom blijft het advies aan het Collegevande gemeentelijke omgevingsambtenaar (GOA) om de vergunning onveranderd en dus geen vergunning te verlenen.

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.