De gemeenteraad,

Gelet op de wet van 15.12.1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

Gelet op de programmawet van 19.12.2014, in werking getreden op 08.01.2015, die bepaalt dat voor bepaalde aanvragen voor een machtiging of toelating tot verblijf, een bijdrage moet betaald worden die de administratieve kost voor de behandeling van de aanvraag tot machtiging of toelating tot verblijf, of de aanvraag tot statuutwijziging dekt;

Gelet op het KB van 16.02.2015, in werking getreden op 02.03.2015, houdende de wijziging van het KB van 08.10.1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en verdere wijzigingen;

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012 en latere wijzigingen; 

Overwegende dat deze instructie in werking is getreden sinds 02.03.2015;

Overwegende dat het gemeentebestuur wordt toegestaan om bovenop deze bijdragen ook een gemeentelijke taks te heffen die de kostprijs dekt voor de samenstelling en de behandeling van het administratief dossier, voor studie en onderzoek van de documenten en tussenkomst in de kosten van telefonie, kopie en verzending van het dossier;

Overwegende dat het billijk is om een forfaitair bedrag te heffen van € 50,00;

 

Beslist:

Met 16 stemmen voor (Rob Mennes, Geert Rottiers, Vera Goris, Pieter Smits, Axel Boen, Stan Scholiers, Karl Van Hoofstat, Philippe Van Bellingen, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Nicole Haerenout, Chantal Jacobs, Philip Lemal, Elke Bogaerts, Danny Schoonderwoert en Gilbert Van de Vreken), 2 onthoudingen (Leo Haucourt en Myriam Baeyens)

 

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de gemeente onder de navolgende voorwaarden een gemeentelijke taks ten bedrage van € 50,00 geheven op de samenstelling en behandeling van het administratief vreemdelingendossier.

Artikel 2:

De belasting is contant te betalen op het ogenblik van de aanvraag tot het samenstellen van het administratief dossier. Het bewijs van betaling van de belasting blijkt uit een afgeleverde kwijting waarop het belastingbedrag vermeld is. Bij gebreke aan betaling wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.

Artikel 3:

Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid gezonden.