De gemeenteraad,

Gelet op artikel 170, §4 van de grondwet;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur;

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Beslist:

Met 17 stemmen voor (Philip Lemal, Rob Mennes, Axel Boen, Vera Goris, Stan Scholiers, Arne Vergauwen, Rita Jacobs, Koen Vaerten, Chantal Jacobs, Kris Huyck, Lindger Boen, Stijn Van Hoofstat, Jef Gys, Inez Van den Berge, Wannes Van Havere, Myriam Baeyens en Kristof Van Landeghem)

 

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2026 worden geheven:

a) een belasting op de begraving, op de asverstrooiing en de bijzetting in een columbarium, van de personen, die buiten de gemeente overleden zijn en noch hun wettige woonplaats noch hun gewone verblijfplaats in de gemeente hebben, waarvan het bedrag als volgt wordt vastgesteld:

1) 750 euro voor de lijkbezorging van een persoon die ouder is dan 12 jaar.

2) 200 euro voor de lijkbezorging van een kind beneden en tot 12 jaar.

De belasting is niet verschuldigd voor:

1) lijkbezorging van oorlogsslachtoffers, die in dienst van het vaderland gestorven zijn.

2) personen die gedurende minstens 25 jaar op het grondgebied van de gemeente hebben gewoond, maar die wegens omstandigheden als hoge leeftijd, ziekte of minder geschiktheid tijdelijk bij hun kinderen of in een home, op het grondgebied van een andere gemeente, verblijven en in deze gemeente in het bevolkingsregister werden ingeschreven.

b) de belasting op de ontgraving van een lijk wordt vastgesteld op 2.000 euro.

c) de belasting op de ontgraving van een asurne wordt vastgesteld op 400 euro.

De belasting is echter niet verschuldigd voor:

1) de ontgravingen die op bevel van de gerechtelijke overheden uitgevoerd worden.

2) ontgravingen die geschieden op vraag van het gemeentebestuur.

3) de ontgravingen van voor het vaderland gestorven militairen.

Artikel 2:

De belasting is contant te betalen tegen afgifte van een ontvangstbewijs.

Een bedrag gelijk aan de belasting is evenwel in consignatie te geven op het ogenblik van de afgifte van de vergunning tot begraven, verstrooien, bijzetten of ontgraven.

Bij gebrek aan betaling wordt de belasting ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 3:

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9 bis van het Wetboek van toepassing voor zover zij niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

Artikel 4:

Dit besluit vervangt het besluit van 13 december 2022.

Artikel 5:

Dit reglement wordt bekend gemaakt via de gemeentelijke website overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.